Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening Toeristenbelasting 2021

Geldend van 09-11-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening Toeristenbelasting 2021

De raad van de gemeente Alkmaar;

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 10-11-2020;

Gelet op het advies van de commissie: Bestuur en middelen;

Gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;

B e s l u i t

vast te stellen de Verordening Toeristenbelasting 2021

(Verordening toeristenbelasting 2021)

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • c

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, stacaravans en soortgelijke onderkomens welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • d

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden in het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;

  • e

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.

  • f

    verenigingsterrein: terrein in eigendom of gebruik bij een vereniging zonder winstoogmerk, opgericht bij de notaris en als vereniging ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel;

  • g

    camping: een terrein dat grotendeels bestemd is dan wel geschikt gemaakt is voor mobiele kampeeronderkomens;

  • h

    stacaravans: caravans die op een vaste standplaats zijn neergezet om voor langere tijd als verblijfplaats te dienen en die bestemd zijn voor en gebezigd te worden als verblijf voor vakantie en/of andere recreatieve doeleinden.

  • i.

    verblijfsaccommodatie voor de zorgbehoevende toerist: een verblijfsaccommodatie/locatie die aan kan tonen dat zij:

    • a.

      voor 50% of meer gericht is op personen die vanwege een lichamelijke of verstandelijke beperking tijdens hun toeristische verblijf begeleiding, dan wel specifieke voorzieningen in de verblijfsaccommodatie nodig hebben én

    • b.

      beschikt over de faciliteiten passend bij het bieden van toeristisch verblijf aan personen met lichamelijke of verstandelijke beperking.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven en 18 jaar of ouder zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    in geval er gebruik wordt gemaakt van een verenigingsterrein door leden van verenigingen zonder winstoogmerk.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      vakantieonderkomens en niet beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen en gebezigd voor vakantie of ander recreatief gebruik bepaald op het aantal slaapplaatsen;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen en gebezigd voor vakantie of ander recreatief gebruik bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met 1 en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigd met 2.

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:

    • a.

      bij vakantie-onderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens op vaste standplaatsen bepaald op 21;

    • b.

      bij niet beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op 17;

    • c.

      in geval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op 152.

  • 3. Het aantal vakantieonderkomens, niet beroepsmatige verhuurde ruimten, mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid onder a, en het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid onder b , wordt vastgesteld op het aantal onderkomens welke door de belastingplichtige bij de aangifte zijn opgegeven én uit de verhuuradministratie blijkt.

Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedaan op aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting:

€ 2,45, indien er overnacht wordt in een accommodatie anders dan een camping;

€ 1,23, indien er overnacht wordt op een camping;

€ 1,23, indien er overnacht wordt in een verblijfsaccommodatie voor de zorgbehoevende toerist (anders dan bedoeld onder artikel 4.1.)

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan de periode 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021.

Artikel 10 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid moet een voorlopige aanslag worden betaald in vier termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van het eerste kalenderkwartaal van het desbetreffende belastingjaar en de volgende termijn telkens drie maanden later.

  • 3. In afwijking van het tweede lid is een voorlopige aanslag welke is opgelegd voor de elfde maand van het belastingjaar, invorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld nog maanden van het belastingjaar overblijven. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 4. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de aangewezen inspecteur, zoals bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub a, van de Gemeentewet.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhouden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente voorgeschreven nachtverblijfregister.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister op verzoek kosteloos beschikbaar.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

  • 4. De verplichting als bedoeld in de voorgaand leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van een eigen registratiesysteem dat voldoet aan de door het college van burgemeester en wethouders gestelde eisen aan het nachtverblijfregister.

Artikel 15 Overgangsrecht

De Verordening toeristenbelasting 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Toeristenbelasting 2021.

Ondertekening

Alkmaar, 17-12-2020

De raad voornoemd,

E. G. M. Roemer, voorzitter

L. Blaauw, griffier