Gemeenschappelijke regeling Reinigingsdienst De Liemers

Geldend van 26-03-2020 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Reinigingsdienst De Liemers

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Montferland en Zevenaar ieder voor zover voor de eigen gemeente bevoegd;

overwegende dat

de colleges voor de uitvoering van de taken op het gebied van de wettelijke reinigingstaken op grond van de Wet milieubeheer een uitvoeringsorganisatie hebben opgericht;

onderhavige tekst de voorheen geldende tekst van de Gemeenschappelijke regeling “Regeling Reinigingsdienst De Liemers” integraal vervangt;

gelet op

de Wet milieubeheer,

Hoofdstuk I van de Wet gemeenschappelijke regelingen,

de toestemming van de raden van Montferland en Zevenaar, overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

besluiten

de navolgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen:

Gemeenschappelijke regeling Reinigingsdienst De Liemers

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

a.

Reinigingsdienst De Liemers:

de bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst De Liemers, bedoeld in artikel 3;

b.

bestuur:

het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst De Liemers, bedoeld in artikel 5;

c.

colleges:

de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten;

d.

deelnemende gemeenten:

de gemeente Montferland en de gemeente Zevenaar;

e.

gedeputeerde staten:

gedeputeerde staten van de provincie Gelderland;

f.

raden:

de raden van de deelnemende gemeenten;

g.

regeling:

de gemeenschappelijke regeling Reinigingsdienst De Liemers;

h.

voorzitter:

de voorzitter, bedoeld in artikel 7;

i.

wet:

de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 2 Belang

De regeling beoogt het doeltreffend en doelmatig uitvoeren of doen uitvoeren van de reinigingstaken van de deelnemende gemeenten, voortkomend uit of samenhangend met taken op het gebied van het gemeentelijke afvalbeleid, die voortvloeien uit de Wet milieubeheer.

Hoofdstuk 2 Bedrijfsvoeringsorganisatie

Artikel 3 Bedrijfsvoeringsorganisatie

  • 1. Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie, genaamd Reinigingsdienst De Liemers.

  • 2. Reinigingsdienst De Liemers is gevestigd in Zevenaar.

  • 3. Reinigingsdienst De Liemers is de rechtsopvolger van de “Gemeenschappelijke Reinigingsdienst De Liemers”, en neemt hiervan alle bestaande rechten en verplichtingen over.

Artikel 4 Taken

  • 1. De bedrijfsvoeringsorganisatie voert ten behoeve van de colleges taken uit of laat deze taken uitvoeren, op het gebied van het gemeentelijk afvalbeleid welke taken voortvloeien uit de Wet milieubeheer. Daartoe behoren ten minste de volgende taken:

    • a.

      inzameling van huishoudelijke afvalstoffen zoals Groente- Fruit- en Tuinafval (GFT), papier, glas, textiel, plastic-, metalen- en drankverpakkingen (PMD) en restfractie, alsmede van Klein Gevaarlijk Afval (KGA);

    • b.

      Beheer en exploitatie van aanbiedstations.

  • 2. De bedrijfsvoeringsorganisatie is eigenaar van de ingezamelde en in te zamelen afvalstoffen bij de aanbiedstations en draagt vanuit die verantwoordelijkheid zorg voor een efficiënte verwerking.

  • 3. Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie is verantwoordelijk voor de voorbereiding, besluitvorming en uitvoering van taken, bedoeld in het eerste lid, die door de bedrijfsvoeringsorganisatie worden verricht.

  • 4. Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie kan met derden overeenkomsten sluiten die verband houden met het al dan niet structureel laten uitvoeren van werkzaamheden ten aanzien van taken als bedoeld in het eerste lid, of werkzaamheden die daarmee samenhangen.

Artikel 5 Samenstelling en bevoegdheden bestuur

  • 1. De colleges wijzen elk uit hun midden één lid van het bestuur aan en een plaatsvervangend lid.

  • 2. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt lid te zijn van het college uit wiens midden men is aangewezen.

  • 3. Besluitvorming vindt plaats bij unanimiteit. Elk bestuurslid heeft één stem.

  • 4. De deelnemers dragen geen bevoegdheden over aan de bedrijfsvoeringsorganisatie.

  • 5. De deelnemers zorgen voor de vaststelling van toereikende mandaten, volmachten en machtigingen die de bedrijfsvoeringsorganisatie nodig heeft voor de uitoefening van zijn taken. Het bestuur houdt hier een register van bij.

Artikel 6 Vergaderingen

Het bestuur vergadert jaarlijks ten minste tweemaal, en voorts zo vaak de voorzitter dit nodig oordeel.

Artikel 7 Voorzitter

  • 1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. Deze functies rouleren tweejaarlijks tussen de deelnemers.

  • 2. De voorzitter vertegenwoordigt de bedrijfsvoeringsorganisatie in en buiten rechte.

  • 3. De voorzitter ondertekent de stukken die van het bestuur uitgaan.

  • 4. De voorzitter kan de vertegenwoordiging, na overleg met het bestuur, opdragen aan een door hem schriftelijk aan te wijzen gemachtigde.

Artikel 8 Klankbordgroep Reinigingsdienst De Liemers

  • 1. Het bestuur draagt zorg voor de inrichting, ondersteuning en instandhouding van een Klankbordgroep Reinigingsdienst De Liemers, dat als klankbord fungeert voor het bestuur.

  • 2. De klankbordgroep bestaat in ieder geval uit drie raadsleden per deelnemende gemeente. Daartoe vaardigt de gemeenteraad van een deelnemende gemeente uit zijn midden drie leden af naar de klankbordgroep.

  • 3. Als een door de gemeenteraad afgevaardigd lid ophoudt raadslid te zijn, vervalt daarmee tevens het lidmaatschap van de klankbordgroep.

  • 4. De Klankbordgroep Reinigingsdienst De Liemers beraadslaagt over de ontwikkelingen in de afvalbranche, bestaand en toekomstig uitvoeringsbeleid en de bedrijfsvoering van Reinigingsdienst De Liemers.

  • 5. De Klankbordgroep Reinigingsdienst De Liemers beraadslaagt minimaal tweemaal per jaar op vooraf door het bestuur vastgestelde data en daarnaast zo vaak als het bestuur nodig acht.

Artikel 9 Inlichtingen, verantwoording en ontslag bestuursleden

  • 1. Een lid van het bestuur geeft aan het college en de raad van zijn gemeente alle inlichtingen die door één of meer leden van het college en die raad worden verlangd op de bij die gemeente gebruikelijke wijze.

  • 2. Een lid van het bestuur kan door de raad van zijn gemeente op de in die gemeente gebruikelijke wijze ter verantwoording worden geroepen voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid.

Hoofdstuk 3 Organisatie

Artikel 10 Secretariaat

  • 1. De gemeente Zevenaar verzorgt het secretariaat van de bedrijfsvoeringsorganisatie.

  • 2. De beleidsmedewerker Afval en Bedrijfsvoering van de gemeente Zevenaar is secretaris van de bedrijfsvoeringsorganisatie

  • 3. De secretaris is bij de vergaderingen van het bestuur aanwezig en staat het bestuur bij.

Artikel 11 Personeelsvoorziening

Het aanstellen van het personeel wordt op grond van een door het bestuur vastgesteld formatieplan gedaan door burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar.

Hoofdstuk 4 Financiën

Artikel 12 Financiële administratie en controle

  • 1. Op het financieel beleid, het financieel beheer, de inrichting van de financiële organisatie en de controle daarop zijn de artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toekomstig.

  • 2. Het bestuur stelt voor de in lid 1 genoemde werkzaamheden de daarvoor benodigde verordeningen vast.

  • 3. In de verordening op grond van artikel 212 van de Gemeentewet wordt in ieder geval geregeld dat minimaal één keer per jaar aan de deelnemers de stand van zaken over de uitvoering van de begroting wordt gerapporteerd (financieel en inhoudelijk).

Artikel 13 Kaderbrief

Het bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële en beleidsmatige kaders toe aan de raden van de deelnemers. Deze kaders bevatten in ieder geval een indicatie van de gemeentelijke bijdrage en de beleidsvoornemens voor het begrotingsjaar.

Artikel 14 Begroting

  • 1. Het bestuur zendt de ontwerpbegroting minimaal acht weken voordat deze door het bestuur wordt vastgesteld toe aan de raden van de deelnemers. De raden kunnen bij het bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen.

  • 2. Het bestuur stelt de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.

  • 3. Het bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval voor 1 augustus van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, aan gedeputeerde staten door.

  • 4. Terstond na de vaststelling zendt het bestuur de begroting ter kennisname aan de raden van de deelnemers.

  • 5. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, wanneer de wijziging leidt tot een verhoging van de totale bijdrage van de deelnemers met minder dan € 100.000,00.

Artikel 15 Jaarrekening

  • 1. Het bestuur zendt de voorlopige jaarrekening over het afgelopen kalenderjaar jaarlijks vóór 15 april toe aan de raden van de deelnemers.

  • 2. De rekening met bijbehorende accountantsverklaring wordt binnen twee weken na vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli aan gedeputeerde staten gezonden.

  • 3. Het batige of nadelige saldo zal aan de deelnemers worden uitgekeerd of in rekening worden gebracht, naar rato van de door de deelnemers werkelijk gemaakte kosten.

  • 4. Het bestuur zendt de rekening en bijbehorende accountantsverklaring na vaststelling ter kennisname aan de raden van de deelnemers.

Artikel 16 Bekostiging

  • 1. Het bestuur bepaalt de kostenverdeelsleutel voor de kosten van de uitvoering van de taken en de kosten ter uitvoering van deze regeling. Uitgangspunt is dat deelnemers betalen voor de werkelijk gemaakte kosten voor werkzaamheden in of ten behoeve van hun gemeente. De kosten en opbrengsten voor het aanbiedstation worden verrekend op basis van het inwonertal van de gemeente.

  • 2. In de begroting is opgenomen welke bijdrage elke deelnemer verschuldigd is ter dekking van alle kosten van de bedrijfsvoeringsorganisatie. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de deelnemers er steeds voor zorgen dat de bedrijfsvoeringsorganisatie altijd over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.

  • 3. Indien een deelnemende gemeente weigert de in het tweede lid genoemde uitgaven op de gemeentelijke begroting te zetten, dan is de geschillenregeling zoals bepaald in artikel 19 op de beslechting van dat geschil van toepassing.

  • 4. De deelnemende gemeente betalen aan de bedrijfsvoeringsorganisatie telkens voor 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 oktober van elk jaar, bij wijze van voorschot, een kwart van hun aandeel in de kosten zoals dat ingevolge de vastgestelde begroting is bepaald.

Hoofdstuk 5 Archief en Informatieverzoeken

Artikel 17 Archief

  • 1. Het bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de gemeenschappelijke regeling overeenkomstig en met inachtneming van de Archiefverordening en overige regelgeving die geldt binnen de gemeente Zevenaar.

  • 2. De archivaris van de gemeente Zevenaar is belast met het beheer van de archiefbescheiden voor zover deze niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Zevenaar.

  • 3. De kosten, verbonden aan de uitoefening van de zorg voor de archiefbescheiden, bedoeld in het eerste lid, komen ten laste van de bedrijfsvoeringsorganisatie.

  • 4. Voor de bewaring van de op grond van de artikelen 12 en 13 van de Archiefwet 1995 over te brengen archiefbescheiden is aangewezen de archiefbewaarplaats van de gemeente Zevenaar.

Artikel 18 Informatieverzoeken

  • 1. Informatieverzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en/of verzoeken op grond van de Algemene Verordening gegevensbescherming (AVG), worden behandeld door de gemeente Zevenaar.

  • 2. Over de behandeling van de in het eerste lid genoemde verzoeken kunnen met het bestuur werkafspraken worden gemaakt.

  • 3. De kosten die verbonden zijn aan de behandeling van de in het eerste lid genoemde verzoeken, komen ten laste van de bedrijfsvoeringsorganisatie.

Hoofdstuk 8 Klachten en geschillen

Artikel 19

  • 1. Op de behandeling van klachten is de klachtenregeling van de gemeente Zevenaar van toepassing.

  • 2. Indien een geschil over de toepassing van de regeling zich voordoet is artikel 28 van de Wet gemeenschappelijke regelingen van toepassing.

Hoofdstuk 9 Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing

Artikel 20 Toetreding

  • 1. Toetreding tot de regeling kan plaatsvinden indien alle deelnemers daartoe bij unanimiteit besluiten.

  • 2. Een verzoek tot toetreding dient bij het bestuur te worden ingediend, dat aan de deelnemers een advies uitbrengt over de toetreding en de eventueel daarbij te stellen voorwaarden.

Artikel 21 Uittreding

  • 1. Een deelnemer kan uittreden door toezending van een daartoe strekkend besluit aan het bestuur.

  • 2. De uittreding kan slechts plaatsvinden op 1 januari van ieder jaar met inachtneming van een opzegtermijn van 2 jaar.

  • 3. Het bestuur besluit over de gevolgen van de uittreding, met in acht name van het bepaalde in de leden 6 tot en met 8 van dit artikel.

  • 4. De financiële gevolgen van de uittreding worden - inclusief de hierdoor ontstane personele verplichtingen - aan de uittredende deelnemer in rekening gebracht.

  • 5. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding wordt voorafgaande aan de uittreding door de deelnemers gezamenlijk advies gevraagd aan één onafhankelijke externe deskundige.

  • 6. Bij de vaststelling van de financiële gevolgen zullen in ieder geval de volgende onkostenposten van de deelnemers die niet uittreden betrokken worden: investeringskosten, frictiekosten, personele kosten, huisvestingskosten, verhuiskosten en materiële kosten.

  • 7. Het advies van de in lid 6 genoemde deskundige is bindend. De kosten van inschakeling van de deskundige zijn voor rekening van de deelnemer die uittreedt.

Artikel 22 Wijziging

  • 1. Indien het bestuur wijziging van deze regeling wenselijk acht, doet zij een daartoe strekkend voorstel aan de deelnemers toekomen.

  • 2. Deze regeling kan slechts gewijzigd worden indien alle deelnemers daartoe unaniem besluiten.

Artikel 23 Opheffing

  • 1. De deelnemers besluiten bij unanimiteit tot opheffing van de regeling.

  • 2. Het bestuur stelt, nadat hij de bestuursorganen van de deelnemers om zienswijzen heeft gevraagd, een liquidatieplan vast en regelt de vereffening van het vermogen. Het liquidatieplan voorziet in ieder geval in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van de bedrijfsvoeringorganisatie over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.

  • 3. Het liquidatieplan voorziet in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.

  • 4. Het bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie en blijft ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid.

Artikel 24 Toezending van besluiten

Het college van de gemeente Zevenaar zendt de regeling alsmede de besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging of opheffing van de regeling aan Gedeputeerde Staten.

Hoofdstuk 8 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 25 Van toepassing zijnde regelgeving

De regelingen en bepalingen van de gemeente Zevenaar zijn van toepassing op de uitvoering van deze regeling, tenzij in de Wet gemeenschappelijke regelingen, deze regeling of bij besluit van het bestuur anders is bepaald.

Artikel 26 Duur

De regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.

Artikel 27 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt, na bekendmaking, in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 28 Rechten en verplichtingen

  • 1. Per datum van inwerkingtreding treedt de bedrijfsvoeringsorganisatie in de rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam “Gemeenschappelijke Reinigingsdienst De Liemers”.

Artikel 29 Inzenden regeling en bekendmaking

  • 1. Het college van de gemeente Zevenaar zendt deze regeling aan gedeputeerde staten.

  • 2. Het college van de gemeente Zevenaar draagt zorg voor de bekendmaking van de regeling met inachtneming van het bepaalde in artikel 26, tweede lid, van de wet.

Artikel 30 Citeertitel

De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling Reinigingsdienst De Liemers”.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Zevenaar d.d. 10 december 2019.

de secretaris

D. Jansen

de burgemeester

L.J.E.M. van Riswijk

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Montferland d.d. 3 december 2019.

de wnd. secretaris

drs. M.J.J. Wagener

de burgemeester

P. de Baat