Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening op de heffing en de invordering van graf- en begrafenisrechten op de algemene begraafplaats van de gemeente Boekel 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van graf- en begrafenisrechten op de algemene begraafplaats van de gemeente Boekel 2021

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Boekel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2020;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GRAF- EN BEGRAFENIS-RECHTEN OP DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATSEN VAN DE GEMEENTE BOEKEL 2021

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. begraafplaats: de algemene begraafplaats gelegen aan de Raadstraat te Boekel en de

algemene begraafplaats gelegen aan het Sint Josephplein te Venhorst;

b. particulier graf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het daarin

doen begraven van lijken van overledenen voor een periode van 20 jaren, met dien

verstande, dat bij aanvang of bij het verstrijken van deze termijn het recht door burgemeester

en wethouders steeds met een veelvoud van 10 jaar kan worden verlengd;

c. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt

geboden tot het doen begraven van lijken gedurende een periode van 10 jaar;

d. particulier urnengraf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het

daarin doen bijzetten van asbussen, bevattende de as van overledenen, voor de tijd van 20

achtereenvolgende jaren, met dien verstande dat bij aanvang of bij het verstrijken van deze

termijn het recht door burgemeester en wethouders steeds met een veelvoud van 10 jaar kan

worden verlengd;

e. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid

wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen gedurende een

periode van 10 jaar;

f. particulier kindergraf: een graf, ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het

daarin doen begraven van overledenen beneden de leeftijd van 10 jaar voor een periode van

20 jaar, met dien verstande dat bij aanvang of bij het verstrijken van deze termijn het recht \

door burgemeester en wethouders steeds met een veelvoud van 10 jaar kan worden

verlengd;

g. algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid

wordt geboden tot het doen begraven van lijken gedurende een periode van 10 jaar van

personen beneden de leeftijd van 10 jaar;

h. urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verleend tot het doen bijzetten en

bijgezet houden van asbussen of urnen;

i. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

j. urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

k. beheersverordening: de “Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 2010”;

l. Verstrooiïngsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan

wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen

verstrooien.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam “graf- en begrafenisrechten” worden rechten geheven voor het gebruik van de algemene begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstellingen

Algemene graven worden, onverminderd het ingevolge deze verordening verschuldigde begraafrecht en eventueel andere op grond van de verordening verschuldigde rechten, kosteloos ter beschikking gesteld.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en tarieven

De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, zoals opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6. Wijze van heffing

Alle rechten, als die bedoeld in de tarieventabel van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7. Termijnen van betaling

De rechten bedoeld in de tarieventabel moeten worden betaald binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

Artikel 8. Kwijtschelding

Bij de invordering van de graf- en begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeerartikel

1. De “Verordening graf- en begrafenisrechten 2020”, vastgesteld bij raadsbesluit van 5

november 2019, wordt ingetrokken met ingang van in het derde lid genoemde datum van

ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten

die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag na die van de

bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening graf- en begrafenisrechten 2021".

TARIEVENTABEL GRAF- EN BEGRAFENISRECHTEN

Tarieventabel, als bedoeld in artikel 5 van de Verordening graf- en begrafenisrechten 2021

2021

HOOFDSTUK 1 VERLENEN VAN RECHTEN

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt geheven

1.1.1

voor een periode van 20 jaar

1.214,00

1.1.2

voor het verlengen van het bij 1.1.1 genoemde recht met 10 jaar

610,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf wordt geheven

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

1.214,00

1.2.2

voor het verlengen van eht bij 1.2.1 genoemde recht met 10 jaar

610,00

1.3

Voor het verlenen van het recht op een urnennis in een urnenwand wordt geheven

1.3.1

voor een periode van 20 jaar

1.214,00

1.3.2

voor het verlengen van het bij 1.3.1 genoemde recht met 10 jaar

610,00

1.4

Voor het verlenen van eht uitsluitend recht op een particulier kindergraf of urnengraf

van een kinder onder 10 jaar wordt geheven

1.4.1

voor een periode van 20 jaar

1.214,00

1.4.2

voor het verlengen van het bij 1.4.1 genoemde recht met 10 jaar

610,00

1.5

Indien direcht bij aanvang van het recht, als bedoeld onder 1.1.1, 1.2.1, 1.3.1 of 1.4.1,

dit recht wordt verlengd, wordt een toeslag berekend van 10% bovenop de geldende

tarieven voor ieder blok van 10 jaar.

HOOFDSTUK 2 BEGRAVEN

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 10 jaar of ouder wordt geheven

656,00

2.2

Voor het begraven van een lijk van een kind tot 10 jaar wordt geheven

453,00

2.3

Voor het begraven van levenloos geboren of kort na de geboorden overleden

zuigelingen van een meervoudige geboorte, die in één kist worden begraven

wordt het begraafrecht eenmaal geheven, terwijl geen recht geheven wordt voor het

begraven van stoffelijke resten van kinderen die, kort na de geboorte overleden, in één

kist met hun overleden moeder worden begraven.

HOOFDSTUK 3 PLAATSEN/BIJZETTEN VAN ASBUSSEN EN URNEN

3.1

Voor het bijzetten, plaatsen of begraven een een asbus of urn van een persoon van

10 jaar of ouder wordt geheven

387,00

3.2

Voor het bijzetten, plaatsen of begraven een een asbus of urn van een kind tot 10 jaar

wordt geheven

387,00

3.3

Voor het bijzetten van een asbus of een urn van levenloos geboren of kort na de

geboorte overleden zuigenlingen van een meervoudige geboorte, die in één asbus of

urn worden bijgezet, wordt het recht eenmaal geheven, terwijl geen recht geheven

wordt voor het bijzetten van stoffelijke resten van kinderen die, kort na de geboorte

overleden, in één asbus met hun overleden moeder worden bijgezet

HOOFDSTUK 4 OPGRAVEN

4.1

Voor het opgraven van een lijk of asbus wordt geheven

397,00

4.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf worden de tarieven, genoemd

in hoofdstuk 2 verhoogd met

201,00

4.3

Het recht onder 4.1 en 4.2 is niet van toepassing indien dit door openbaar gezag

bevolen wordt

4.4

Voor het verstrooien van as op een daarvoor aangelegd verstrooiingsveld wordt

per asbus geheven

67,00

HOOFDSTUK 5 GEDENKWAND VENHORST

5.1

Voor het aanbrengen van een gedenkplaatje op de gedenkwand op de begraafplaats

te Venhorst voor een periode van 30 jaar wordt geheven

67,00

5.2

Voor het herbegraven van de stoffelijke resten in een algemeen graf en het aanbrengen

van een gedenkplaatje op de gedenkwand op de begraafplaats te Venhorst voor een

periode van 30 jaar wordt geheven

351,00

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Boekel, gehouden op 10 december 2020.

de griffier, de voorzitter,

M.R.P. Philipse P.M.J.H. Bos