Regeling vervallen per 01-07-2021

Subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Krimpenerwaard 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 30-06-2021

Intitulé

Subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Krimpenerwaard 2021

Inleiding

Subsidie is een bijdrage van de gemeente aan een organisatie of instelling voor het organiseren van activiteiten die ervoor zorgen dat een bepaald maatschappelijk effect wordt bereikt in de samenleving.

De subsidieregeling voorschoolse voorzieningen is opgesteld voor kinderopvang opvangorganisaties die naast reguliere peuteropvang ook voorschoolse educatie aanbieden. Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De gemeente Krimpenerwaard stelt op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximum uurtarief de subsidiebedragen vast per kind. Dit maakt deze subsidieregeling tot een uitzondering met betrekking tot de andere subsidieregelingen van de gemeente Krimpenerwaard.

Subsidieplafond

Deze subsidieregeling kent een eigen subsidieplafond voor het onderdeel reguliere peuters (peuters die geen VVE indicatie hebben). Dit plafond, welke is vastgesteld door de gemeenteraad geeft aan hoeveel financiële middelen beschikbaar zijn binnen deze regeling. Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt het totaalbedrag evenredig over de voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen verdeeld. Dat betekent dat de individuele voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen elk met een gelijk percentage worden gekort.

1. Begripsbepalingen

  • a.

    Doelgroeppeuter: een peuter met een indicatiestelling voor voorschoolse educatie (VE) van Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Hollands Midden;

  • b.

    Inkomensverklaring: een officiële verklaring van de Belastingdienst met daarin inkomensgegevens over een bepaald belastingjaar;

  • c.

    Kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de Wet kinderopvang;

  • d.

    Kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten van kinderopvang;

  • e.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): register waarin alle kindercentra, gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • f.

    Maximumuurtarief: de maximale uurprijs voor dagopvang in een kindercentrum zoals vastgelegd in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • g.

    Opvangvoorziening: voorziening waar (VE) peuteropvang aangeboden wordt niet zijnde gastouderopvang of buitenschoolse opvang;

  • h.

    Ouder: ouder in de zin van de Wet kinderopvang;

  • i.

    Ouderbijdrage: financiële vergoeding die ouders moeten betalen voor de afname van peuteropvang. De hoogte van de ouderbijdrage wordt bepaald aan de hand van de tabel kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • j.

    Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag: een document waarop de ouder verklaart geen recht te hebben op kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzaalwerk. Als bewijsstuk moet hierbij een Inkomensverklaring gevoegd worden. Zie punt 8.5;

  • k.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar;

  • l.

    Peutermonitor: een tool die ontwikkeld is door Bureau Innovatienul13 om peuteraanbod, peuter- bereik en financiën inzichtelijk te maken voor gemeenten. De Peutermonitor brengt alle informatie, die door de peuteropvang en kinderdagverblijven, de GGD en uw gemeente wordt geleverd, bijeen in een beveiligde datakluis. Daar worden alle ingevoerde gegevens over de peuters in de gemeente gecontroleerd, met elkaar vergeleken en in anonieme data omgezet. Vervolgens wordt deze data voor geregistreerde gebruikers beschikbaar gemaakt in overzichtelijke dashboards;

  • m.

    Peuteropvang: met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk is peuteropvang onder de definitie van kinderopvang gebracht. Peuteropvang is een vorm van kinderopvang waar opvang geboden wordt aan peuters van 2 tot 4 jaar voor maximaal 8 gesubsidieerde uren per week, verdeeld over minimaal 2 dagdelen. Waar nodig worden deze uren gevarieerd naar leeftijd aangeboden;

  • n.

    VVE peuteropvang: programma voorschoolse educatie van minimaal 960 uur verdeeld over 1,5 jaar voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Hierbij mag maximaal 6 uur per dag VE meetellen voor deze urennorm. Waar nodig worden deze uren gevarieerd naar leeftijd aangeboden.

    In het programma aanbod wordt voldaan aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Peuters van 2 tot 2,5 jaar mogen deelnemen aan de VVE peuteropvang, de uren tellen echter niet mee in de urennorm van 960 uur;

  • o.

    Voorschoolse educatie (VE): uitvoering van een door het college gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten;

  • p.

    Voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderen van nul tot vier jaar aangaande opvang en educatie;

  • q.

    WKO: Wet kinderopvang;

  • r.

    Subsidie (VE) peuteropvang: subsidie waarbij de deelnemende peuter eenheid is van subsidie;

  • s.

    Subsidie scholingskosten VVE en VVE gerelateerde programma’s: deze subsidie per groep is bedoeld als kwaliteitsimpuls op de peuteropvang locaties;

  • t.

    Subsidieregeling: een nadere regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening 2019 (ASV).

2. Maatschappelijk effect

Het sociaal emotionele, -culturele en cognitieve vermogen van peuters is vergroot. Door preventie en vroeg signalering gaan minder kinderen met een ontwikkelingsachterstand naar de basisschool.

3. Gemeentelijke doelen voor het verstrekken van subsidie op voorschoolse voorzieningen

De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een of meerdere van onderstaande doelen:

  • -

    Peuters nemen deel aan een voorschoolse voorziening die voldoet aan de kwaliteitscriteria van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang.

  • -

    Peuters met een VVE indicatie volgen een VVE programma dat voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

  • -

    Het voorkomen, vroegtijdig opsporen en aanpakken van taal- en onderwijsachterstanden bij peuters.

  • -

    De ontwikkeling van (doelgroep)peuters wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierdoor wordt de kans vergroot op een start in het onderwijs zonder een achterstand.

  • -

    Het behouden van voorschoolse voorzieningen in de kernen.

4. Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Een aanbod aan peuters van ouders aantoonbaar zonder recht op kinderopvangtoeslag- waarbij de gemeente maximaal 8 uur per week subsidieert.

  • 2.

    Een aanbod aan doelgroep peuters van zowel ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag als ouders met recht op kinderopvangtoeslag – waarbij de gemeente maximaal 16 uur per week subsidieert.

  • 3.

    Subsidie ten behoeve van een kwaliteitsimpuls. Hieronder vallen scholingskosten VVE en VVE gerelateerde programma’s.

  • 4.

    De verleende subsidie kan ingezet worden om een peuter die maximaal 3 weken voor de vakantie vier jaar wordt, tot aan de vakantie te laten overbruggen om continuïteit te waarborgen voor het kind.

  • 5.

    De verleende subsidie kan bij uitzondering en deels ingezet worden om een peuter na zijn/haar vierde verjaardag langer op de peuteropvang te laten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

    • -

      Er is geen sprake van kinderopvangtoeslag (deze loopt door tot het kind start in het basisonderwijs).

    • -

      Er is sprake van een speciale zorgbehoefte waardoor het kind nog niet kan starten op het primair onderwijs. De zorgbehoefte is door een professional in beeld gebracht.

    • -

      De mogelijkheid voor inzet van een Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang wordt in kaart gebracht.

    • -

      De onderwijsinstelling heeft een zorgplicht voor aangemelde kinderen.

    • -

      De peuteropvang maakt samen met ouders, school en andere betrokken professionals een plan rondom het kind. (wat heeft het kind nodig om wel te kunnen starten in het primair onderwijs, wordt er extra zorg/begeleiding om het kind heen georganiseerd, hoe lang blijft het kind op de peuteropvang, hoe wordt de financiering vormgegeven.)

    • -

      De gemeente wordt geïnformeerd bij het gebruik maken van deze uitzondering.

5. Toetsingscriteria aanvrager

Een opvangvoorziening komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking wanneer:

  • a.

    de opvangvoorziening opvang verzorgt aan (doelgroep)peuters gevestigd in de gemeente Krimpenerwaard;

  • b.

    de opvangvoorziening op 1 januari 2021 voor het subsidiejaar 2021 ingeschreven staat als kinderdagverblijf in het LRK;

  • c.

    zowel peuteropvang als VE peuteropvang aangeboden wordt;

  • d.

    voor doelgroep peuters de aantekening voorschoolse educatie ‘ja’ aanwezig is bij de opvangvoorziening in het LRK;

  • e.

    voor doelgroep peuters wordt een aanbod gerealiseerd van minimaal 960 uur over 1,5 jaar voor peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar;

  • f.

    de opvangvoorziening voldoet aan de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van kinderopvang en de basisvoorwaarden voor de kwaliteit van voorschoolse educatie zoals opgenomen in de Wet Kinderopvang en het besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en;

  • g.

    de opvangvoorziening werkt met een kind-volgsysteem en een landelijk erkend VVE programma;

  • h.

    De opvangvoorziening bevordert de doorgaande leerlijn naar het onderwijs en gebruikt hiervoor o.a. het formulier warme overdracht Krimpenerwaard.

6. Subsidiebedragen (VE) peuteropvang

De subsidiebedragen ten behoeve van de (doelgroep)peuters van de volgende groepen ouders luiden als volgt:

  • 1.

    Ouders met recht op kinderopvangtoeslag

    • a.

      Ouders met een peuter die naar de reguliere peuteropvang gaat, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste acht uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week.

    • b.

      Ouders met een peuter die een VVE indicatie heeft, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste acht uur per week. De gemeente subsidieert in dit geval het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week. Acht uur aanvullend per week (in totaal zestien uur) is voor deze ouders gratis.

      De gemeente Krimpenerwaard subsidieert de aanvullende acht uur per week voor € 9,25 per uur.

  • 2.

    Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag

    • a.

      Ouders met een peuter die naar de reguliere peuteropvang gaat, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de acht uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week.

    • b.

      Ouders een peuter die een VVE indicatie heeft, betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op basis van het door de rijksoverheid vastgesteld fiscaal maximumuurtarief over de eerste acht uur per week. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert in dit geval de aanvulling tot het fiscaal maximumuurtarief en het bedrag tussen het fiscaal maximumuurtarief en € 9,25 per uur over acht uur per week. Acht uur aanvullend per week (in totaal zestien uur) is voor deze groep gratis. De gemeente Krimpenerwaard subsidieert de aanvullende acht uur per week met € 9,25 per uur.

  • 3.

    Voor lid 1.b en lid 2.b is er een wettelijke aanbodverplichting van 16 uur per week VVE voor kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Instellingen mogen variëren in de vorm waarin zij dit aanbieden, maar mogen niet meer dan zes uur per dag aanbieden. Over een periode van 1,5 jaar moet er in totaal 960 uur voorschoolse educatie aangeboden zijn. Voor kinderen die al vóór 1 januari 2020 tweeënhalf waren en deelnamen aan voorschoolse educatie, geldt geen aanbodverplichting van 16 uur.

7. Subsidiebedragen kwaliteitsimpuls VVE

  • a.

    Per peutergroep (locatie) kan er per jaar een subsidie worden aangevraagd ten hoogte van € 3.000,-.

  • b.

    Deze subsidie is bedoeld voor scholingskosten VVE en VVE gerelateerde programma’s (kwaliteitsvergoeding).

  • c.

    Per kind met een VVE indicatie geldt een toeslag van € 400 voor de inzet van de HBO coach/pedagogisch beleidsmedewerker op de groep. Zie hiervoor het wijzigingsbesluit voorschoolse educatie.

8. Verplichtingen

  • 1.

    De opvangvoorziening bepaalt in hoeverre ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag in aanmerking komen voor subsidie en gebruikt daarvoor een ouderverklaring ‘geen recht op kinderopvangtoeslag’.

  • 2.

    De opvangvoorziening levert per kwartaal de volgende gegevens aan door een upload in de Peutermonitor:

    • a.

      Het betreffende kwartaal waarover de gegevens ingediend worden

    • b.

      De betreffende maand waarover de gegevens ingediend worden

    • c.

      Naam van de locatie

    • d.

      Identificatiecode van de locatie in het Landelijk register Kinderopvang

    • e.

      Of de locatie een erkende VVE locatie is

    • f.

      Kind ID: Burgerservicenummer van de peuter

    • g.

      Indicatie

    • h.

      Recht op kinderopvangtoeslag bij ouder(s)/verzorger(s)

    • i.

      Voornaam peuter

    • j.

      Achternaam Peuter

    • k.

      Postcode van het woonadres van de peuter

    • l.

      Huisnummer van het woonadres van de peuter

    • m.

      Toevoeging op het huisnummer van het woonadres

    • n.

      Woonplaats

    • o.

      Geboortedatum van de peuter

    • p.

      Eerste Kind (hoeft alleen ingevuld te worden voor ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag)

    • q.

      Startdatum van de plaatsing

    • r.

      Einddatum van de plaatsing

    • s.

      Aantal gesubsidieerde reguliere uren dat de peuter in de betreffende maand is geplaatst. Dit betreft de contracturen/geplaatste uren

    • t.

      Aantal gesubsidieerde VVE uren dat de peuter in de betreffende maand is geplaatst. Dit betreft de contracturen/geplaatste uren

    • u.

      Inkomen ouders: wordt alleen ingevuld voor ouders die geen kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen. Het gaat hier om het gezamenlijk toetsingsinkomen van de ouder(s)/verzorger(s).

  • 3.

    De gemeente kan steekproefsgewijs opvangvoorzieningen verzoeken aanvullende gegevens aan te leveren via beveiligde e-mail, bijvoorbeeld Cryptshare. De gegevens die de gemeente kan opvragen in aanvulling op artikel 8.2 zijn:

    • a.

      BSN ouder(s)

    • b.

      Naam ouder(s)

    • c.

      Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag

    • d.

      Inkomensverklaring, zie punt 8.5 voor een toelichting

    • e.

      De aanwezigheid van een VVE indicatie.

  • 4.

    Op basis van de gegevens genoemd in artikel 8.2 en 8.3 toetst de gemeente de rechtmatigheid van de subsidieverlening. Na de rechtmatigheidstoets worden de persoonsgegevens genoemd in artikel 8.3 vernietigd.

  • 5.

    De opvangvoorziening toets aan de hand van de Ouderverklaring geen recht op kinderopvangtoeslag, in combinatie met een inkomensverklaring van de ouder(s), of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde plek. Als dit om aantoonbare reden niet mogelijk is, kan er ander bewijs van inkomen worden opgevraagd. Dit kan zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc.

    De opvangvoorziening houdt een administratie bij van de documenten aan de hand waarvan de toetsing recht op een gesubsidieerde plek is gedaan en van bevindingen van deze toetsing. De opvangvoorziening bewaart deze gegevens nog 3 jaar (na afloop van het subsidiejaar) en stelt deze gegevens beschikbaar aan de gemeente als de gemeente hierop een controle wil uitvoeren.

    De opvangvoorziening is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door ouders geleverde gegevens.

9. Wat moet de subsidie opleveren?

De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan een of meerdere van onderstaande resultaten:

  • -

    Voldoende aanbod voor peuters, regulier en VVE

  • -

    Zoveel mogelijk peuters bereiken en toe leiden naar een voorschoolse voorziening

  • -

    Goede aansluiting op de basisschool, peuters maken een goede start binnen het basisonderwijs

  • -

    Goede kwaliteit van voorschoolse voorzieningen (kwaliteitszorg) waarbij het gebruikte VVE programma kinderen op vier ontwikkelingsgebieden (taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotioneel) stimuleert

  • -

    Het verbeteren van de voorschoolse educatie door middel van coaching van beroepskrachten voorschoolse educatie en/of beleidsvorming en -implementatie door een pedagogisch beleidsmedewerker

  • -

    Kinderopvanginstellingen voldoen aan de basisvoorwaarden zoals aangegeven in het Besluit Basisvoorwaarden Kwaliteit Voorschoolse Educatie.

10. Indicatoren – Hoe meten we wat er bereikt is?

De volgende indicatoren (niet zijnde uitputtend) geven een indicatie of en in welke mate resultaten gerealiseerd zijn:

  • -

    Het bereik (aantal peuters met en zonder VVE indicatie, aantal ouders met kinderopvangtoeslag)

  • -

    Uitvoering van het VVE programma (interne kwaliteitszorg)

  • -

    Resultaten van het VVE programma

  • -

    Ouderbetrokkenheid

  • -

    Doorgaande leerlijn.

11. Verantwoording

  • 1.

    Bij subsidies tot € 50.000 dient de subsidieontvanger, uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). Uit het financieel verslag komt duidelijk naar voren welk budget besteed is aan:

      • -

        Peuteropvang vroegschoolse educatie

      • -

        Reguliere peuteropvang

      • -

        Kwaliteitsimpuls VVE (scholing en VVE programma’s)

      • -

        Verlengde peuteropvang

      • -

        Uitzonderingen behorende bij artikel 4.5

  • 2.

    Bij subsidies van meer dan € 50.000 dient de subsidieontvanger, uiterlijk 12 weken nadat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, een aanvraag tot vaststelling in. Deze aanvraag tot vaststelling bevat:

    • a.

      Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;

    • b.

      een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening). Uit het financieel verslag komt duidelijk naar voren welk budget besteed is aan:

      • -

        Peuteropvang vroegschoolse educatie

      • -

        Reguliere peuteropvang

      • -

        Kwaliteitsimpuls VVE (scholing en VVE programma’s)

      • -

        Verlengde peuteropvang

      • -

        Uitzonderingen behorende bij artikel 4.5

    • c.

      Een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; en

    • d.

      Een accountantsverklaring in de vorm van een beoordelingsverklaring

    • e.

      Alle ontvangen subsidies genoemd onder artikel 4 worden gebundeld in de aanvraag tot vaststelling.

12. Type subsidie

  • a.

    Jaarlijkse subsidie

13. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de reguliere peuters in deze regeling is € 450.923,00.

Het budget voor peuteropvang plekken VVE en de kwaliteitsimpuls VVE wordt niet vastgelegd in een plafond. Het uitgangspunt is dat alle doelgroep peuters een kwalitatief VVE aanbod moeten krijgen.

Dit budget is onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad en onder voorbehoud dat de specifieke uitkering van het Rijk, verstrekt door de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan de gemeente Krimpenerwaard toegekend wordt.

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt het totaalbedrag evenredig over de voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen verdeeld. Dat betekent dat de individuele voor subsidie in aanmerking te nemen aanvragen elk met een gelijk percentage worden gekort. Op het aangevraagde bedrag voor doelgroep peuters wordt niet gekort omdat de gemeente een wettelijke taak heeft in het voorzien van voldoende plekken voor VVE peuters.

14. Aanvraagtermijn subsidie

  • a.

    Conform artikel 7.3 van de Algemene Subsidie Verordening 2019 wordt er voor de voorschoolse voorzieningen een afwijkende aanvraagtermijn aangehouden.

  • b.

    Een aanvraag om een jaarlijkse subsidie wordt ingediend vanaf 1 juli en uiterlijk 1 septembervoorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

15. Bevoorschotting en betaling

  • a.

    Per kwartaal wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van een vierde deel van de verleende subsidie.

  • b.

    De subsidie wordt betaald aan het geregistreerde kindercentrum waarvan de kindplaats waarvoor subsidie wordt aangevraagd deel uitmaakt.

16. Intrekking oude subsidieregeling en overgangsrecht

  • a.

    De subsidieregeling voorschoolse voorzieningen dd. 01-01-2020 wordt ingetrokken.

  • b.

    De subsidieregeling voorschoolse voorzieningen dd. 01-01-2020 blijft van kracht voor subsidies die op basis van die subsidieregeling zijn aangevraagd.

17. Inwerkingtreding en citeertitel

  • a.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 01-01-2021.

  • b.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Krimpenerwaard 2021

Referentiedocumenten

Notitie Onderwijsachterstandenbeleid 2018-2021.

Besluit voorschoolse educatie inclusief wijzigingsbesluit voor 2021.

Ondertekening