Besluit van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn houdende regels omtrent de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur (Besluit mandaat directeur Laborijn 2019)

Geldend van 21-07-2020 t/m 16-04-2021

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Laborijn houdende regels omtrent de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur (Besluit mandaat directeur Laborijn 2019)

Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter van Laborijn, ieder voor zover bevoegd

Gelet op

de afdeling 10.1.1 van de Algemene wet dagelijks bestuursrecht;

titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

de Gemeenschappelijke regeling uitvoeringsorganisatie Laborijn;

Besluiten

vast te stellen:

Besluit mandaat directeur Laborijn 2019.

Artikel 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Laborijn is van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    algemeen directeur: de directeur van Laborijn, bedoeld in artikel 37, van de regeling.

Artikel 2: Mandaat organisatorische- en personele aangelegenheden

  • 1. Aan de directeur wordt in mandaat de bevoegdheid verleend tot:

    • a.

      het benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren;

    • b.

      het leidinggeven aan en aansturen van de medewerkers van de ambtelijke organisatie;

    • c.

      het beslissen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen ten behoeve van Laborijn, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 20, vierde lid, van de regeling;

    • d.

      het vertegenwoordigen van Laborijn in en buiten rechte;

    • e.

      het voeren van rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, waaronder mede wordt verstaan alle noodzakelijke proceshandelingen voor Laborijn, nadat het terzake bevoegde bestuursorgaan van Laborijn hiertoe heeft besloten;

    • f.

      het doen van aangifte bij politie ten aanzien van Laborijn veroorzaakte schade en het desgewenst voegen in eventuele strafprocedures;

    • g.

      het aanvragen van subsidies en overheidsbijdragen voor zover deze dienstbaar zijn aan de taakuitoefening van Laborijn, en

    • h.

      het nemen van besluiten tot het al dan niet verstrekken van informatie op basis van de Wet openbaarheid bestuur. De bevoegdheid, bedoeld in de eerste volzin, behelst niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

    • i.

      het vaststellen van de vereiste functies en teams binnen de afdelingen, alsmede het vaststellen en wijzigen van de benodigde formatie. De bevoegdheid genoemd in de vorige volzin wordt slechts uitgeoefend na overleg met het management team, bedoeld in artikel 1, onderdeel d van het Organisatiebesluit Laborijn.

  • 2. De directeur besluit slechts tot het benoemen, schorsen en ontslaan van afdelingsmanagers en de concerncontroller van Laborijn nadat het dagelijks bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen naar voren te brengen.

Artikel 3: Mandaat taken Laborijn

  • 1. Aan de directeur wordt in mandaat de bevoegdheid verleend tot het uitvoeren van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de regeling, behorend bij de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de regeling.

  • 2. De bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, omvat eveneens het behandelen en beslissen op bezwaarschriften als bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover:

    • a.

      de directeur het besluit in primo, waartegen het bezwaar zich richt, niet zelf in mandaat heeft genomen maar dit in ondermandaat is genomen, en

    • b.

      de beslissingen in overeenstemming is met het advies dat de bezwarencommissie.

Artikel 4: Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    volmacht om namens Laborijn privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, en

  • b.

    machtiging om namens Laborijn handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 5: Ondermandaat

  • 1. De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met h, schriftelijk in ondermandaat verlenen aan afdelings- en teammanagers van Laborijn voor de uitvoering van de taken van hun afdeling, respectievelijk teams.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid kan, voor zover van toepassing, slechts ondermandaat worden verleend tot een bedrag van ten hoogste € 100.000,00.

  • 3. De directeur kan de bevoegdheden, bedoeld in artikel 3, eerste lid, in ondermandaat verlenen aan medewerkers van de ambtelijke organisatie van Laborijn voor de uitvoering van de werkzaamheden die behoren tot hun functie. De bevoegdheid, bedoeld in artikel 3, tweede lid, kan niet in ondermandaat worden verleend.

  • 4. De directeur verleent ondermandaat uitsluitend schriftelijk.

Artikel 6: Kaders mandaat

De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de:

  • a.

    ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter,

  • b.

    door het algemeen dagelijks bestuur vastgestelde begroting en het meerjaren beheersplan en voor zover in die begroting voor de betreffende rechtshandeling financiële middelen zijn opgenomen en deze niet zijn uitgeput,

  • c.

    de Financiële verordening Laborijn 2019, en

  • d.

    het Organisatiebesluit Laborijn.

Artikel 7: Informatieplicht

  • 1. De directeur verschaft het terzake bevoegde bestuursorgaan van Laborijn gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken.

  • 2. De directeur informeert het terzake bevoegde bestuursorgaan van Laborijn bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 3. De directeur legt een voorgenomen besluit op basis van dit besluit voor goedkeuring voor aan het terzake bevoegde bestuursorgaan van Laborijn indien:

    • a.

      het besluit leidt tot afwijking van of aanvulling op het tot dan gevoerde beleid;

    • b.

      uit het besluit, naar verwachting grote politiek bestuurlijke of publicitaire gevolgen kunnen voortvloeien;

    • c.

      het bevoegde bestuursorgaan van Laborijn dit kenbaar heeft gemaakt, en

    • d.

      het een schrijven of verzoek aan het terzake bevoegde bestuursorgaan van Laborijn betreft met een persoonlijk karakter of het besluit het terzake bevoegde bestuursorgaan persoonlijk aangaat.

  • 4. De directeur houdt een register bij van krachtens dit besluit genomen ondermandaatbesluiten.

  • 5. Dit besluit en andere mandaatbesluiten worden ter inzage gelegd bij het bestuurs- en directiesecretariaat van Laborijn.

Artikel 8: Ondertekening

  • 1. Indien een besluit wordt genomen door de directeur op basis van artikel 2, eerste lid, onder a tot en met c en e tot en met i, luidt de ondertekening:

    Het dagelijks bestuur van Laborijn

    namens deze:

    De directeur van Laborijn

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 2. Indien een besluit wordt genomen door de directeur op basis van artikel 2, eerste lid, onder d, luidt de ondertekening:

    Laborijn

    Voor deze de voorzitter van Laborijn

    namens deze:

    De directeur van Laborijn

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 3. Indien een besluit wordt genomen door de directeur op basis van artikel 3, luidt de ondertekening:

    Het algemeen bestuur van Laborijn

    namens deze:

    De directeur van Laborijn

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Artikel 9 Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het is bekendgemaakt, onder gelijktijdige intrekking van het Besluit mandaat directeur Laborijn 2018.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat directeur Laborijn 2019.

Ondertekening

Aldus besloten door de voorzitter van Laborijn op 27 september 2019

Drs. E.J. Huizinga MBA

Aldus besloten door het dagelijks bestuur van Laborijn op 27 september 2019

De wnd. secretaris,

J-H. Janssen

De voorzitter,

drs. E.J. Huizinga MBA

Aldus besloten door het algemeen bestuur van Laborijn op 27 september 2019

De wnd. secretaris

J-H. Janssen

De voorzitter

drs. E.J. Huizinga MBA