Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest houdende regels omtrent de laadinfrastructuur elektrische voertuigen (Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen)

Geldend van 16-01-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest houdende regels omtrent de laadinfrastructuur elektrische voertuigen (Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen)

Burgemeester en wethouders van Soest,

overwegende dat het wenselijk is om regels te stellen voor het plaatsen van infrastructuur voor het laden van elektrische voertuigen in de openbare ruimte,

besluiten tot vaststelling van de Beleidsregels laadinfrastructuur elektrische voertuigen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd:

Artikel 2 Wegenverkeerswet 1994

Artikel 1 Begripsbepalingen

In de beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    elektrische voertuigen: alle voertuigen die op de openbare weg mogen rijden, geheel of gedeeltelijk op elektriciteit kunnen rijden en voorzien zijn van een stekker om op te laden.

  • b.

    oplaadinfrastructuur: het geheel van oplaadpalen, aansluitingen op het elektriciteitsnet en andere voorzieningen in de openbare ruimte op of aan de weg bestemd voor het opladen van elektrische voertuigen.

  • c.

    oplaadpaal: een oplaadobject in de vorm van een paal met tenminste één aansluiting en de mogelijkheid voor twee of meer aansluitingen voor het gelijktijdig opladen van elektrische voertuigen.

  • d.

    aanvrager: de toekomstige gebruiker van een oplaadpaal.

  • e.

    beheerder: een partij die op grond van een aanbesteding een overeenkomst met MRA-E heeft gesloten inzake plaatsing, beheer en/of exploitatie van oplaadobjecten.

  • f.

    MRA-E: het samenwerkingsverband van verschillende publieke partijen met als doel het stimuleren van elektrisch vervoer door middels van elektrische voertuigen in de deelnemende gemeenten waaronder Soest, vertegenwoordigd door gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland.

  • g.

    gebruiker:

    • 1.

      een organisatie die gevestigd is in de gemeente Soest en eigenaar en/of bezitter is van een of meerdere elektrische voertuigen of een of meerdere werknemers in dienst heeft die beschikken over een elektrisch voertuig.

    • 2.

      een particulier die een elektrisch voertuig bezit of leaset en woont en/of werkt in de gemeente Soest.

  • h.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest.

Artikel 2 Aanleiding

De gemeente Soest wil vervoer zonder emissies stimuleren, waaronder elektrisch vervoer. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het behalen van (inter)nationale doelstellingen om emissieloos te rijden.

Om elektrisch vervoer te stimuleren zijn er beleidsregels opgesteld die duidelijkheid verschaffen over het plaatsen en gebruiken van een laadpaal, waarbij de veiligheid in de openbare ruimte voorop staat. Verder dienen deze beleidsregels duidelijkheid te verschaffen over de criteria en voorwaarden voor de aanvraagprocedure van een laadpaal.

Artikel 3 Laadpaal aanvragen

Ons uitgangspunt is dat iedereen die een elektrisch voertuig (volledig of hybride) bezit of leaset, de mogelijkheid moet hebben om zijn/haar voertuig te kunnen opladen binnen 300 meter loopafstand van woning of bedrijf. Zo kan iedereen die in de gemeente Soest woont of werkt een laadpaal in de openbare ruimte aanvragen ten behoeve van het opladen van zijn/haar voertuig. Deze aanvraag wordt gedaan in het portaal van MRA-E.

De beheerder van de oplaadinfrastructuur dient vervolgens de formele aanvraag voor de APV-ontheffing/vergunning en het verkeersbesluit in. Dit om duidelijk te maken dat het geen privéparkeerplaats voor de gebruiker betreft. Op grond van de Wegenverkeerswetgeving kunnen voor bewoners of bedrijven ook geen eigen parkeerplaatsen worden aangewezen op de openbare weg. De enige uitzondering hierop is de individuele gehandicaptenparkeerplaats, die door middel van een verkeersbesluit kan worden aangewezen (Bord E6 met als onderbord het kenteken van de betreffende auto). Bij een individuele gehandicaptenparkeerplaats kan ook een oplaadpaal worden geplaatst, wanneer het betreffende voertuig elektrisch is. Er is in dat geval al een verkeersbesluit genomen voor het gebruik van de parkeerplaats.

Voorwaarden

We stellen een aantal voorwaarden aan de aanvraag via het portaal van MRA-E:

  • 1.

    De aanvrager is/komt in het bezit van, of leaset, een elektrisch voertuig;

  • 2.

    De aanvrager woont en/of werkt in gemeente Soest;

  • 3.

    De aanvrager heeft geen gelegenheid om privé of op bedrijfsterrein (zoals een oprit, garage e.d.) een laadpaal te plaatsen en de auto neer te zetten om deze op te laden;

  • 4.

    Er is geen andere laadvoorziening in de openbare ruimte binnen 300 meter loopafstand.

    • a.

      Is er wel een laadvoorziening binnen 300 meter loopafstand met een enkele parkeerplaats, dan wordt de tweede parkeerplaats bij de bestaande laadpaal in gebruik genomen voor het laden van elektrische als managementrapportages van de beheerder uitwijzen dat de bezettingsgraad van dat ene parkeervak 40% of hoger is geweest gedurende een periode van twee maanden.

Artikel 4 Locatiebepaling

Wanneer de aanvraag is ingediend en de aanvrager voldoet aan de voorwaarden, bepaalt de gemeente Soest de locatie in overleg met MRA-E aan de hand van een nader vast te stellen strategische laadpalenkaart. Wanneer de plankaart is vastgesteld door het college, is deze leidend voor de locatiebepaling. De locatie van een openbare laadpaal hangt af van bepaalde criteria. Daarnaast gaan we ook uit van een aantal voorkeuren wat betreft de plaatsing van een laadpaal. Beiden staan hieronder beschreven.

Criteria:

  • Afstand

  • De locatie ligt binnen 300 meter loopafstand van de aanvrager en er is geen andere openbare laadpaal binnen deze afstand waar nog een tweede plek gereserveerd kan worden voor elektrisch laden.

  • Eigendom

  • De grond waarop de laadvoorziening komt te staan, is in eigendom van de gemeente Soest.

  • Twee parkeerplaatsen

  • De laadvoorziening wordt tussen twee bestaande aangrenzende parkeerplaatsen geplaatst zodat (in principe) twee elektrische voertuigen tegelijk kunnen laden.

  • Doorgang

  • De doorgang voor ander verkeer (fiets, voetganger, rolstoel etc.) blijft gewaarborgd.

  • Laadpaal wordt niet op de weg geplaatst

  • Een laadpaal mag geen hinder zijn voor het huidige verkeer.

  • Groen

  • Er wordt geen kwalitatief groen opgeofferd voor het plaatsen van de laadpaal of het aanleggen van parkeerplaatsen voor de laadpaal.

  • Plannen

    Het plaatsen van laadpalen moet passen binnen geplande reconstructies of andere infrastructurele ontwikkelingen.

Voorkeuren:

  • Straatmeubilair

  • Een laadpaal dient geen belemmering te vormen ten aanzien van ander straatmeubilair.

  • Infrastructuur

  • Een laadpaal wordt waar mogelijk binnen 25 meter van een elektriciteitskabel geplaatst, zodat deze makkelijk aangesloten kan worden op het elektriciteitsnet.

  • Verzamellocaties

  • Laadpalen worden waar mogelijk geplaatst op zogenaamde ‘verzamellocaties’: locaties waar meerdere parkeervakken bij elkaar geconcentreerd zijn. Denk hierbij aan (kleine) parkeerterreinen.

  • Neutraliteit plek

  • Laadpalen worden waar mogelijk op een neutrale plek geplaatst (zoals een blinde muur en bij groenvoorzieningen). Een uitzondering hierop wordt gemaakt als de aanvrager een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken heeft.

  • Zichtlocaties

  • De betreffende parkeerplaats is gemakkelijk toegankelijk/bruikbaar en waar mogelijk goed zichtbaar voor andere (potentiële) e-rijders, om hiermee elektrisch rijden verder te stimuleren.

  • Parkeerdruk

    De locatie van de laadpaal veroorzaakt zo min mogelijk extra parkeerdruk. Hoge parkeerdruk is geen reden om van de plaatsing van een laadpaal af te zien. Overigens betekent de komst van een laadpaal in veel gevallen een verschuiving van de parkeerdruk, doordat een elektrisch voertuig vaak in de plaats komt van een regulier voertuig. Echter in het geval dat de aanvraag vanuit een bedrijf komt en van invloed is op verhoging van de parkeerdruk in een (woon)wijk, dan kan dit wel worden meegewogen in het besluit.

Artikel 5 Besluitvorming

De ontheffing/vergunning voor het plaatsen van een oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur wordt van kracht en kan dus pas worden gebruikt, nadat het verkeersbesluit tot aanwijzing van de benodigde parkeerplaats(en) onherroepelijk is geworden. Om het besluitvormingsproces te versnellen, nemen we, met vaststelling van de plankaart, ook een verkeersbesluit voor alle locaties die op de kaart zijn aangewezen.

Verwijdering en/of verplaatsing

De gemeente of de beheerder kan het initiatief nemen voor het verwijderen of verplaatsen van een laadpaal. Bij het vervallen van een laadpunt, neemt de gemeente een nieuw verkeersbesluit waarin de reservering voor elektrische voortuigen wordt opgeheven. Dit kan bijvoorbeeld wanneer de laadvoorziening in praktijk niet of niet structureel wordt gebruikt. Het is namelijk niet gewenst dat daardoor een of meerdere parkeerplaatsen (nagenoeg) onbenut blijven.

Ook indien de beheerder van de oplaadinfrastructuur zich niet houdt aan de voorschriften verbonden aan de ontheffing, kan het college de ontheffing intrekken. Het college kan in dat geval ook het verkeersbesluit, waarbij de parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen zijn aangewezen, intrekken. In deze gevallen heeft de beheerder het recht en de plicht de oplaadpaal en/of andere oplaadinfrastructuur binnen een door het college aan te geven termijn te verwijderen. De hiermee samenhangende kosten zijn voor de rekening van de beheerder.

Het college kan de ontheffing ook wijzigen of intrekken, indien er een wegreconstructie plaatsvindt als gevolg waarvan de aangewezen parkeerplaatsen zullen verdwijnen. In dat geval zal de gemeente samen met de beheerder bezien of een alternatieve locatie in de directe nabijheid mogelijk is. Kosten hiervoor zijn voor rekening van de gemeente, wanneer de wegreconstructie plaatsvindt binnen 5 jaar na afgifte van de ontheffing. Kosten zijn voor rekening van de beheerder, wanneer de wegreconstructie later dan 5 jaar na afgifte van de ontheffing plaatsvindt.

Artikel 6 Algemeen

Blauwe zone

Wanneer parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische voertuigen liggen in gebieden voor betaald parkeren, vergunninghouders, blauwe zone of een andere parkeerrestrictie, dan moeten de bestuurders van deze voertuigen zich aan de betreffende regels houden. Parkeerplaatsen in een blauwe zone kunnen eventueel ‘buiten de blauwe zone’ worden geplaatst, zodat elektrisch voertuigen ook gedurende langere tijd kunnen worden opgeladen. Hiervoor moet het betreffende verkeersbesluit worden aangepast en de blauwe streep bij deze parkeerplaatsen worden verwijderd.

Handhaving

Indien een niet elektrische auto op een parkeerplaats voor elektrische auto’s staat, kunnen bevoegde ambtenaren van de gemeente (BOA’s) of politie handhavend optreden. Dit geldt ook voor een elektrisch voertuig die niet door middel van de laadkabel verbonden is met de laadpaal. Het juiste gebruik is: als een elektrisch voertuig met de kabel aangesloten is op het oplaadpunt en ook daadwerkelijk aan het laden is.

Semi Private Aansluitingen op eigen terrein zijn toegestaan

Semi Private Aansluitingen op eigen terrein zijn toegestaan. Dit betekent dat u uw privé laadpunt open mag stellen voor andere gebruikers.

Bijzondere omstandigheden

Het college beseft dat de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en laadinfrastructuur nieuw en nog volop in ontwikkeling zijn. Met deze beleidsregels wil het college duidelijkheid verschaffen over de voorwaarden, criteria en condities die van toepassing zijn op het realiseren van oplaadpalen en/of andere oplaadinfrastructuur in de gemeente. In specifieke, bijzondere of onvoorziene omstandigheden kan het college besluiten van deze beleidsregels af te wijken. Indien nodig stellen we de beleidsregels bij als ontwikkelingen daar om vragen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 8 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels oplaadinfrastructuur elektrische voertuigen.