Verordening burgerparticipatie maatschappelijke ontwikkeling gemeente Sluis 2008

Geldend van 09-12-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerparticipatie maatschappelijke ontwikkeling gemeente Sluis 2008

BESLUIT:

In te stellen een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, genaamd Raad voor maatschappelijke en demografische ontwikkeling Sluis; IV. ter regeling van de taak, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de sub III bedoelde commissie vast te stellen de Verordening burgerparticipatie maatschappelijke ontwikkeling gemeente Sluis 2008, omvattende de navolgende toevoegingen aan de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Sluis 2008:

Invulling te geven aan Afdeling IV- Participatie (van de verordening Wet maatschappelijke ontwikkeling):

Verordening burgerparticipatie maatschappelijke ontwikkeling gemeente Sluis 2008

Hoofdstuk 1. Doelstelling

Artikel 4.1.0.1 - Doelstelling

De burgerparticipatie heeft tot doel te bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de Wmo vanuit een onafhankelijke positie optimaal worden betrokken bij de voorbereiding, vast-stelling, uitvoering en evaluatie van het Wmo-beleid en daarop ook daadwerkelijk invloed kunnen uitoefenen.

Hoofdstuk 2. Taken en werkwijze

Artikel 4.2.0.1 - Taken

1 De raad heeft de volgende taken:

a.het verstrekken van adviezen aan de gemeenteraad en het college van

burgemeester en wethouders over de hoofdlijnen van het te voeren gemeentelijk beleid als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder g van de Wmo of daaraan gerelateerde beleidsterreinen bezien vanuit de positie van vragers naar maatschappelijke ondersteuning, alsmede over de uitvoering hiervan en uitgaven hiervoor;

b.het op een actieve wijze verzamelen van relevante informatie omtrent

maatschappelijke ondersteuning en de vragers naar maatschappelijke

ondersteuning om de adviesfunctie zo goed mogelijk uit te kunnen voeren;

c.het signaleren van ontwikkelingen en knelpunten binnen de prestatievelden;

d.het bevorderen van overleg en samenwerking tussen organisaties, instellingen, groeperingen en personen die in of door de gemeente te maken krijgen met maatschappelijke ondersteuning;

e.het ten minste één maal per jaar organiseren van een bijeenkomst voor inwoners van de gemeente over actuele Wmo-relevante thema’s, waarbij zij tevens worden geïnformeerd over de door de raad verrichte activiteiten en zij in de gelegenheid worden gesteld bouwstenen aan te dragen voor een goede taakuitoefening.

2 De raad betrekt bij zijn taken steeds de inbreng van de Belangengroep Welzijn respectievelijk de Belangengroep Zorg en de Koepel demografische ontwikkeling.

Artikel 4.2.0.2 – Advisering en overleg

1. De raad kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen.

2. De raad is niet bevoegd te adviseren ter zake van klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben met uitzondering van de gehanteerde procedures en regelingen.

3. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders vragen het advies vroegtijdig zodat het van wezenlijke invloed kan zijn op de beleidsontwikkeling c.q. het te nemen besluit.

4. Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de adviesaanvraag mondeling overleg met de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders plaats.

5. De raad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid.

6. Aan de raad gevraagde adviezen worden schriftelijk uiterlijk binnen zes weken uitgebracht. Desgewenst wordt daarbij melding gemaakt van een minderheids-standpunt.

7. De gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders kan slechts met redenen omkleed afwijken van het advies. Binnen vier weken informeert het college van burgemeester en wethouders de raad over het genomen besluit.

8. Minimaal vier maal per jaar vindt overleg plaats tussen enerzijds de raad en ander-zijds de portefeuillehouder Wmo en de vaste contactambtenaar als bedoeld in artikel 4.6.0.3. Van dit overleg wordt binnen veertien dagen een schriftelijk verslag opgemaakt door de vaste contactambtenaar. De uitgebrachte adviezen zijn een vast agendapunt.

9. Overleg tussen de raad en het college vindt plaats indien de behoefte daartoe bij een der partijen aanwezig is.

Artikel 4.2.0.3 Huishoudelijk reglement

De raad kan een huishoudelijk reglement opstellen voor onderwerpen die in deze verordening niet zijn geregeld.

Hoofdstuk 3. Samenstelling

Artikel 4.3.0.1 - Lidmaatschap

1. Bij de samenstelling wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van inwoners met betrokkenheid bij vraagstukken van maatschappelijke ontwikkeling.

2. De raad bestaat, naast een onafhankelijk voorzitter en een onafhankelijk secretaris, uit ten minste vijf leden.

3. De leden hebben zitting op persoonlijke titel zonder last of ruggespraak. Het lidmaatschap is onverenigbaar met een bestuurlijke functie, de functie van fractie-assistent daaronder begrepen, dan wel ambtelijke functie bij de gemeente Sluis.

4. De leden worden benoemd na een openbare procedure van werving en selectie. De selectiegesprekken worden gehouden aan de hand van een profielschets door een op aangeven van de raad samengestelde selectiecommissie.

5. De leden worden benoemd door het college voor een periode van vier jaar. Zij kunnen voor een zelfde periode éénmaal opnieuw worden benoemd. Bij tussentijdse vacatures geschiedt de benoeming voor de duur van de resterende zittingsperiode.

6. Het lidmaatschap van de raad eindigt:

  • a.

    door het aflopen van de zittingsperiode. Deze valt samen met de zittingsperiode

    van de gemeenteraad;

  • b.

    door overlijden;

  • c.

    door het nemen van ontslag.

7. Het college van burgemeester en wethouders kan op aanbeveling van de raad het lidmaatschap van de raad vervallen verklaren, indien dit lid drie achtereenvolgende vergaderingen van de raad zonder geldige reden verzuimt.

8. In tussentijdse vacatures wordt zo mogelijk binnen drie maanden voorzien.

9. De raad benoemt uit zijn midden een penningmeester.

Artikel 4.3.0.2 - Voorzitterschap

1. Het voorzitterschap van de raad wordt vervuld door een door het college te benoemen onafhankelijk voorzitter. De voorzitter wordt benoemd na een openbare procedure van werving en selectie. De selectiegesprekken worden gehouden aan de hand van een profielschets door een op aangeven van de raad samengestelde selectiecommissie.

2. Het bepaalde in artikel 4.3.0.1, lid 3, is van overeenkomstige toepassing.

3. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van vier jaar. Herbenoeming kan éénmaal voor een zelfde periode plaats vinden.

4. De voorzitter heeft geen stemrecht.

5. Het voorzitterschap eindigt:

  • a.

    door het aflopen van de zittingsperiode. Deze valt samen met de zittingsperiode

    van de gemeenteraad;

  • b.

    door overlijden;

  • c.

    door het nemen van ontslag;

6. Indien de voorzitter op enig moment het vertrouwen van 2/3 van de leden van de raad heeft verloren, beëindigt het college van burgemeester en wethouders het voorzitterschap.

Artikel 4.3.0.3 - Secretariaat

De raad voorziet, met uitzondering van de verslaglegging van de overlegvergaderingen met de portefeuillehouder en het college van burgemeester en wethouders, zelf in secretariaatswerkzaamheden.

Hoofdstuk 4 Vergaderingen

Artikel 4.4.0.1 - Uitschrijven

1. De raad vergadert ten minste vier maal per jaar en verder zo dikwijls de voorzitter of ten minste drie leden het nodig oordelen, dit onder opgave van redenen. In dit laatste geval wordt de vergadering gehouden binnen twee weken na de datum van het daartoe strekkende verzoek.

2. De vergaderingen worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste tien werkdagen van te voren aan de leden per uitnodiging bekend gemaakt.

3. De uitnodiging bevat de agenda, alsmede dag, uur en plaats van de vergadering. De secretaris draagt zorg voor de oproep als bedoeld in lid 2.

4. Vergaderingen vinden geen doorgang indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is opgekomen.

5. Indien een vergadering krachtens het bepaalde in lid 4 geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergadering belegd. Tussen de eerste en tweede vergadering moet een tijdspanne van ten minste één week liggen. In deze tweede vergadering kunnen besluiten worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige leden, doch alleen over onderwerpen in de oproeping tot de vergadering vermeld.

Artikel 4.4.0.2 - Openbaarheid

1. De vergaderingen van de raad zijn openbaar, tenzij over personen wordt gesproken.

2. Plaats, datum en aanvangsuur worden ter openbare kennis gebracht.

3. De deuren van een openbare vergadering worden gesloten wanneer ten minste drie van de aanwezige leden dit vorderen of de voorzitter dit nodig acht.

4. De raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

5. De voorzitter kan ten aanzien van de inhoud van stukken de leden tijdelijke geheimhouding opleggen.

Hoofdstuk 5. Informatieverschaffing

Artikel 4.5.0.1 - Informatie

De gemeente verstrekt uit eigen beweging en op verzoek alle informatie die nodig is voor de taakvervulling van de raad en wel op een zodanig tijdstip dat invloed mogelijk is op de beleidsvorming en besluitvorming, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking van de informatie in de weg staat.

Hoofdstuk 6. Faciliteiten

Artikel 4.6.0.1 - Van gemeentewege te verstrekken faciliteiten

1. Ten behoeve van de raad wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

2. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

3. De gemeente stelt vergaderruimte en kopieerfaciliteiten, die ook toegankelijk en beschikbaar zijn voor mensen met een functiebeperking, beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de raad.

4. De leden 1 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing op de Belangengroepen als bedoeld in artikel 4.2.0.1, lid 2 van deze verordening.

Artikel 4.6.0.2 - Vergoedingen

1. De leden van de raad genieten voor elke bijgewoonde vergadering van de raad presentiegeld.

2. Het college van burgemeester en wethouders kan in overleg met de raad nadere regels stellen aangaande vergoedingen voor de leden van de raad.

Artikel 4.6.0.3 – Contactambtenaar

Het college van burgemeester en wethouders wijst een vaste contactambtenaar als aan-spreekpunt voor de raad aan. De contactambtenaar woont, indien de noodzaak daartoe bij een der partijen aanwezig is, de vergaderingen van de raad bij.

Hoofdstuk 7. Planning en verslaglegging

Artikel 4.7.0.1 - Geplande en verrichte activiteiten

1. Jaarlijks verstrekt de raad voor 1 april aan het college van burgemeester en wethouders een overzicht van de geplande activiteiten voor het volgende jaar.

2. Jaarlijks brengt de raad voor 1 april aan het college van burgemeester en wethouders inhoudelijk verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gesteld budget.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 4.8.0.1- Slotbepalingen

1. Het college van burgemeester en wethouders kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening in overleg met de raad nadere regels stellen.

2. Opheffing van de raad kan slechts geschieden bij besluit van de gemeenteraad, de raad gehoord, of bij intrekking van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 4.8.0.2 - Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als Verordening burgerparticipatie maatschappelijke ontwikkeling gemeente Sluis 2008.

Artikel 4.8.0.3 – Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 9 december 2010.