Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Wijchen Centrum 2021

Geldend van 23-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Wijchen Centrum 2021

De raad van de gemeente Wijchen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2020;

gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Wijchen Centrum 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    reclameobject: een openbare aankondiging in letters, cijfers, tekens, symbolen, kleuren of een reclamevoorwerp, of een combinatie daarvan, zichtbaar vanaf de openbare weg.

  • b.

    Wet WOZ: de Wet waardering onroerende zaken.

  • c.

    waarde: de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ voor het kalenderjaar, als bedoeld in artikel 6 van deze verordening, voor de onroerende zaak vastgestelde waarde. Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde op de voet van hoofdstuk IV van de Wet WOZ is vastgesteld, is de waarde de met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet WOZ bepaalde waarde.

  • d.

    onroerende zaak: de onroerende zaak zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ.

  • e.

    jaar: een kalenderjaar.

  • f.

    openbare weg:

    • 1.

      de weg, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;

    • 2.

      de al dan niet met enige beperking – voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen;

    • 3.

      de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn;

    • 4.

      andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam reclamebelasting wordt, binnen het gebied zoals nader aangewezen in de bij deze verordening behorende bijlage 1, een directe belasting geheven voor het aanwezig hebben van een reclameobject als bedoeld in artikel 1, onderdeel a.

Artikel 3 Belastingplicht

De reclamebelasting wordt geheven van degene van wie, dan wel ten behoeve van wie het reclameobject wordt aangetroffen op, aan of bij de onroerende zaak of een niet-zelfstandig deel van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 24, vijfde lid, onderdeel b van de Wet WOZ.

Artikel 4 Vrijstellingen

De reclamebelasting wordt niet geheven voor openbare aankondigingen:

  • a.

    die korter dan 13 weken aanwezig zijn, en binnen het belastingtijdvak niet worden vervangen, opgevolgd of gecontinueerd door andere openbare aankondigingen;

  • b.

    die uitsluitend het algemeen belang dienen;

  • c.

    die uitsluitend dienen ten behoeve van de regulering van het verkeer over openbare land- en waterwegen;

  • d.

    gedaan door of namens publiekrechtelijke rechtspersonen in de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak;

  • e.

    aangebracht door of namens de Stichting Ondernemersfonds Bedrijventerrein Wijchen Oost, waarbij de openbare aankondiging uitsluitend bevat een aanduiding van deze stichting;

  • f.

    op bouwterreinen voor zover deze rechtstreeks betrekking hebben op de op dat terrein in uitvoering zijnde bouwwerkzaamheden;

  • g.

    van politieke partijen;

  • h.

    die zijn gedaan in verband met de verkoop of verhuur van onroerende zaken, indien deze aanwezig zijn in de onmiddellijke nabijheid van de te verkopen of te verhuren zaak.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De reclamebelasting wordt geheven naar de waarde van de onroerende zaak met inachtneming van het bepaalde in artikel 6 van deze verordening.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 wordt de reclamebelasting, indien het reclameobject zich niet bevindt op, aan of bij een zelfstandige onroerende zaak zoals bedoeld in artikel 16 van de Wet WOZ, maar op, aan of bij een onzelfstandig deel van een onroerende zaak, zoals bepaald in artikel 24, vijfde lid, onderdeel b van de Wet WOZ, is de heffingsmaatstaf gelijk aan de eerste staffel zoals bepaald in artikel 6 van deze verordening.

  • 3. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf worden de waarden van die delen van de onroerende zaak die in hoofdzaak voor woondoeleinden worden gebruikt, buiten beschouwing gelaten.

Artikel 6 Belastingtarief

1.

Het vaste bedrag voor de reclamebelasting bedraagt per zelfstandige onroerende zaak of onzelfstandig deel van een onroerende zaak:

325,00

2.

Het in het voorgaande lid genoemde bedrag wordt, indien sprake is van een zelfstandige onroerende zaak, voor elke gehele schijf van € 1.000,- waarmee de vastgestelde waarde het bedrag van € 136.000,- overschrijdt, vermeerderd met een bedrag van:

2,39

3.

De reclamebelasting bedraagt per reclameobject ten hoogste:

945,00

4.

Als de waarde van de onroerende zaak naar beneden wordt bijgesteld, wordt de aanslag ambtshalve verminderd als de lagere waarde leidt tot een lager belastingbedrag voor de reclamebelasting.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Reclamebelasting is verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, is de reclamebelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt de aanslag verminderd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde reclamebelasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Wijze van heffing

De reclamebelasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9 eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt - ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 45,00 doch niet meer dan € 3.000,00 en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag -, dat:

    • a.

      aanslagen, waarvan de dagtekening ligt tussen 1 juli en 1 oktober van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het belastingjaar overblijven met een maximum van zes;

    • b.

      aanslagen, waarvan de dagtekening ligt na 30 september van het belastingjaar waarop ze betrekking hebben, worden geïncasseerd in drie gelijke termijnen.

    Bij het van toepassing zijn van het vorenstaande vervalt de eerste incassotermijn een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. In afwijking van het eerste lid geldt, voor aanslagen waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 45,00 of minder bedraagt en een machtiging is afgegeven voor het automatisch incasseren van het verschuldigde bedrag, dat het totaalbedrag van de aanslag in één keer wordt geïncasseerd twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4. Voor aanslagen, waarvan het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 3.000,00, is geen automatische incasso mogelijk en is de betalingstermijn als onder lid 1 van toepassing.

  • 5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Overgangsrecht

De 'Verordening reclamebelasting Wijchen Centrum 2020’, vastgesteld bij raadsbesluit van 19 december 2019, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening reclamebelasting Wijchen Centrum 2021".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2020.

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage 1 bij de Verordening reclamebelasting Wijchen Centrum

Gebiedsafbakening

Overeenkomstig de Notitie Centrum Management Wijchen 25 september 2012.

Voor de gebiedsafbakening is aansluiting gezocht bij reeds geformuleerde plankaarten voor de diverse gemeentelijke plannen. Uitgangspunt is de plankaart zoals deze wordt toegepast voor de herijking centrumvisie 2020.

Op bijgevoegde kaartbeeld is de begrenzing weergegeven. Het gebied wordt omsloten door:

  • 1.

    Stationsplein nummer 2, thans het VVV en NS-station

  • 2.

    Stationslaan vanaf de kruising Hogeweg tot kruising Stationslaan met Bronckhorstlaan, beide zijden van de weg

  • 3.

    Hogeweg vanaf kruising Stationslaan tot kruising Meerdreef, de even nummers

  • 4.

    Meerdreef van kruising Hogeweg tot kruising Meester van Coothlaan, beide zijden van de weg

  • 5.

    Meester van Coothlaan vanaf nummer 45-45-a tot en met 1 en nummer 36 t/m 2

  • 6.

    Kasteellaan beide zijden van de weg t/m kruising Meidoornstraat

  • 7.

    Molenstraat beide zijden van de weg

  • 8.

    Bronckhorstlaan 18 t/m 2 en nummer 1 t/m 15-15a

  • 9.

    Oosterweg 119 t/m 1 en nummer 20 t/m 2

  • 10.

    Volledige straten binnen voornoemd gebied, de Baron d'Osystraat, Burchtstraat, De Renbaan, De Poort, Don Felixhof, Dorsvlegel, Don Emanuelstraat, Elckerlycweg, Emilia van Nassaustraat, Europaplein, Herenstraat, Het Aambeeld, Kloosterakker, Laantje, Markt, Markt Promenade, Marktpad, Oude Klapstraat, Oud-Ravensteinseweg, Pius XII straat, Spoorstraat, Sterrebosweg, Teesmortelweg, Tienakker, Touwslagersbaan, Vlaskam.

afbeelding binnen de regeling