Regeling vervallen per 06-06-2023

Verordening rekenkamercommissie gemeente Beesel 2020

Geldend van 16-07-2020 t/m 05-06-2023

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Beesel 2020

De raad van de gemeente Beesel;

  • Gezien het advies van de rekenkamercommissie d.d. 14 april 2020

  • Gelet op het bepaalde in de Gemeentewet art. 81oa, art. 184a, art. 182, art. 185

besluit vast te stellen de volgende regeling:

HOOFDSTUK I Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    rekenkamercommissie: de rekenkamerfunctie zoals bedoeld in art 81oa van de Gemeentewet;

  • b.

    doelmatigheid of efficiëntie: het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken;

  • c.

    doeltreffendheid of effectiviteit: de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken;

  • d.

    rechtmatigheid: de mate waarin de handelingen van de organisatie in overeenstemming zijn met de gemeentelijke begroting en van toepassing zijnde wetgeving, verordeningen en regels.

  • e.

    voorzitter: de voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • f.

    intern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3, tweede lid door de raad uit zijn midden of uit de lijst met beëdigde fractievertegenwoordigers is benoemd;

  • g.

    extern lid: een lid van de rekenkamercommissie dat op basis van artikel 3, derde en vierde lid door de raad van buiten de kring van zijn leden is benoemd.

HOOFDSTUK II Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2 De taak van de commissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • 2.

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar:

    • de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie;

    • naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal vijf leden en een voorzitter die door de raad worden benoemd.

  • 2.

    Maximaal drie leden zijn raadsleden of fractievertegenwoordigers (zogenaamd intern lid).

  • 3.

    Minimaal twee leden zijn geen lid van de raad of een raadscommissie en niet werkzaam voor de gemeente Beesel (zogenaamd extern lid).

  • 4.

    De voorzitter is geen lid van de raad en niet werkzaam voor de gemeente Beesel.

  • 5.

    De voorzitter en de externe leden worden benoemd voor de duur van 6 jaar. Teneinde de continuïteit binnen de rekenkamercommissie te waarborgen, is gekozen voor een cyclus waarbij elke 2 jaar een van de externe leden of de voorzitter roulerend aftreedt.

  • 6.

    De commissie stelt een roulatieschema vast.

  • 7.

    Alle externe leden kunnen één keer worden herbenoemd voor een gelijke periode;

  • 8.

    Alle interne leden kunnen twee keer worden herbenoemd voor een gelijke periode;

  • 9.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

  • 10.

    Voor de externe leden van de commissie zijn artikel 13 en 15 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 11.

    Voorts vervullen de leden van de rekenkamercommissie geen betrekkingen die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van het ambt of handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin. De betrekkingen die de leden buiten hun lidmaatschap vervullen, worden door de voorzitter openbaar gemaakt.

Artikel 4 Eed

Alvorens de functie te kunnen uitoefenen, leggen de externe leden van de rekenkamercommissie in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed of verklaring en belofte af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks nog middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”.

Artikel 5 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een intern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad of afscheid neemt als fractievertegenwoordiger;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de commissie te vervullen.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij afloop van de zittingstermijn bedoeld in artikel 3 van deze verordening, behoudens toepassing van de verlengingsmogelijkheid bedoeld in artikel 3 van deze verordening;

    • c.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • d.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      indien het commissielid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

Artikel 6 Vergoedingen externe leden en fractievertegenwoordigers

  • 1.

    De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen of overleggen uit hoofde van de commissie.

  • 2.

    Fractievertegenwoordigers die lid zijn van de rekenkamercommissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen of overleggen uit hoofde van de commissie. Deze vergoeding betreft een vaste maandelijkse vergoeding waarbij het bedrag overeen komt met de vergoeding die een raadslid dat lid is van de rekenkamercommissie ontvangt op grond van artikel 3.1.2, lid 1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 3.

    De vergoeding voor de voorzitter is gelijkgesteld aan de vergoeding van de voorzitter van de bezwaarschriftencommissie.

  • 4.

    De vergoeding voor het externe lid is gelijkgesteld aan de vergoeding van een lid van de bezwaarschriftencommissie.

  • 5.

    De vergoedingen genoemd dit artikel komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

HOOFDSTUK III De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 7 Het onderzoeksprogramma

  • 1.

    De commissie stelt jaarlijks een onderzoeksprogramma vast.

  • 2.

    In het onderzoeksprogramma worden de onderzoeksonderwerpen en de onderzoeksopzet vermeld.

Artikel 8 Onderzoekscriteria

De volgende criteria dienen door de commissie te worden gehanteerd bij de selectie van de te onderzoeken onderwerpen:

  • a.

    Het onderwerp dient betrekking te hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde en beoogd te voeren bestuur;

  • b.

    Er dient sprake te zijn van een substantieel belang;

  • c.

    Het te onderzoeken gevoerde en beoogd te voeren bestuur dient beïnvloedbaar te zijn door de gemeente;

  • d.

    Er dient sprake te zijn van enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke bestuursterreinen in de opeenvolgende onderzoeken;

  • e.

    De resultaten van het rapport dienen communiceerbaar te zijn naar de bevolking;

  • f.

    Overlapping van rechtmatigheidonderzoeken door de accountant en interne controle dienen te worden vermeden.

Artikel 9 De onderzoeksopzet

  • 1.

    Het aandragen van onderwerpen voor onderzoek, voorzien van een nadere motivering, kunnen worden gedaan door:

    • a.

      leden van de commissie;

    • b.

      de gemeenteraad als geheel of delen daarvan;

    • c.

      het college van burgemeester en wethouders of leden daarvan;

    • d.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet waaraan bestuursbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend;

    • e.

      de burgemeester;

    • f.

      belanghebbenden.

  • 2.

    Ingeval van een verzoek bericht de commissie de verzoeker binnen drie maanden gemotiveerd in hoeverre daaraan wordt voldaan.

  • 3.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet inclusief begroting vast.

  • 4.

    De in het tweede lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisname aan de raad en het college van burgemeester en wethouders verstuurd.

Artikel 10 Het onderzoek

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    Indien daartoe redenen aanwezig zijn is de commissie bevoegd de raad tussentijds te informeren aangaande het onderzoek.

  • 3.

    Voor de uitvoering van het onderzoek huurt de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, personen of bureaus in.

  • 4.

    De commissie kan er ook voor kiezen om in eigen beheer onderzoek uit te voeren. Externe commissieleden ontvangen voor verrichte werkzaamheden in het kader van onderzoek zoals documentanalyse, het houden van interviews, het maken van gespreksverslagen van interviews en het schrijven van het onderzoeksverslag een vergoeding van € 35,- per aan het onderzoek besteed uur. Dit bedrag wordt met ingang van het jaar 2021 geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex van het CBS.

  • 5.

    De commissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 6.

    De commissie stelt de betrokkene(n) in de gelegenheid om binnen een door de commissie te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van het onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen aangemerkt worden.

  • 7.

    Na vaststelling van de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 8.

    Het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zijn openbaar.

Artikel 11 Onderzoeksprotocol

De commissie stelt een onderzoeksprotocol op waarin wordt vastgelegd wat de werkwijze is van de rekenkamercommissie bij de uitvoering van onderzoeken. Zij zendt het onderzoeksprotocol na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 12 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De griffier fungeert als ambtelijk secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

  • 5.

    De commissie is bevoegd een regeling te treffen voor de vervanging van de griffier.

Artikel 13 Vergaderingen

  • 1.

    De vergaderfrequentie van de commissie is naar behoefte, doch ten minste tweemaal per jaar.

  • 2.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van artikel 10 Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn of zijn geweest, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 3.

    De commissie kan openbare, informatieve vergaderingen beleggen.

  • 4.

    De ambtelijk secretaris maakt verslag van de vergaderingen.

Artikel 14 Beraadslaging

  • 1.

    De commissie besluit bij meerderheid van stemmen, waarbij ieder lid één stem heeft.

  • 2.

    Interne leden stemmen zonder last of ruggespraak met de raad of hun fractie.

  • 3.

    Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 4.

    Een vergadering van de commissie vindt doorgang indien ten minste de voorzitter en twee leden aanwezig zijn.

Artikel 15 Jaarverslag

  • 1.

    De rekenkamer stelt elk jaar vóór 1 april een verslag op van haar werkzaamheden over het voorgaande jaar. Dit verslag bevat:

    • a.

      verantwoording over de verrichtingen met toetsing aan het onderzoeksprogramma;

    • b.

      eventuele aanbevelingen tot verbetering van de werkwijze.

  • 2.

    Het vastgestelde verslag wordt ter kennisname verzonden aan de raad.

Artikel 16 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding aan de externe leden;

    • b.

      de kosten van externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 17 Reglement van Orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisname naar de raad.

HOOFDSTUK IV Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding

  • 1.

    Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening rekenkamercommissie gemeente Beesel 2016, vastgesteld op 9 mei 2016, ingetrokken.

  • 2.

    De Verordening rekenkamercommissie gemeente Beesel 2020 treedt in werking een dag na bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening rekenkamercommissie gemeente Beesel 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Beesel in zijn openbare vergadering van 6 juli 2020.

N.H.P. Vintcent MA,

griffier

B.C.M. Vostermans,

voorzitter