Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops (Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020)

Geldend van 22-07-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Roermond houdende regels omtrent de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops (Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020)

De burgemeester van Roermond,

gelet op artikel 174 van de Gemeentewet, artikel 13b van de Opiumwet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, en de artikelen 1:5 tot en met 1:8 en de artikelen 2:28 tot en met 2:34 van de Algemene plaatselijke verordening, gelet op het besluit van de raad d.d. 25 februari 1997 tot vaststelling van het beleidskader voor coffeeshops in de gemeente Roermond;

acht het wenselijk dat gelet op het maximaal toegestane aantal coffeeshops in de gemeente Roermond en de daarvoor te doorlopen procedure voor het aanvragen van een vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf en een gedoogverklaring voor de verstrekking van softdrugs een beleidsregel wordt opgesteld. Deze beleidsregel biedt duidelijkheid over de wijze waarop bij het vrijkomen van een of meer exploitatievergunningen voor coffeeshops verdeling plaatsvindt;

overwegende dat het uitgangspunt hierbij is dat deze schaarse rechten op transparante wijze verdeeld worden en waarbij iedere potentiële aanvrager gelijke kansen heeft;

overwegende dat recht wordt gedaan aan de redenen waarom voor coffeeshops een vergunningplicht geldt, namelijk de waarborging van openbare orde, openbare veiligheid en volksgezondheid;

stelt de volgende beleidsregel vast:

Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1. aanvraag: schriftelijk verzoek aan de burgemeester om in aanmerking te mogen komen voor de exploitatie van een coffeeshop. Onder aanvraag wordt mede begrepen alle bescheiden die op grond van deze beleidsregel daarvoor ingediend moeten worden;

  • 2. coffeeshop: alcoholvrije horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt.

  • 3. exploitatievergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening (Apv);

  • 4. gedoogverklaring: persoonsgebonden en objectgebonden schriftelijke kennisgeving van de burgemeester dat ter zake de handel in softdrugs niet wordt gehandhaafd op bepaalde overtredingen van de Opiumwet;

  • 5. gegadigde: degene die in aanmerking wil komen voor een gedoogverklaring ten behoeve van het exploiteren van een coffeeshop in de gemeente Roermond;

  • 6. aanvrager: een gegadigde die een aanvraag indient of heeft ingediend;

  • 7. Landelijk Bureau Bibob (LBB): Het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet Bibob;

  • 8. Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • 9. hoofdfietsroute: een fietsroute die op schooldagen door grote aantallen scholieren wordt gebruikt om van en naar school te gaan;

  • 10. kernwinkelgebied: het winkelgebied in de binnenstad dat conform het gemeentelijk beleid is aangewezen als kernwinkelgebied;

  • 11. wijk: deel van de gemeente volgens de definitie die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert. De grenzen van een wijk kunnen worden geraadpleegd op https://cbsinuwbuurt.nl/.

Artikel 2 Bekendmaking beschikbaar komen vergunning

  • 1. De burgemeester maakt via het Gemeenteblad bekend dat er een exploitatievergunning voor een coffeeshop is vrijgekomen of vrij zal komen;

  • 2. Er wordt een tijdvak van acht weken bekendgemaakt waarbinnen gegadigden een aanvraag in kunnen dienen;

  • 3. Tussen de bekendmaking en het tijdvak ligt een periode van ten minste acht weken;

  • 4. In de bekendmaking wordt verwezen naar de onderhavige beleidsregel en wordt nadere informatie verstrekt over de aanvraagprocedure.

Artikel 3 Indiening aanvraag

  • 1. Gegadigden kunnen hun belangstelling kenbaar maken door inzending van het volledig ingevulde aanvraagformulier, opgenomen in bijlage 1 van deze beleidsregel, inclusief de daarbij behorende bijlagen.

  • 2. Aanvragen worden uitsluitend in behandeling genomen indien gebruik is gemaakt van het in lid 1 bedoelde aanvraagformulier.

  • 3. Inzending dient te geschieden binnen het in artikel 2, tweede lid genoemde tijdvak. Aanvragen die worden ontvangen voor aanvang of na afloop van het tijdvak, worden geweigerd.

  • 4. Het volledig ingevulde en ondertekende aanvraagformulier inclusief de bijlagen wordt conform artikel 4:1 en 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk bij de burgemeester ingediend. De elektronische weg is niet geopend voor het indienen van een aanvraag.

  • 5. Voor het exploiteren van een coffeeshop is naast een horeca-exploitatievergunning ook een gedoogverklaring vereist. Hiervoor behoeft geen aanvraag te worden ingediend. De gedoogverklaring wordt bij verlening van de horeca-exploitatievergunning ambtshalve verstrekt aan de vergunninghouder.

  • 6. Van iedere gegadigde wordt maximaal één aanvraag voor één locatie geaccepteerd. Een gegadigde die meerdere aanvragen indient of voor meerdere locaties aanvragen indient, wordt uitgesloten van de procedure.

  • 7. Het bepaalde in lid 6 houdt tevens in dat een gegadigde met niet meer dan één aanvraag verbonden mag zijn. Bij verbondenheid met meerdere aanvragen wordt de gegadigde uitgesloten van de procedure. Van verbondenheid met een andere aanvraag wordt in ieder geval geacht sprake te zijn indien:

    • -

      de gegadigde, zijn levenspartner of familieleden tot en met de tweede graad, of een van zijn bestuursleden of een van zijn leidinggevenden, binnen de grenzen van de gemeente Roermond een pand in eigendom heeft/exploiteert waarop de andere aanvraag betrekking heeft;

    • -

      de gegadigde een arbeidsrelatie of adviesrelatie heeft met een gegadigde van de andere aanvraag;

    • -

      de gegadigde aandelen bezit van een rechtspersoon die de andere aanvraag heeft ingediend;

    • -

      de gegadigde een lening, daaronder begrepen een achtergestelde lening of garantstelling heeft verleend aan:

      • °

        een onderneming die de andere aanvraag heeft ingediend;

      • °

        de natuurlijke personen die zijn verbonden aan de coffeeshop waarvoor de andere aanvraag is ingediend.

  • 8. Indien er binnen het gestelde aanvraagtijdvak geen aanvraag is ontvangen, wordt op een nader door de burgemeester te bepalen tijdstip een nieuw aanvraagtijdvak bekendgemaakt.

Artikel 4 Indieningsvereisten

  • 1. Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden en bewijsstukken overgelegd:

    • a.

      het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier zoals bedoeld in artikel 3 lid 1.

    • b.

      een kopie van een geldig paspoort of verblijfsdocument van de aanvrager en in geval van een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap tevens een kopie van de vennootschapsovereenkomst. Indien de aanvrager een rechtspersoon is, een kopie van een geldig paspoort of verblijfsdocument van degene(n) die de onderneming krachtens de bij te voegen statuten vertegenwoordigt (vertegenwoordigen), de beheerder(s) en de leidinggevende(n). Daarnaast dient in het geval van een rechtspersoon het volgende te worden overgelegd:

      • i.

        Een afschrift van een inschrijving van de KvK

      • ii.

        Het BTW-nummer

      • iii.

        Ingeval van een besloten vennootschap, het aandelenregister

    • c.

      een ondertekende huurovereenkomst of koopovereenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager over de locatie beschikt of kan gaan beschikken. Een schriftelijke optie tot koop dan wel huur kan volstaan, mits deze vermeldt de naam en adresgegevens (KvK-gegevens indien een rechtspersoon) van de optiegever, alsmede een bewijs dat deze optiegever bevoegd is deze optie te verlenen.

    • d.

      een bedrijfsplan waaruit in ieder geval blijkt:

      • -

        hoe de onderneming wordt gefinancierd en wie deze vermogensverschaffers zijn, daaronder begrepen vreemd vermogen, achtergestelde leningen en verkregen of verleende borgstellingen of garantiestellingen;

      • -

        welke producten worden verkocht;

      • -

        op welk publiek de onderneming zich richt;

      • -

        welke huisregels gelden;

      • -

        hoe de onderneming zal voorkomen dat minderjarigen (ruimtes behorende tot) de coffeeshop betreden;

      • -

        hoe de onderneming zal voorkomen dat minderjarigen zich ophouden in de directe nabijheid van de coffeeshop.

    • e.

      het ingevulde Bibob vragenformulier voorzien van alle daarin gevraagde bijlagen;

    • f.

      een plan waarin wordt beschreven op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de risico’s op drugsverslaving van klanten zal voorkomen en bestrijden;

    • g.

      een plan waarin beschreven wordt op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de AHOJGHI-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet zal naleven;

    • h.

      een plan waarin de aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid. Tevens moet de aanvrager in dit plan aangeven op welke wijze de omgeving bij de voorbereiding van de aanvraag is betrokken, en, als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn;

    • i.

      een verkeersonderzoek, waarin naar voren komt hoeveel verkeersbewegingen als gevolg van de vestiging van de coffeeshop plaatsvinden, of de etmaalcapaciteit van de ontsluitingswegen met inachtneming van die extra verkeersbeweging voldoende is, en of de vestiging van de coffeeshop voldoet aan de parkeernormen van de gemeente;

    • j.

      een bewijsstuk van een erkende instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat de exploitant en het personeel beschikken over voldoende kennis en inzicht met gebruik van drugs en de daaraan verbonden risico´s van verslaving;

    • k.

      een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, evenals een opstellingsplan (plattegrond), waarin is aangegeven waar de verkoop plaatsvindt en waar het publiek verblijft;

    • l.

      Indien ter plaatse een passende horecabestemming ontbreekt: een afschrift van een in dit kader bij het College van burgemeester en wethouders ingediend volledig principeverzoek.

  • 2. De hiervoor in lid 1 sub b en sub c overgelegde gegevens worden gefixeerd. Dat betekent dat de hiervoor overgelegde gegevens mede de basis vormen voor de verdere stappen in het proces van vergunningverlening. Indien deze gegevens tussentijds, dat wil zeggen op enig moment gedurende dat lopende proces wijzigen, dingt de aanvrager niet langer mee naar een exploitatievergunning voor een coffeeshop. Een uitzondering hierop is de omzetting van een optie voor een koopovereenkomst of een optie voor een huurovereenkomst naar een daadwerkelijke koop- of huurovereenkomst.

  • 3. Indien de ingediende aanvraag onvolledig is zal een hersteltermijn geboden worden als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht met dien verstande dat de aanvraag uiterlijk binnen twee weken na de mededeling dat de aanvraag onvolledig is, wordt aangevuld.

  • 4. Een aanvraag die niet voldoet aan de indieningsvereisten wordt, na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht buiten behandeling gesteld.

Artikel 5 Bibob toets

  • 1. Bij elke aanvraag voor een exploitatievergunning/gedoogverklaring ten behoeve van een coffeeshop die overeenkomstig artikel 10, eerste lid in aanmerking komt voor een vergunning wordt conform de Bibob beleidslijn een advies gevraagd aan het LBB.

  • 2. Naar aanleiding van het advies van het LBB kan de exploitatievergunning worden geweigerd.

  • 3. Indien het advies als bedoeld in het vorige lid wordt ontvangen nadat de exploitatievergunning is verleend, kan deze alsnog worden ingetrokken. Dat betekent dat de exploitatie onmiddellijk na ontvangst van de schriftelijke kennisgeving daarvan dient te worden gestaakt zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op enige vorm van financiële compensatie.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging

De aanvrager ontvangt een bevestiging van ontvangst van de aanvraag met daarbij aangegeven de datum van ontvangst van de aanvraag.

Artikel 7 Verdeelmethode beschikbare vergunningen

  • 1. Verdeling van de beschikbare vergunning of beschikbare vergunningen vindt plaats door middel van loting.

  • 2. Deze loting vindt niet eerder plaats dan nadat op álle hiervoor onder artikel 4, lid 1, sub l bedoelde ingediende volledige principeverzoeken door het College van burgemeester en wethouders de principebesluiten zijn genomen.

Artikel 8 Deelname loting

  • 1. Tot deelname aan de loting worden uitsluitend toegelaten de aanvragen:

    • a.

      die binnen het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel 2 lid 2 zijn ontvangen en;

    • b.

      voldoen aan de indieningsvereisten als bedoeld in artikel 4 en;

    • c.

      voor zover op de aangedragen locatie een passende horecabestemming ontbreekt: waarbij de aanvrager een principebesluit kan overleggen waaruit blijkt dat het bevoegd bestuursorgaan bereid is planologische medewerking te verlenen.

  • 2. Deelnemende aanvragers worden schriftelijk in kennis gesteld van de loting en de datum waarop deze wordt uitgevoerd.

  • 3. Indien het aantal deelnemende aanvragers gelijk is of lager is dan het aantal beschikbare vergunningen vindt geen loting plaats. In dat geval zullen de aanvragen van deze aanvragers inhoudelijk worden getoetst, overeenkomstig artikel 11.

Artikel 9 Wijze van loting

  • 1. De loting wordt uitgevoerd door een notaris, aan te wijzen door de burgemeester.

  • 2. De burgemeester kent aan de aanvragen die deelnemen aan de loting een uniek nummer toe en verstrekt deze unieke nummers aan de notaris.

  • 3. Bij de loting is de burgemeester, of ten minste twee door hem daartoe aangewezen ambtenaren, aanwezig.

  • 4. De loting is onverminderd lid 3 niet openbaar.

  • 5. De notaris maakt een proces-verbaal op van de loting en vermeldt de wijze waarop de loting is uitgevoerd, de uitslag van de volgorde van trekking en de datum van de loting en is ondertekend door de notaris.

  • 6. Onverwijld na ontvangst van het in het vijfde lid bedoelde proces-verbaal informeert de burgemeester de aanvragers wier aanvraag aan de loting heeft deelgenomen over de uitkomst daarvan.

Artikel 10 Bepalingen over de gevolgen van de uitkomst van de loting

  • 1. De getrokken aanvragen komen in volgorde van trekking in aanmerking voor een inhoudelijke toets, en bij een positieve uitkomst van deze toets voor vergunningverlening.

  • 2. Aanvragen die door de aanvrager worden ingetrokken dingen vanaf het moment van ontvangst van de intrekking niet mee voor loting of vergunningverlening en worden bij de vaststelling van de volgorde c.q. de toets voor vergunningverlening in deze verdelingsprocedure buiten beschouwing gelaten.

  • 3. De aanvragen die resteren, nadat het maximum aantal te verlenen vergunningen is bereikt, worden geweigerd, onverminderd het bepaalde in het vierde lid.

  • 4. Indien na de verdelingsprocedure een verleende vergunning op grond van artikel 5 lid 3 wordt ingetrokken, komen de aanvragen in volgorde van trekking alsnog in aanmerking voor een inhoudelijke toets en bij een positieve uitkomst voor vergunningverlening.

Artikel 11 Inhoudelijke toetsing na loting

In volgorde van de trekking worden de aanvragen inhoudelijk getoetst aan:

  • a.

    de vestigingscriteria als hierna bedoeld in artikel 12;

  • b.

    de weigeringsgronden als bedoeld in artikelen 1:8 en 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening;

  • c.

    de Wet Bibob.

Artikel 12 Vestigingscriteria

  • 1. Maximum aantal coffeeshops

    • 1.1

      In de gemeente Roermond mogen maximaal twee coffeeshops worden geëxploiteerd.

    • 1.2

      Tot 9 oktober 2024 is er een overgangssituatie waarin tot vier coffeeshops worden toegestaan, uitsluitend als overgang naar nieuwvestiging van maximaal twee coffeeshops die voldoen aan de vestigingscriteria.

    • 1.3

      Vanaf 9 oktober 2024 mag een ondernemer niet meer dan één coffeeshop exploiteren of betrokken zijn bij meer dan één coffeeshop.

  • 2. Situering

    • 2.1

      De coffeeshop mag niet gelegen zijn in een omgeving die kan worden aangemerkt als woonwijk. Om te bepalen of er sprake is van een woonwijk is in eerste instantie het geldende bestemmingsplan bepalend. Ook indien de locatie zelf niet in een woonwijk ligt en een andere bestemming heeft dan “wonen” maar binnen een afstand van 75 meter hemelsbreed van een woning ligt, kan de aanvraag worden geweigerd.

    • 2.2

      De coffeeshop mag niet binnen een afstand van 250 meter hemelsbreed van kwetsbare groepen of voorzieningen worden gesitueerd. Het gaat hierbij in ieder geval om scholen (zowel basis- als voortgezet onderwijs), kinderdagverblijven, jongerencentra, instellingen zoals voor opvang van drugsverslaafden of zorginstellingen.

    • 2.3

      De coffeeshop mag niet zichtbaar zijn gelegen aan of op hoofdfietsroutes van en naar school.

    • 2.4

      De coffeeshop mag niet gelegen zijn in het kernwinkelgebied dan wel in een belangrijke aanloopstraat met winkels naar dat winkelgebied met een voetgangerspromenade. In de overige winkelclusters wordt getoetst in welke mate risico bestaat op overlast voor de omgeving.

    • 2.5

      De coffeeshop mag niet gelegen zijn binnen een afstand van 150 meter hemelsbreed van gebouwen met belangrijke historische of culturele waarden.

    • 2.6

      Coffeeshops mogen niet in onmiddellijke nabijheid van elkaar, dat wil zeggen met een onderlinge afstand van hemelsbreed minder dan 350 meter, worden gevestigd. Per wijk is slechts één coffeeshop toegestaan.

  • 3. Verkeer

    De vestiging van een coffeeshop mag niet leiden tot onevenredig (negatieve) gevolgen voor de bestaande verkeersstructuur, en de hiermee samenhangende verkeersveiligheid. Dit betekent onder andere dat de etmaalcapaciteit van de ontsluitingswegen voldoende moet zijn om de verwachte extra verkeersstromen te kunnen verwerken. Tevens moet de locatie kunnen voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform de geldende parkeernormen van de gemeente.

  • 4. Bestemming horeca

    Coffeeshops zijn alcoholvrije horecagelegenheden waarin de handel in softdrugs gedoogd wordt (Aanwijzing Opiumwet). Naast een exploitatievergunning is voor de vestiging van een coffeeshop een passende horecabestemming nodig op de vestigingslocatie.

    Indien een locatie voldoet aan de overige vestigingscriteria, maar de passende horecabestemming ontbreekt, dan dient tijdig een planologisch juridische procedure (wijziging bestemmingsplan of afwijken van het bestemmingsplan middels een omgevingsvergunning) te worden doorlopen. Het toetsingskader daarbij is een goede ruimtelijke ordening. Hierbij kan worden afgeweken van het standaard locatiebeleid voor horecabedrijven.

  • 5. Woon-, werk- en leefklimaat

    De verwachte invloed van de coffeeshop op het woon-, werk- en leefklimaat in de omgeving wordt beoordeeld. Relevante aspecten daarbij zijn onder andere, naast verkeerskundige aspecten, geluidsoverlast, vervuiling en/of aantasting van de sociale veiligheid. In aanvulling op bovenstaande criteria wordt voor elke locatie getoetst of een coffeeshop op de aangedragen locatie acceptabel is vanuit het oogpunt van openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid. Dat kan betekenen dat -ondanks dat een locatie primair voldoet aan de gestelde vestigingscriteria- een locatie alsnog niet geschikt wordt geacht om een coffeeshop te vestigen.

  • 6. Overgangsbepaling

    De locaties Venloseweg 22 en Zwartbroekstraat 29 worden tot 9 oktober 2024 aangemerkt als locaties waar een coffeeshop gevestigd kan worden. Indien de exploitatie van de coffeeshop op een van de genoemde adressen stopt kan op het desbetreffende adres geen nieuwe coffeeshop meer worden gevestigd.

Artikel 13 Inwerkingtreding en looptijd vergunning/gedoogverklaring

  • 1. De vergunning en de gedoogverklaring treden in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, voor het indienen van een bezwaarschrift.

  • 2. Een rechtsmiddel tegen een weigeringsbesluit als bedoeld in artikel 10, derde lid, wordt geacht mede gericht te zijn tegen het besluit tot vergunningverlening als bedoeld in artikel 10, vierde lid;

  • 3. Indien in gevallen als bedoeld in het eerste lid, gedurende de daar bedoelde termijn bij de bevoegde rechter een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treden de vergunning en de gedoogverklaring niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

  • 4. De exploitatievergunning en gedoogverklaring voor coffeeshops worden voor een periode van zeven jaar verleend. Deze procedure wordt toegepast in alle gevallen waarin een nieuwe vergunning/ gedoogverklaring is vereist.

  • 5. Uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de termijn genoemd in het vierde lid vindt de bekendmaking als bedoeld in artikel 2, eerste lid plaats.

Artikel 14 Afwijkingsbevoegdheid in het belang van de openbare orde en/of veiligheid

De burgemeester kan afwijken van deze beleidsregel in het belang van de veiligheid en/of openbare orde.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin deze wordt geplaatst.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 10 juli 2020.

De burgemeester, M.J.D. Donders- de Leest

Bijlage 1: Aanvraagformulier exploitatievergunning voor een coffeeshop

Aanvraagformulier om in aanmerking te mogen komen voor een vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf zoals bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening, ten behoeve van de exploitatie van een coffeeshop.

1.Ondernemingsvorm:

□ natuurlijke persoon / personen (u kunt vraag 4 en 5 overslaan)

□ rechtspersoon / rechtspersonen (u kunt vraag 3 overslaan)

Dossiernummer handelsregister of

verenigingen-/stichtingenregister Kamer van Koophandel……………………………………

Firma of handelsnaam…………………………………………………………………………….

2. Adres van de inrichting waarvoor de vergunning wordt aangevraagd

Straatnaam en huisnummer………………………………………………………………………

Kadastrale aanduiding perceel …………………………………………………………………..

Postcode en plaatsnaam………………………………………………………………………….

Telefoonnummer(s)………………………………………………………………………………….

3. Natuurlijke persoon / personen

Ondernemer

I

II

III

A. Naam en voornamen*

B. Straatnaam en huisnummer

C. Postcode en plaatsnaam

D. Telefoonnummer

E. Geboortedatum

F. Geboorteplaats

G. Is deze persoon verbonden met een andere aanvraag of aanvragen**

* Met betrekking tot deze personen dienen bij de aanvraag de volgende bijlagen te worden verstrekt:

  • -

    een kopie van een geldig paspoort of verblijfsdocument.

  • -

    ingeval van een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap: een kopie van de vennootschapsovereenkomst.

**Een persoon mag met niet meer dan één aanvraag voor een exploitatievergunning ten behoeve van een coffeeshop verbonden zijn. Bij verbondenheid met meerdere aanvragen wordt de aanvraag uitgesloten van de procedure. Van verbondenheid met een andere aanvraag wordt in ieder geval geacht sprake te zijn:

  • -

    als deze persoon, zijn levenspartner of familieleden tot en met de tweede graad, binnen de grenzen van de gemeente Roermond een pand in eigendom heeft/exploiteert waarop de andere aanvraag betrekking heeft:

  • -

    indien deze persoon een arbeidsrelatie of adviesrelatie heeft met een gegadigde van de andere aanvraag;

  • -

    indien deze persoon aandelen bezit van een rechtspersoon die de andere aanvraag heeft ingediend

  • -

    indien deze persoon een lening, daaronder begrepen een achtergestelde lening of garantstelling heeft verleend aan:

    • °

      een onderneming die de andere aanvraag heeft ingediend;

    • °

      de natuurlijke personen die zijn verbonden aan de coffeeshop waarvoor de andere aanvraag is ingediend.

4.Rechtspersoon / rechtspersonen

Rechtspersoon

A

B

C

a. Naam*

b. Vestigingsplaats

c. Is deze persoon verbonden met een andere aanvraag of aanvragen**

* Met betrekking tot deze rechtspersoon of rechtspersonen dienen bij de aanvraag de volgende bijlagen te worden verstrekt:

  • -

    Een afschrift van een inschrijving van de KvK

  • -

    Het BTW-nummer

  • -

    Ingeval van een besloten vennootschap, het aandelenregister

**Een persoon mag met niet meer dan één aanvraag voor een exploitatievergunning ten behoeve van een coffeeshop verbonden zijn. Bij verbondenheid met meerdere aanvragen wordt de aanvraag uitgesloten van de procedure. Van verbondenheid met een andere aanvraag wordt in ieder geval geacht sprake te zijn:

  • -

    als deze persoon, of een van zijn bestuursleden of een van zijn leidinggevenden, binnen de grenzen van de gemeente Roermond een pand in eigendom heeft/exploiteert waarop de andere aanvraag betrekking heeft:

  • -

    indien deze persoon een arbeidsrelatie of adviesrelatie heeft met een gegadigde van de andere aanvraag;

  • -

    indien deze persoon aandelen bezit van een rechtspersoon die de andere aanvraag heeft ingediend

  • -

    indien deze persoon een lening, daaronder begrepen een achtergestelde lening of garantstelling heeft verleend aan:

    • °

      een onderneming die de andere aanvraag heeft ingediend;

    • °

      de natuurlijke personen die zijn verbonden aan de coffeeshop waarvoor de andere aanvraag is ingediend.

5.Namen bestuursleden van de rechtspersoon/rechtspersonen:

Bestuurslid

I.

II.

III.

A. Naam en voornamen

B. Straatnaam en huisnummer

C. Postcode en plaatsnaam

D. Telefoonnummer

E. Geboortedatum

F. Geboorteplaats

6.Namen van de leidinggevenden niet zijnde ondernemers of bestuursleden

Leidinggevende

I.

II.

III.

A. Naam en voornamen

B. Straatnaam en huisnummer

C. Postcode en plaatsnaam

D. Telefoonnummer

E. Geboortedatum

F. Geboorteplaats

7.De locatie

  • A.

    Situering en oppervlakte

Situering in de inrichting en eventuele benaming

Oppervlakte in m²

a.

b.

c.

d.

  • B.

    Beschrijving

  • Verstrek bij de aanvraag een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, met daarbij opgenomen voormelde oppervlakte(s), evenals een opstellingsplan (plattegrond), waarin is aangegeven waar de verkoop plaatsvindt en waar het publiek verblijft.

  • C.

    Huur- of koopovereenkomst locatie

  • Verstrek bij de aanvraag een ondertekend huurovereenkomst of koopovereenkomst waaruit blijkt dat aanvrager over de locatie beschikt of kan gaan beschikken. Een schriftelijke optie tot koop dan wel huur kan volstaan, mits deze vermeldt de naam en adresgegevens (KvK-gegevens indien een rechtspersoon) van de optiegever, alsmede een bewijs dat deze optiegever bevoegd is deze optie te verlenen.

8.De inrichting is voor het publiek geopend op onderstaande dagen en tijdstippen:

Maandag van ……………... tot …..………… en van …………….. tot…………………

Dinsdag van ………..……... tot …..………… en van …………….. tot…………………

Woensdag van ………..…... tot …..………… en van …………….. tot…………………

Donderdag van ………..….. tot …..………… en van …………….. tot…………………

Vrijdag van ………..………. tot …..…………. en van …………….. tot…………………

Zaterdag van ……….....….. tot …..……….… en van …………….. tot…………………

Zondag van ……………….. tot …..……….… en van …………….. tot…………………

9.Voorts dienen nog de volgende bijlagen bij de aanvraag te worden verstrekt:

  • -

    Een bedrijfsplan waaruit in ieder geval blijkt :

    • °

      hoe de onderneming wordt gefinancierd en wie deze vermogensverschaffers zijn, daaronder begrepen vreemd vermogen, achtergestelde leningen en verkregen of verleende borgstellingen of garantiestellingen;

    • °

      welke producten worden verkocht;

    • °

      op welk publiek de onderneming zich richt;

    • °

      welke huisregels gelden;

    • °

      hoe de onderneming zal voorkomen dat minderjarigen (ruimtes behorende tot) de coffeeshop betreden;

    • °

      hoe de onderneming zal voorkomen dat minderjarigen zich ophouden in de directe nabijheid van de coffeeshop.

  • -

    het ingevulde Bibob vragenformulier voorzien van alle daarin gevraagde bijlagen;

  • -

    een plan waarin wordt beschreven op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de risico’s op drugsverslaving van klanten zal voorkomen en bestrijden;

  • -

    een plan waarin beschreven wordt op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de AHOJGHI-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet zal naleven;

  • -

    een plan waarin de aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid. Tevens moet de aanvrager in dit plan aangeven op welke wijze de omgeving bij de voorbereiding van de aanvraag is betrokken, en, als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn;

  • -

    een verkeersonderzoek, waarin naar voren komt hoeveel verkeersbewegingen als gevolg van de vestiging van de coffeeshop plaatsvinden, of de etmaalcapaciteit van de ontsluitingswegen met inachtneming van die extra verkeersbeweging voldoende is, en of de vestiging van de coffeeshop voldoet aan de parkeernormen van de gemeente;

  • -

    een bewijsstuk van een erkende instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat de exploitant en het personeel beschikken over voldoende kennis en inzicht met gebruik van drugs en de daaraan verbonden risico´s van verslaving.

10.Deelname aan experiment gesloten cannabisketen

De gemeente Roermond heeft zich kandidaat gesteld om als interventiegemeente deel te nemen aan het Experiment gesloten cannabisketen (hierna: het Experiment). Meer informatie over dit experiment is terug te vinden op de website https://www.rijksoverheid.nl (de huidige Url met betrekking tot het Experiment is https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/experiment-gesloten-coffeeshopketen-wietexperiment). De Adviescommissie Knottnerus heeft de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid geadviseerd om de gemeente Roermond als controlegemeente te laten deelnemen. Middels ondertekening van dit formulier verklaart de aanvrager medewerking te verlenen aan het Experiment, ook voor zover (een van) de Ministers alsnog zouden besluiten de gemeente Roermond aan te wijzen als interventiegemeente.

11.Uitsluiting aansprakelijkheid gemeente voor schade/kosten aanvrager

Meedoen aan deze procedure en de daar deel van uitmakende loting is geheel voor rekening en risico van de aanvrager. De aanvrager maakt geen aanspraak op financiële compensatie voor gemaakte kosten. De gemeente is niet aansprakelijk voor de directe of indirecte schade die de aanvrager lijdt in het kader of als gevolg van deze procedure. Door middel van ondertekening van dit aanvraagformulier verklaart aanvrager de gemeente voor deze schade te vrijwaren.

Aldus naar waarheid ingevuld.

Plaatsnaam

Datum

Handtekening

Bij te voegen bescheiden bij dit formulier:

  • Indien aanvrager een natuurlijke persoon is: een kopie van een geldig paspoort of verblijfsdocument.

  • Ingeval van een vennootschap onder firma of een commanditaire vennootschap: een kopie van de vennootschapsovereenkomst.

  • Indien aanvrager een rechtspersoon is:

    • °

      Een afschrift van een inschrijving van de KvK

    • °

      Het BTW-nummer

    • °

      Ingeval van een besloten vennootschap, het aandelenregister

  • Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, met daarbij opgenomen voormelde oppervlakte(s), evenals een opstellingsplan (plattegrond), waarin is aangegeven waar de verkoop plaatsvindt en waar het publiek verblijft.

  • Een ondertekend huurovereenkomst of koopovereenkomst waaruit blijkt dat aanvrager over de locatie beschikt of kan gaan beschikken. Een schriftelijke optie tot koop dan wel huur kan volstaan, mits deze vermeldt de naam en adresgegevens (KvK-gegevens indien een rechtspersoon) van de optiegever, alsmede een bewijs dat deze optiegever bevoegd is deze optie te verlenen.

  • Een bedrijfsplan waaruit in ieder geval blijkt :

    • °

      hoe de onderneming wordt gefinancierd en wie deze vermogensverschaffers zijn, daaronder begrepen vreemd vermogen, achtergestelde leningen en verkregen of verleende borgstellingen of garantiestellingen;

    • °

      welke producten worden verkocht;

    • °

      op welk publiek de onderneming zich richt;

    • °

      welke huisregels gelden;

    • °

      hoe de onderneming zal voorkomen dat minderjarigen (ruimtes behorende tot) de coffeeshop betreden;

    • °

      hoe de onderneming zal voorkomen dat minderjarigen zich ophouden in de directe nabijheid van de coffeeshop.

  • het ingevulde Bibob vragenformulier voorzien van alle daarin gevraagde bijlagen.

  • een plan waarin wordt beschreven op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de risico’s op drugsverslaving van klanten zal voorkomen en bestrijden.

  • een plan waarin beschreven wordt op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de AHOJGHI-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet zal naleven.

  • een plan waarin de aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid. Tevens moet de aanvrager in dit plan aangeven op welke wijze de omgeving bij de voorbereiding van de aanvraag is betrokken, en, als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn.

  • een verkeersonderzoek, waarin naar voren komt hoeveel verkeersbewegingen als gevolg van de vestiging van de coffeeshop plaatsvinden, of de etmaalcapaciteit van de ontsluitingswegen met inachtneming van die extra verkeersbeweging voldoende is, en of de vestiging van de coffeeshop voldoet aan de parkeernormen van de gemeente.

  • een bewijsstuk van een erkende instelling op het gebied van de verslavingszorg, waaruit blijkt dat de exploitant en het personeel beschikken over voldoende kennis en inzicht met gebruik van drugs en de daaraan verbonden risico´s van verslaving.

Toelichting op Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020

Inleiding

Met deze beleidsregel wordt een duidelijk kader gesteld waarmee de gemeente Roermond de handel in softdrugs de komende jaren kan reguleren. De beleidsregel past binnen het Damoclesbeleid dat voor het laatst in 2012 werd geactualiseerd, maar ziet uitsluitend op de gedoogde handel in softdrugs.

Het beleid rondom coffeeshops dat binnen de gemeente Roermond werd gevoerd, werd gekenmerkt door een ondernemer, die twee coffeeshops exploiteerde en met wie de gemeente overleg had om de voorkomende problemen op te lossen. In deze periode groeide het aantal bezoekers en daarmee ook de overlast voor omwonenden. Beide coffeeshops zijn op de huidige plaatsen uit hun jasje gegroeid. Omwonenden dringen bij de gemeente al langere tijd aan op maatregelen om die overlast tegen te gaan. Als een van de oplossingen wordt gezien dat de gemeente het mogelijk maakt om de coffeeshops te verplaatsen naar een beter geschikte plaats binnen de gemeente.

Daarbij moet de gemeente sinds de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2927, rekening houden met de rechtsnorm die inhoudt dat bij verdeling van schaarse vergunningen op enigerlei wijze aan (potentiële) gegadigden ruimte moet worden geboden om naar de beschikbare vergunning(en) mee te dingen. Indien het aantal coffeeshops in een gemeente is gemaximeerd dan is de vergunning voor een coffeeshop een schaars recht. Dat is in Roermond omwille van het algemeen belang het geval. Het maximumaantal van twee coffeeshops voorziet in de vraag naar softdrugs in Roermond en daarom is op basis van de huidige stand van zaken uitbreiding naar nog meer coffeeshops ongewenst. Daarbij komt dat bij uitbreiding van het aantal coffeeshops een aanzuigende werking ontstaat van mensen uit omringende gemeenten. Verder bestaat bij uitbreiding het gevaar dat voor omwonenden de overlast door coffeeshops groter wordt.

Verder volgt uit de uitspraak van 2 november 2016 dat het bestuursorgaan, om gelijke kansen te realiseren, passende mate van openbaarheid, ook wel de transparantieverplichting genoemd, moet verzekeren over de beschikbaarheid van de schaarse vergunning, de verdelingsprocedure, het aanvraagtijdvak en de toe te passen criteria. Het bestuursorgaan moet hierover tijdig voorafgaand aan de start van de aanvraagprocedure duidelijkheid scheppen, door informatie over deze aspecten bekend te maken via een zodanig medium dat potentiele gegadigden daarvan kennis kunnen nemen.

Tenslotte dient er rekening mee te worden gehouden dat naar Europees recht schaarse rechten vanwege de Dienstenrichtlijn (Rl. 2016/123/EG) een beperkte geldigheidsduur dienen te hebben.

De beperkte geldigheidsduur moet de toegang van dienstverrichters tot de betrokken (schaarse) “coffeeshopmarkt” waarborgen. Bestuursorganen beschikken over beleidsvrijheid om te bepalen wat de geldigheidsduur is voor schaarse rechten, mits die geldigheidsduur maar voor bepaalde tijd is. Een schaars recht dat voor onbepaalde tijd verleend wordt, is in strijd met Europese wet- en regelgeving. De beperktheid in tijd waarborgt dat andere ondernemers die dat willen om de zoveel tijd kunnen meedingen naar de exploitatie van een coffeeshop.

Op de gemeente rust dus de verplichting om potentiele gegadigden ruimte te bieden om mee te dingen. Juist bij coffeeshops vraagt dat om extra oplettendheid. De handel in softdrugs is in wezen immers illegaal en brengt vaak andere criminele activiteiten met zich mee. De regels die de gemeente hanteert om ondernemers te selecteren aan wie voor een bepaalde periode wordt toegestaan om een coffeeshop te exploiteren zijn daarom heel belangrijk. De handel in drugs is winstgevend. Het gevaar van criminalisering en ondermijning is daarom levensgroot aanwezig. De manier waarop een geschikte ondernemer geselecteerd wordt, vergt daarom een procedure waarbij strikte selectiecriteria dienen te worden gehanteerd. Pas wanneer een ondernemer aan deze criteria kan voldoen, mag hij in aanmerking komen voor een vergunning.

Rekening houdend met het vorenstaande is een heel eisenpakket vastgesteld waaraan meedingende ondernemers (aanvragers) moeten voldoen. Een aanvrager zal in het daarvoor open te stellen tijdvak diverse plannen moeten overleggen. Een voorbeeld is een plan waarmede de aanvrager aantoont op welke wijze en met welke concrete maatregelen hij de risico’s op drugsverslaving van klanten zal voorkomen en bestrijden Maar bijvoorbeeld ook een plan waarin de aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om mogelijke overlast in de directe omgeving van de coffeeshop te voorkomen.

Elke aanvraag wordt eerst getoetst op tijdige indiening en volledigheid. Daarnaast wordt gekeken of op de gronden van de locatie sprake is van een passende horecabestemming. Indien die passende bestemming ontbreekt is dat in deze fase geen grond om een aanvrager te laten afvallen. Er dient in dat geval wel binnen het tijdvak een volledig principeverzoek bij het College van burgemeester en wethouders te zijn ingediend. De besluiten op die verzoeken mogen later volgen. Nadat ook die besluiten zijn ontvangen wordt gekeken hoeveel aanvragers er nog in de race zijn. Indien er meer aanvragers zijn dan beschikbare vergunningen, gaat de procedure de volgende fase in, namelijk de loting.

Het is nodig om een transparant verdeelsysteem te hebben om recht te doen aan het uitgangspunt dat iedere gegadigde gelijke kansen moet hebben op een schaarse vergunning voor een coffeeshop. Een loting is één van de mogelijkheden voor de verdeling van schaarse rechten.

Andere mogelijkheden zijn een verdeling op basis van vergelijking van alle aanvragen, een verdeling op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen of een verdeling op basis van een veiling volgens vooraf geformuleerde eisen. Deze alternatieven zijn niet als wenselijk beschouwd. Bij de verdeling op basis van een vergelijking heeft daarbij een rol gespeeld dat de daarbij te hanteren criteria duidelijk, precies en ondubbelzinnig moeten zijn. Dit volgt niet enkel uit de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar ook uit het Europese (aanbestedings)-recht. Deze eisen maken dat een verdeling op basis van een vergelijking een welhaast ondoenlijke opgave wordt, omdat veel van de in dit geval daarbij te betrekken criteria tegelijkertijd lastig objectiveerbaar zijn. Een voorbeeld van zo’n lastig objectiveerbaar criterium is ‘het voorkomen van overlast’. Een dergelijk criterium is ook lastig in een score te vatten. De gedachte dat alle manieren om overlast te voorkomen op voorhand in een beleidsregel zouden kunnen worden opgenomen is niet realistisch, laat staan dat al die manieren ook nog zouden moeten worden voorzien van een waardering die leidt tot een objectieve score (en voor wat betreft de hele toets: tot een winnaar). Een loting heeft dit nadeel niet.

Tegelijk betekent een verdeelsysteem op basis van loting niet dat de gemeente geen invloed zou hebben op de kwaliteit en de geschiktheid van de onderneming. Immers voordat gegadigden tot de loting worden toegelaten moeten zij voldoen aan een reeks indieningsvereisten, terwijl ook op integriteit gescreend wordt door toepassing van de Bibob-toets. Bijvoorbeeld: een loting betekent niet dat de eis ‘het voorkomen van overlast’ zou moeten worden losgelaten. Die eis is immers opgenomen als een van de indieningsvereisten. Aanvragers zonder plannen op dat gebied worden niet toegelaten tot de loting en komen dus niet aanmerking voor een vergunning.

Bij de loting bepaalt de notaris volgens welke volgorde de gemeente de aanvragen moet gaan toetsen. Indien er twee beschikbare vergunningen te verlenen zijn, betekent dit dat de eerste twee aanvragen die worden geloot in aanmerking komen voor een vergunning. Die aanvragen dienen dan uiteraard nog inhoudelijk te worden beoordeeld. Hierbij worden de aanvragen getoetst aan de door de burgemeester vastgestelde vestigingscriteria, de weigeringsgronden als bedoeld in artikelen 1:8 en 2:28 van de Apv en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Bij elke aanvraag die na de loting in aanmerking komt voor een vergunning wordt conform de Bibob beleidslijn een advies gevraagd aan het LBB.

Indien na inhoudelijke toetsing de vergunning kan worden verleend, dan geldt de vergunning en de gedoogverklaring (hierna wordt deze uitvoeriger belicht) na inwerkingtreding voor een periode van zeven jaar. Tijdig voordat die periode afloopt wordt deze procedure opnieuw gestart waarbij potentiële gegadigden weer opnieuw ruimte krijgen om mee te dingen naar de dan beschikbaar te komen vergunning(en).

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Definities

De begrippen en bijbehorende definities die in dit artikel zijn opgenomen spreken voor zich. Een bijzonder begrip dat in deze toelichting wordt uitgelicht betreft de gedoogverklaring. Voor Roermond is het namelijk nieuw dat er een aparte gedoogverklaring zal worden verstrekt voor het mogen handelen in softdrugs. Tot nu toe verleende de burgemeester alleen een exploitatievergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf. De exploitatievergunning blijft nodig voor het exploiteren van een coffeeshop, maar voortaan mag de ondernemer in de coffeeshop geen softdrugs verkopen als er geen geldige gedoogverklaring is afgegeven.

Juridisch is dit zuiverder. De handel in drugs blijft immers illegaal op grond van de Opiumwet. De gedoogverklaring houdt in dat de burgemeester onder voorwaarden niet zal handhaven op deze handel. De gedoogverklaring kan worden ingetrokken indien de ondernemer de voorschriften niet naleeft. Op basis van de Algemene plaatselijke verordening blijft daarnaast een vergunningenstelsel nodig omdat een coffeeshop tegelijk ook horecabedrijf is. Een wezenlijk verschil is dat een gedoogverklaring geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht zodat tegen een verlening of intrekking daarvan geen bezwaar kan worden ingediend. (ABRvS 24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1356). Belanghebbenden, zoals omwonenden, kunnen tegen de gedoogverklaring opkomen door een handhavingsverzoek in te dienen.

Artikel 2 Bekendmaking beschikbaar komen vergunning

De burgemeester maakt via de gebruikelijke kanalen bekend dat er een exploitatievergunning voor een coffeeshop is vrijgekomen of vrij zal komen. In deze bekendmaking wordt verwezen naar deze beleidsregel en wordt nadere informatie verstrekt over de aanvraagprocedure.

Na de bekendmaking volgt een periode van ten minste acht weken waarin nog geen aanvraag kan worden ingediend. Deze periode kunnen gegadigden gebruiken om de aanvragen voor te bereiden. Die tijd zullen zij nodig hebben omdat het nodige bij de aanvraag moet worden aangeleverd. Er dient immers een verkeersonderzoek plaats te vinden, een bedrijfsplan te worden opgesteld en wellicht een principeaanvraag te worden ingediend (ten behoeve van een bestemmingswijziging). Verder kan gedurende deze periode een object worden gehuurd dan wel (huur of koop)optie worden verkregen op een object. En gedurende deze periode heeft de gegadigde de gelegenheid de omgeving van zijn geplande coffeeshop te betrekken bij de voorbereiding van zijn aanvraag.

Het tijdvak waarbinnen gegadigden een aanvraag in kunnen dienen bedraagt eveneens acht weken. Aanvragen die daarvoor of daarna worden ingediend, zullen worden geweigerd.

Artikel 3 Indiening aanvraag

Gegadigden kunnen hun belangstelling kenbaar maken door inzending van het volledig ingevulde aanvraagformulier, opgenomen in bijlage 1 van deze beleidsregel, inclusief de daarbij behorende bijlagen. In dit formulier zijn alle indieningsvereisten opgenomen.

In het artikel is opgenomen dat de elektronische weg niet is geopend voor het indienen van een aanvraag. Dit betekent dat aanvragen niet per e-mail kunnen worden ingediend.

In het vijfde lid is bepaald dat voor het exploiteren van een coffeeshop naast een horeca-exploitatievergunning ook een gedoogverklaring is vereist. Hiervoor behoeft echter geen separate aanvraag te worden ingediend. Deze wordt bij vergunningverlening ambtshalve afgegeven aan de vergunninghouder.

Van iedere gegadigde wordt maximaal één aanvraag voor één locatie geaccepteerd. Een gegadigde die meerdere aanvragen indient wordt uitgesloten van de procedure. Dit houdt tevens in dat een gegadigde met niet meer dan één aanvraag verbonden mag zijn. Dit wordt onwenselijk geacht omdat in een situatie waarin de coffeeshops binnen Roermond in één hand zijn, het risico bestaat dat indien de ondernemer om persoonlijke redenen geen coffeeshop meer kan of wil exploiteren, de gemeente, zelfs van de ene dag op de andere, geen coffeeshop meer heeft. Aannemelijk is dat de klanten van deze coffeeshops dan andere leveranciers zoeken, buiten maar ook binnen Roermond. Deze ongecontroleerde (straat)handel is niet wenselijk, ook niet voor een korte periode. Om dit risico te verkleinen geldt voortaan in Roermond de regel dat een ondernemer nog maar één coffeeshop mag exploiteren. Dit betekent daarom ook dat een ondernemer ook maar bij één coffeeshop betrokken mag zijn. Bij de selectie wordt hierop gelet.

Artikel 4 Indieningsvereisten

In deze beleidsregel wordt van de ondernemer die een coffeeshop wil exploiteren nogal wat gevraagd. Dat is niet voor niets. De exploitatie van een coffeeshop brengt veel verantwoordelijkheid met zich mee en op voorhand moet duidelijk zijn dat de ondernemer en de locatie daarvoor geschikt zijn. Niet alleen moet de ondernemer een plaats in Roermond zoeken, die voldoet aan de vestigingscriteria en worden zijn/haar antecedenten gecontroleerd. Ook moet de ondernemer laten zien dat zijn/haar plannen passen bij de omgeving, in de buurt en binnen de ambities van de gemeente Roermond om een plezierige en veilige stad te zijn. De ondernemers die in Roermond willen ondernemen verbinden zich hiermee vooraf op een aantal punten aan kwaliteit, bijvoorbeeld op het gebied van verslavingspreventie, het voorkomen van overlast in de buurt en in de samenwerking met gemeente en politie. En uiteraard moet de ondernemer in kwestie van onbesproken gedrag zijn. Aanvragen die in aanmerking komen worden dan ter toetsing voorgelegd aan Landelijk Bureau Bibob.

Met het huiswerk dat gegadigden vooraf moeten doen, wordt verder bereikt dat ondernemers die in aanmerking willen komen voor het exploiteren van een coffeeshop in Roermond serieus over een aantal zaken moeten hebben nagedacht. De verwachting is dat avonturiers hierdoor worden afgeschrikt. De ondernemers die voldoen aan deze eisen, komen vervolgens via een lotingssysteem in aanmerking voor een vergunning. In het navolgende worden een aantal eisen uitgelicht.

Plan tegen overlast

Het verstrekken van een plan, waarin de aanvrager aangeeft welke maatregelen worden genomen om de mogelijke overlast van de coffeeshop in de directe omgeving te voorkomen, is één van de indieningsvereisten. Hierbij dient de aanvrager in ieder geval in te gaan op de maatregelen tegen geluidsoverlast, tegen vervuiling en tegen de aantasting van de sociale veiligheid. Tevens moet een aanvrager in dit plan aangeven op welke wijze de omgeving bij de voorbereiding van de aanvraag is betrokken, en, als de omgeving is betrokken, wat de resultaten daarvan zijn. De gedachte hierachter is dat de aanvrager in een vroegtijdig stadium wordt gedwongen na te denken over de manieren waarop overlast voor de omgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen. De verwachting is dat zulks ten goede zal komen aan de kwaliteit van het plan op dit gebied.

AHOJGHI Criteria

Een van de indieningsvereisten betreft een plan waarin beschreven wordt op welke wijze en met welke concrete maatregelen de aanvrager de landelijk door het Openbaar Ministerie vastgestelde AHOJGHI-criteria als bedoeld in de Aanwijzing Opiumwet zal naleven. Dit indieningsvereiste maakt duidelijk dat een vergunninghouder te allen tijde zal moeten voldoen aan deze criteria. Daar verandert de gedoogverklaring die aan hem wordt verstrekt niets aan. Dit houdt in dat bestuursrechtelijk handhavend wordt opgetreden indien de vergunde coffeeshop zich niet houdt aan deze criteria.

Fixatie gegevens

De reden dat aangeleverde gegevens worden gefixeerd is dat zulks aansluit bij de onderhavige procedure waarin sprake is van een tijdvak waarin gegadigden hun aanvraag kunnen indienen. Iedereen die te laat is, komt niet meer in aanmerking. Dat is uitdrukkelijk ook niet mogelijk door het aanhaken bij, overnemen of wijzigen van een wel tijdig ingediende andere aanvraag.

Onvolledige aanvraag

Het kan uiteraard voorkomen dat een aanvraag wel tijdig is ingediend, maar niet volledig is. In dat geval zal, zoals de Algemene wet bestuursrecht in artikel 4:5 voorschrijft, een hersteltermijn worden geboden met dien verstande dat de aanvraag uiterlijk binnen tien werkdagen na de mededeling dat de aanvraag onvolledig is, wordt aangevuld. Mocht na ommekomst van deze termijn nog steeds geen sprake zijn van een volledige aanvraag, dan wordt die aanvraag buiten behandeling gesteld en komt de aanvrager niet meer in aanmerking voor een vergunning.

Artikel 5 Bibob toets

In de beleidsregel Bibob is bepaald dat ten behoeve van exploitatievergunningen voor coffeeshops altijd een advies wordt gevraagd van het Landelijk Bureau Bibob. Hieraan gaat een eigen onderzoek van de gemeente vooraf waarin van de kandidaten alle relevante gegevens worden verzameld. De burgemeester vraagt met betrekking tot de aanvragen die na de loting in aanmerking komen voor een vergunning/gedoogverklaring advies aan het LBB.

Deze gegevens die de aanvragers hebben ingediend vallen onder de verplichting tot geheimhouding van artikel 28 Wet Bibob. Dat betekent dat deze gegevens door het bestuursorgaan uitsluitend aan de in artikel 28 lid 2 Wet Bibob genoemde instanties mogen worden doorgegeven. Daarnaast kunnen leden van de gemeenteraad, in het kader van hun controlerende bevoegdheid kennis nemen van de inhoud van het bibob-advies, uiteraard met inachtneming van de geheimhoudingsplicht die ook voor hen geldt.

De gegevens van aanvragers die na de loting niet meer in aanmerking komen voor een vergunning/gedoogverklaring, kunnen maximaal voor de duur van twee jaar worden bewaard en worden daarna vernietigd. De gegevens kunnen worden gebruikt indien de aanvrager aan wie de gegevens toebehoren alsnog in aanmerking komt voor het verkrijgen van een vergunning/gedoogverklaring, bijvoorbeeld omdat een andere aanvrager zijn aanvraag intrekt of alsnog niet in aanmerking komt voor een vergunning omdat de bibob-toets dat niet toelaat.

Artikel 6 Ontvangstbevestiging

De aanvrager ontvangt een bevestiging van ontvangst van de aanvraag met daarbij aangegeven de datum van ontvangst van de aanvraag. Voor het geval de per post verzonden aanvraag binnen enkele dagen na afloop van de termijn door de burgemeester wordt ontvangen, is beslissend of de aanvraag binnen het tijdvak/de termijn ter post is bezorgd. Hiermede wordt aangesloten bij het wettelijk systeem op grond van artikel 6:9 Awb.

Artikel 7 Verdeelmethode beschikbare vergunningen

Verdeling van de beschikbare vergunning of beschikbare vergunningen vindt dus plaats door middel van loting. Hiervoor in de inleiding is reeds uiteengezet waarom is gekozen voor een lotingssysteem.

Artikel 8 Deelname loting

Alle ontvangen aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de criteria op grond van artikel 3 en 4. De aanvragen die niet voldoen aan deze criteria worden buiten behandeling gesteld. Met betrekking tot de aanvragen die wel aan de criteria voldoen geldt verder dat, voor zover op de aangedragen locatie een passende horecabestemming ontbreekt, de aanvrager een principebesluit moet overleggen waaruit blijkt dat het bevoegd bestuursorgaan bereid is planologische medewerking te verlenen. Indien hier niet aan wordt voldaan, zal de aanvraag wegens strijd met het bestemmingsplan worden afgewezen, zulks op grond van artikel 2:28 lid 2 van de Apv.

De aanvragers die op dat moment wel aan de gestelde eisen voldoen worden schriftelijk in kennis gesteld van de loting en de datum waarop deze wordt uitgevoerd.

Artikel 9 Wijze van loting

Teneinde te waarborgen dat de loting op eerlijke wijze geschiedt, wordt deze uitgevoerd door een notaris. Aan alle aanvragen die mogen deelnemen aan de loting wordt in dat kader een uniek nummer toegekend. In het kader van de transparantie wordt de notaris opdracht gegeven een proces-verbaal op te maken van de loting. Onverwijld na de loting worden de aanvragers geïnformeerd over de uitkomst en dus of hun aanvraag in aanmerking komt voor een inhoudelijke beoordeling.

Artikel 10 Bepalingen over de gevolgen van de uitkomst van de loting

De getrokken aanvragen komen in volgorde van trekking in aanmerking voor een inhoudelijke toets, en bij een positieve uitkomst van deze toets voor vergunningverlening. Deze inhoudelijke toets staat beschreven in artikel 11. De aanvragen die resteren, nadat het maximum aantal te verlenen vergunningen is bereikt, worden geweigerd en komen niet aanmerking voor een gedoogverklaring. De enige mogelijkheid dat deze aanvragen toch nog in aanmerking zouden kunnen komen voor een vergunning en een gedoogverklaring is wanneer na loting een verleende vergunning - en daarmede ook de gedoogverklaring - alsnog wordt ingetrokken naar aanleiding van een Bibob advies. Deze bepaling is opgenomen ter voorkoming van het scenario dat een in een laat stadium gegeven Bibob advies ertoe leidt dat de hele procedure van vooraf aan moet worden gestart.

Artikel 11 Inhoudelijke toetsing na loting

Na de uitkomst van de loting staat nog niet vast welke aanvragers een vergunning krijgen voor een coffeeshop. Immers, de aanvragen worden eerst nog in volgorde van trekking inhoudelijk getoetst aan de vestigingscriteria als bedoeld in artikel 12, de weigeringsgronden als bedoeld in artikelen 1:8 en 2:28 van de Apv en de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Pas indien de aanvragen hieraan voldoen, kunnen de vergunningen worden verleend.

Artikel 12 Vestigingscriteria

Het aantal coffeeshops is in het verleden (1997) door de gemeenteraad bepaald op twee. Ook naar huidige maatstaven zijn twee coffeeshops voldoende voor het bedienen van de lokale markt. Herhaald zij dat bij uitbreiding van het aantal coffeeshops een aanzuigende werking ontstaat van mensen uit omringende gemeenten, alsook het gevaar dat voor omwonenden de overlast door coffeeshops groter wordt. Vergelijking met andere coffeeshopgemeenten in Nederland laat zien dat er gemiddeld één coffeeshop is per 20.000 á 30.000 inwoners.

Indien men kijkt naar de aantallen bezoekers dan blijkt wel dat deze aantallen afwijken van het aantal bezoekers van een gemiddelde Nederlandse coffeeshop. Buitenlandse bezoekers weten de coffeeshops in Roermond te vinden en maken inmiddels een groot deel uit van het klantenbestand.

Met deze beleidsregel willen we duidelijke kaders stellen over de plekken binnen de gemeente waar de exploitatie van een coffeeshop kan plaatsvinden. De vestigingscriteria sommen op waar de vestiging niet gewenst is. Ondernemers die een coffeeshop willen beginnen kunnen in de hele gemeente op zoek gaan naar een geschikte plaats, mits aan de vestigingscriteria wordt voldaan. De criteria zijn opgesteld om te waarborgen dat bewoners en bezoekers zo min mogelijk overlast ervaren van de handel in softdrugs, dat jeugd zo min mogelijk geconfronteerd wordt met de handel in drugs en dat de veiligheid en openbare orde zoveel mogelijk gewaarborgd blijft. Natuurlijk dient de coffeeshop ook ruimtelijk in de omgeving te passen.

Maximum aantal coffeeshops en overgangsbepaling

In Roermond is plaats voor twee coffeeshops. Om verplaatsing mogelijk te maken geeft toepassing van deze beleidsregel de mogelijkheid om voor een beperkte overgangsperiode vier coffeeshops tegelijk te gedogen. De gemeente is gebonden aan de lopende vergunningen die tot 9 oktober 2024 geldig zijn. De burgemeester streeft ernaar om de ondernemers in de gelegenheid te stellen elders in Roermond een coffeeshop op te starten, op een plaats die voldoet aan de vestigingscriteria. Deze beleidsregel maakt het mogelijk, om tegelijk de oude locaties af te bouwen en alle procedures rond de nieuwe locatie(s) af te ronden. Na de overgangsperiode heeft Roermond twee volwaardige coffeeshops. Uiterlijk een jaar voordat de termijnen van deze vergunningen verstrijken, wordt weer opnieuw een verdelingsprocedure gestart. Het is de bedoeling dat de inwerkingtreding van de dan te verlenen nieuwe vergunningen aansluit op deze termijnen. In dat geval is er dus geen sprake meer van een overgangsperiode.

Wijze van meten afstanden

Alle afstanden zijn hemelsbreed, dat wil zeggen in een rechte lijn gemeten van dichtstbijzijnde punten van de desbetreffende (eventueel op te richten) gebouwen.

Met betrekking tot locaties die niet in een woonwijk liggen en een andere bestemming hebben dan “wonen” maar binnen 75 meter hemelsbreed van een woning liggen is bepaald dat de aanvraag kan worden geweigerd. De reden dat in dit kader is gekozen voor een kan-bepaling is dat het gaat om maatwerk. Het is aan de aanvrager om bij zijn aanvraag te onderbouwen op welke wijze ervoor wordt gezorgd dat omwonenden zo min mogelijk overlast van de coffeeshop ervaren. Deze onderbouwing moet overtuigen opdat ook in dit geval kan worden overgegaan tot vergunningverlening.

Niet dichtbij kwetsbare groepen

Met het tweede lid is beoogd te voorkomen dat onder meer kwetsbare groepen in de Roermondse samenleving worden geconfronteerd met coffeeshops. Dit gaat om jongeren, maar bijvoorbeeld ook om mensen die met een drugsverslaving kampen. In dit kader zijn strikte afstandscriteria opgenomen.

Verkeer

De vestiging van een coffeeshop mag verder niet leiden tot onevenredig (negatieve) gevolgen voor de bestaande verkeersstructuur, en de hiermee samenhangende verkeersveiligheid. Dit betekent onder andere dat de etmaalcapaciteit van de ontsluitingswegen voldoende moet zijn om de verwachte extra verkeersstromen te kunnen verwerken. Tevens moet de locatie kunnen voorzien in voldoende parkeergelegenheid, conform de geldende parkeernormen van de gemeente.

Bestemming horeca

Coffeeshops zijn alcoholvrije horecagelegenheden waarin de handel in softdrugs gedoogd wordt (Aanwijzing Opiumwet). Naast een exploitatievergunning is voor de vestiging van een coffeeshop een passende horecabestemming nodig op de vestigingslocatie.

Indien een locatie voldoet aan de overige vestigingscriteria, maar waar de passende horecabestemming ontbreekt zal tijdig een planologisch juridische procedure (wijziging bestemmingsplan of afwijken van het bestemmingsplan middels een omgevingsvergunning) moeten worden doorlopen. Hierbij is in de tekst aangegeven dat zulks tijdig dient te gebeuren. Indien de strijdigheid met het bestemmingsplan niet wordt opgeheven kan de aanvraag immers niet worden gehonoreerd.

Woon-, werk-,en leefklimaat

De verwachte invloed van de coffeeshop op het woon-, werk- en leefklimaat in de omgeving wordt beoordeeld. Relevante aspecten daarbij zijn onder andere, naast verkeerskundige aspecten, geluidsoverlast, vervuiling of aantasting van de sociale veiligheid. In aanvulling op bovenstaande criteria wordt voor elke locatie getoetst of een coffeeshop op de aangedragen locatie acceptabel is vanuit het oogpunt van openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid. Dat kan betekenen dat -ondanks dat een locatie primair voldoet aan de gestelde vestigingscriteria- een locatie alsnog niet geschikt wordt geacht om een coffeeshop te vestigen.

Overgangsregel

De locaties Venloseweg 22 en Zwartbroekstraat 29 zijn tot 9 oktober 2024 de locaties waar een coffeeshop gevestigd mag zijn gevestigd. Indien de exploitatie van de coffeeshop op een van deze adressen stopt kan op het desbetreffende adres geen nieuwe coffeeshop meer worden gevestigd.

Artikel 13 Inwerkingtreding en looptijd vergunning/gedoogverklaring

In dit artikel zijn een aantal bijzondere bepalingen opgenomen met betrekking tot de inwerkingtreding en de looptijd van de vergunning en gedoogverklaring.

Uit het eerste lid volgt dat er sprake is van een zogenaamde uitgestelde inwerkingtreding. De reden dat hiervoor is gekozen is dat op die manier aan belanghebbenden gelegenheid wordt geboden een rechtsmiddel aan te wenden tegen de vergunningverlening. Dit rechtsmiddel wordt dan geacht niet alleen te zijn ingediend tegen de weigering van de aangevraagde vergunning, maar ook tegen de vergunningverlening zelf. Vanwege het feit dat in deze gaat om een schaars recht is het niet wenselijk dat deze procedures los van elkaar worden behandeld. Voorkomen dient te worden dat het besluit tot vergunningverlening al onherroepelijk is terwijl de procedure tegen de weigering nog loopt.

Hangende de bezwaarprocedure kan een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend. In dat geval treed de vergunning niet in werking voordat op dit verzoek is beslist. Het opnemen van deze bepaling is noodzakelijk aangezien in het geval van voorlopige voorziening de kans groot is dat de uitspraak pas wordt gedaan nadat de bezwaartermijn is verstreken.

De exploitatievergunning en gedoogverklaring voor coffeeshops worden voor een periode van zeven jaar verleend. Deze duur dient het voor de ondernemer mogelijk te maken om de investering van de nieuwvestiging van de coffeeshop terug te verdienen. Om te voldoen aan de eisen die Europees recht stelt aan een schaarse vergunning dient de vergunning en de gedoogverklaring wel tijdelijk te zijn. Een looptijd van zeven jaar stelt de ondernemer voldoende in staat om zijn investeringen terug te verdienen.

In het vijfde lid is bepaald dat uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de looptijd van de vergunning de bekendmaking van een nieuwe verdelingsprocedure plaatsvindt. Bij het bepalen van deze termijn is rekening gehouden met de volgende aspecten:

  • -

    De periode tussen de bekendmaking en het tijdvak dat aanvragen kunnen worden ingediend (acht weken);

  • -

    Het tijdvak dat aanvragen kunnen worden ingediend (acht weken);

  • -

    De periode waarin aanvragen kunnen worden aangevuld (twee weken);

  • -

    De loting en de berichtgeving daarna aan alle aanvragers (twee weken);

  • -

    De beoordeling van de aanvragen en het opstellen van de vergunningen en de gedoogverklaringen (acht weken);

  • -

    De eventuele planologische procedures (huidige looptijd uitgebreide procedure is 26 weken);

  • -

    De uitgestelde inwerkingtreding van de vergunning. Rekening houdende met een voorlopige voorziening wordt rekening gehouden met tien weken.

De doorlooptijd van een uitgebreide planologische procedure bedraagt in een worst case scenario 26 weken. Naar verwachting zal deze procedure echter niet zo lang duren, te meer aangezien onder de nog in werking te treden Omgevingswet van een uitgebreide procedure geen sprake meer zal zijn.

Gezien het vorenstaande wordt in een worst case scenario rekening gehouden met 8 + 8 + 2 + 2 + 8 + 26 + 10 = 64 weken vanaf bekendmaking tot inwerkingtreding. Om die reden dient zeker ruim een jaar van te voren de bekendmaking te worden gedaan. Het moet echter niet te lang van te voren worden gedaan omdat zulks mogelijk veiligheidsrisico’s met zich meebrengt.

Artikel 14Afwijkingsbevoegdheid in het belang van de openbare orde en/of veiligheid

In dit artikel is aangegeven dat de burgemeester kan afwijken van deze beleidsregel in het belang van de veiligheid en/of openbare orde. Deze afwijkingsbevoegdheid is opgenomen, bijvoorbeeld wanneer er slechts één aanvrager voldoet aan de indieningsvereisten. Het is in het algemeen belang dat er twee coffeeshops zijn in Roermond. Niet minder, omdat zulks zou kunnen leiden tot meer straathandel en de daarmee gepaarde onveiligheid, en ook niet meer, vanwege de overlast die men kan ervaren in de directe omgeving van coffeeshops.

Artikel 15Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin deze wordt geplaatst.

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel houdende bepalingen inzake de verdeling van exploitatievergunningen coffeeshops gemeente Roermond 2020.