Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent grafbedekkingen (Uitvoeringsbesluit grafbedekking Ridderkerk 2020)

Geldend van 28-11-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent grafbedekkingen (Uitvoeringsbesluit grafbedekking Ridderkerk 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Ridderkerk,

gelet op artikel 21 tweede lid, artikel 22 eerste lid en artikel 27 derde en vierde lid van de “Verordening Algemene Begraafplaatsen Ridderkerk 2020”, besluiten vast te stellen de volgende nadere regels voor de grafbedekkingen.

Artikel 1 Aanvraag vergunning gedenkteken

  • 1. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een nieuw gedenkteken of het vervangen of uitbreiden van een bestaand gedenkteken behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Voor vervangen of uitbreiden van een bestaand gedenkteken dient vergunning te worden aangevraagd.

  • 3. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

  • 4. Het gedenkteken mag geen, naar het oordeel van de beheerder, ernstige afbreuk doen aan het aanzien van de begraafplaats.

  • 5. De tekst of afbeelding op het gedenkteken mag naar het oordeel van de beheerder niet aanstootgevend of kwetsend zijn.

Artikel 2 Regels gedenktekens

  • 1. Voor een gedenkteken mag alleen gebruik worden gemaakt van duurzame materialen, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort. Het gebruik van glas is toegestaan, mits dit gelaagd glas is met een minimale dikte van 0,019 m. Bij gebruik van glas dien(t)en de rechthebbende of nabestaanden van de rechthebbende, gezien de gevoeligheid van het materiaal, bij een begrafenis of bijzetting in het betreffende graf op eigen kosten voor het verwijderen en terugplaatsen van het monument zorg te laten dragen.

  • 2. Met betrekking tot de afmetingen en de aard van de gedenktekens zijn de volgende regels vastgesteld:

    • a.

      Bij particuliere graven en enkele grafkelders mag een staand of een liggend gedenkteken worden geplaatst. Ook een combinatie tussen een staand en een liggend gedenkteken is toegestaan. De toegestane afmetingen zijn:

      • 1.

        Voor een staand gedenkteken: maximaal 0,80 m breed en maximaal 1,20 m hoog.

      • 2.

        Voor een liggend gedenkteken gecombineerd met een staand gedenkteken: 0,80 m breed, 1,95 m lang en maximaal 1,20 m hoog.

      • 3.

        Voor een liggend gedenkteken (zonder kopstuk): 1,95 m lang en 0,80 m breed.

    • b.

      Lid 2 sub a is niet van toepassing voor graven gelegen op begraafplaats Vredehof in vak 2 E 1 tot en met 127, vak 4 E nummer 1 tot en met 40, vak 5 E nummer 296 tot en met 351, vak 6 E nummer 128 tot en met 295, vak 7 D 119 tot met 133, vak 8 K 208, 209 en 210, vak 10 E nummer 678 tot en met 934.vak 12 E nummer 352 tot en met 508, vak 13 E nummer 504 tot en met 677 en vak 14 E nummer 935 tot en met 1051.

      Bij deze graven mag uitsluitend een staand gedenkteken worden geplaatst. De toegestane afmeting is: maximaal 0,80 m breed en maximaal 1.20 m hoog.

    • c.

      Lid 2 sub a is niet van toepassing voor graven en grafkelders gelegen op begraafplaats Vredehof welke vóór augustus 1978 zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd. Hier mag uitsluitend een gedenkteken worden geplaatst uitgevoerd in dezelfde steensoort (in de meeste gevallen Belgisch hardsteen) en maat- en vormgeving als het gedenkteken geplaatst bij de oorspronkelijke uitgifte van het graf.

    • d.

      Lid 2 sub a is niet van toepassing voor graven gelegen op begraafplaats Vredehof in vak 1 C 1 tot en met 47 en vak 9 C 48 tot en met 83.

      Bij deze graven mag een staand of een liggend gedenkteken worden geplaatst. Ook een combinatie van een staand met liggend gedenkteken is toegestaan. De toegestane afmetingen zijn:

      • 1.

        Voor een staand gedenkteken: 1,00 m breed en maximaal 1,20 m hoog.

      • 2.

        Voor een liggend gedenkteken gecombineerd met een staand gedenkteken:

        1,00 m breed, 2,20 m lang en maximaal 1,20 m hoog.

      • 3.

        Voor een liggend gedenkteken (zonder kopstuk): 2,00 m lang en 0,80 m breed.

    • e.

      Bij particuliere urnengraven of plaatsen in de urnentuin mag een staand gedenkteken of een liggend gedenkteken worden geplaatst. De toegestane afmetingen zijn:

      • 1.

        Voor een staand gedenkteken: maximaal 0,80 m breed en maximaal 1,00 m hoog.

      • 2.

        Voor een liggend gedenkteken: maximaal 0,80 m breed en maximaal 0,80 m lang.

      • 3.

        Voor het plaatsen van een afdekplaat voor het columbarium dient contact opgenomen te worden met de beheerder.

    • f.

      Bij particuliere dubbele graven mag een staand of een liggend gedenkteken worden geplaatst. De toegestane afmetingen zijn:

      • 1.

        Maximaal 1,80 m breed en 1,20 m hoog.

      • 2.

        Voor een liggend gedenkteken gecombineerd met een staand monument: 1,95 m lang, maximaal 1,80 m breed en maximaal 2,20 m hoog.

      • 3.

        Bij een dubbele grafkelder is het ook mogelijk twee monumenten te plaatsen volgens de regels van een enkele grafkelder, zoals beschreven onder sub a van dit lid.

    • g.

      Bij algemene graven mag een staand of een klein liggend gedenkteken worden geplaatst. Ook een combinatie van een staand met een liggend gedenkteken is toegestaan. De toegestane afmetingen zijn:

      • 1.

        Voor een staand gedenkteken: maximaal 0,40 m breed, maximaal 0,60 m hoog en maximaal 0,06 m dik.

      • 2.

        Voor een liggend gedenkteken: maximaal 0,40 m breed en 0,40 m lang.

      • 3.

        Voor een liggend gedenkteken gecombineerd met een staand gedenkteken: maximaal 0,40 m breed, 0,60 m hoog en 0,40 m diep, gemeten vanaf de achterkant van het gedenkteken.

    • h.

      Bij particuliere kindergraven mag een staand gedenkteken of een liggend gedenkteken worden geplaatst. Ook een combinatie tussen een staand en een liggend gedenkteken is toegestaan. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de locatie van het graf.

      Voor kindergraven gelegen in vak 18 C en vak 18 R gelden de volgende afmetingen:

      Maximaal 1,20 m lang, 0,60 m breed en 0,80 m hoog. Het gedenkteken mag zowel liggend als staand geplaatst worden.

      Op de vanaf 2017 uitgegeven particuliere kindergraven, niet gelegen in vak 18 C of 18 R mag zowel een liggend als een staand gedenkteken worden geplaatst. De toegestane afmetingen zijn:

      • 1.

        Voor een staand gedenkteken: maximaal 0,80 m breed en maximaal 1,20 m hoog.

      • 2.

        Voor een liggend gedenkteken gecombineerd met een staand gedenkteken: maximaal 0,80 m breed, maximaal 1,95 m lang en maximaal 1,20 m hoog.

      • 3.

        Voor een liggend gedenkteken gecombineerd met een staand gedenkteken: maximaal 0,80 m breed, maximaal 1,95 m lang en maximaal 1,20 m hoog.

      • 4.

        Voor een liggend gedenkteken (zonder kopstuk): maximaal 1,95 m lang en maximaal 0,80 m breed.

    • i.

      Bij particuliere foetusgraven is er de mogelijkheid een gedenkplaatje te laten plaatsen op het door de beheerder aangewezen en daarvoor bestemde gedenkteken. Dit gedenkplaatje wordt geleverd en geplaatst door de gemeente Ridderkerk.

    • j.

      Bij particuliere graven waarvoor het uitsluitend recht is verleend voor onbepaalde tijd en waarvoor gelijktijdig het recht is overgeboekt op naam van de gemeente Ridderkerk en waarvoor het onderhoud door de gemeente dient te geschieden dient plaatsing van het gedenkteken in overleg met de beheerder te geschieden.

  • 3. Het (doen) plaatsen van gedenktekens geschiedt door de rechthebbende of door de belanghebbende (m.u.v. de graven bedoeld in artikel 2 lid 2 sub h).

  • 4. Op algemene graven kan slechts een gedenkteken worden aangebracht, indien het graf vol is.

  • 5. Het is verplicht aan de rechterzijkant(korte kant) aan de bovenzijde van het gedenkteken het grafnummer te graveren.

  • 6. Het is verplicht een betonnen funderingsplaat/-tegel onder het te plaatsen monument te plaatsen.

  • 7. Indien geen vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken verleend is, zal de beheerder geen toestemming verlenen het monument te plaatsen.

  • 8. De van gemeentewege aangebrachte tijdelijke grafmarkeringen worden verwijderd wanneer er een gedenkteken geplaatst is. Wanneer geen gedenkteken wordt geplaatst, worden de markeringen na verloop van één jaar verwijderd. Op verzoek kan de markering na het verwijderen (zonder houder) worden opgehaald door de rechthebbende of belanghebbende.

  • 9. De rechthebbende of belanghebbende is verplicht de grafbedekking in goede staat te houden. Hieronder wordt ook verstaan het vrijhouden van onkruid en snoeien van de beplanting, zodanig dat schade en overlast aan naburige graven wordt voorkomen.

Artikel 3 Regels grafbeplanting en voorwerpen

  • 1. Het (doen) aanbrengen van grafbeplanting geschiedt bij algemene graven door of namens de beheerder.

  • 2. Het (doen) aanbrengen van grafbeplanting geschiedt bij particuliere graven door of namens de rechthebbende.

  • 3. Het is niet toegestaan grafbeplanting achter het gedenkteken of tussen de graven te plaatsen. De beheerder behoudt zich het recht voor dit te verwijderen.

  • 4. De afmetingen van de grafbeplanting is qua lengte en breedte gelijk aan die van de liggende grafstenen genoemd in artikel 2 lid 2 sub a en sub b. De hoogte mag maximaal 0,40 m zijn.

  • 5. Bij algemene graven kan de eerste 0,30 m voor het staande gedenkteken worden gebruikt voor het plaatsen van bloemen en andere voorwerpen, tenzij een liggend gedenkteken is geplaatst.

  • 1. De overige ruimte bestaat uit gras, dat door de gemeente wordt aangebracht en onderhouden.

  • 6. Het is niet toegestaan voorwerpen achter het gedenkteken of tussen de graven te plaatsen.

  • 7. Het toepassen van glazen vazen is niet toegestaan. Ook het gebruik van andere constructies en voorwerpen die sterk onderhevig zijn aan weersinvloeden is niet toegestaan.

  • 8. Het is niet toegestaan voorwerpen op de gedenktekens te plakken. De gemeente Ridderkerk kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade aan deze voorwerpen.

  • 9. Op de graven aangebrachte beplanting wordt tijdelijk weggenomen indien er een bijzetting in het graf moet plaatsvinden. Het wegnemen van de grafbedekking gebeurt op kosten van de rechthebbende van het betreffende graf (artikel 25 lid 6 verordening algemene begraafplaatsen Ridderkerk 2020). Wanneer de grafbeplanting niet aan de voorschriften voldoet of door de beheerder als afgeschreven of niet meer levensvatbaar wordt beschouwd, zal deze niet meer worden teruggeplaatst en worden vernietigd.

  • 10. Op graven aangebrachte grafbedekking kan tijdelijk worden weggenomen indien dit door de beheerder noodzakelijk wordt geacht.

  • 11. Het is niet toegestaan om grind op/om/tussen en voor de graven te plaatsen. Grind is slechts toegestaan binnen een op een gesloten betonnen plaat bevestigde omlijsting (de afmetingen van deze omlijsting zijn vastgelegd in artikel 2) de breedte 0,80 m. Reeds aangebracht grind wordt gedoogd. De beheerder behoudt zich het recht voor dit grind te verwijderen indien dit noodzakelijk wordt geacht. Artikel 3 lid11 is niet van toepassing bij Islamitische graven op het speciaal daarvoor bestemde gedeelte van begraafplaats Vredehof. Bij deze graven is het gebruik van worteldoek toegestaan.

  • 12. Het doen aanbrengen van natuurlijk afbreekbare materialen zoals boomschors, cacaodoppen of schelpen op of rond het graf is toegestaan.

Artikel 4 Bijzondere grafbedekking

  • 1. Op een door de beheerder aan te wijzen gedeelte van de begraafplaats, kan een grafbedekking worden geplaatst waarvan de afmetingen en vormgeving vrij zijn, mits deze binnen de zone blijft. Informatie hierover kunt u bij de beheerder verkrijgen.

  • 2. Artikel 2 lid 2 sub a en sub e en artikel 3 lid 4 en lid 8 van dit uitvoeringsbesluit zijn hierop niet van toepassing.

  • 3. Het plaatsen van een gedenkboom is uitsluitend toegestaan op het strooiveld gelegen in vak 20 op begraafplaats Vredehof. Plaatsing geschiedt uitsluitend in overleg met de beheerder. De aanvrager dient voor plaatsing en verzorging zorg te dragen. De gemeente Ridderkerk kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor deze gedenkbomen.

Artikel 5 Onderhoud grafbedekking door de gemeente

  • 1. Indien er voor een vervallen graf op begraafplaats Rusthof geen belangstellende is die de grafrechten wil verwerven, wordt volledig in het onderhoud van de grafbedekking voorzien indien het graf op de lijst van historische graven volgens artikel 30 van de Verordening Algemene Begraafplaatsen Ridderkerk 2020 staat. Onder volledig onderhoud wordt mede verstaan het herstellen van een ondeugdelijke constructie van het gedenkteken.

  • 2. Bij een vervallen graf op begraafplaats Rusthof dat niet op de in lid 1 genoemde lijst van historische graven staat en waarvan geen belangstellende is die de grafrechten wil verwerven, wordt de grafbeplanting volledig onderhouden. Een ondeugdelijke constructie van het gedenkteken wordt niet volledig hersteld. Om gevaar voor afbreken te voorkomen wordt het gedenkteken op het graf neergelegd.

  • 3. Voor een graf voor onbepaalde tijd, uitgegeven na 1 december 2011, waarvoor de grafrechten zijn overgeschreven op naam van de gemeente Ridderkerk teneinde het onderhoud door de gemeente te laten uitvoeren wordt één keer per maand het gedenkteken nat gereinigd. Wanneer ernstige vervuiling is opgetreden zal de beheerder bepalen of dit buiten de reguliere schoonmaaktijden wordt gereinigd. Ook zal de beplanting maandelijks op nader vast te stellen tijden worden bijgehouden. Grafmonumenten zullen worden hersteld indien de beheerder dit nodig acht en uitsluitend dan wanneer er geen andere partij aansprakelijk kan worden gesteld.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag na bekendmaking daarvan.

  • 2. Dit uitvoeringsbesluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit grafbedekking Ridderkerk 2020.

  • 3. Het “Uitvoeringsbesluit grafbedekking Ridderkerk 2018” wordt ingetrokken.

Ondertekening

Ridderkerk, 10 november 2020

Burgemeester en wethouders van de Gemeente Ridderkerk,

de secretaris,

dhr. H.W.J. Klaucke

de burgemeester,

mw. A. Attema