Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent de heffing en invordering van leges (Legesverordening 2021)

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent de heffing en invordering van leges (Legesverordening 2021)

De raad van de gemeente Berkelland;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2020,

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2021

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    spoedaanvraag: een aanvraag die buiten de reguliere, wettelijke, termijn wordt ingediend en die met spoed moet worden behandeld.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor:

  • b. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • c. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;

  • c.

    het in behandeling nemen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de Tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

  • 4. Het bedrag van de heffing op grond van Titel 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De leges op basis van titel 2 van de Tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.

  • 2. De overige leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke of digitale kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de overige leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling of digitaal wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een tariefsverlaging betreffen;

  • c.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.5 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4 (papieren verstrekking uit Basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

  • d.

    een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Legesverordening 2020’ van 10 december 2019 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 15 december 2020.

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 Tariebentavel behorende bij de legesverordening 2021

Titel 1Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, partnerschapregistratie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op andere tijd en wijze dan ingevolge artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand voor kosteloze huwelijksvoltrekking en partnerschapsregistratie op dinsdagmorgen voor 9.00 en 9.30 uur is bepaald:

 

1.1.1.1

Flitsvoltrekking op dinsdag-, woensdag-, donderdag- en vrijdagochtend om 10.00 uur en 11.00 uur

 
 

dinsdag en woensdag

€ 100,00

 

donderdag en vrijdag

€ 200,00

1.1.1.2

maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 19.00 uur

€ 519,65

1.1.1.3

op zaterdag van 8.30 uur tot 19.00 uur

€ 886,60

1.1.1.4

op zondag of een algemeen erkende feestdag van 8.30 uur tot 19.00 uur

€ 1.008,50

1.1.1.5

indien de voltrekking van een huwelijk, partnerschapsregistratie of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk plaatsvindt op andere tijdstippen dan genoemd onder artikel 1.1.1.2 tot en met artikel 1.1.1.4 wordt het tarief verhoogd met:

€ 244,30

1.1.2

Het tarief genoemd in de subonderdelen 1.1.1.2 tot en met 1.1.1.4 wordt verhoogd met:

 

1.1.2.2

als voor de huwelijksvoltrekking op verzoek van het bruidspaar eenmalig een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand moet worden benoemd zonder beëdiging

€ 87,40

1.1.2.3

als voor de huwelijksvoltrekking op verzoek van het bruidspaar eenmalig een buitengewone ambtenaar van de burgerlijke stand moet worden benoemd met beëdiging

€ 175,00

1.1.2.4

als de huwelijksvoltrekking op verzoek van het bruidspaar op een eigen gekozen trouwlocatie plaats vindt

€ 89,70

1.1.3

Wanneer bij de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap een ambtenaar van de gemeente op verzoek optreedt als getuige volgens art. 1:63 BW, dan bedraagt het tarief per ambtenaar

€ 32,00

1.1.4

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 

1.1.4.1

Een trouwboekje bij een kosteloze voltrekking, omzetting of een flitsvoltrekking

€ 25,60

1.1.5

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand bedraagt het tarief:

 

1.1.5.1

voor elk afschrift als bedoeld in artikel 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 14,00

1.1.5.2

voor elk uittreksel als bedoeld in 23b, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 14,00

1.1.5.3

voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 24,60

1.1.5.4

voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

€ 14,00

1.1.5.5

voor elk attestatie de vita als bedoeld in artikel 19 k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

€ 14,00

1.1.6

Het tarief voor het annuleren van een gemaakte reservering genoemd onder artikel 1.1.1.1 tot en met artikel 1.1.1.5 en onder artikel 1.1.7 bedraagt:

 

1.1.6.1

vóór melding huwelijk/partnerschapsregistratie of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk

€ 25,40

1.1.6.2

ná melding huwelijk/partnerschapsregistratie

€ 50,90

1.1.7

Het tarief bedraagt voor het (administratief) omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk aan de balie

€ 45,80

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

 

1.2.1

van een nationaal paspoort:

 

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het bedrag wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

 

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

 

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van .de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden

 

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

 

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

 

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is gelijk aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een tarief dat gelijk is aan het maximale tarief dat is vermeld in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden, zoals laatstelijk is vervangen of gewijzigd, met dien verstande dat het tarief wordt afgerond op € 0,05 naar beneden.

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in het artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05.

 

1.3.1.1

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling.

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie Personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens moet worden geraadpleegd.

 

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

€ 7,40

1.4.3

In afwijking van het voorgaande subonderdeel bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit Basisregistratie Personen

€ 2,50

1.4.4

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de Basis registratie Personen, voor ieder daaraan besteed kwartier:

€ 23,90

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister (niet opgenomen)

Hoofdstuk 6 Vervallen

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

 

gereserveerd

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Inzage in de digitale registratie is kosteloos

 

1.8.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.1.2

een gewaarmerkt afschrift uit de registratie, per Wkpb-besluit

€ 13,30

1.8.1.3

een (on)belastverklaring uit de registratie, per perceel

€ 23,90

1.8.1.4

een gewaarmerkt afschrift uit het register, per Wkpb-besluit

€ 13,30

1.8.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om informatie uit het Kadastraal register via Kadaster On-Line:

 

1.8.1.5.1

voor een kadastraal bericht/uittreksel

€ 16,60

1.8.1.5.2

voor een kadastraal bericht/uittreksel persoon, per object

€ 16,60

1.8.1.5.3

voor een uittreksel kadastrale kaart

€ 16,60

1.8.1.5.4

het tarief genoemd in de subonderdelen 1.8.1.5.1 tot en met 1.8.1.5.3 wordt vermeerderd met een toeslag voor het verstrekken van informatie uit en over niet gemeentelijke beperkingen per besteed kwartier

€ 23,90

1.8.1.5.3

Voor het geven van toelichting op Wkpb-besluiten per besteed kwartier

€ 23,90

1.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.8.2.1

een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:

 

1.8.2.1.1

in formaat A4 of kleiner, per bladzijde

 

1.8.2.1.2

in formaat A3

 

1.8.2.2

een lichtdruk van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, wegenkaart behorende bij de legger bedoeld in subonderdeel 1.8.2.2, structuurplan of stadsvernieuwingsplan, per dm² lichtdruk

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

€ 41,35

1.9.2

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

€ 5,50

1.9.3

tot het waarmerken van kopieën

€ 5,50

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 23,90

1.10.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

1.10.3

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 1.10.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet (niet opgenomen)

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet, per object

€ 47,70

1.12.2

bij de aanvraag voor meerdere objecten maximaal

€ 143,15

1.12.3

Tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet

€ 47,70

1.12.

Indien aanvragen als bedoeld in de subonderdelen 1.12.1.1 en 1.12.1.3 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, een school of een kantoor betreffen, worden de in die subonderdelen bedoelde leges slechts eenmaal geheven.

 

[Dit geldt ook als het gaat om een geheel van huurwoningen bestemd voor sloop of renovatie waarvoor gelijktijdig aanvragen worden ingediend.]

 
 
 
 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie (niet opgenomen)

Hoofdstuk 14 Vervallen

Hoofdstuk 15 Vervallen

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

 

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

€ 56,50

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

€ 56,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 34,00

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, waarvan vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of onbepaalde tijd

€ 226,50

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, waarvan vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

€ 226,50

 

en voor iedere volgende kansspelautomaat

€ 136,00

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 23,50

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning tot het exploiteren of doen exploiteren van een speelgelegenheid als bedoeld in artikel 2:39 van de Algemene plaatselijke verordening

€ 92,20

Hoofdstuk 17 Kabels en leidingen

1.17.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden.

€ 474,95

1.17.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI), omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden van minder ingrijpende aard

€ 70,40

Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer

1.18

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.18.1

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

€ 41,55

1.18.2

tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen

€ 34,70

1.18.3

vervallen

 

1.18.4

tot het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 53,60

1.18.5

vervallen

 

1.18.6

Aanvraag van een gehandicaptenparkeerkaart

€ 53,60

1.18.7

Aanbrengen van een gehandicaptenparkeerplaats inclusief onderbord met kenteken

€ 268,00

1.18.8

Aanbrengen van een nieuw onderbord

€ 80,40

1.18.9

tot het verkrijgen van een aanstelling als verkeersregelaar

€ 8,00

Hoofdstuk 19 Diversen

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

1.19.1.1

tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening (handelsreclame)

€ 23,90

1.19.1.1.1

als voor een vergunning bedoeld in subonderdeel 1.19.1.1 een advies van de Gelderse Welstandcommissie moet worden uitgebracht, wordt het in subonderdeel 1.19.1.1 genoemde bedrag per adviesaanvraag verhoogd met:

€ 49,35

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.19.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

€ 0,50

1.19.2.2

afschriften, doorslagen, scans of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.19.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat (zowel enkel- als dubbelzijdig)

€ 0,50

1.19.2.2.2

per pagina op papier van een ander formaat (zowel enkel- als dubbelzijdig)

€ 0,80

1.19.2.3

kopieën van (een deel van) een tekening of calque per pagina

€ 15,00

1.19.2.4

een plottertekening

€ 53,50

1.19.2.5

digitaal kaartmateriaal op een digitale gegevensdrager

€ 178,10

1.19.2.6

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 23,90

1.20.2.7

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina (zowel enkel- als dubbelzijdig)

€ 0,50

1.19.2.8

Het tarief voor het maken van een fotokopie van niet ambtelijke stukken, zonder ambtelijke hulp, op het daartoe aangewezen fotokopieerapparaat in publiekswinkel bedraagt

€ 0,10

1.19.2.9

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 23,90

1.19.2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 
 

tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in de Algemene plaatselijke verordening voor zover daar niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 23,90

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

Aanlegkosten:

De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.2

bouwkosten:

De aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

2.2.1

tot het houden van vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

 

2.2.1.1

als de geraamde bouwkosten niet meer bedragen dan € 10.000,--

€ 185,90

2.2.1.2

als de geraamde bouwkosten meer bedragen dan € 10.000,--

€ 309,90

2.2.1.3

als alleen aan de welstand wordt getoetst

€ 51,90

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

2.3.1

Bouwactiviteiten, Bouwbesluit/Bouwverordening

 

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten voor de toetsing van de aanvraag aan het Bouwbesluit en Bouwverordening:

 

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:

2,41%

van de bouwkosten, maar met een minimum van € 230,--

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:

2,01%

van de bouwkosten, maar met een minimum van € 4.822,--

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:

1,85%

van de bouwkosten maar met een minimum van € 10.056,--

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:

1,77%

van de bouwkosten, maar met een minimum van € 18.532,--

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:

1,70%

van de bouwkosten, maar met een minimum van € 35.380,--

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:

1,61%

van de bouwkosten, maar met een minimum van € 84.766,-- en een maximum van € 169.533,--

2.3.1.a

Bestemmingsplan

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op

 

een bouwactiviteit en toetsing aan het bestemmingsplan moet plaats

 

vinden wordt het overeenkomstig sub onderdeel 2.3.1.1. berekende

 

bedrag verhoogd met een tarief van:

 

2.3.1.1.a

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op

 

een bouwactiviteit en toetsing aan het Bouwbesluit moet plaats-

 

vinden, bedraagt het tarief:

 

2.3.1.1.1.a

indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen van de bouwkosten

0,80%

2.3.1.1.2.a

indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen van de bouwkosten

0,67%

2.3.1.1.3.a

indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen van de bouwkosten

0,62%

2.3.1.1.4.a

indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen van de bouwkosten

0,59%

2.3.1.1.5.a

indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen van de bouwkosten

0,57%

2.3.1.1.6.a

indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen van de bouwkosten

0,54%

2.3.1.2

Welstandstoets

 

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit en toetsing aan welstandcriteria moet plaatsvinden wordt het overeenkomstig subonderdeel 2.3.1.1 of 2. berekende bedrag verhoogd met:

 

2.3.1.2.1

In geval van geraamde bouwkosten van € 1,-- tot en met € 500.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom

1,9‰ met minimum van € 50,--

 

In geval van geraamde bouwkosten van € 500.001,-- tot en met € 1.000.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom

1.2‰

 

In geval van geraamde bouwkosten van € 1.000.001,-- tot en met € 2.500.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom

0,8‰

 

In geval van geraamde bouwkosten van € 2.500.001,-- tot en met € 5.000.000,-- plus van het gedeelte van de bouwsom

0,5‰

 

Van € 5.000.001,-- en meer

0,25‰

2.3.1.2.2

voor woningbouw van één en hetzelfde type welke in één complex

 

worden uitgevoerd:

 
 

complexen van 1 t/m 5 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1;

 
 

complexen van 6 t/m 10 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 5 woningen;

 
 

complexen van 11 t/m 20 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 6 woningen;

 
 

complexen van 21 t/m 30 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 8 woningen;

 
 

complexen van 31 t/m 40 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 10 woningen;

 
 

complexen van 41 t/m 50 gelijke woningen: tarief volgens subonderdeel 2.3.1.2.1 over bouwsom van 12 woningen;

 
 

etage-, galerijwoningen en dergelijke worden als één bouwblok

 

beschouwd. Het tarief wordt dan berekend naar de totale bouw­som

 

van het bouwblok.

 

2.3.1.2.3

integrale advisering

 

welstand + 1 extra discipline: 1,8 x het tarief genoemd in subonderdeel 2.3.1.2.1;

 

welstand + meerdere extra disciplines: 2,2 x het tarief genoemd in subonderdeel 2.3.1.2.1;

 

2.3.1.2.4

reclameobjecten

€ 50,00

2.3.1.2.5

Geschreven adviezen vooroverleg n.a.v. een commissievergadering of een mandaatbehandeling (bedrag wordt berekend bij de definitieve aanvraag)

€ 100,00

2.3.1.3

Vervallen

 

2.3.1.4

Beoordeling aanvullende gegevens

 

Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen:

€ 0,00

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten

€ 283,30

2.3.2.1

Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º (binnenplanse afwijking) en 2º (buitenplanse kleine afwijking), van de Wabo, wordt het bedrag genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met:

€ 391,10

2.3.2.2

Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo (tijdelijke afwijking), wordt het bedrag genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met:

€ 501,80

2.3.2.3

Als de aanvraag betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo (buitenplanse afwijking), wordt het bedrag genoemd onderdeel 2.3.2 verhoogd met:

€ 6.579,70

2.3.2.4

Als de activiteit in een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning zowel betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo als betrekking heeft op het vellen of het doen vellen in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo gelezen in samenhang met artikel 3 van de Bomenverordening 2019 of de Bomenverordening 2020 wordt, in afwijking van onderdeel 2.3.2, alleen het bedrag voor kappen conform onderdeel 2.10.3 in rekening gebracht.

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 216,20

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 216,20

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 6.579,70

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 326,80

2.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 326,80

2.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 326,80

2.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 326,80

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 326,80

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 391,20

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 391,20

2.3.4.2.1

onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.4.2 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend voor een persoonsgebonden ontheffing permanente bewoning recreatiewoningen volgens artikel 5, tiende lid, bijlage II, van het Bor

€ 1.208,50

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€ 6.579,70

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 501,80

2.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 131,80

2.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 501,80

2.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 501,80

2.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 501,80

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

2.3.5.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 68,30

2.3.5.1.1

dit bedrag wordt verhoogd voor bouwwerken en inrichtingen met een gebruiksoppervlakte:

 

2.3.5.1.1.1

tot maximaal 1.000 m2, per m2

€ 0,80

2.3.5.1.1.2

van 1.001 tot en met 2.500 m2

€ 889,75

2.3.5.1.1.3

van 2.501 tot en met 5.001 m2

€ 1.096,40

2.3.5.1.1.4

5.001 m2 en meer

€ 1.161,80

Vermeerderd met € 32,25 per 1.000 m2 of een gedeelte daarvan boven 5.000 m2

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de Erfgoedverordening 2012, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

€ 49,30

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

€ 49,30

2.3.6.1.3

Indien een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.6.1 slechts herstel van cultuurhistorische waarden betreft, worden geen leges geheven bedoeld in de subonderdelen 2.3.6.1.1 en 2.3.6.1.2

 

2.3.6.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 19 van de Erfgoedverordening 2012, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 45,10

2.3.6.3

Indien een activiteit aan een beschermd (rijks)monument of bij verordening aangewezen (gemeentelijk)monument, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, om reden van de beschermde status vergunning plichtig is, wordt geen leges geheven over (het gedeelte van) de bouwkosten bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6 van de activiteit dat slechts restauratief herstel van cultuurhistorische waarden betreft.

 

2.3.6.4

Als een activiteit in een beschermd stads- of dorpsgezicht, alleen vanwege de ligging in dat aangewezen gebied vergunningplichtig is, worden voor die activiteit geen leges geheven.

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

€ 283,30

2.3.7.1.2

in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo,

€ 283,30

2.3.7.2

Asbesthoudende materialen

€ 0,00

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de wegenverordening Gelderland 2010 of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 283,30

2.3.9

Uitweg/inrit

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de wegenverordening Gelderland 2010 of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 155,90

2.3.10

Kappen

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 3 van de Bomenverordening 2019 of de bomenverordening 2020, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

2.3.10.1

houtopstanden , tot en met 5 bomen

€ 188,70

2.3.10.2

houtopstanden , meer dan 5 bomen

€ 283,30

2.3.10.3

houtopstanden, waaronder begrepen onderhoud aan houtopstanden (landschapselementen) die aantoonbaar met een subsidie van de Regeling Landschap of Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer tot stand zijn gekomen of in stand worden gelaten

€ 94,20

2.3.11

Niet opgenomen

 

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

 

2.3.12.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 49,30

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 49,30

2.3.14

Andere activiteiten

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

 

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 0,00

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

€ 155,80

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

€ 155,80

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

2.3.16

Beoordeling bodemrapport/archeologie

 

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 307,00

2.3.16.1.1

voor de beoordeling van de gesteldheid van de bodem, als de informatie al bij de gemeente bekend is

€ 46,30

2.3.16.2

Archeologie

 

2.3.16.2.1

de beoordeling van de archeologische verwachtingswaarde op basis van de archeologische beleidsadvieskaart van Berkelland

€ 46,30

2.3.16.2.2

de beoordeling van een Plan van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek

€ 173,50

2.3.16.2.3

de beoordeling van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek die voortvloeien uit archeologisch onderzoek op grond van de Erfgoedwet

€ 347,00

2.3.16.2.4

de beoordeling van een proefsleuvenonderzoek, archeologische begeleiding of een opgraving die voortvloeien uit archeologisch onderzoek op grond van de Erfgoedwet

€ 520,50

2.3.17

Wet geluidhinder

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een omgevingsvergunning slechts kan worden afgehandeld wanneer een procedure hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder moet worden gevolgd

€ 501,80

2.3.18

Advies

 

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.18.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

2.3.19

Overige

 

2.3.19.1

Als voor het in behandeling nemen van een verzoek om bestemmingsplanherziening of –wijziging, afwijking of project extern advies moet worden ingewonnen en/of daarvoor een wettelijke bekendmaking is vereist, worden de daarvoor geraamde kosten in rekening gebracht. Deze kosten worden vooraf aan de aanvrager meegedeeld door middel van een begroting, die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders wordt opgesteld.

 

2.3.19.2

Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.19.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

Indien de geraamde kosten hoger zijn dan de werkelijke kosten wordt voor het verschil teruggaaf verleend.

 
 
 
 

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit en is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in de subonderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.6. of de subonderdelen 2.3.1.1.1.a tot en met 2.3.1.1.6.a.

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.

 

Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van één maand na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

75%

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan in subonderdeel 2.5.1.1 bedoeld na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

50%

2.5.1.3

indien de aanvraag, omwille van de behandelingstermijn, wordt ingetrokken en de aanvraag, binnen 3 maanden na intrekking, wordt opgevolgd door een nieuwe aanvraag, wordt een teruggaaf verleend van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

100%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

50%

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7 intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning

 

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

50%

2.5.4

Een bedrag minder dan € 225,00 wordt niet teruggegeven.

 

2.5.5

Geen teruggaaf legesdeel advies

 

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdeel 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 
 
 
 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

€ 0,00

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 196,30

Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 10.996,50

2.8.1.1

Het tarief genoemd in onderdeel 2.8.1 bedraagt

€ 5.498,20

als de gevraagde herziening niet door de gemeenteraad in procedure wordt gebracht

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 6.583,00

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een volgens artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) vastgesteld bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

€ 1.845,90

2.8.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een bestemmingsherziening of -wijziging van agrarisch naar wonen in het kader van de subsidieregeling sloop overtollige gebouwen

€ 0,00

Hoofdstuk 9 vervallen

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 49,30

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 400,50

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor een slijterijbedrijf op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 209,70

3.1.3

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Drank- en Horecawet

€ 94,90

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 94,90

3.1.5

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, van de Drank- en Horecawet

€ 94,90

3.1.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 47,70

3.1.7

Het tarief genoemd in artikel 3.1.6 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met

€ 47,70

3.1.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening

€ 200,00

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning), indien het betreft:

 

3.2.1.1

een grootschalig evenement

€ 143,90

3.2.1.1a

een grootschalig evenement met tent

€ 288,00

3.2.1.2

een overig evenement

€ 95,40

3.2.1.2a

een overig evenement met tent

€ 143,00

3.2.1.3

een vijfjaarlijkse vergunning

€ 119,20

3.2.1.3a

een vijfjaarlijkse vergunning met tent

€ 264,00

3.2.1.4

een klein evenement

€ 22,60

3.2.2.1

Het tarief genoemd in subonderdeel 3.2.1.1 en 3.2.1.1a wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met

€ 72,30

3.2.2.2

Het tarief genoemd in subonderdeel 3.2.1.2 en 3.2.1.2a wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met

€ 46,60

3.2.2.3

Het tarief genoemd in subonderdeel 3.2.1.3 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met

€ 10,60

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van:

 

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2:1 van de Verordening seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. voor een sexinrichting:

€ 502,10

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte (niet opgenomen)

Hoofdstuk 5 Standplaatsen

3.5

Het tarief bedraagt voor:

 

3.5.1

het éénmaal per week innemen van een vaste standplaats op gemeentegrond in de kernen van Borculo, Eibergen, Neede en Ruurlo per dagdeel (5 uur) voor de duur van een kalenderjaar

€ 599,00

 

en voor ieder uur extra per kalenderjaar

€ 117,00

3.5.2

het éénmaal per week innemen van een vaste standplaats op gemeentegrond in de overige kernen per dagdeel (5 uur) voor de duur van een kalenderjaar

€ 299,50

 

en voor ieder uur extra per kalenderjaar

€ 47,15

3.5.3

het innemen van een tijdelijke standplaats of periodieke standplaats op gemeentegrond per dagdeel (5 uur)

€ 11,80

3.5.4

het innemen van een tijdelijke standplaats of periodieke standplaats op gemeentegrond voor een aaneengesloten periode van 2 of meer dagen per dag

€ 23,60

3.5.5

Het tarief bedraagt voor het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op particuliere grond voor de duur van een kalenderjaar

€ 23,90

 
 
 

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

3.6.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet

€ 23,90

3.6.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.15.1 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met

€ 23,90

Hoofdstuk 7 Vervallen

Hoofdstuk 8 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 47,70

Behorende bij het raadsbesluit van 15 december 2020.

De griffier van Berkelland,