Beleidsregels inzake het toekennen van ambtshalve verminderingen Sabewa Zeeland 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels inzake het toekennen van ambtshalve verminderingen Sabewa Zeeland 2014

Het dagelijks bestuurvan hetOpenbaar Lichaam Belastingsamenwerking Sabewa Zeeland (hierna “Sabewa Zeeland”);

gelet op het bepaalde in artikel  1, onderdelen n en o, van de Gemeenschappelijke  Regeling Belastingsamenwerking  Sabewa Zeeland  (hierna de Gemeenschappelijke  Regeling), waarinde gemeentelijke  belastingen en waterschapsbelastingen staan omschreven waarvan de heffing en invordering aan Sabewa Zeeland is overgedragen;

BESLUIT:

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toekennen van ambtshalve verminderingen.

Artikel 1 Reikwijdte en definities

  • 1.

    De bepalingen van dit voorschrift gelden bij de heffingvan waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen, zoals omschreven in artikel 1, onderdelen n en o, van de Gemeenschappelijke Regeling.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van hetvoorgaande lid, zijn deze beleidsregels niet van toepassing op belastingaanslagen in de watersysteemheffing gebouwde onroerende zaken en de onroerende-zaakbelastingen, waaraaneen op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waarderingonroerende zaken gegevenbeschikking tot vaststelling van de waardeten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagenartikel 18a, eerste lid, onder b,van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is.

  • 3.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    a. ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuistebelastingaanslag of beschikkingop voet van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het verlenenvan een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling als bedoeld in artikel 134 van de Waterschapswet of artikel 244 van de Gemeentewet;

    b. de belanghebbende: de belastingplichtige, degenedie de belasting als hoofdelijk mede aansprakelijke heeft betaald,of degene wiens inkomens- of vermogensbestanddelen zijn begrepen in het voorwerp van de belasting waarop de aanslag betrekking heeft

    c. de vijfjaarstermijn: de termijn door welks verloop de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag op voet van artikel 16 respectievelijk artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen vervalt;

    d. de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag,de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslagals bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e,

    van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,  alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeldin artikel 125a, tweede lid, 

    onder a, van de Waterschapswet en artikel 233a, tweede lid, onder a, van de Gemeentewet;het bedrag van de vermindering:  

    e. hetbedrag waarmee de belastingaanslag  ingevolge artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 134 van de Waterschapswet  en artikel 244 van de Gemeentewet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Indien bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daaraantoe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd

    f. de ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar als bedoeld in artikel 25 van de Gemeenschappelijke Regeling;

    g. de belastingwet: algemeenverbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van de in artikel1, onderdelen n en o, van de Gemeenschappelijke Regeling opgenomen belastingen.

 

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering, ontheffing of teruggaaf wordt verleend

  • 1.

    Indien bij de behandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift dat om andereredenen van formele aard niet-ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedragis vastgesteld, wordt deze door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verminderd.

  • 2.

    Indien een aanvraag,betrekking hebbende op een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling niet tijdig wordt gedaan, wordtdeze vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling, door de ambtenaar, belast met de heffing, ambtshalveverleend.

 

Artikel 3 Uitzonderingen

In de volgende gevallen vindt geen ambtshalve vermindering plaats:

  • 1.

    indien ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift de vijfjaarstermijn is verstreken;

  • 2.

    indien aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuldde wettelijke termijn voor het indienenvan een bezwaarschrift dan wel een verzoekschrift ongebruikt heeft gelaten.

 

Artikel 4 Jurisprudentie

  • 1.

    Een arrest van de Hoge Raad of een uitspraak van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet ligt besloten die voor de belanghebbende gunstigeris dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalveverlenen van vermindering ontheffing of teruggaaf van belasting indiende belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarophet arrest door de Hoge Raad is gewezen, dan wel de uitspraak van het gerechtshof of van een rechtbank is gedaan.

  • 2.

    Hetgeen in het eerste lid is bepaald, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciele beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

Artikel 5 Mededeling van afwijzing

Zowel in het geval dat ambtshalve vermindering wordt toegekend alsin het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan.De mededeling wordtgedaan in de uitspraak ophet bezwaar- of verzoekschrift dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.

         

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2014.

2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels inzake het toekennen van ambtshalve verminderingen Sabewa Zeeland 2014”.

Ondertekening

Het dagelijks bestuur van het Openbaar Lichaam Belastingsamenwerking SaBeWa Zeeland

Aldus vastgesteld op 13 september 2013.