Beleidsregels Paasvuren gemeente Westerveld

Geldend van 05-03-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Paasvuren gemeente Westerveld

Per kalenderjaar is één vreugdevuur per dorp/buurtschap toegestaan in het paasweekeinde, het zogenaamde paasvuur.

Toelichting

Om de paasvuren controleerbaar te houden en om te voorkomen dat overal paasvuren worden georganiseerd is één vreugdevuur per kalenderjaar per dorp/buurtschap toegestaan en wel in het paasweekeinde: de zaterdag voor Pasen en Eerste en Tweede Paasdag.

Alleen maatschappelijke organisaties/instellingen die een lokaal maatschappelijk doel vertegenwoordigen kunnen een ontheffing aanvragen voor het organiseren van een paasvuur.

Toelichting

Maatschappelijke organisaties/instellingen vervullen binnen de gemeenschappen een belangrijke taak. Deze organisaties/instellingen zijn onder meer buurtverenigingen en verenigingen voor plaatselijk belang. Gezien het traditionele en maatschappelijke karakter zijn deze organisaties/instellingen het meest geschikt om uitvoering te geven aan de paasvuren. De organisaties/instellingen dienen statuten te hebben waarbij in de doelstelling een maatschappelijk belang wordt gediend en staan bij voorkeur ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Zonder inschrijving bij de Kamer van Koophandel van de organisatie/instelling en de bestuursleden zijn de bestuurders namelijk hoofdelijk aansprakelijk.

De activiteit (het paasvuur) moet een openbaar karakter hebben.

Toelichting

Het houden van een paasvuur is een traditie. Om dit te waarborgen dient de activiteit een openbaar karakter te hebben.

De paasbult mag alleen met snoeihout (afkomstig van particulieren) worden opgebouwd.

Toelichting

Op grond van de Wet milieubeheer is het niet toegestaan buiten een inrichting afvalstoffen te verbranden. Burgemeester en wethouders kunnen echter ontheffing op dit verbod verlenen indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet en voor zover het geen gevaarlijke afvalstoffen betreft. Het is in het kader van de bescherming van het milieu niet toegestaan andere stoffen dan snoeihout te verbranden. Wanneer er andere materialen dan snoeihout op de bult terecht komen dan dienen deze te worden verwijderd en te worden afgevoerd. De kosten hiervan zijn voor de organisator. Het opbouwen van een paasbult met snoeihout afkomstig van een bedrijfsmatige inrichting is niet toegestaan.

Het verzoek om een paasvuur te organiseren wordt door middel van een vastgesteld formulier aangevraagd, uiterlijk 4 weken voor Pasen.

Toelichting

Het formulier is een zogenaamde Ja en Nee formulier. Dit formulier is zo ontwikkeld dat vooraf een aantal gegevens bekend zijn over de maatschappelijke organisatie en de locatie van het paasvuur.

Ook wordt getoetst of aan de gestelde beleidsregels wordt voldaan.

Voor de afstand van het paasvuur ten opzichte van (riet gedekte) bouwwerken, bebouwde kom, natuur (bos, veen en heidevelden), openbare wegen en hoogspanning tracés worden de adviesregels van de Veiligheidsregio Drenthe gehanteerd. Veiligheidsvoorschriften voor paasvuren zijn afhankelijk van de droogte-index (www.natuurbrandrisico.nl). Fase 1 is standaard van kracht.

Bij droogte-index Fase 1:

  • 1.

    Een paasbult mag maximaal 1000 m3 snoeihout bevatten en ligt bij voorkeur buiten de bebouwde kom;

  • 2.

    Een paasbult is stabiel en aaneengesloten opgebouwd;

  • 3.

    De ondergrond rond het paasvuur is zodanig dat er geen grondvuur kan ontstaan;

  • 4.

    Tussen riet gedekte bouwwerken en andere brandgevaarlijke bouwwerken en een paasvuur wordt een afstand van minimaal 200 m aangehouden;

  • 5.

    Tussen overige bebouwing en paasvuren wordt een afstand van minimaal 50 m aangehouden;

  • 6.

    Tussen bos, heide, veen en andere natuurgebieden wordt een afstand van minimaal 100 m aangehouden;

  • 7.

    Passerend verkeer mag geen hinder ondervinden van het paasvuur. Daarom wordt er geadviseerd een afstand van minimaal 500 m aan te houden van een rijksweg, provinciale weg, waterweg en spoorweg. Voor overige openbare wegen wordt geadviseerd een minimale afstand van 20 m aan te houden;

  • 8.

    Een paasvuur wordt alleen ontstoken indien de windkracht 5 Beaufort of minder is

  • 9.

    De afstand tussen een hoogspanningstracé en een paasvuur bedraagt minimaal 40 m. Indien de afstand minder is dan 500 m dan dient een melding gedaan te worden bij de netbeheerder;

  • 10.

    De afstand tussen ondergrondse buisleidingen of kabeltracés bedraagt minimaal 25 m;

  • 11.

    Het paasvuur is tot op 50 m bereikbaar voor een brandweervoertuig.

Bij droogte-index Fase 2:

  • 1.

    Een paasbult mag maximaal 1000 m3 snoeihout bevatten en ligt bij voorkeur buiten de bebouwde kom;

  • 2.

    Een paasbult is stabiel en aaneengesloten opgebouwd;

  • 3.

    De ondergrond rond het paasvuur is zodanig dat er geen grondvuur kan ontstaan;

  • 4.

    Tussen riet gedekte bouwwerken en andere brandgevaarlijke bouwwerken en een paasvuur wordt een afstand van minimaal 1000 m aangehouden;

  • 5.

    Tussen overige bebouwing en paasvuren wordt een afstand van minimaal 50 m aangehouden;

  • 6.

    Tussen bos, heide, veen en andere natuurgebieden wordt een afstand van minimaal 500 m aangehouden;

  • 7.

    Passerend verkeer mag geen hinder ondervinden van het paasvuur. Daarom wordt er geadviseerd een afstand van minimaal 500 m aan te houden van een rijksweg, provinciale weg, waterweg en spoorweg. Voor overige openbare wegen wordt geadviseerd een minimale afstand van 20 m aan te houden;

  • 8.

    Een paasvuur wordt alleen ontstoken indien de windkracht 5 Beaufort of minder is;

  • 9.

    De afstand tussen een hoogspanningstracé en een paasvuur bedraagt minimaal 40 m. Indien de afstand minder is dan 500 m dan dient een melding gedaan te worden bij de netbeheerder;

  • 10.

    De afstand tussen ondergrondse buisleidingen of kabeltracés bedraagt minimaal 25 m;

  • 11.

    Het paasvuur is tot op 50 m bereikbaar voor een brandweervoertuig.

Toelichting

Hinder door stank, walm en stof dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Dit is mede afhankelijk van de windrichting en weersomstandigheden. Om de overlast zoveel mogelijk te voorkomen dienen de bepalingen die gelden bij fase 1 of fase 2, afhankelijk van welke fase van kracht is, in acht te worden genomen. Door het toetsen aan deze afstand wordt de organisatie echter niet ontheven van aansprakelijkheid voor gevolgen aan derden voor het houden van een paasvuur zoals ongevallen, het ontstaan van brand bij derden, alarmeren van de brandweer en dergelijke.

Voorschriften die ten aanzien van het opbouwen van het paasvuur, het houden van het paasvuur en het opruimen van het paasvuur aan de ontheffing worden verbonden.

Toelichting

De voorschriften in het kader van veiligheid, milieuwetgeving en bodembescherming worden gesteld dienen om verstoring van de openbare orde en ongewenste situaties vooraf, tijdens en achteraf te voorkomen.

  • 1.

    Het opbouwen van de paasbult mag 2 dagen voorafgaand aan het ontsteken van het paasvuur plaatsvinden;

  • 2.

    Het is niet toegestaan om andere stoffen/voorwerpen dan snoeihout aan de paasbult toe te voegen. Indien bij controle voor of tijdens de verbranding zich andere materialen dan toegestaan op de paasbult bevinden mag het vuur niet ontstoken worden, dan wel zal het vuur gedoofd moeten worden;

  • 3.

    Het paasvuur mag alleen ontstoken worden met milieuvriendelijke materialen (dus niet met brandbare vloeistoffen);

  • 4.

    Het paasvuur mag niet eerder dan op de dag aangegeven in de ontheffing vanaf 19.00 uur worden ontstoken;

  • 5.

    Het aanleggen, stoken of hebben van een paasvuur mag geen gevaar opleveren voor de omgeving;

  • 6.

    Indien door het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) in verband met de weersverwachting een code Oranje of Rood is afgegeven, is het niet toegestaan de paasbult te ontsteken;

  • 7.

    Het paasvuur mag niet ontstoken worden c.q. de ontbranding moet beëindigd worden als onvoorziene omstandigheden zich voordoen (bijvoorbeeld wanneer de windrichting zodanig is, dat derden of het verkeer op de openbare weg hinder ondervinden van rookontwikkeling of vliegvuur;)

  • 8.

    Het paasvuur mag alleen in het paasweekeinde worden ontbrand: de zaterdag voor Pasen en Eerste en Tweede Paasdag. Bij afgelasting dient de paasbult afgevoerd te worden. Dit moet binnen een week na Tweede Paasdag plaatsvinden.

  • 9.

    Tijdens de opbouw van de paasbult en tijdens het branden van het paasvuur dient minimaal één van de meerderjarige contactpersonen zoals aangegeven op het aanvraagformulier aanwezig te zijn. Deze persoon dient tevens op de hoogte te zijn van de inhoudt van de beleidsregels en voorschriften behorende bij de ontheffing;

  • 10.

    De ontheffing moet tijdens de verbranding direct getoond kunnen worden aan de toezichthoudende ambtenaren (politie, gemeente, brandweer, provincie, waterschap);

  • 11.

    Tijdens het ontsteken en het branden op de locatie van het paasvuur dient voldoende EHBO materiaal (onder meer branddekens en verbandmateriaal) aanwezig te zijn;

  • 12.

    Tijdens het ontsteken en het branden op de locatie van het paasvuur dient een deugdelijk brandblusapparaat van minimaal 6 kilogram aanwezig te zijn;

  • 13.

    De locatie waar het paasvuur is ontbrand dient door de organisatie opgeruimd te worden. De asresten afkomstig van het paasvuur dienen, binnen twee weken na de dag van het ontbranden van het paasvuur, opgeruimd te zijn. De organisator is zelf verantwoordelijk voor de afvoer van asresten en overige afvalstoffen;

  • 14.

    Indien niet aan de gestelde voorschriften wordt voldaan kan het paasvuur door het college van burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen personen, te allen tijde worden verboden;

  • 15.

    Wanneer er schade voor het milieu en/of gevaar of hinder voor derden is te vrezen, kan het paasvuur door het college van burgemeester en wethouders of de door hen aangewezen personen, te allen tijde worden verboden.

Naast deze voorschriften is artikel 13 van de Wet bodembescherming betreffende de zorgplicht voor een ieder tot voorkoming van verontreiniging van de bodem tevens van toepassing.

Hardheidsclausule

Het is altijd mogelijk dat zich (bijvoorbeeld in de weersomstandigheden) een bijzonder geval voordoet. Omdat het onmogelijk is om alle uitzonderingen in een beleid te verwoorden, behoudt de burgemeester zich het recht voor aanvragen op haar merites te beoordelen en per keer te bepalen of in het kader van de openbare orde en veiligheid het maken van een uitzondering wenselijk is met inachtneming van de toetsingscriteria.

Begrippenlijst

Paasvuur

Het houden van een vreugdevuur in het paasweekeinde, lopende van zaterdag voor Pasen tot en met Tweede Paasdag om uiting te geven aan een oude traditie.

Asresten

Verbrandingsresten welke ontstaan bij het verbranden van snoeihout.

Maatschappelijke organisatie

Een organisatie die een maatschappelijk belang of doel dient. De organisatie betreft een vereniging of stichting die kan worden aangemerkt als een rechtspersoon en dient ingeschreven zijn in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. De statuten dienen bij notariële akte te zijn opgericht.

Fase 1

Natuurbeheerders en brandweer zijn altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in deze fase (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.

Fase 2

Het is al langere tijd droog in de natuur. De kans is dan ook aanwezig dat een natuurbrand ontstaat. Een natuurbrand kan zich in droge periodes snel en onvoorspelbaar ontwikkelen, zeker bij harde wind. Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert, maar vragen ook uw medewerking om de gevolgen van natuurbrand te voorkomen of te beperken.

Vliegvuur

Door de lucht vliegende vonken. Het vliegvuur kan er voor zorgen dat een brand overslaat.

Code Oranje

Wees voorbereid. Er is grote kans op gevaarlijk of extreem weer waarbij de impact groot is en er kans is op schade, letsel of veel overlast. Dit kan heel lokaal zijn. Code oranje kan 24 uur van tevoren worden afgegeven als de kans op extreem weer 60 procent of meer is.

Code Rood

Dit is een weeralarm waarbij extreem weer een grote impact op de samenleving heeft. De weersituatie kan voor zoveel schade, letsel en overlast zorgen dat het maatschappij-ontwrichtend kan zijn. Dit kan heel lokaal zijn. Code rood wordt op zijn vroegst 12 uur uitgegeven voordat het weerfenomeen zich voordoet. Code rood kan ook uitgegeven worden als er een kleine kans is op een extreme weersituatie, maar de veiligheidsrisico’s groot zijn.

Overige bebouwing

Hieronder wordt verstaan alle bebouwing met uitzondering van riet gedekte bouwwerken.

Ondertekening

Diever, 11 februari 2020

Burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld,

De secretaris, De burgemeester,

N.L.J.J. Dusink H. Jager