Regeling vervallen per 03-10-2023

Verordening op de Rekenkamer Heusden 2019

Geldend van 01-10-2019 t/m 02-10-2023

Intitulé

Verordening op de Rekenkamer Heusden 2019

Deze verordening dient ter uitvoering van en ter aanvulling op de bepalingen omtrent de

gemeentelijke Rekenkamer zoals vastgelegd in de Gemeentewet, hoofdstuk IV artikelen

81 a t/m k, en hoofdstuk XI artikelen 182 t/m 185.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet: de Gemeentewet

b. voorzitter: de voorzitter van de Rekenkamer

c. raad: de gemeenteraad van Heusden

d. presidium: het presidium van de gemeenteraad van Heusden

e. college: het college van burgemeester en wethouders van Heusden

f. gemeentebestuur: de gemeenteraad, het college en de burgemeester

Artikel 2. De Rekenkamer

1. Er is een gemeentelijke Rekenkamer, genaamd Rekenkamer Heusden.

2. De Rekenkamer bestaat uit de voorzitter en twee leden.

Artikel 3. Benoeming en herbenoeming

1. De raad benoemt de voorzitter en leden van de Rekenkamer op voordracht van deselectiecommissie.

2. Een lid van de Rekenkamer kan eenmaal worden herbenoemd.

Artikel 4. Selectiecommissie

1. Het Presidium benoemt uit de leden van de Raad een selectiecommissie.

2. De selectiecommissie heeft als taak:

a. het werven en selecteren van kandidaten

b. het voeren van gesprekken met geselecteerde kandidaten

c. het opstellen van een voordracht tot benoeming.

d. het voeren van overleg met de Rekenkamer over benoemingen, zoals bedoeld in GW art 81c lid 5

3. De selectiecommissie doet een voordracht van een kandidaat vergezeld gaan van:

a. de mededeling dat de kandidaat een benoeming zal aanvaarden

b. een overzicht van de openbare betrekkingen die de kandidaat bekleedt

4. Door de te benoemen persoon wordt een verklaring omtrent gedrag overgelegd.

5. De selectiecommissie wordt ontbonden op het moment dat in de vacature bij de Rekenkamer is voorzien.

Artikel 5. Eed of verklaring en belofte

Alvorens hun functie uit te oefenen, leggen de leden van de Rekenkamer de eed of verklaring en belofte af zoals genoemd in artikel 81g van de Gemeentewet.

Artikel 6. Ontslag en non-activiteit

1. In geval van ontslag, ontslaat de raad een lid van de Rekenkamer om de redenen zoals genoemd in de Gemeentewet 81c- lid 6 of in 81c- lid 7.

2. In geval van het stellen op non-activiteit stelt de raad een lid van de Rekenkamer op non-activiteit om redenen zoals bepaald in de Gemeentewet 81d lid 1.

3. Het presidium bericht de raad als een van de gronden voor ontslag of non-activiteit zich voordoet, bedoeld in de Gemeentewet artikel 81c zesde of zevende lid, of van artikel 81d eerste of tweede lid.

4. In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid en in artikel 81d tweede lid, van de Gemeentewet adviseert het presidium de raad over de vraag of al dan niet moet worde overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid.

5. Het presidium adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid.

Artikel 7. Vergoeding voor werkzaamheden

1.Leden van de Rekenkamer vallen niet onder de ambtelijke rechtspositie van de gemeente.

2. Leden van de Rekenkamer ontvangen een vaste vergoeding voor het bijwonen en voorbereiden van de vergaderingen van de Rekenkamer.

Deze vergoeding bedraagt € 230,40 voor de voorzitter van de Rekenkamer en € 194,56 voor de overige leden van de Rekenkamer (prijspeil 2019) en zullen jaarlijks worden geïndexeerd.

3. Op declaratiebasis ontvangen de leden van de Rekenkamer een vaste vergoeding voorhet verrichten van onderzoek en voor andere werkzaamheden ten behoeve van de Rekenkamer. Deze vergoeding bedraagt thans €61,44 per uur (prijspeil 2019) en zal jaarlijks worden geïndexeerd.

4. Voor de vergoeding van reis- en verblijfskosten is de landelijke Reisregeling Binnenland van overeenkomstige toepassing. Reiskosten worden vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kilometers.

Artikel 8. Budget

1. De Rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

2. Uit het in het eerste lid bedoelde budget moeten in ieder geval worden bekostigd:

a. de vergoedingen van de leden van de rekenkamerleden

b. externe deskundigen die eventueel door de Rekenkamer zijn ingeschakeld

c. eventuele overige uitgaven die de Rekenkamer nodig acht voor de uitoefeningen van haar taak.

3. De Rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid.

4. De voorzitter doet jaarlijks vóór 1 juni een voorstel aan de raad voor de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

5. Het presidium overlegt met de Rekenkamer over het benodigde budget, zoals bedoeld in art. 81j, lid 1.

Artikel 9. Ambtelijke ondersteuning

1. In de ambtelijke ondersteuning van de Rekenkamer wordt voorzien vanuit de griffie.

2. Het onafhankelijk functioneren van de ambtelijke ondersteuning wordt gewaarborgd.

3. De ambtelijke ondersteuning draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 10. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

1. De Rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

2. De onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamer ter kennisneming aan de raad verstuurd.

3. De raad kan de Rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De Rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de Rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11. Werkwijze

1. Als onderdeel van het Reglement van Orde zoals bedoeld in de Gemeentewet 81i lid 1, stelt de Rekenkamer - na overleg met het presidium - een onderzoeksprotocol vast voor de onderzoekswerkzaamheden en wijze van communiceren over het onderzoek.

2. De Rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

3. De Rekenkamer stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de Rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wiens taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamer bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

4. Na vaststelling door de Rekenkamer worden het onderzoeksrapport, de conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

5. De Rekenkamer vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

6. De Rekenkamer vergadert in beslotenheid, maar kan ook openbare informatieve vergaderingen beleggen.

7. Met instemming van de raad dan wel het presidium kan worden afgeweken van de werkwijze zoals beschreven in het derde, vierde en vijfde lid.

8. Het functioneren van de Rekenkamer wordt periodiek door de Raad geëvalueerd

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2019. Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Verordening op de Rekenkamer Heusden 2016.

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de Rekenkamer Heusden 2019

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Heusden in zijn vergadering

van 17 september 2019.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Behorend bij de Verordening op de Rekenkamer Heusden 2019

Artikel 1. Begripsbepalingen

Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven.

Artikel 2. De Rekenkamer

De Minister van Binnenlandse Zaken heeft medio 2015 aangekondigd dat hij er naar streeft om de gemeenten te verplichten tot het instellen van een lokale Rekenkamer, met als doel om het rekenkameronderzoek in gemeenten meer gewicht te geven.

Artikel 3. Benoeming en herbenoeming

De voorzitter en leden worden voor 6 jaar benoemd. De voorzitter en leden kunnen slechts éénmaal voor 6 jaar worden herbenoemd.

Artikel 4. Selectiecommissie

Voor de invulling van vacatures bij de Rekenkamer wordt een selectiecommissie uit de raad benoemd. Dit artikel omschrijft de taken van de selectiecommissie en de voordracht van een kandidaat. Het overzicht van openbare betrekkingen, genoemd in het vierde lid, dient ter toetsing aan artikel 81f van de Gemeentewet (zie artikel 2 van de verordening). Als voorzien is in de vacature(s), wordt de selectiecommissie ontbonden. Wanneer opnieuw een vacature ontstaat, wordt een nieuwe selectiecommissie benoemd.

Artikel 6. Ontslag en non-activiteit

Het eerste en tweede lid bevat de bepalingen uit artikel 81c, zesde lid en artikel 81d, eerste en tweede lid van de Gemeentewet. In deze gevallen is de raad verplicht om een lid van de Rekenkamer te ontslaan. Het vierde bepaalt wanneer de raad een lid van de Rekenkamer kan ontslaan. Hierbij is aangesloten bij artikel 81c, zevende lid van de Gemeentewet.

Artikel 7. Vergoeding voor werkzaamheden

Naast een vergoeding per dagdeel (voor vergaderingen van de Rekenkamer) of per uur (voor overige werkzaamheden t.b.v. de Rekenkamer) worden de noodzakelijke reis- en verblijfskosten vergoed op basis van de landelijke Reisregeling Binnenland.

Artikel 8. Budget

De raad stelt jaarlijks bij de begroting het budget voor de Rekenkamer vast. In het tweede lid staat vermeld welke kosten tenminste uit dat budget moeten worden gefinancierd. De Rekenkamer is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget.

Artikel 9. Ambtelijke ondersteuning

De Rekenkamer wordt ambtelijk ondersteund door de plaatsvervangend griffier. Omdat de Rekenkamer onafhankelijk moet kunnen opereren, dient het onafhankelijk functioneren van de ambtelijke ondersteuning te worden gewaarborgd. Uit een oogpunt van “checks and balances” is het ongewenst dat de griffier de Rekenkamer ambtelijk ondersteunt.

Artikel 10. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

De Rekenkamer dient onafhankelijk te zijn. Om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De Rekenkamer kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de raad is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de Rekenkamer niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 11. Werkzaamheden

In lid 7 is de mogelijkheid opgenomen om af te wijken van de voorgeschreven werkwijze. Met instemming van het presidium kan de Rekenkamer afwijken van de reguliere werkwijze. Deze bepaling biedt hiertoe de benodigde flexibiliteit.

*


Noot
*

[Tabel]

[Rij 1]

[Cel 1]

de griffier,

[Cel 2]

de voorzitter,

[Rij 2]

[Cel 1]

    

[Cel 2]

 

[Rij 3]

[Cel 1]

drs. F.E.H.M. Backerra

[Cel 2]

drs. W. van Hees