Subsidieregeling Waardering Vrijwilligerswerk Capelle aan den IJssel 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Waardering Vrijwilligerswerk Capelle aan den IJssel 2020

Subsidieregeling Waardering Vrijwilligerswerk Capelle aan den IJssel 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2017 (ASV);

overwegende dat:

- het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten i n aanmerking kunnen komen voor subsidie;

- het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

- de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

- de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Waardering Vrijwilligerswerk Capelle aan den IJssel 2020.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

a. Vrijwilligersorganisatie: i. Een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon die in de gemeente Capelle aan den IJssel activiteiten uitvoert waarmee een maatschappelijk belang wordt gediend en die voor het uitoefenen van al zijn activiteiten geheel of in grote mate afhankelijk is van vrijwilligers.

ii. Een groep natuurlijke personen die structureel in georganiseerd verband in de gemeente Capelle aan den IJssel activiteiten uitvoert waarmee een maatschappelijk belang wordt gediend, waarbij de natuurlijke personen zich allen onbetaald en onverplicht inzetten.

b. Vrijwilliger: een persoon die zich in het verband van een vrijwilligersorganisatie op welke manier dan ook onbetaald en onverplicht inzet voor Capelse inwoners of de Capelse samenleving.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor het in artikel 3 bedoelde doel.

 

Artikel 3. Doel

1. Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt ten behoeve van het waarderen van het werk van vrijwilligersorganisaties binnen de gemeente.

2. De subsidie dient ten goede te komen aan de vrijwilligers die zijn aangesloten bij de vrijwilligersorganisatie die de subsidie ontvangt.

 

Artikel 4 Subsidieontvanger

Subsidie wordt verstrekt aan vrijwilligersorganisaties, met uitzondering van a

2. Geen subsidie wordt verstrekt aan :

a. Vrijwilligersorganisaties met een politieke, levensbeschouwelijke of beroepsgerichte doelstelling, waarvan de activiteiten zich beperken tot gelijk denkenden of personen die hetzelfde beroep uitoefenen;

b. Vrijwilligersorganisaties met een commerciële doelstelling.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

1. De hoogte van de subsidie bedraagt € 46,- per vrijwilliger. Dit bedrag wordt niet jaarlijks geïndexeerd.

2. Voor een vrijwilligersorganisatie met een recreatief of op ontspanning gericht doel wordt de subsidie verstrekt voor maximaal 10% van het aantal personen dat bij de organisatie is aangesloten.

3. Een subsidie verstrekt aan een vrijwilligersorganisatie als bedoeld in artikel 1, onder a, onderdeel ii, bedraagt maximaal € 500,--,-.

Artikel 6. Aanvraag

Bij een aanvraag om subsidie legt de aanvrager, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASV, de volgende gegevens over:

a. het aantal vrijwilligers waarvoor een subsidie wordt aangevraagd en de leeftijdscategorieën waarin deze vrijwilligers zich bevinden.

b. indien de aanvraag een vrijwilligersorganisatie met een recreatief of op ontspanning gericht doel betreft: een opgave van het aantal personen dat bij de organisatie is aangesloten.

c. indien de aanvrager een vrijwilligersorganisatie is als bedoeld in artikel 1, onder a, onderdeel ii: een beschrijving van het doel waarvoor de vrijwilligersorganisatie zich inzet en een verklaring dat deze inzet naar verwachting gedurende het gehele jaar waarvoor de subsidie wordt gevraagd zal voortduren.

d. een beschrijving van de manier waarop de subsidie zal worden aangewend, hoe de vrijwilligers betrokken worden bij het besluit over de besteding van de subsidie en op welke wijze over de besteding van de subsidie wordt gecommuniceerd binnen de vrijwilligersorganisatie.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV moet een aanvraag om een subsidie worden ingediend voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 8. Verplichtingen

1. Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

2. Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 9. Slotbepalingen

1. De Subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk Capelle aan den IJssel 2019 wordt ingetrokken.

2. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2020.

3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Waardering Vrijwilligerswerk 2020.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Ter informatie wordt opgemerkt dat de gemeente een collectief verzekeringspakket heeft afgesloten ten behoeve van alle vrijwilligers die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verrichten ten behoeve van anderen of de samenleving en waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend. Het collectief verzekeringspakket bestaat uit:

-- een ongevallen- en persoonlijke eigendommenverzekering voor vrijwilligers;

-- een aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers;

-- een rechtsbijstandsverzekering voor vrijwilligers;

-- een aansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen;

-- een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering voor bestuurders rechtspersonen;

-- een verkeersaansprakelijkheidsverzekering voor rechtspersonen.

Het gaat hierbij om een secundaire verzekering. Dit betekent dat deze verzekering alleen van kracht is, voor zover de schade niet is gedekt door een andere verzekering al dan niet van oudere datum.

Een vrijwilligersorganisatie kan gebruik maken van deze collectieve verzekering voor de bij haar aangesloten vrijwilliger(s). Het is niet nodig vrijwilligers aan te melden voor de verzekering. Ook hoeft geen urenregistratie te worden bijgehouden. Niet verzekerd zijn:

-- de vrijwillige politie en de vrijwillige brandweer, vanwege speciaal voor hen getroffen rechtspositieregelingen;

-- vrijwilligers die actief zijn voor een Vereniging van Eigenaren of een huurdersvereniging, omdat deze organisaties het eigen belang tot doel hebben en niet een maatschappelijk belang;

-- vrijwilligers die zich op individuele basis inzetten, zonder dat sprake is van enig organisatorisch verband.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Uit artikel 1 onder a blijkt dat organisaties waarbij vrijwilligers ingezet worden als aanvulling op de dienstverlening niet voor subsidie op grond van deze subsidieregeling in aanmerking komen.

Vrijwilligers zijn bij deze organisaties onderdeel van de bedrijfsvoering. Zij ontlasten het personeel.

De betreffende organisaties dienen de kosten voor de vrijwilligers mee te nemen in hun totale lasten.

Een groep natuurlijke personen is alleen vrijwilligersorganisatie in de zin van deze subsidieregeling als de groep zich structureel voor een bepaald doel inzet. Een groep bewoners die eens per jaar een buurtbarbecue organiseert, behoort hier bijvoorbeeld niet toe.

Vrijwilligers zoals bedoeld in artikel 1 onder b kunnen mensen zijn die zich wekelijks of één week per jaar zeven dagen inzetten, maar het kunnen ook mensen zijn die eenmaal per maand iets doen in het verband van een vrijwilligersorganisatie. Vrijwilligers moeten wel bekend zijn en geregistreerd staan als vrijwilliger binnen de organisatie waar zij hun werkzaamheden verrichten. Dat dit het geval is wordt aangetoond door middel van de gegevens bedoeld in artikel 6, onder a. De werkzaamheden welke de vrijwilliger uitvoert kunnen van zeer uiteenlopende aard zijn, bijvoorbeeld mensen verzorgen, een bestuursfunctie vervullen, chauffeur zijn of de plantsoenen bijhouden.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Doel

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college, voor zover van toepassing in een subsidieregeling, tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Stimulering Vrijwilligerswerk vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Ten aanzien van subsidieverstrekking aan een groep van natuurlijke personen wordt het volgende opgemerkt:

1.Financiële verplichting

Wie in een groep van natuurlijke personen subsidie ontvangt, krijgt dit op persoonlijke titel. Dit betekent dat wanneer de afgesproken prestaties (in deze subsidieregeling: de besteding van het subsidiebedrag ten behoeve van de bij de vrijwilligersorganisatie aangesloten vrijwilligers) niet worden geleverd, de subsidie kan worden teruggevorderd. In dit geval is/zijn de subsidieontvanger(s) met zijn of haar privévermogen aansprakelijk.

2. Bijstandsuitkering

Indien een natuurlijke persoon een bijstandsuitkering ontvangt en hij of zij voornemens

is een subsidie aan te vragen, dan wordt aangeraden om voorafgaand aan de

subsidieaanvraag dit voornemen te bespreken met de betrokken casemanager van

Sociale Zaken IJsselgemeenten. Dit om te voorkomen dat de subsidie gezien wordt

als inkomsten en mogelijk in mindering worden gebracht op de uitkering, dan wel dat

de uitkering later worden teruggevorderd of dat er zelfs een boete wordt opgelegd.

Ook zal de betrokken casemanager beoordelen of het is toegestaan om de

gesubsidieerde activiteiten uit te voeren met behoud van uitkering en of dit past

binnen een eventueel re-integratietraject.

3. Overige uitkeringen

Indien een natuurlijk persoon een uitkering, anders dan een bijstandsuitkering,

ontvangt en hij of zij voornemens is om een subsidie aan te vragen, dan wordt

aangeraden om voorafgaand aan de subsidieaanvraag dit voornemen te bespreken

met de betrokken uitkerende instantie. In overleg met de instantie kan worden

bepaald of het ontvangen van een subsidie mogelijk is of niet.

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

Natuurlijke personen, verenigd in een groep, kunnen maximaal een subsidie van

€ 500,-- ontvangen. De reden hiervoor is dat er zowel voor de subsidieontvanger als voor de

gemeente risico’s verbonden zijn aan het verstrekken van een subsidie aan een natuurlijke

persoon. Voor de natuurlijke persoon ligt dit in het feit dat hij of zij met zijn privévermogen

aansprakelijk is voor het nakomen van de subsidieverplichtingen, waaronder de mogelijke

verplichting om de subsidie terug te betalen als de gesubsidieerde prestaties niet worden

geleverd. Omgekeerd bestaat voor de gemeente de kans dat de subsidieontvanger geen

verhaal biedt als zou worden besloten tot terugvordering van de subsidie.

Artikel 6. Aanvraag

De aanvrager moet op grond van het gestelde onder a bij de aanvraag aangeven in welke leeftijdscategorieën de vrijwilligers waarvoor subsidie wordt aangevraagd zich bevinden. In het aanvraagformulier worden in dit kader de volgende leeftijdscategorieën onderscheiden:

16 – 29 jaar, 30-39 jaar, 40-49 jaar, 50-64 jaar en 65 jaar of ouder

Anders dan bij een rechtspersoon is met betrekking tot een groep van natuurlijke personen niet op voorhand duidelijk wat het (statutaire) doel van deze groep is. De gegevens die worden gevraagd onder c zijn er op gericht om dit helder te krijgen.

De aanvrager moet bij de aanvraag onder meer beschrijven hoe het subsidiebedrag besteed zal worden. Het is aan de vrijwilligersorganisatie om te bepalen voor welke activiteit zij de subsidie willen gebruiken, mits zij ten goede komt aan alle vrijwilligers binnen de organisatie. Wanneer alle vrijwilligers liever een onkostenvergoeding ontvangen dan bijvoorbeeld een jaarlijks cadeau, is dit geoorloofd. Vrijwilligers van de betreffende organisatie dienen op de hoogte te zijn van deze subsidie en waar het geld voor gebruikt wordt. De subsidie mag niet ten goede komen aan slechts enkele vrijwilligers of besteed worden aan onkosten die niet direct de vrijwilligers aangaan.

Artikel 7. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 9. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.