Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent de subsidieplafonds voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020

Geldend van 29-04-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent de subsidieplafonds voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020

Bekendmaking van het besluit van 12 januari 2021- zaaknummer 2014-016804 tot vaststelling van een regeling

Gedeputeerde Staten van Gelderland, handelend in hun hoedanigheid van Managementautoriteit van het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020;

Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 5.2.2 en 5.2.5, derde lid, van de Regeling Europese EZK en LNV-subsidies, alsmede de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2019;

Besluiten

Vast te stellen de volgende Subsidieplafonds 2021 voor het Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2014-2020:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor wat betreft de in dit besluit gehanteerde begrippen wordt aangesloten bij de begripsbepalingen zoals opgenomen in artikel 1.1 van de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO Oost-Nederland 2019. Deze beleidsregel wordt in dit besluit verder aangeduid als Beleidsregel EFRO 2019.

Artikel 2 Subsidieplafond voor slimme CO2-reductie

  • 1. Subsidieaanvragen voor slimme CO2-reductie als bedoeld artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES in samenhang met paragraaf 3.1 van de Beleidsregel EFRO 2019 kunnen uitsluitend worden ingediend in de periode van 1 februari 2021 tot en met 1 maart 2021.

  • 2. Het deelplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor het stimuleren van slimme CO2-reductie, die gericht zijn op koolstofarme innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 4.000.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 0.

  • 3. Indien een aanvraag tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het tweede lid. Indien het subsidieplafond genoemd in artikel 5.3.2 van de REES echter is bereikt, komt de subsidie geheel ten laste van het subsidieplafond in het tweede lid.

  • 4. De beschikbare middelen worden, met inachtneming van de deelplafonds, verdeeld op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5. Indien er meer aanvragen zijn ontvangen op één dag, waarbij honorering van al deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van een deelplafond, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 6. Wanneer door de verstrekking van een subsidie een deelplafond zou worden overschreden, worden zowel de aanvraag voor die subsidie, als de daarop in de rangorde volgende aanvragen die betrekking hebben op dat deelplafond, afgewezen.

Artikel 3 Subsidieplafond voor grote R&D-samenwerkingsprojecten

  • 1. Subsidieaanvragen voor grote R&D-samenwerkingsprojecten als bedoeld artikel 5.2.1, eerste lid, van de REES in samenhang met paragraaf 3.3 van de Beleidsregel EFRO 2019 kunnen uitsluitend worden ingediend in de periode van 1 februari 2021 tot en met 1 maart 2021.

  • 2. Het deelsubsidieplafond bedraagt voor de verstrekking van subsidies voor grote R&D-samenwerkingsprojecten die gericht zijn op algemene innovatie:

    • a.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland: € 1.500.000;

    • b.

      voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel: € 1.342.000.

  • 3. Indien een aanvraag tevens bijdraagt aan het Rijksbeleid op het gebied van innovatie en koolstofarme economie, wordt de aanvraag tevens beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering op grond van artikel 5.3.1 van de REES. De subsidie komt in dat geval voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in artikel 5.3.2 van de REES en voor 50 procent ten laste van het subsidieplafond, genoemd in het tweede lid. Indien het subsidieplafond genoemd in artikel 5.3.2 van de REES echter is bereikt, komt de subsidie geheel ten laste van het subsidieplafond in het tweede lid.

  • 4. De beschikbare middelen worden, met inachtneming van de deelplafonds, verdeeld op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 5. Indien er meer aanvragen zijn ontvangen op één dag, waarbij honorering van al deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van een deelplafond, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 6. Wanneer door de verstrekking van een subsidie een deelplafond zou worden overschreden, worden zowel de aanvraag voor die subsidie, als de daarop in de rangorde volgende aanvragen die betrekking hebben op dat deelplafond, afgewezen.

Artikel 4 Bekendmaking en inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin deze wordt geplaatst.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Toelichting

Artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid

Bij de verdeling van subsidiegelden werkt de Managementautoriteit (MA) met deelsubsidieplafonds voor Gelderland en voor Overijssel. Hierdoor is er een budget beschikbaar ‘voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Gelderland’, en een budget ‘voor zover de activiteiten ten goede komen aan de provincie Overijssel’.

In een project waaraan Gelderse en Overijsselse bedrijven deelnemen, werken de deelplafonds als volgt:

  • De subsidie voor de Gelderse bedrijven telt mee voor het Gelderse deelplafond;

  • De subsidie voor de Overijsselse bedrijven telt mee voor het Overijssels deelplafond.

Als het budget in een van de provincies is uitgeput, of niet is opengesteld, kan de MA mogelijk toch subsidie verlenen aan een project waaraan Gelderse en Overijsselse bedrijven deelnemen. Dit geldt in de situatie dat het project ten goede komt aan de provincie die het budget verstrekt. De MA hanteert dan een vergelijkbare toets als in het geval dat de projectpartners bijvoorbeeld een bedrijf uit Utrecht, of een kennisinstelling uit Noord-Brabant nodig hebben. Het zou immers onwenselijk zijn dat Gelderse projectpartners bijvoorbeeld wel de TU Delft, maar niet de Universiteit Twente in een project kunnen betrekken.

Artikel 2, vijfde en zesde lid, en artikel 3, vijfde en zesde lid

De verdeling zoals bedoel in artikel 2, vierde lid, en artikel 3, vierde lid, werkt zo lang er genoeg budget is. De artikelleden die hierop volgen, zorgen ervoor dat duidelijk is hoe de MA vervolgens omgaat met de resterende aanvragen.

Wanneer toewijzing van alle aanvragen met dezelfde ontvangstdatum binnen een bepaald deelplafond ertoe zou leiden dat het plafond zou worden overschreden, geldt dat de onderlinge rangorde van die aanvragen wordt vastgesteld door middel van loting. De MA zal aanvragen afwijzen die worden uitgeloot, of die een latere ontvangstdatum hebben dan de toegekende aanvragen.