Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2020

Geldend van 20-03-2020 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2020

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland heeft op 29 januari 2020 de Verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2020 vastgesteld. Deze verordening vervangt de Verordening van de Rekenkamercommissie Hoogheemraadschap van Rijnland van 7 juni 2006.

Registratienummer:

19.102967

DE VERENIGDE VERGADERING VAN HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLANDVergaderdatum 29 januari 2020 D&H-vergadering 7 januari 2020

VV-commissie BOD Commissiedatum 15 januari 2020

Portefeuillehouder R.A.M. van der Sande

Gezien het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden d.d. 7 januari 2020

BESLUIT VAST TE STELLEN:

Verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissie: rekenkamercommissie;

b. voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

c. college: dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van Rijnland;

d. verenigde vergadering: verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland;

e. lid: lid van de rekenkamercommissie, niet zijnde lid van de verenigde vergadering.

Artikel 2 Taak van de commissie

De commissie doet onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het waterschapsbestuur gevoerde bestuur.

Artikel 3 Samenstelling, benoeming, aftreedvolgorde en eed

1. De commissie bestaat uit minimaal drie leden en maximaal 5 leden.

2. De leden van de commissie worden door de verenigde vergadering benoemd voor een periode van 4 jaar.

3. De verenigde vergadering wijst uit de leden een voorzitter aan.

4. De commissie stelt een rooster van aftreden vast voor de leden. Op grond van het eerste rooster van aftreden kunnen de leden, in afwijking van het tweede lid, voor een periode korter dan vier jaar worden benoemd.

5. Indien het lidmaatschap van een lid eindigt vóór het einde van zijn benoemingstermijn, treedt diens opvolger af op het moment dat de benoemingstermijn van het vertrekkende lid zou zijn afgelopen.

6. De leden kunnen ten hoogste éénmaal herbenoemd worden.

7. De leden leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de verenigde

vergadering ten overstaan van de voorzitter van de verenigde vergadering de eed (verklaring en belofte) af:

“Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)”

Artikel 4 Ontslag

1. De verenigde vergadering ontslaat de leden van de commissie.

2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

a. op eigen verzoek;

b. bij aanvaarding van een functie die naar het oordeel van de verenigde vergadering onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel zulk een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

e. indien het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie als lid van de commissie te vervullen;

f. indien hij naar het oordeel van de verenigde vergadering ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

Artikel 5 Vergoeding leden

1. De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 300 per vergadering.

2. De leden ontvangen een vergoeding van € 250 per vergadering.

3. De wijze van vergoeding wordt geregeld in het reglement van orde van de rekenkamercommissie.

4. De vergoedingen bedoeld in eerste en tweede lid komen ten laste van het budget van de commissie

Artikel 6 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming naar de verenigde vergadering.

Artikel 7 Onderwerpselectie en onderzoeksprotocol

1. De commissie kiest de onderwerpen voor haar onderzoek en formuleert de probleemstelling aan de hand van een onderzoeksprotocol. De inhoud van het protocol staat in het reglement van orde.

2. De verenigde vergadering en het college hebben de mogelijkheid bij de voorzitter een onderwerp voor onderzoek voor te dragen.

3. De commissie zendt de in het eerste lid bedoelde onderzoeksopzet ter kennisneming naar de verenigde vergadering.

4. Jaarlijks legt de voorzitter van de commissie een (meerja(a)r(en)plan ter kennisname aan de verenigde vergadering voor.

Artikel 8 Werkwijze

1. De commissie kan besluiten de verenigde vergadering tussentijds te informeren over de voortgang van het onderzoek.

2. De commissie is bevoegd bij alle leden van de verenigde vergadering, het college en bij alle ambtenaren van het hoogheemraadschap die mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen, die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van de verenigde vergadering en de ambtenaren van het hoogheemraadschap zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

3. De commissie vergadert in beslotenheid; haar rapporten zijn openbaar.

4. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

5. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe deskundigheid inschakelen.

6. De commissie stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun reactie aan de commissie te geven op de juistheid en volledigheid van het conceptonderzoeksrapport. Betrokkenen zijn in elk geval degenen, wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie voorts als betrokkenen worden aangemerkt. De commissie stelt vervolgens het college in de gelegenheid binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste vier weken bedraagt, zijn reactie aan de commissie te geven op de conclusies en aanbevelingen van het conceptonderzoeksrapport.

7. De commissie zendt een afschrift van haar onderzoeksrapport, de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van de betrokkenen op het (concept-)rapport aan de verenigde vergadering, aan het college en aan de betrokkenen.

8. Jaarlijks legt de commissie verantwoording af aan de verenigde vergadering door middel van een beknopte eindrapportage, inclusief een financiële verantwoording.

Artikel 9 Ondersteuning

De commissie wordt bij haar werkzaamheden ondersteund door een (ambtelijk) secretaris.

Artikel 10 Budget

1. De commissie stelt op basis van het door de verenigde vergadering vastgestelde budget een jaarplan op.

2. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

3. Ten laste van het in eerste lid bedoelde budget worden de kosten gebracht betreffende:

a. de vergoedingen aan de leden;

b. de externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld;

c. overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

Artikel 11 Intrekking Verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2006

De verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is vastgesteld.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening rekenkamercommissie hoogheemraadschap van Rijnland 2020”.

Leiden, 19 maart 2020.

De verenigde vergadering

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

C.M. van de Wiel, secretaris