Marktverordening gemeente Oisterwijk 2020

Geldend van 21-10-2020 t/m heden

Intitulé

Marktverordening gemeente Oisterwijk 2020

De raad van de gemeente Oisterwijk;

• gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 augustus 2020;

• gelet op de artikelen 149 en 156 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Marktverordening gemeente Oisterwijk 2020

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op alle door burgemeester en wethouders ingestelde warenmarkten die op gezette tijden worden gehouden in de gemeente Oisterwijk. Ze is niet van toepassing op andere markten dan de wekelijkse warenmarkten.

Artikel 2. Inrichtingsplan

1. Voor elke markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

a. aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

b. aanduiding van de wijze waarop nieuwe vaste-standplaatsvergunningen kunnen worden verstrekt, waarbij het selectiestelsel van artikel 5 van toepassing is.

c. aanduiding van de wijze waarop dagplaatsvergunningen en standwerkvergunningen kunnen worden verstrekt, conform de artikelen 9 en 10.

d. locatie van de markt en de maximale frequentie dat de markt verplaatst mag wor-den.

e. een plattegrond van de markt;

2. Op de plattegrond zijn aangegeven:

a. de grenzen van de markt;

b. de plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van een vaste-standplaatsver¬gunning;

c. voor zover van toepassing, de plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer branches of artikelgroepen alsmede, indien van toepassing, de maximum aantallen vaste-stand¬plaatsvergunningen die voor een of meer branches of artikelgroepen of combinaties daarvan kunnen worden afgegeven;

3. Als een standplaats, bestemd voor de houder van een vaste-standplaatsvergunning ui-terlijk een uur na aanvang van de markttijd nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kan daarvoor een dagplaatsvergunning worden afgegeven.

4. Het inrichtingsplan is digitaal raadpleegbaar op www.officielebekendmakingen.nl

Artikel 3. Vergunningen

1. Het is verboden op een markt zonder vaste-standplaatsvergunning, dagplaatsvergunning of standwerkvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

2. Een vaste-standplaatsvergunning geldt voor maximaal 10 jaar en voor de op de ver-gunning vermelde standplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere standplaats aanwijzen voor indivi-duele kooplieden en/of voor de gehele markt.

3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde standplaats.

4. Het is verboden op een markt zonder standwerkvergunning van burgemeester en wethouders als standwerker op te treden. Onder standwerker wordt verstaan iemand die pu-bliek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen artikelen te kopen.

5. Aan een vergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

6. Vergunning als bedoeld in dit artikel kan enkel worden verleend aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en die geen vaste-standplaatsvergunning heeft voor de betrokken markt.

Artikel 4. Mandaatverboden

De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van inrichtingsplannen kan niet worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2. Vaste-standplaatsvergunningen

Artikel 5. Selectiestelsel

1. Voor de verdeling van de vaste-standplaatsvergunningen wordt het selectiestelsel gebruikt.

2. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste-stand¬plaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

3. De bekendmaking geschiedt door openbare kennisgeving op de website van de gemeente Oisterwijk en op overheid.nl.

4. Bij beoordeling van de aanvragen kent de marktcommissie punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal punten:

a. of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassor-timent vormt (20);

b. de uitstraling van de uitstalling (20);

c. het marktverleden van de gegadigde (20);

d. of bij de gegadigde sprake is van duurzaam ondernemen (20)

en legt deze beoordeling ter besluitvorming voor aan burgemeester en wethouders.

Gegadigden komen in aanmerking in de volgorde van het aantal toegekende punten.

5. Een vaste-standplaatsvergunning wordt verleend voor een periode van maximaal 10 ja-ren.

6. Na afloop van de periode van 10 jaren komt de vaste-standplaatsvergunning beschik-baar en wordt conform de procedure in dit artikel opengesteld voor gegadigden.

Artikel 6. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

1. Wenst de houder van een vaste-standplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te ma-ken van de vergunning of is hij overleden of onder curatele gesteld, dan kunnen burge-meester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning overschrijven op naam van zijn echtgenoot, geregistreer¬de partner of an-dere persoon met wie hij duurzaam samenwoonde, of zijn kind.

2. Kan deze weg niet worden gevolgd, dan kan de vergunning op aanvraag worden over-geschreven op een door de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator voorgedragen gegadigde. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders de overschrijving weigeren als voor de markt een selectiestelsel geldt en de gegadigde naar hun oordeel niet voor een vaste-standplaats¬vergunning in aanmerking komt gelet op de in artikel 5, vierde lid, ge-noemde factoren.

3. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aan-vraag tot overschrijving binnen twee maanden nadien ingediend.

4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

4. De aanvraag tot overschrijving wordt alleen geweigerd als niet wordt voldaan aan de uit dit artikel voortvloeiende eisen of aan een eis waaraan een houder van een vaste-stand-plaatsvergunning volgens deze verordening moet voldoen.

5. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste-standplaatsvergunning voor de betrokken markt beschikt, wordt deze ingetrokken.

6. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

Artikel 7. Intrekking en vervallen vaste-standplaatsvergunning

1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste-standplaatsvergunning in:

a. op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

b. twee maanden na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 6.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste-standplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

a. als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

b. als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden;

c. als van de vergunning gedurende ten minste 8 marktdagen op jaarbasis geen ge-bruik is gemaakt. Met uitzondering van de verplaatste markt in Oisterwijk en met uit-zondering van aantoonbare overmacht aan burgemeester en wethouders;

d. als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewe-zen standplaats vervalt.

4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 8 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk bij aanvang van de markttijd heeft ingenomen, vervalt de ver-gunning voor de rest van de dag.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

1. De houder van een vaste-standplaatsvergunning neemt de hem toegewezen stand-plaats persoonlijk in of wijst hiervoor een aantoonbaar personeelslid aan.

2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wet-houders echter toestaan dat de standplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

3. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge het vorige lid – en verplichtingen die bij of krachtens deze verorde-ning gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de -vervanger.

Hoofdstuk 3. Dagplaatsen en standwerkers

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend:

- voor zover het inrichtingsplan dat mogelijk maakt, en

- op lege standplaatsen, en

- mits niet in dezelfde branche.

2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die op de marktdag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, vol-doen aan een eventueel van toepassing zijnde branche- of artikelgroepvereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

a. zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

b. niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadig-den op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikel-soort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voor-rang.

5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 10. Standwerkvergunning

1. Een standwerkvergunning kan worden verleend met overeenkomstige toepassing van artikel 9, tweede tot en met vijfde lid en als een gegadigde één artikel of artikelsoort wenst te verkopen dat al op de markt verkrijgbaar is. Er kan slechts één keer in de vier marktdagen een standwerkvergunning verleend worden.

2. Een standwerkvergunning geldt voor de in de vergunning vermelde dag en plaats en voor de in de vergunning omschreven artikelsoort.

Hoofdstuk 4. Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 11. Bijstand

De houder van een vaste-standplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 12. Legitimatieplicht

Degene die een standplaats of een standwerkplaats wenst in te nemen of inneemt op een markt is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 13. Markttijden in acht nemen

1. Het is een vergunninghouder verboden voor 10.30 uur en meer dan 1,5 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voer-tuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

2. Een vergunninghouder neemt zijn standplaats in tot de sluitingstijd van de markt, be-houdens op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod genoemd onder 1 indien aantoon-baar meer tijd nodig is om de marktkraam op te bouwen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

Artikel 14. Markt schoonhouden

1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn standplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daar¬door niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

3. Indien een vergunninghouder niet voldoet aan het bepaalde in dit artikel kunnen de kos-ten op hem worden verhaald.

Hoofdstuk 5. Handhaving

Artikel 15. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

Artikel 16. Sancties

Overtreding van deze marktverordening en of van het inrichtingsplan (artikel 2 van de verordening), kan leiden tot toepassing van handhavingmaatregelen conform de sanctie-tabel in het inrichtingsplan

Artikel 17. Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 18. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geld-boete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 19. Inwerkingtreding, intrekking oude verordening en overgangsrecht

1. Deze verordening treedt 8 dagen na publicatie in werking onder gelijktijdige intrekking van de marktverordening gemeente Oisterwijk 2018.

2. Een krachtens de marktverordening gemeente Oisterwijk 2018 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening, met dien verstande dat een vergunning voor onbepaalde tijd van rechtswege zijn geldigheid verliest na verloop van 10 jaren na in werking treding van deze verordening. Burgemees-ter en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

3.De inrichtingsplannen welke zijn vastgesteld onder de marktverordening gemeente Ois-terwijk 2018 gelden als inrichtingsplannen krachtens deze verordening.

4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de marktverordening gemeente Oisterwijk 2018, maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 20. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Oisterwijk 2020.

Toelichting

Artikel I: Marktverordening gemeente Oisterwijk 2020

Algemeen

Het doel van deze verordening is tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten te (her)organiseren zodat zij aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting (waarbij niet elk artikel een toelichting heeft)

Artikel 1. Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Gemeentewet (hierna: Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige

regelmaat plaatsvinden.

Het gaat om de volgende markten: weekmarkt in Oisterwijk en weekmarkt in Moergestel.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Model-Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: Model-APV). Artikel 2:25 van de Model-APV bevat bijvoorbeeld het vergunningstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de Model-APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de Model-APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemw ingestelde markten.

Artikel 2. Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen. In dit inrichtingsplan kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Artikel 3. Vergunningen

Een standwerkvergunning kan beperkt worden tot het verkopen van bepaalde typen producten.

Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden en bepaalde evenementen.

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 6) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 6) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland arbeid te verrichten’ (eveneens lid 6) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

Artikel 5. Selectiestelsel

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste-standplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld. Er wordt o.a. getoetst op duurzaam ondernemen. Voor de markt bedoelen we daar bijvoorbeeld mee het reduceren van afval, het tegengaan van (voedsel)verspilling en het reduceren van verpakkingen en plastic tasjes.

Een vergunning voor een standplaats op de weekmarkt is een schaarse vergunning als bedoeld in de Dienstenrichtlijn. De verdeling van schaarse vergunningen moet duidelijk en transparant zijn. Het selectiestelsel in dit artikel beoogt dat te bewerkstelligen. Het college is verplicht om deze procedure te hanteren.

Voorheen werden standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd verleend. Dat is gelet op de huidige stand van de jurisprudentie niet meer toegestaan. Daarom is een termijn gekozen van 10 jaren. Deze termijn wordt als redelijk beschouwd, omdat de verwachting is dat een vergunninghouder in die periode zijn investering kan hebben terugverdiend. Overigens is hierbij rekening gehouden met het gegeven dat een vergunninghouder op meerdere markten staat en daarmee niet afhankelijk is van een standplaats op een van de weekmarkten in Oisterwijk voor het terugverdienen van zijn investering. Daarnaast komen de vervallen vergunningen beschikbaar conform het selectiestelsel. De voormalige vergunninghouder kan meedoen met deze selectie, omdat van uitsluiting geen sprake is. De voorwaarden voor een standplaatsvergunning zijn helder en transparant.

Als overgangsperiode voor de huidige vergunninghouders is gekozen voor eveneens een termijn van 10 jaren vanaf de datum van inwerkingtreding van de Marktverordening. Op deze manier worden de rechten van de zittende vergunninghouders afgebouwd gelijk met de periode van nieuwe gegadigden zo die er zijn bij inwerkingtreding van de Marktverordening.

Artikel 6. Overschrijven vaste-standplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste-standplaatsvergunningen over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste-standplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele standplaats.

Artikel 8. Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

Het gevolg van lid 1 is dat als iemand anders dan de vergunninghouder de standplaats inneemt, deze wordt weggestuurd van de markt. Uit het tweede lid volgt dat als er geen aanvraag ligt voor vervanging, vervanging dan ook niet is toegestaan.

Artikel 9. Dagplaatsvergunning

Lid 1. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen; zie artikel 7, vierde lid.

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 9, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld.

Artikel 17. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om een bijzondere vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, tweede lid, van de Awb). Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, tweede lid, van de Awb jo. artikel 5:24, derde lid, van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 19. Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze marktverordening vervangt de oude marktverordening. Het op de oude markverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 1 oktober 2020

De griffier,

……………………,

De burgemeester,

…………….