Regeling vervallen per 01-11-2022

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-10-2022

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2021

De raad van de gemeente Roosendaal;

Gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    Raad: de raad van de gemeente Roosendaal

  • b)

    Rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Roosendaal

  • c)

    Voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie van de gemeente Roosendaal

  • d)

    Gemeente: de gemeente Roosendaal

Artikel 2 Rekenkamercommissie

Ter uitoefening van de rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81oa van de Gemeentewet is er een gemeentelijke rekenkamercommissie.

Artikel 3 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur alsmede van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

  • 2. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet.

Artikel 4 Samenstelling van de rekenkamercommissie

  • 1. De rekenkamercommissie bestaat uit minimaal vier en maximaal acht externe leden die door de raad worden benoemd. Benoeming vindt plaats tot en met 31 december 2021

  • 2. De raad benoemt uit de leden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter. Benoeming vindt plaats tot en met 31 december 2021.

  • 3. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de secretaris.

  • 4. Voorafgaand aan eventuele tussentijdse benoemingen als bedoeld in het eerste lid en tweede lid pleegt de raad overleg met de rekenkamercommissie.

Artikel 5 Ontslag

  • 1. Een lid van de rekenkamercommissie wordt door de raad ontslagen:

    • a)

      Op eigen verzoek.

    • b)

      Bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap.

    • c)

      Indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft.

    • d)

      Indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e)

      Indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 2. Een lid van de rekenkamercommissie kan door de raad worden ontslagen bij gebleken ongeschiktheid, indien hij door ziekte of gebreken langdurig (langer dan 13 weken) of blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen of indien hij verboden handelingen als bedoeld in artikel 9 van deze verordening heeft verricht.

Artikel 6 Non- activiteit

  • 1. De raad stelt een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit indien:

    • a.

      Hij zich in voorlopige hechtenis bevindt

    • b.

      Hij bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      Hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak

  • 2. De raad kan een lid van de rekenkamercommissie op non-activiteit stellen, indien tegen hem een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 5, eerste lid, onder a en tweede lid, zouden kunnen leiden.

  • 3. De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het tweede lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

Artikel 7 Openbaar maken nevenfuncties

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 12 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamercommissie in een gezamenlijke bijeenkomst van de voorzitters van de raden van de gemeenten de eed (verklaring en belofte) als opgenomen in artikel 81g van de Gemeentewet af, met dien verstande, dat voor “rekenkamer” wordt gelezen “rekenkamercommissie”.

Artikel 9 Verboden handelingen

Voor de leden van de rekenkamercommissie is artikel 15, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Reglement van Orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisname aan de raad.

Artikel 11 Secretaris

  • 1. De secretaris van de rekenkamercommissie wordt bij eensluidend besluit door de raden van de gemeenten en in overleg met de gezamenlijke rekenkamercommissie benoemd.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

Artikel 12 Ondersteuning rekenkamercommissie

  • 1. De raad stelt, na overleg met de rekenkamercommissie, de rekenkamercommissie de nodige middelen ter beschikking voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden.

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd om binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 3. Ten laste van het in het tweede lid genoemde budget worden in ieder geval gebracht de kosten van:

    • a.

      De vergoedingen aan de leden van de rekenkamercommissie

    • b.

      De secretaris, de onderzoeker(s) en het secretariaat;

    • c.

      De eventuele door de rekenkamercommissie ingeschakelde deskundigen;

    • d.

      Eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoefening van haar taken.

  • 4. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Vergoeding leden rekenkamercommissie

  • 1. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding van respectievelijk € 181,96 en € 159,14 voor het bijwonen van een vergadering van de rekenkamercommissie. Deze bedragen worden in de loop van 2021 geïndexeerd.

  • 2. Aan de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie wordt een vergoeding in de reis- en verblijfkosten toegekend:

    • a)

      Voor reizen met eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland.

    • b)

      Voor reizen met openbaar vervoer: de werkelijke kosten

    • c)

      Voor verblijfkosten: de noodzakelijk gemaakt kosten voor maaltijden en logies.

Artikel 14 Onderzoeksopdracht en bevoegdheden

  • 1. Voor het jaar 2021 presenteert de rekenkamercommissie voor 1 februari een onderzoeksplan.

  • 2. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij het gemeentebestuur te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degene die de administratie in opdracht van die derde voert. Het gemeentebestuur verstrekt desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd alle documenten die berusten bij de besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties te onderzoeken voor zover zij dat ter vervulling van haar taak nodig acht. Indien de zorg voor een administratie aan een derde is uitbesteed, is e.e.a. van overeenkomstige toepassing op de administratie van de betrokken derde dan wel van degenen die de administratie in opdracht van die derde voert. Tevens verstrekken de besturen en/of directies van de hierna genoemde organisaties desgevraagd alle inlichtingen die de rekenkamercommissie ter vervulling van haar taak nodig acht:

    • a.

      Openbare lichamen, gemeenschappelijke organen en bedrijfsvoeringsorganisaties, ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in deze regeling.

    • b.

      Naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt;

    • c.

      Andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie , lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van tenminste 50% van de baten van deze instelling, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

  • 4. De rekenkamercommissie kan zich bij haar taakuitvoering laten bijstaan door deskundigen.

  • 5. Om de onderzoeken van de rekenkamercommissie naar behoren te kunnen uitvoeren, zijn de stukken, die onder oplegging van geheimhouding aan de rekenkamercommissie ter beschikking worden gesteld, ook beschikbaar voor de secretaris van de rekenkamercommissie en de door de rekenkamercommissie aangewezen deskundigen.

Artikel 15 Verzoeken tot het verrichten van onderzoek

De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek, in aanvulling van het in artikel 14, lid 1 genoemde onderzoeksplan. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 16 Beslotenheid vergaderingen

De vergaderingen van de rekenkamercommissie worden als regel in beslotenheid gehouden

Artikel 17 Geheimhouding

  • 1. De rekenkamercommissie kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent de inhoud van stukken die aan haar worden overlegd, geheimhouding opleggen.

  • 2. De geheimhouding wordt door allen die van deze stukken kennis dragen in acht genomen totdat de rekenkamercommissie haar opheft.

Artikel 18 Vergader- en stemmingsquorum

  • 1.

    De rekenkamercommissie vergadert niet als behalve de voorzitter niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 3.

    Indien de stemmen staken is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 19 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1. De rekenkamercommissie voert het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet uit.

  • 2. De rekenkamercommissie kan de verzoeker tot het verrichten van een onderzoek tussentijds informeren over de voortgang van een onderzoek dat naar aanleiding van het verzoek is ingesteld.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 185 van de Gemeentewet, stelt de rekenkamercommissie bestuurlijke en ambtelijke betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die vier weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken . Betrokkenen zijn in elk geval degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. De raad stelt in openbaarheid de onderzoeksresultaten, de conclusies en aanbevelingen vast.

Artikel 20 Voorziening

  • 1. In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de rekenkamercommissie.

  • 2. Voordat de rekenkamercommissie een besluit als bedoeld in lid 1 neemt, krijgt de raad de gelegenheid hierop een zienswijze in te dienen.

Artikel 21 Citeertitel

De verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2021”.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2021.

Op dat tijdstip vervalt onder gelijktijdige intrekking de verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2017 vastgesteld op 13 oktober 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 17 december 2020.

De voorzitter, De griffier,