Regeling vervallen per 30-12-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent gemeentelijke begraafplaatsen (Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente West Betuwe)

Geldend van 18-12-2019 t/m 29-12-2022

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent gemeentelijke begraafplaatsen (Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente West Betuwe)

De raad van de gemeente West Betuwe;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d… , nummer ..;

Gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

De Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente West Betuwe vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    begraafplaats: gemeentelijke begraafplaats in de gemeente West Betuwe te weten:

    • 1.

      Asperen aan de Leerdamseweg;

    • 2.

      Heukelum aan de Torenstraat 1;

    • 3.

      Heukelum aan de Achterweg;

    • 4.

      Herwijnen aan de Peperstraat;

    • 5.

      Spijk (Oud, Spijkseweg) aan de Zuiderlingedijk 184;

    • 6.

      Spijk aan de Spijkse Steeg;

    • 7.

      Vuren aan de Graaf Reinaldweg;

    • 8.

      Vuren aan de Waaldijk 125;

    • 9.

      Geldermalsen aan de D.J. van Wijkstraat;

    • 10.

      Geldermalsen aan de Lange Akker;

    • 11.

      Buurmalsen aan de Lingedijk;

    • 12.

      Meteren aan de Bredestraat;

    • 13.

      Meteren aan de Achtersteweg/Rijkstraatweg;

    • 14.

      Acquoy aan de Achterweg;

    • 15.

      Deil aan ’t Oosteneind;

    • 16.

      Enspijk aan de Beemd;

    • 17.

      Beesd aan de Schuttersweg;

    • 18.

      Beesd aan de Veerweg;

    • 19.

      Est aan de Esterweg;

    • 20.

      Haaften (nieuw) aan de Bernhardstraat;

    • 21.

      Haaften (oud) aan de Engelenhof;

    • 22.

      Hellouw aan de Beatrixstraat;

    • 23.

      Ophemert aan de Hermoesestraat;

    • 24.

      Opijnen (nieuw) aan de Slotstraat;

    • 25.

      Opijnen (oud) naast de kerk;

    • 26.

      Tuil (nieuw) aan de Haarstraat;

    • 27.

      Tuil Langstraat (gesloten begraafplaats);

    • 28.

      Tuil (oud) aan de St. Antoniestraat;

    • 29.

      Varik aan de Weiweg;

    • 30.

      Varik, dikke toren (gesloten begraafplaats);

    • 31.

      Waardenburg aan de Kaalakkerstraat.

  • b.

    graf: een grond (zand) graf of keldergraf;

  • c.

    keldergraf: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; keldergraven kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van maximaal twee lijken danwel het doen bijzetten en bijgezet houden van één asbus met of zonder urn bij één begraven lijk.

  • g.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • h.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van maximaal twee asbussen met of zonder urnen.

  • i.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • k.

    algemene urnennis: een nis, bij de gemeente in beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    particulier kindergraf: een graf voor op het daarvoor bestemde gedeelte van de begraafplaats ten aanzien waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen jonger dan 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overledenen jonger dan 12 jaar.

  • m.

    algemeen kindergraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen jonger dan 12 jaar;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen van overledenen jonger dan 12 jaar.

  • n.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: gedenkteken en/of beplanting op een graf;

  • p.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften en figuren met inbegrip van kettingen, hekwerken, kunstwerken en dergelijke;

  • q.

    grafbeplanting: alle planten en bloemen op een graf al dan niet vast in de grond of in een pot of vaas;

  • r.

    schudden: werkhandeling die zorg draagt dat alle resten op alle diepten uit een graf verzameld en onderin hetzelfde graf geborgen worden;

  • s.

    beheerder: de namens het college aangewezen persoon of functie die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • t.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier (kinder)graf of een particulier urnengraf of - nis, voor bepaalde of onbepaalde tijd, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • u.

    belanghebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon die in de gemeentelijke begraafplaatsadministratie bekend is als belanghebbende bij een algemeen graf, een algemeen urnengraf, of een algemene urnennis, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • v.

    oorlogsgraf: elk graf van een door de Oorlogsgravenstiching erkend oorlogsslachtoffer;

  • w.

    particulier oorlogsgraf: elk graf van een door de raad en/of het college erkend oorlogsslachtoffer;

  • x.

    de wet: Wet op de lijkbezorging.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen

Voor zover in of krachtens deze verordening wordt gesproken van 'particulier graf' / wordt daaronder mede verstaan: particulier urnengraf en particuliere urnennis.

Voor zover in of krachtens deze verordening wordt gesproken van 'algemeen graf' / wordt daaronder mede verstaan: algemeen urnengraf en algemene urnennis.

Voorzover in of krachtens deze verordening wordt gesproken over 'kindergraf' / wordt daaronder mede verstaan: kinderurnengraf en kinderurnennis.

Hoofstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1. De begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

  • 4. Het is verboden om anders dan via de daarvoor bestemde toegangen de begraafplaatsen te betreden.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats te rijden zonder toestemming van de beheerder. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten (niet zijnde begrafenissen en asbezorging), onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van deze plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

  • 1. Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2. Indien het ruimen geschiedt in opdracht van de rechthebbende, kan deze op schriftelijk verzoek bij de ruiming aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan minimaal 2 werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden vóór 12.00 uur, schriftelijk kennis aan het college. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 2. De bepaling in het vorige lid geldt niet indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven. De kennisgeving aan het college moet in dit geval zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, het daarna sluiten van een graf en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden onder toezicht en op aanwijzing van de beheerder of onder zijn toezicht staand personeel.

  • 4. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur op de dag voorafgaand aan de dag van begraving mondeling of schriftelijk aan de het college hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag, zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag.

  • 5. Indien nabestaanden werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf verrichten zoals aangegeven is in lid 4 wordt dit ter beoordeling en goedkeuring van de beheerder voorgelegd. Er kunnen nadere voorwaarden worden vastgesteld door de beheerder. De kosten voor toezicht die gemoeid gaan met het uitvoeren van deze werkzaamheden zijn voor rekening van de nabestaanden

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1. Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie wordt geregeld via de begrafenisondernemer of de beheerder van de aula.

  • 2. Het gebruik van de ruimten wordt uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk door de beheerder van de aula, aan de beheerder van de begraafplaats gemeld.

Artikel 9 Te overleggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is op werk- en zaterdagen van 9.00 tot 16.00 uur. De zondag en algemeen erkende feest- en gedenkdagen gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag (en zaterdag).

  • 2. De beheerder kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

  • 3. Datum en uur van begraven en het bezorgen van as en de wijze waarop dit zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

  • 1. Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven particuliere graven en algemene graven.

  • 2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven, hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de wet.

  • 3. Het bijzetten van asbussen in een algemeen graf is niet toegestaan.

  • 4. Het college kan strooivelden aanwijzen waar as kan worden verstrooid.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte graven

  • 1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven. De beheerder bepaalt de volgorde van uitgifte, de plaatsbepaling en eventuele mogelijkheid voor keuze van geruimde graven.

  • 2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Categorieën graven

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt in dat geval voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15 Termijnen particuliere en algemene graven

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig jaar recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op verzoek van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tien of twintig jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend. Van deze termijn kan alleen afgeweken worden als men het grafrecht niet langer wil verlengen dan de grafrusttermijn.

  • 3. Een algemeen graf wordt uitgegeven voor een termijn van 10 jaar. Deze termijn kan niet worden verlengd.

Artikel 16 Keldergraf

  • 1. Het college kan aan de rechthebbende van een uitsluitend recht op een particulier graf vergunning verlenen tot aanbrengen van een keldergraf overeenkomstig de door het college te stellen nadere regels.

  • 2. De kosten voor het aanbrengen van een keldergraf zijn voor rekening van de rechthebbende.

  • 3. Het college stelt nadere regels vast over de afmeting en de situering van het keldergraf.

  • 4. Een keldergraf mag niet worden geopend, anders dan twee uur voor een begraving of bijzetting.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het uitsluitend recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende en de beoogde rechthebbende worden overgeschreven op naam van de beoogde rechthebbende, een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het uitsluitend recht op een particulier graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen twaalf maanden na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan bij het college.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van twaalf maanden, kan het college het uitsluitend recht op het particulier graf of een graf voor onbepaalde tijd vervallen verklaren.

  • 5. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van twaalf maanden kan het college het uitsluitend recht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf of graf voor onbepaalde tijd. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Hoofdstuk 5 grafbedekkingen

Artikel 19 Melding gedenkteken, aard en afmeting grafbedekking

  • 1. Voor het hebben, vervangen of aanpassen van een grafbedekking is een schriftelijke melding nodig aan het college. De rechthebbende van een particulier graf of de belanghebbende van een algemeen graf doet melding van het plaatsen en hebben van een grafbedekking.

  • 2. Het college stelt nadere regels vast omtrent de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen en kan het plaatsen van grafbedekking verbieden.

  • 3. Wanneer tijdens de melding van een voorgenomen plaatsing of tijdens een controle op de plaatsing van grafbedekkingen wordt geconstateerd, dat maatvoering of materiaalgebruik niet overeenkomen met de door het college vastgestelde nadere regels, zal de aanvrager worden gesommeerd alsnog te voldoen aan de nadere regels. Indien men hier niet aan voldoet binnen de gestelde termijn kan de grafbedekking worden verwijderd. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. Het college kan op schriftelijk verzoek van de aanvrager in bijzondere omstandigheden afwijken van de nadere regels.

Artikel 20 Onderhoud door de gemeente

Het college voorziet in het algemeen onderhoud van de begraafplaats.

Artikel 21 Onderhoud door rechthebbende of belanghebbende

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening van en voor risico van de rechthebbende of de belanghebbende.

  • 2. De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking en andere voorwerpen op het graf zodanig te onderhouden en te herstellen dat het uiterlijk aanzien van de begraafplaats niet wordt geschaad en geen gevaar ontstaat voor derden.

  • 3. Indien de rechthebbende of de belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende beplanting, voorwerpen of zo nodig de grafbedekking (geheel of gedeeltelijk) doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering van de grafbeplanting of het gedenkteken, zoals bedoeld is in lid 3, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende of de belanghebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5. Het college kan de rechthebbende of de belanghebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar oplevert voor derden.

Artikel 22 Niet blijvende grafbeplanting

Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert, kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 3 maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende of van de belanghebbende.

Artikel 23 Verwijdering van grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van het uitsluitend recht op het graf, of de uitgiftetermijn van het algemene graf, door het college worden verwijderd.

  • 2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking maakt het college per brief aan de rechthebbende, of wanneer het een algemeen graf betreft aan de belanghebbende, bekend gelijktijdig met de mededeling dat de termijn van het uitsluitend recht verloopt, of indien het een algemeen graf betreft wanneer de uitgiftetermijn van dat algemene graf verstrijkt.

  • 3. Indien de grafbedekking niet binnen de gestelde termijn na de dag waarop de gemeente bevoegd werd tot verwijdering over te gaan is afgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.  

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de laatst bekende rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, aan de laatst bekende belanghebbende bekend gemaakt. Tevens wordt bij het graf een bordje met het voornemen tot ruimen geplaatst en wordt het voornemen bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend gemaakt en in het huis-aan-huis-blad. Wanneer het adres van de laatst bekende rechthebbende of belanghebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend en wordt dit voornemen geplaatst in een lokaal huis-aan-huis blad en/of de gemeentelijke website.

  • 2. De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven in een verzamelgraf en de as wordt verstrooid op één van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 4. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij het college een aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al dan niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij het college een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 5. De rechthebbende op een particulier graf kan bij het college een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (schudden) dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij het college een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien. Het schudden van een graf kan alleen op verzoek van de rechthebbende en met toestemming van het college.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 25 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte graven

  • 1. Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid van deze verordening.

  • 2. Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

Hoofdstuk 8 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 26 Lijst

  • 1. Het college kan een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Het college controleert voor het verwijderen van grafbedekkingen of graven van historische betekenis zijn en of de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft conform de gemeentelijke monumentenlijst.

  • 3. Het college kan nadere regels opstellen voor plaatsing van een graf op de in het eerste lid genoemde lijst.

  • 4. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 5. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Artikel 27 (Particuliere) Oorlogsgraven

  • 1. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen van Oorlogsgraven.

  • 2. Voordat de gemeenteraad een besluit als bedoeld in het eerste lid neemt, stelt het de Oorlogsgravenstichting in de gelegenheid haar zienswijze naar voren te brengen.

  • 3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen van particuliere Oorlogsgraven.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 28 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 lid 1 en lid 3, 7 lid 3 en 19 lid 1 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 29 Intrekken oude regeling

De “Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen”, vastgesteld in de raadsvergadering van 26-05-2015 en op 12-06-2015 in werking getreden, de “Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Lingewaal 2012-2”, vastgesteld op 23-05-2013 en op 06-06-2013 in werking getreden en de “Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Neerijnen 2017”, vastgesteld op 08-06-2017 en inwerking getreden op 28-07-2017, worden ingetrokken.

Artikel 30 Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Geldermalsen, Lingewaal en Neerijnen, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de dag van de bekendmaking van de verordening in het digitale gemeenteblad.

Artikel 32 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente West Betuwe.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 juni 2019, nummer 26,

de griffier,

de voorzitter,