VERORDENING BIZ EERBEEK 2021 GEMEENTE BRUMMEN

Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Intitulé

VERORDENING BIZ EERBEEK 2021 GEMEENTE BRUMMEN

Kenmerk Z052622/D342858

DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 november 2020 met kenmerk D342856;

HEEFT BESLOTEN:

1. De “Verordening BIZ Eerbeek 2021 “ vast te stellen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. BIZ: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ- bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

b. de wet: de Wet op de Bedrijveninvesteringszones;

c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen;

d. Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Brummen en BIZ vereniging Eerbeek gesloten Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Eerbeek 3 november 2020.

e. Vereniging: BIZ vereniging Eerbeek

Artikel 2 Aanwijzing vereniging

De Vereniging BIZ vereniging Eerbeek (hierna: de Vereniging) wordt aangewezen als vereniging als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ- bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de economische versterking van het centrum van Eerbeek.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De BIZ- bijdrage wordt gedurende een periode van 5 jaren, jaarlijks geheven ter zake van binnen de BIZ gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ- bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BIZ gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

a. gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

b. het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ-bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

Belastingobject is de onroerende zaak bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 7 Belastingtarief

De BIZ- bijdrage bedraagt per onroerende zaak:

Voor kalenderjaar

2021

2022

2023

2024

2025

Bedrag

€ 550,-

€ 558,-

€ 566,-

€ 575,-

€ 584,-

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienst van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen.

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ -bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

3. Machtigingen voor een automatische incasso moeten uiterlijk binnen drie weken na dagtekening van de aanslag door de gemeente ontvangen zijn.

4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

Artikel 12 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie als bedoeld in artikel 7 van de wet is de Algemene subsidieverordening gemeente Brummen niet van toepassing.

Artikel 13 Aanvraag subsidieverlening

1. De Vereniging dient jaarlijks voor 1 september voorafgaand aan het komende subsidiejaar een aanvraag in voor een subsidie op grond van deze verordening.

2. Een aanvraag voor een subsidie moet schriftelijk worden ingediend en moet in ieder geval voldoen aan de eisen van artikel 4:2 Awb.

3. Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een latere datum vaststellen.

Artikel 14 Subsidiebeschikking

1. Het college neemt uiterlijk op 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft een besluit op de aanvraag om subsidieverlening.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid besluit het college voor het startjaar 2021 uiterlijk op 22 maart 2021 op de aanvraag om subsidieverlening.

3. De subsidiebeschikking vermeldt het subsidiebedrag en voor welke activiteit(en) de subsidie wordt verstrekt.

4. De beschikking tot het verlenen van subsidie kan vermelden dat voorschotten worden verstrekt.

Artikel 15 Weigeringsgronden

Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien de subsidie niet of in onvoldoende mate zal worden besteed aan activiteiten zoals overeengekomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 16 De subsidieverlening

1. De subsidie word verleend aan de BIZ vereniging Eerbeek voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

2. De subsidie wordt verleend op basis van het geraamde bedrag van de BIZ-bijdragen die in het betreffende subsidiejaar worden geheven, verminderd met 2,5% van de geraamde opbrengsten als tegemoetkoming in de kosten voor heffing en invordering van de BIZ-bijdragen.

3. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdrage, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten van 2,5%.

Artikel 17 Wijze van betalen

De subsidie wordt in twee termijnen uitbetaald. Uiterlijk 1 april van het betreffende subsidiejaar wordt 90% van de in artikel 16 bedoelde verleende subsidie overgemaakt aan de Vereniging.

Artikel 18 Melding van relevante wijzigingen

1. De Vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

2. De Vereniging stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 19 Subsidievaststelling

1. De Vereniging dient uiterlijk op 1 juli na afloop van het subsidiejaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

2. Artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

3. Het college neemt binnen 13 weken na ontvangst een besluit op de aanvraag om subsidievaststelling.

4. De subsidie wordt vastgesteld op basis van het daadwerkelijk aantal bijdrageplichtigen in het subsidiejaar waar de vaststelling van de subsidie betrekking op heeft.

Artikel 20 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigingen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet Bestuursrecht.

Artikel 21 Ontheffing wegens bijzondere omstandigheden

Van de toepassing van de bepalingen in deze verordening kan door het college worden afgeweken indien strikte toepassing ervan wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zou zijn in verband met het met deze bepalingen te dienen doel.

Artikel 22 Intrekking

Deze verordening wordt zo spoedig mogelijk ingetrokken indien daarvoor voldoende steun is als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet.

Artikel 23 Vervallen verordening

Deze verordening vervalt met ingang van 1 januari 2026.

Artikel 24 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening BIZ Eerbeek 2021".

Ondertekening

Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 17 november 2020.

De raad van de gemeente Brummen,

De griffier, D.D. Balduk

De voorzitter A.J. van Hedel