Notitie betreffende stookruimten (geheel of gedeeltelijk) onder maaiveld

Geldend van 09-01-2006 t/m heden

Intitulé

Notitie betreffende stookruimten (geheel of gedeeltelijk) onder maaiveld

Overwegingen voor een gelijkwaardige oplossing voor de situering van stookruimten (> 130 kW) in de bestaande bouw welke niet voldoen aan artikel 2.3 van het Bouwbesluit (2002/2003).

Probleemstelling

Op grond van de huidige wet- en regelgeving dient bij een ruimte waarin zich één of meer gastoestellen bevinden rekening te worden gehouden met een gasexplosie in die ruimte. De bouwkundige constructie moet daarom zodanig zijn dat bij een gasexplosie geen instorting van (delen van) het gebouw mag plaatsvinden. De omwanding van stookruimten dient daarom een voorziening tot drukontlasting (plofwand) te hebben. Bij inpandige stookruimten en in het bijzonder bij stookruimten onder maaiveld is het aanbrengen van zo’n voorziening veelal niet mogelijk, zodat situering van een stookruimte op deze locatie niet mogelijk is. In nieuwbouwsituaties komen stookruimten onder maaiveld dan ook nagenoeg niet voor. In bestaande situaties worden echter veelvuldig stookruimten onder maaiveld aangetroffen. Zo ook in de gemeente Beesel. Te denken valt aan bijvoorbeeld de verwarmingsinstallatie in kantoorgebouwen (o.a. het gemeentehuis), kerkgebouwen, schoolgebouwen en industriegebouwen.

Indien wijzigingen in de bestaande situatie worden gebracht, bijvoorbeeld bij verbouwing of uitbreiding van het gebouw, of bij vervanging van de bestaande stookinstallatie wordt het punt van de situering van de stookruimte weer actueel. Het verplaatsen van een bestaande stookruimte teneinde aan de voorschriften te voldoen gaat altijd gepaard met naar verhouding zeer hoge kosten, onder andere doordat de infrastructuur van de installaties dan ingrijpend moet worden gewijzigd. In bepaalde gevallen is verplaatsing technisch zelfs geheel onmogelijk. Deze omstandigheden leiden er soms toe dat een bestaande situatie niet verandert, ook al is de stookinstallatie technisch aan het eind van zijn leven en is daarbij zowel de bedrijfszekerheid als de veiligheid nadrukkelijk in het geding.

De betreffende eis in het Bouwbesluit wordt gesteld omdat er van uit wordt gegaan dat in een stookruimte een reëel gevaar bestaat voor een gasexplosie. (Overigens geldt deze eis ook voor alle andere ruimten waarin zich een gastoestel bevindt, dus ook bijvoorbeeld in een (inpandige) keuken van een woning). Een andere oplossing van het probleem dan het aanbrengen van explosiewanden en waarbij aan de wetgeving wordt voldaan, is het treffen van installatie technische voorzieningen die gelijkwaardig zijn aan hetgeen in het Bouwbesluit geëist wordt. Deze optie biedt vele voordelen ten opzichte van de vaak onmogelijke c.q. dure bouwkundige ingrepen. Vandaar dat deze optie hier verder wordt voorgesteld als een gelijkwaardige oplossing waardoor de kans op een vernietigende explosie dermate gering wordt en dat maatregelen die de gevolgen van een explosie moeten beperken niet langer meer zinvol zijn.

Veiligheidsniveau op dit moment

Gastec, dat sinds februari 2005 onderdeel uitmaakt van Kiwa, houdt al vele tientallen jaren statistieken bij van gasongevallen in Nederland (en wisselt informatie uit met andere Europese zusterinstanties). Uit de gegevens voor Nederland blijkt dat niet-huishoudelijke stooktoestellen voor de verwarming van gebouwen (in utiliteits- en woongebouwen en dergelijke, dus niet in de industrie) hoogst zelden oorzaak zijn van gasexplosies. Vanaf 1990 tot heden bijvoorbeeld zijn in deze categorie slechts een vijftal explosies bekend op een totaal van enkele honderden gasexplosies in en buiten gebouwen. Kennelijk is de bestaande regelgeving met betrekking tot de opstelling en inrichting van dergelijke ruimten reeds zeer doeltreffend. Daarnaast is in het kader van de Milieuwetgeving vanaf eind jaren 90 de verplichting ontstaan om stookruimten alsmede de daarin opgestelde toestellen periodiek op veiligheid te inspecteren, waarmee de kans op het hebben van onveilige installaties nog meer wordt beperkt. Maar, hoe veilig ook, zolang het Bouwbesluit een gasexplosie in de stookruimte in de huidige omstandigheden als een realistisch risico beschouwt zijn aanvullende voorzieningen nodig om een situatie te bereiken dat gelijkwaardig is aan het betreffende artikel in het Bouwbesluit.

Voorzieningen stookruimten

Van de geregistreerde gasongevallen is bij Kiwa Gastec bekend wat de oorzaken zijn geweest alsmede van het samenspel van factoren dat geleid heeft tot die ongevallen. Deze kennis is niet alleen afkomstig uit de registratie van deze ongevallen zelf, maar ook door het feit dat Kiwa Gastec regelmatig onderzoek verricht naar de oorzaak en de toedracht van gasongevallen. In het verleden toen de gasbedrijven de veiligheidsvoorschriften voor gasinstallaties vorm gaven en toezicht hielden op de naleving ervan werd deze kennis toegepast om de regelgeving alsmede het toezicht accuraat te houden. Vanuit die ervaringen zijn door Kiwa Gastec aanvullende criteria opgesteld over hetgeen er aan de huidige stookruimte-eisen moet worden toegevoegd om het risico van een gasexplosie in die ruimte nog verder te minimaliseren.

Deze criteria hebben enerzijds betrekking op de constructie van de installatie en anderzijds op het omgaan met de installatie gedurende de levensduur ervan. De maatregelen zijn als volgt te verdelen:

  • 1.

    Technische voorzieningen die de kans op het vrijelijk uitstromen van gas beperken.

  • Hierbij gaat het om voorzieningen (b.v. afsluiters) aan de gasleiding in de stookruimte teneinde het risico van het uitstromen van onverbrand gas door menselijk falen tijdens werkzaamheden te minimaliseren, alsmede om voorzieningen in de gastoestellen die het uitstromen van onverbrand gas uit die toestellen moet voorkomen. Dat laatste is nog slechts van belang bij oudere toestellen omdat moderne toestellen hiertegen afdoende beveiligd zijn.

  • 2.

    Technische voorzieningen die de kans op het vormen van een explosief mengsel beperken.

  • Hierbij gaat het om voorzieningen die belangrijk zijn als er ondanks punt 1 toch onverbrand gas in de stookruimte uitstroomt. Het betreft hier aanvullende ventilatievoorzieningen van de ruimte inclusief voorzieningen die de betrouwbaarheid van de werking hiervan verder moeten vergroten, alsmede om voorzieningen die bij het constateren van een gaslek de gastoevoer naar de stookruimte onmiddellijk afsluiten (gasdetectie), ver voordat een gevaarlijke (explosieve) concentratie van het gas wordt bereikt.

  • 3.

    Technische instructies voor het verrichten van werkzaamheden inclusief kwalificering personeel. Dit om te voorkomen dat onbevoegden, die niet op de hoogte zijn van de geldende regelgeving en van de nadere eisen, werkzaamheden verrichten.

  • 4.

    Periodieke visuele controle op vitaliteit van de gasleiding.

  • In het kader van de Wet Milieubeheer dient jaarlijks onderhoud aan de stookinstallatie te worden uitgevoerd door daartoe gekwalificeerde bedrijven. Aan dit onderhoud dient een visuele controle op de vitaliteit van de gasleiding in de stookruimte te worden toegevoegd alsmede een controle op de goede werking van de in de punten 1 en 2 genoemde voorzieningen.

  • 5.

    Periodieke meting van de gasdichtheid van de gasleiding.

  • In het kader van de Wet Milieubeheer dient tweejaarlijkse inspectie van de stookinstallatie plaats te vinden door daartoe gekwalificeerde bedrijven. Aan deze inspectie dient een controlemeting op dichtheid van de gasleiding in de stookruimte te worden toegevoegd.

Voorgestelde werkwijze

Alvorens deze aanvullende voorzieningen als gelijkwaardige oplossing van de betreffende eis in het Bouwbesluit te beschouwen, dient de ontwerper een voldoende gedetailleerd plan aan Kiwa Gastec Certification BV ter beoordeling te overleggen. Kiwa Gastec beoordeelt dit plan en geeft aanwijzingen voor de uitvoering, afhankelijk van de gegeven situatie. Hierover wordt schriftelijk aan de opdrachtgever gerapporteerd. Deze rapportage dient de opdrachtgever bovendien te overleggen aan het team Bouw- en Woningtoezicht. Na uitvoering van de werkzaamheden wordt door Kiwa Gastec Certification BV de situatie ter plaatse beoordeeld op de aangebrachte technische voorzieningen en op de ontwikkelde procedures voor de gebruiksfase. Tevens wordt gekeken of de huidige inrichtingseisen voor stookruimten (NEN 3028) afdoende zijn nageleefd. Indien één en ander conform deze norm en voornoemde aanvullende criteria is uitgevoerd, geeft Kiwa Gastec Certification BV een verklaring van overeenstemming af. Ook deze verklaring dient te worden overgelegd aan Bouw- en Woningtoezicht.

Overige eisen

Door de brandweer wordt op grond van het Bouwbesluit als eis gesteld dat iedere stookruimte een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) dient te bezitten van tenminste 60 minuten.

Zoals reeds eerder aangegeven wordt bovendien in het kader van de Milieuwetgeving de verplichting opgelegd om stookruimten alsmede de daarin opgestelde toestellen periodiek op veiligheid te inspecteren. Deze inspectie wordt normaliter door een installatiebedrijf en op basis van voor hun verplichte nieuwbouw eisen uitgevoerd. Ondanks deze notitie met betrekking tot bestaande stookruimten, zal de stookruimte/installatie in eerste instantie veelal worden afgekeurd omdat ze niet aan de (nieuwbouw) eisen (kunnen) voldoen.

In juridische zin ligt op grond van de Woningwet de verantwoordelijkheid met betrekking tot de veiligheid van (bestaande) gebouwen echter bij de gemeente. De gemeente staat dan ook boven de keurende instantie. Dit betekent dat wanneer een installatie c.q. stookruimte door de keurende instantie wordt afgekeurd, er een ontheffing door de gemeente dient te worden verleend. Een ontheffing zal echter eerst worden verleend nadat Gastec ingevolge deze notitie, als onafhankelijke instantie, een positieve verklaring heeft afgegeven.

Ondertekening

Vastgesteld door burgemeester en wethouders op 9 januari 2006.