Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik houdende regels omtrent reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders

Geldend van 19-08-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik houdende regels omtrent reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders

Het college van gemeente Lopik

gelet op artikel 35 lid 1 van de Participatiewet;

B E S L U I T

de volgende beleidsregels vast te stellen:

‘Beleidsregels reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders gemeente Lopik 2020’

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    statushouder:

verblijfsgerechtigde vreemdeling die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling is toegelaten dan wel beschikt over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijke vergunning tot verblijf.

  • b.

    gezinsleden:

de kinderen van een statushouder jonger dan 18 jaar.

  • c.

    BOL-opleiding:

beroeps opleidende leerweg.

  • d.

    inburgeringscursus:

cursus Nederlands taalonderwijs, oriëntatie op de Nederlandse samenleving, beroepenoriëntatie en maatschappelijke begeleiding voor immigranten om de integratie te bevorderen.

Artikel 2. Rechthebbenden

Rechthebbenden zijn:

  • a.

    statushouders met een uitkering op grond van de Participatiewet of;

  • b.

    statushouders woonachtig in de gemeente Lopik 100% van de toepasselijke bijstandsnorm waarbij rekening gehouden wordt met aanwezige draagkracht, en;

  • b.

    die een inburgeringscursus volgen bij een officieel erkende onderwijsinstelling.

  • c.

    gezinsleden van een statushouder die extra taalonderwijs volgen, voor zover er geen sprake is van een voorliggende voorziening.

Artikel 3. Wie komen niet in aanmerking

  • 1. Belanghebbenden die een BOL opleiding volgen.

  • 2. Overige inburgeringsplichtigen.

Hoofdstuk 2 Reiskostenvergoeding

Artikel 4. Aanvraag reiskostenvergoeding

Bijzondere bijstand voor reiskostenvergoeding wordt op aanvraag verstrekt. Bij de aanvraag moet een bewijs van inschrijving van de school/inburgeringscursus worden meegestuurd.

Artikel 5 Hoogte en duur reiskostenvergoeding

  • 1. Reiskosten worden vergoed indien de reisafstand tussen het woonadres en de onderwijsinstelling tenminste twee kilometer bedraagt met een maximum van 45 kilometer.

  • 2. Bij een reisafstand van minder dan twee kilometer wordt belanghebbende geacht deze afstand te voet te kunnen afleggen en komt hij niet in aanmerking voor een reiskostenvergoeding.

  • 3. Wanneer de reisafstand tussen het woonadres en de onderwijsinstelling groter is dan twee kilometer, dan worden de daadwerkelijke reiskosten vergoed gedurende de hele periode waarin scholing wordt gevolgd, echter met een maximale duur van drie jaar.

  • 4. Wanneer rechthebbende voltijd scholing/taalscholing of inburgering volgt (tenminste 3 lesdagen per week) worden de kosten van het toepasselijke maandabonnement vergoed;

  • 5. Wanneer rechthebbende in deeltijd taalscholing of inburgering volgt (2 dagen per week of minder), dan worden de reiskosten vastgesteld op basis van het gemiddeld aantal dagen per week, zoals berekend bij ‘reizen op saldo’.

  • 6. Reiskosten worden verstrekt voor de periode van 1 jaar, tenzij vantevoren duidelijk is dat de opleiding minder dan 1 jaar zal duren.

  • 7. Reiskosten worden maandelijks uitbetaald via een periodieke betaling aan de klant met uitzondering van 1 maand in de periode van de zomervakantie (juli of augustus).

  • 8. Reiskosten worden vergoed op basis van de goedkoopste wijze van reizen met het openbaar vervoer, tussen het woonadres en het adres van de onderwijsinstelling.

Artikel 6. Verantwoording reiskosten

Rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het bijhouden van de reiskosten en moet op verzoek een overzicht van deze kosten overleggen. De controle kan steekproefsgewijs geschieden.

Hoofdstuk 3 Fietsvergoeding

Artikel 7. Aanvraag fietsvergoeding

  • 1. Indien aanvrager een rechthebbende is zoals bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregels en rechthebbende wenst de reisafstand tussen de onderwijsinstelling en het huisadres per fiets af te leggen, kan aan rechthebbende een fietsvergoeding verstrekt worden.

  • 3. De uitbetaling vindt plaats na het overleggen van de nota fietsaankoop.

  • 4. Indien rechthebbende gebruik maakt van de fietsvergoeding is er geen recht meer op reiskostenvergoeding met het openbaar vervoer voor reizen tussen het woonadres en het adres van de onderwijsinstelling.

  • 2. Rechthebbenden die gebruik maken van de reiskostenvergoeding met het openbaar vervoer hebben geen recht op een fietsvergoeding.

Artikel 8. Hoogte fietsvergoeding

  • 1. De fietsvergoeding, inclusief slot en verlichting, bedraagt maximaal € 250,-.

  • 2. De fietsvergoeding wordt eenmalig verstrekt.

  • 3. De fietsvergoeding wordt om niet verstrekt.

Hoofdstuk 4 Overige artikelen

Artikel 9. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met ingang van 1 augustus 2020 in werking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lopik van 21 juli 2020

de secretaris,

Mr. MBA. E.T. Halman – Van der Linden

de burgemeester,

Dr. L.J. de Graaf

Algemene toelichting

De Lekstroomgemeenten hebben een taakstelling met betrekking tot het bieden van huisvesting aan statushouders. Statushouders zijn “verblijfsgerechtigde vreemdelingen die ingevolge de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten dan wel beschikken over een op grond van een asielaanvraag verleende vergunning of over een voorwaardelijke vergunning tot verblijf”. Statushouders moeten inburgeren: Nederlands leren spreken en leren hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit.

Er zijn meerdere manieren waarop dit inburgeren kan plaatsvinden: er kan een beroepsopleiding gevolgd worden, er kan Staatsexamen worden afgelegd en men kan naar een inburgeringscursus gaan. Inburgeringscursussen en Nederlandse taallessen worden aangeboden door een officiële onderwijsinstelling. Het inburgeringsexamen moet binnen drie jaar afgelegd worden. Indien dit niet gehaald wordt, moet er een herexamen worden afgelegd, net zo lang totdat men slaagt voor het inburgeringsexamen.

De kosten voor inburgering

Nieuwe inburgeraars kunnen een lening afsluiten voor taalscholing bij Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). In de reiskosten wordt door DUO echter niet voorzien.

Bijzondere bijstand voor reiskosten

Normaal gesproken wordt iedere burger geacht eventuele reiskosten zelf te bekostigen uit middelen voor levensonderhoud. Reiskosten worden zogezegd gezien als algemene kosten en niet als bijzondere kosten.

Statushouders hebben meestal een inkomen op bijstandsniveau en in bijna alle situaties is een lening voor inrichtingskosten verstrekt. De maandelijkse aflossing van deze lening bedraagt tussen de 6% en 10% van de bijstandsnorm. Door de aflossing op deze lening is er geen financiële ruimte in de middelen voor levensonderhoud om zelf de reiskosten te betalen die gepaard kunnen gaan met het volgen van een inburgeringscursus. Ook kan gesteld worden dat de hier bedoelde reiskosten bijzonder zijn, in die zin dat niet iedere burger vanwege een inburgeringsplicht te maken krijgt met deze (extra) kosten.

Om te voorkomen dat statushouders geen taalscholing c.q. een inburgeringscursus volgen omdat zij de reiskosten naar de onderwijsinstelling niet kunnen dragen, is in deze beleidsregels vastgelegd dat statushouders voor deze specifieke reiskosten individuele bijzondere bijstand kunnen aanvragen. Ook de kinderen van een statushouder die (naast regulier onderwijs) extra taallessen moeten volgen, komen in aanmerking voor deze vergoeding.

Bijzondere bijstand voor de aanschaf van een fiets

Het is in beginsel niet mogelijk om bijzondere bijstand voor een fiets te verstrekken. Ook hier geldt namelijk dat de aanschaf van een fiets voor iedere burger gezien wordt als algemene kosten. In het geval van statushouders die recht hebben op de reiskostenvergoeding zoals bedoeld in deze beleidsregels, maken we een uitzondering.

De reden hiervoor is dat we van mening zijn dat een bepaalde reisafstand redelijkerwijs per fiets afgelegd kan worden. De vergoeding voor de aanschaf van een fiets geldt alleen wanneer rechthebbende niet over een fiets kan beschikken. De fietsvergoeding wordt alleen toegekend op verzoek van de rechthebbende. De fietsvergoeding wordt eenmalig verstrekt.

Beëindiging bijzondere bijstand

Wanneer rechthebbende ervoor kiest om, na verloop van tijd, de reisafstand tussen het woonadres en het adres van de onderwijsinstelling per fiets af te leggen en gebruik heeft kunnen maken van de fietsvergoeding wordt de bijzondere bijstand voor reiskosten op basis van openbaar vervoer beëindigd.

Geen recht op de fietsvergoe ding

Wat betreft de rechthebbenden die ervoor kiezen om de reisafstand tussen het woonadres en het adres van de onderwijsinstelling gedurende het hele inburgerings-/scholingstraject af te leggen met het openbaar vervoer, blijven wij de reiskostenvergoeding verstrekken tót het moment waarop men geslaagd is voor het examen, echter met een maximum van drie jaar, tenzij er dringende omstandigheden zijn om hiervan af te wijken (een inburgering kan langer duren bijvoorbeeld wanneer de inburgeringsplichtige ook in de eigen taal analfabeet is).

Let op: in deze gevallen bestaat er geen recht op de fietsvergoeding. Zoals gezegd wordt de aanschaf van een fiets in beginsel als algemene kosten gezien. Door de reiskosten te blijven vergoeden gedurende het gehele inburgeringstraject, is er geen bijzondere noodzaak voor het aanschaffen van een fiets. Bijzondere bijstand verstrekken in de vorm van een fietsvergoeding is dan ook niet op z’n plaats.