Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2020

Geldend van 23-12-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2020

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort,

gelezen de nota subsidieregeling Projecten#InDeBuurt d.d. 15 november 2016 nr. 5365999;

gelezen de raadsinformatiebrief eerste ronde subsidieaanvragen Projecten#InDeBuurt d.d. 14

februari 2017 nr. 5443481;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening gemeente Amersfoort 2019;

overwegende dat aan de subsidieontvanger van de Subsidieregeling #InDeBuurt de uitvoering

van de Subsidieregeling Projecten #InDeBuurt 2020 binnen het hierin vastgelegde kader zal

worden gemandateerd;

overwegende dat het gewenst is dat de Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt 2020 richting

geeft aan de flexibele inzet in wijken en op stedelijk niveau;

overwegende dat het gewenst is de Subsidieregeling Projecten#InDeBuurt aan te passen om nog beter aan te sluiten bij de rol van een Buurtbestuur en bij de doelstelling om initiatieven uit de stad of wijken te stimuleren en benutten om doelstellingen binnen de sociale basis infrastructuur te realiseren;

overwegende dat inwonersinitiatieven belangrijk zijn en ondersteund worden, maar toekenning

van subsidies altijd worden gedaan vanuit het belang van de inhoudelijke doelen;

overwegende dat de subsidieontvanger van de Subsidieregeling #InDeBuurt de

inwonersinitiatieven waar gewenst ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van activiteiten;

overwegende dat alle relevante partijen in de wijk of stad gezamenlijk en in goed overleg vorm

hebben gegeven aan de analyse van de wijk of stad en dit hebben vertaald naar een jaarlijks wijkplan of stedelijk plan;

overwegende dat binnen het kader van Projecten#InDeBuurt alle partijen in de wijk of stad

samenwerken op basis van respect, gelijkwaardigheid, vertrouwen en persoonlijk contact;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING PROJECTEN#INDEBUURT 2020

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop rustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:

  • Aanvraag: de subsidieaanvraag die de aanvrager indient en uit meerdere activiteiten kan bestaan;

  • Aanvrager: de aanvrager is een natuurlijk persoon of een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van natuurlijke personen en/of rechtspersonen;

  • Activiteit: eenmalige verrichting(en) of bezigheid die past binnen een in het wijkplan of stedelijk plan vastgesteld doel.

  • Algemene subsidieverordening: Algemene subsidieverordening 2015 van gemeente Amersfoort;

  • Buurtbestuur: adviesorgaan bestaand uit onafhankelijke Amersfoortse inwoners en professionals op wijkniveau die in opdracht van de partij advies over aanvragen aan de partij verstrekt. Ook het stedelijke advies orgaan, de stedelijk meedenkgroep, valt onder dit begrip;

  • college: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

  • formele initiatieven: aanvrager die activiteiten uitvoert met grotendeels personen die hiervoor een betaling, vergoeding of anderszins ontvangen;

  • inwonersinitiatieven: aanvrager die activiteiten uitvoert met grotendeels personen die zich onbetaald of vrijwillig inzetten;

  • partij: de subsidieontvanger van en de organisatie verantwoordelijk voor de realisatie van de doelstellingen geformuleerd in de Subsidieregeling #InDeBuurt;

  • partijen in de wijk of stad: dit betreft inwoners, burgerinitiatieven, ondernemers en organisaties die samenwerken met sociale partners, zoals wijkteams, politie, onderwijs en sportverenigingen;

  • raad: de gemeenteraad van Amersfoort;

  • stedelijk plan: het door het college vastgestelde document waarin de op basis van een analyse benodigde ondersteuning op stedelijk niveau op het terrein van de sociale basisinfrastructuur wordt beschreven;

  • wijkplan: het door het college vastgestelde document waarin de op basis van een analyse benodigde ondersteuning op wijk niveau op het terrein van de sociale basisinfrastructuur wordt beschreven.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft als doel om:

  • het netwerk van formele en informele voorzieningen en verbanden in de wijk en buurt (de sociale basisinfrastructuur) te versterken;

  • laagdrempelige voorzieningen voor inwoners van Amersfoort te ontplooien die ze de mogelijkheid bieden tot:

    • o

      advies (persoonlijk of digitaal),

    • o

      ontmoeting, of

    • o

      lichte ondersteuning en toerusting;

  • vrijwilligers en mantelzorgers te ondersteunen bij hun waardevolle inzet;

  • te zorgen voor een stevig sociaal fundament met een preventieve en vroeg signalerende functie middels een combinatie van voorzieningen en functies;

  • Het verstrekken van de subsidie heeft tot doel het uitvoeren van activiteiten in de wijken en op stedelijk niveau, zoals beschreven in het wijkplan of stedelijk plan, die zijn gericht op bevordering van het algemeen belang en een meerwaarde hebben voor Amersfoort. De wijkplannen en het stedelijk plan worden door het college vastgesteld en worden gepubliceerd op de website van de partij.

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt verstrekt aan een of meer laagdrempelige en toegankelijke activiteiten:

  • a.

    die bijdragen aan het door het college vastgestelde wijkplan of stedelijk plan en de daarin omschreven doelen. Dat betekent dat bijvoorbeeld sport-, cultuur-, onderwijs-, zorg- of eenmalige activiteiten alleen subsidiabel zijn als deze aantoonbaar en geloofwaardig bijdragen aan de welzijnsdoelen zoals beschreven in de wijkplannen of in het stedelijk plan. Die worden uitgevoerd op Amersfoorts wijkniveau of stedelijk niveau. (= in Amersfoort);

  • b.

    In een aanvraag kan subsidie voor een of meer activiteiten worden aangevraagd.

Artikel 4. Vereisten aanvrager

  • 1. Een natuurlijk persoon of samenwerkingsverband van natuurlijke personen kan een aanvraag voor een subsidiebedrag tot € 5.000 indienen.

  • 2. Een rechtspersoon of een samenwerkingsverband van rechtspersonen kan een aanvraag tot het maximaal beschikbare budget indienen.

  • 3. De aanvrager moet aantoonbaar aan de volgende vereisten voldoen:

    • a.

      De aanvrager heeft, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden hebben, geen winstoogmerk met de uitvoering van de activiteiten of met de besteding van de subsidie anderszins;

    • b.

      De aanvrager is, of in het geval van een samenwerkingsverband alle leden zijn, niet gelieerd met de partij;

    • c.

      Indien de aanvrager (en/of mede-aanvrager) een natuurlijk persoon is en een vergoeding vraagt die de toegestane vrijwilligersvergoeding te boven gaat, dient deze te beschikken over relevante diploma’s en/of certificaten;

    • d.

      Oprichters en bestuursleden van een rechtspersoon mogen niet door die rechtspersoon als professional worden ingehuurd voor de uitvoering van werkzaamheden of activiteiten.

Artikel 5. Indiening aanvraag

  • 1. De beoordeling van de aanvragen vindt viermaal per jaar plaats.

  • 2. De beoordelingsrondes starten respectievelijk op 1 januari, op 1 april, op 1 juli en op 1 oktober.

  • 3. De uiterste datum van indiening van de aanvraag is de dag vóór de in het tweede lid genoemde periode van de desbetreffende beoordelingsronde.

  • 4. In het geval van een onvolledige aanvraag, dat wil zeggen bij ontbreken van gegevens genoemd in artikel 6, krijgt de aanvrager een redelijke hersteltermijn van maximaal 14 kalenderdagen. Aanvragen die na herstel niet volledig zijn, worden afgewezen.

Artikel 6. Vereisten aanvraag en procedure aanvraag

  • 1. In aanvulling op artikel 9 van de Algemene subsidieverordening legt de aanvrager bij de indiening van de aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      een volledig ingevuld aanvraagformulier, te vinden op Subsidieaanvraag - Indebuurt033;

    • b.

      een overzicht per activiteit met benoeming wijk, doel (met toelichting), en benodigd budget.

    In het geval de aanvrager of medeaanvrager een natuurlijk persoon is en een vergoeding vraagt die de maximaal toegestane vrijwilligersvergoeding te boven gaat, dienen bij de 1e aanvraag relevante diploma's of certificaten meegestuurd te worden.

  • 2. In het geval de activiteit in enig geval vergunningplichtig is, dient bij de aanvraag de aangetoond te worden dat deze is aangevraagd.

  • 3. In het geval de activiteit in enig geval vergunningplichtig is, dient bij de aanvraag de verkregen vergunning te worden overlegd.

  • 4. Het wijkplan of stedelijk plan kan door het college voorafgaand aan de eerstvolgende beoordelingsronde worden aangepast en zal worden gepubliceerd op de website van de partij.

  • 5. Het college is bevoegd de aanvraag geheel, gedeeltelijk of in de vorm van een samenvatting openbaar maken, dit met inachtneming van de wet- en regelgeving op het gebied van privacy en openbaarheid.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 12, eerste lid, onderdeel f, van de ASV beslist het college afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    Het bedrag waarvoor subsidie voor een subsidiabele activiteit wordt aangevraagd het deelsubsidieplafond, zoals bedoeld in artikel 8, overschrijdt.

  • b.

    Er geen sprake is van subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3.

  • c.

    De benodigde ondersteuning in een wijk zoals beschreven in het wijkplan of stedelijk plan reeds is ingevuld en aldus het vastgestelde doel voor die wijk of op stedelijk niveau volgens het college is bereikt, dit ongeacht de eventuele plaatsing in de rangschikking.

  • d.

    De aanvrager niet heeft onderbouwd dat sprake is van aantoonbare verbondenheid met en/of draagvlak in de wijk of (in het geval van subsidieaanvraag op stedelijk niveau) de stad.

  • e.

    De activiteit niet geheel gericht is op de Amersfoortse inwoners.

Artikel 8. Subsidieplafond en deelsubsidieplafonds

  • 1. De raad stelt jaarlijks bij de vaststelling van de begroting een subsidieplafond in voor deze regeling. Het college stelt jaarlijks binnen vier weken na vaststelling van de begroting per afzonderlijk besluit deelsubsidieplafonds vast. Een deelsubsidieplafond wordt per wijk of op stedelijk niveau vastgesteld.

  • 2. Budget wat in het voorgaande kwartaal niet wordt benut, wordt in dat jaar als restant budget doorgeschoven naar het budget voor de volgende periodes voor deze wijk. Met als gevolg dat het deelsubsidiebudget voor die wijk met het restant budget wordt verhoogd.

Artikel 9. Beoordeling

  • 1. Namens het college beoordeelt de partij de aanvragen met een subsidiebedrag van maximaal € 100.000 met kennisneming van het advies van de BuurtBesturen, zoals bedoeld in artikel 10;

  • 2. Namens het college kan de partij gemotiveerd afwijken van het advies van de BuurtBesturen;

  • 3. Het college beoordeelt de aanvragen met een subsidiebedrag van meer dan € 100.000, en doet dit met kennisneming van het advies van de partij;

  • 4. Het college kan gemotiveerd afwijken van het advies van de partij;

  • 5. In het geval er een rangschikking wordt opgesteld, zoals bedoeld in artikel 11, dan worden alle aanvragen hierin meegenomen;

  • 6. Met de in dit artikel genoemde bedragen worden bedoeld de bedragen waarvoor een subsidie kan worden verstrekt. Niet subsidiabele activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3, worden buiten beschouwing gelaten. Het aangevraagde bedrag kan aldus (veel) hoger zijn dan het bedrag, zoals bedoeld in dit artikel, en het bedrag dat wordt meegenomen in de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 11.

Artikel 10. Buurtbestuur

De partij wordt geadviseerd door de Buurtbesturen. In het geval een lid van een Buurtbestuur een persoonlijke of zakelijke relatie heeft met betrekking tot de aanvraag of de aanvrager of anderszins een belang heeft bij de aanvraag of de aanvrager dan onthoudt dit lid zich van het advies van die aanvraag. Onder aanvrager wordt in dit artikel ook bedoeld een lid van het samenwerkingsverband.

Artikel 11. Rangschikking

  • 1. In het geval de subsidieaanvragen voor een wijk of op stedelijk niveau een deelsubsidieplafond overstijgen dan worden de subsidieaanvragen per wijk of op stedelijk niveau gerangschikt. In het geval van een subsidieaanvraag van meer dan één subsidiabele activiteit, zoals bedoeld in artikel 3, worden de activiteiten afzonderlijk gerangschikt. De rangschikking is als volgt, in volgorde van hoog naar laag:

    • a.

      Subsidieaanvragen die middels een inhoudelijk samenwerkingsverband van twee of meer aanvragers worden ingediend waaronder tenminste één bestaande partij in de wijk of (in het geval van subsidieaanvraag op stedelijk niveau) stad;

    • b.

      Subsidieaanvragen van Amersfoortse inwonersinitiatieven, waarbij onbetaalde krachten en/of vrijwilligers worden ingezet;

    • c.

      Subsidieaanvragen met een co-financiering en/of financiering vanuit eigen middelen, waarbij rechtspersonen over tenminste 25% co-financiering beschikken en natuurlijke personen over tenminste 10%;

    • d.

      De activiteit sluit aan bij bestaande faciliteiten, zoals infrastructuur, gebouwen, systemen, websites of bij een bestaande activiteit;

    • e.

      De activiteit is duurzaam, dat wil zeggen de activiteit kan in de toekomst zelfstandig zonder of met minder subsidie doorgaan of de activiteit leidt tot een lange termijn bijdrage aan het doel;

    • f.

      De activiteit heeft het potentieel om binnen de periode (vanaf datum inwerkingtreding tot en met 31 december 2021) van deze regeling een groter bereik te krijgen in inwoners dan de aanvrager nu beoogt of in meer wijken ook een bijdrage te leveren aan de gestelde doelen.

  • 2. In het geval een activiteit aan meer dan een van de aspecten zoals genoemd in lid 1 sub a tot en met f voldoet (bijvoorbeeld b en e) dan is dit een cumulatie en komt deze activiteit hoger in de rangschikking dan de activiteit die scoort op één gelijkwaardig aspect (bijvoorbeeld b).

  • 3. Indien honorering van een of meer activiteiten die gelijk zijn gerangschikt, ertoe zou leiden dat het beschikbare deelsubsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt tussen deze aanvragen geloot.

  • 4. Indien honorering van een activiteit ertoe zou leiden dat het beschikbare deelsubsidieplafond zou worden overschreden, dan wordt deze activiteit afgewezen.

Artikel 12. Procedure aanvraag

  • 1. De partij stelt het totale overzicht vast van de subsidieontvangers. Dit overzicht bestaat uit in totaal tien overzichten, zijnde negen overzichten op wijkniveau en een overzicht op stedelijk niveau. Het college besluit over de subsidieaanvragen van meer dan € 100.000 die positief door de partij beoordeeld zijn. Om tot een besluit te komen neemt de partij deze subsidieaanvragen dus mee in de rangschikking, zoals bedoeld in artikel 11.

  • 2. Uiterlijk binnen 3 maanden na indiening stelt de partij namens het college of het college zelf (in geval van artikel 12.1) de aanvragers schriftelijk in kennis van zijn besluit.

  • 3. Indien de beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening niet uiterlijk binnen de genoemde termijn zoals bedoeld in lid 2 kan worden gegeven, stelt de partij namens het college of het college zelf de aanvrager daarvan in kennis en noemt daarbij de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 4. Tijdens de behandeling van een aanvraag wordt geen inhoudelijke informatie verstrekt.

Artikel 13. Subsidieverlening

  • 1. Subsidie wordt voor de duur van de activiteit verleend. De activiteit vindt plaats of vangt aan binnen 12 maanden nadat de aanvraag is gedaan.

  • 2. De betaling vindt grotendeels plaats bij wijze van voorschot. De verdeling van de verleende gelden is als volgt:

    • a.

      80% binnen 6 weken na de beschikking, bij wijze van voorschot;

    • b.

      maximaal 20% na het einde van de looptijd van de activiteit, na inhoudelijke en financiële verantwoording en bij vaststelling van de subsidie.

Artikel 14. Subsidievaststelling

In afwijking van het bepaalde in artikel 13 wordt een subsidie voor een niet-vergunningplichtige activiteit met een bedrag van maximaal € 2.000 direct vastgesteld en uitbetaald, tenzij een aanvrager in 3 maanden tijd meer dan € 5.000,- toegekend krijgt.

In dat geval moeten de activiteiten na afloop wel inhoudelijke en financieel verantwoord worden.

Artikel 15. Verplichtingen

  • 1. In aanvulling op de verplichtingen die op grond van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening zijn opgelegd, is de subsidieontvanger verplicht om kenbaar te maken tijdens de uitvoering van de activiteit dat de activiteit wordt uitgevoerd (mede) met subsidie van de gemeente Amersfoort.

  • 2. De natuurlijke personen die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag. Dit geldt voor zowel professionals, als stagiaires, als vrijwilligers.

  • 3. De natuurlijke personen die vanuit de subsidiabele activiteit(en) werken met personen in de leeftijd tot 18 jaar beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht de in het kader van de uitvoering van de activiteiten gevoerde administratie te bewaren.

  • 5. Voor een natuurlijk persoon geldt de verplichting bedoeld in het tweede lid tot twee jaar na de datum van de subsidievaststelling. Voor een rechtspersoon geldt de verplichting bedoeld in het tweede lid tot zeven jaar na de datum van de subsidievaststelling.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2021.

  • 2. De subsidieregeling Projecten#Indebuurt 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 17. Overgangsbepaling

  • 1. De bepalingen van deze regeling blijven na intrekking van toepassing op aanvragen die op basis van de regeling zijn ingediend.

  • 2. De subsidieregeling als bedoeld in artikel 17, tweede lid, blijft van toepassing op subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn verleend.

Artikel 18. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Projecten#Indebuurt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 26 mei 2020

Namens het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris,

De burgemeester,