Regeling organiseren van gemeentelijke kermissen en verhuur van kermisstandplaatsen 2019

Geldend van 19-11-2019 t/m heden

Intitulé

Regeling organiseren van gemeentelijke kermissen en verhuur van kermisstandplaatsen 2019

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze Regeling wordt verstaan onder:

a. huurcontract: een overeenkomst die strekt tot het door de gemeente aan een exploitant verhuren van een standplaats op een door de gemeente georganiseerde kermis;

b. de gemeente: de rechtspersoon gemeente Kerkrade;

c. de exploitant: degene die met de gemeente de onder a. bedoelde overeenkomst heeft gesloten;

d. de huursom: de vergoeding die exploitant en gemeente overeenkomen als wederprestatie voor het innemen van de standplaats;

e. de stroombijdrage: een door het college vastgestelde bijdrage die een exploitant is verschuldigd indien hij gebruik maakt van een gemeentelijke stroomvoorziening ten behoeve van zijn attractie.

f. de reclamebijdrage: het bedrag dat de exploitant aan de gemeente is verschuldigd als bijdrage in de kosten van reclame en andere activiteiten die dienen tot promotie van de kermis;

g. het standgeld woonwagens: de vergoeding die een exploitant aan de gemeente is verschuldigd voor het innemen van standplaats met een of meer woonwagens op een daarvoor door de gemeente ter beschikking gesteld terrein;

h. de kermispromotie-commissie: een commissie die het college in het leven kan roepen, waarin vertegenwoordigers van exploitanten zitting hebben en die als advies- en overlegorgaan fungeert op het gebied van het plannen van reclame- en promotie- activiteiten rond een kermis;

i. het kermisterrein: deel van de openbare ruimte waarop een samenhangende kermisopstelling bestaande uit meerdere attracties wordt geplaatst;

j. de attractie: de zaak waarmee de exploitant ter uitvoering van het huurcontract op een kermis standplaats inneemt;

k. standplaats inrichten: het plaatsen en opbouwen van een attractie op het kermisterrein;

l. vermaakzaak: een attractie die eruit bestaat dat bezoekers ervan op een mechanische manier worden voortbewogen of zich zelf op zo'n wijze kunnen voortbewegen;

m. de inschrijvingsadvertentie: de advertentie die de gemeente plaatst in de daarvoor in aanmerking komende periodieken en waarin kermisexploitanten worden uitgenodigd zich in te schrijven op een kermis in Kerkrade;

n. de Regeling: de door het college vastgestelde Regeling “Organiseren gemeentelijke kermissen en verhuur kermisstandplaatsen”;

o. het afdelingshoofd: het hoofd van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid, Bestuurdienst;

p. toezichthouder: een door het college aangestelde ambtenaar, belast met het houden van toezicht in de openbare ruimte

q. kandidaat: een kermisexploitant die aangeeft in aanmerking te willen komen voor het sluiten van een huurcontract

r. de kermismeester: de door het college aangewezen ambtenaar/ambtenaren die in het bijzonder belast is/zijn met het toezicht op de gemeentelijke kermissen.

Artikel 1.2 doel en strekking van de Regeling

De Regeling strekt tot vaststelling van:

a. de wijze waarop gemeentelijke kermissen worden georganiseerd;

b. een procedure voor het in behandeling nemen van inschrijvingen door exploitanten voor het verkrijgen van een huurcontract;

c. algemene voorwaarden voor het sluiten van huurcontracten met kermisexploitanten.

Artikel 1.3 het organiseren van kermissen

  • 1. De gemeente organiseert de kermissen die bij besluit van het college zijn ingesteld ex artikel 160 lid 1lid sub h van de Gemeentewet.

  • 2. De uitgifte van standplaatsen op een gemeentelijke kermis geschiedt langs privaatrechtelijke weg, door het sluiten van huurcontracten met kermisexploitanten.

  • 3. Ter uitvoering van het bepaalde in de voorgaande leden:

    a. sluit de gemeente contracten met exploitanten tot verhuur van een standplaats op de kermis;

    b. stelt het college een plan vast dat de indeling van de standplaatsen per kermisterrein weergeeft;

    c. gaat de gemeente zo nodig verbintenissen aan en doet het uitgaven in het kader van reclame en promotie rond de kermis;

    d. gaat de gemeente zo nodig verbintenissen aan en doet het uitgaven in het kader van overige zaken die in het belang zijn van de kermis.

Artikel 1.4 uitvoering regeling gevolmachtigd

De uitoefening van alle bevoegdheden van het college en de gemeente die in deze Regeling, behoudens artikel 1.3 lid 1, worden genoemd, is gevolmachtigd aan de Directeur Bestuursdienst en onder gevolmachtigd aan het afdelingshoofd, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald in de vigerende Mandaat- volmacht- en machtigingsregeling, Gemeente Kerkrade, College en Burgemeester.

Artikel 1.5 onvoorziene onderwerpen

Het college voorziet in onderwerpen en aangelegenheden waarin deze Regeling niet voorziet.

Artikel 1.6 inwerkingtreding

  • 1. De Regeling treedt in werking met ingang van de 8e dag na de dag van publicatie.

  • 2. Met inwerkingtreding van deze regeling: “organiseren van gemeentelijke kermissen en verpachtingen van kermisstandplaatsen 2019” vervalt de regeling “organiseren van gemeentelijke kermissen en verpachtingen van kermisstandplaatsen” van 2018.

Hoofdstuk 2 De inschrijvingsprocedure

Artikel 2.1 eisen aan de inschrijving

  • 1. Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van het door de gemeente verstrekte inschrijfformulier of het bondsformulier van de Bovak ( De nationale Bond van Kermisbedrijfshouders) en/of NKB (De Nederlandse KermisBond) en er moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

    a. het formulier is door de kandidaat volledig en volgens voorschrift ingevuld en ondertekend;

    b. tijdig en in een gesloten en gekenmerkte enveloppe door de gemeente ontvangen;

    c. voorzien van alle eventueel gevraagde bijlagen. Als sluitingsdatum voor de inzending van de inschrijfformulieren geldt de datum die is vermeld in de inschrijvings-advertentie. Het college behoudt zich het recht voor om ook inschrijvingen die na deze datum worden ontvangen in behandeling te nemen, indien de inschrijver een verschoonbare reden heeft voor zijn termijnoverschrijding of indien de attractie een onvervangbare meerwaarde heeft voor de kermis. De desbetreffende inschrijver kan hierop echter geen aanspraak maken.

    d. Onvolledige of onduidelijke inschrijvingen kunnen ter zijde worden gelegd, een en ander ter beoordeling van het college.

  • 2. Een eenmaal door de gemeente ontvangen inschrijving wordt beschouwd als de aanvaarding van een offerte, die vervolgens door de inschrijver ook gestand moet worden gedaan. Inschrijver kan deze inschrijving slechts schriftelijk herroepen tot uiterlijk 10 dagen na de sluitingsdatum van de inschrijving. De inschrijving wordt gedaan zonder verder voorbehoud zijdens de inschrijver, voor wat betreft de geboden huursom of de verhuring van de betreffende kermisstandplaats als zodanig. De exploitant maakt enkel een voorbehoud ten aanzien van concurrentie van gelijksoortige attracties. Zo'n voorbehoud dient duidelijk te worden vermeld op de daarvoor bestemde plaats op het inschrijfformulier.

  • 3. Inschrijver staat als exploitant van een kermisbedrijf geregistreerd bij de Kamer van Koophandel of in een vergelijkbaar internationaal register.

  • 4. De inschrijver is genoegzaam verzekerd tegen de financiële gevolgen van civielrechtelijke aansprakelijkheid door derden in verband met de exploitatie van zijn attractie en toont zulks desgewenst aan.

  • 5. De attractie waarvoor wordt ingeschreven voldoet aan alle wettelijke vereisten op het gebied van veiligheid, met inbegrip van de eventuele afgifte van een keuringsbewijs indien het bezit van zo’n bewijs rechtens van overheidswege is vereist. Eventuele buitenlandse attracties moeten voldoen aan de Nederlandse wetgeving. Het keuringbewijs moet zijn afgegeven door een door Nederland erkend keuringsinstituut.

  • 6. Voor elke afzonderlijke attractie wordt per kermis een apart inschrijfformulier ingezonden. Voor het verkrijgen van een meerjarig huurcontract wordt ingeschreven op een speciaal daarvoor bestemd inschrijfformulier.

  • 7. Inschrijver wordt bekend en akkoord verondersteld met de bij deze Regeling door het college vastgestelde algemene verhuurvoorwaarden. Deze maken integraal deel uit van te sluiten huurcontract en worden als bijlage bij het huurcontract gevoegd.

Artikel 2.2 nadere gegevens

  • 1. Door het college kan worden verlangd dat een inschrijver nadere gegevens verstrekt omtrent eventuele andere aspecten die van belang kunnen zijn voor het innemen en exploiteren van een kermisstandplaats.

  • 2. Een inschrijver die nalaat om tijdig de hier bedoelde nadere gegevens te verstrekken kan er geen aanspraak op maken dat met zijn inschrijving rekening wordt gehouden bij de samenstelling van de kermis en de hieraan voorafgaande selectie van exploitanten als bedoeld in artikel 2.3.

Artikel 2.3 samenstelling kennis en gunning

  • 1. De selectie van inschrijvers die in aanmerking komen voor een huurovereenkomst geschiedt na opening van alle gekenmerkte en gesloten enveloppen die van kandidaten zijn ontvangen en registratie van alle daarbij aangetroffen inschrijvingen. Bij het openen van de enveloppen en de aansluitende registratie zijn tenminste aanwezig: een lid van het college en/of het afdelingshoofd, de ambtenaar belast met het financieel beheer van het kermiswezen, alsmede de kermismeester en beleidsmedewerker kermissen of zijn plaatsvervanger.

  • 2. De selectie van inschrijvers die in aanmerking komen voor een huurovereenkomst heeft aantrekkelijke en gevarieerde kermissen tot doel, tegen een optimale huuropbrengst en vindt derhalve plaats met inachtneming van de navolgende criteria:

    · de hoogte van de aangeboden huursom;

    · de aard en omvang van de attractie en de mate waarin deze naar het oordeel van het college past binnen de beoogde samenstelling van de kermis;

    · de kwaliteit van de attractie, met inbegrip van de optische uitstraling en de stand van onderhoud, zoals deze wordt ingeschat door het college;

    · het aanbod om standplaatsen op meer dan één kermis in de gemeente Kerkrade te huren;

    · de ervaringen die de gemeente met de betreffende inschrijver reeds heeft opgedaan bij het nakomen van de huurovereenkomst inzake één of meer eerdere kermissen.

  • 3. De selectie van inschrijvers die in aanmerking komen voor een meerjarige huurovereenkomst heeft een aantrekkelijke, gevarieerde kermis tot doel en vindt plaats met inachtneming van:

    · de in het eerste lid genoemde punten;

    · de bereidheid tot het verlenen van feitelijke medewerking aan promotieactiviteiten rond de desbetreffende kermis, alsmede de mate waarin exploitant en attractie in dit opzicht in het verleden naar tevredenheid van het college heeft gefunctioneerd.

Artikel 2.4 data gunning en sluiting van de huurovereenkomst

  • 1. De kandidaat waarmee de gemeente besluit om de huurovereenkomst aan te gaan, ontvangt daarvan schriftelijk bericht, en wel binnen drie weken na de sluitingsdatum, mits hij heeft ingeschreven vóór afloop van de sluitingsdatum van de inschrijving.

  • 2. De huurovereenkomst wordt uiterlijk aangegaan twee weken nadat de desbetreffende kandidaat de bekendmaking als bedoeld in het eerste lid is toegezonden. Dit geschiedt door ondertekening en retournering van het door de gemeente toegezonden conceptcontract.

  • 3. Het college kan besluiten de in het vorige lid genoemde termijn te verlengen.

  • 4. Indien de kandidaat als bedoeld in het eerste lid geen medewerking verleent aan tijdige sluiting van het huurcontract, kan de gemeente deze kandidaat alsnog uitsluiten van het aangaan van zodanige overeenkomst en in diens plaats een andere inschrijver hiervoor in aanmerking laten komen.

Hoofdstuk 3 De algemene verhuurvoorwaarden

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 3.1.1 verhuurvoorwaarden

  • 1. Van een huurcontract maken deel uit:

    a. de algemene verhuurvoorwaarden die zijn vastgesteld bij deze Regeling;

    b. de bijzondere voorwaarden die strekken tot verdere concretisering van het huurcontract.

  • 2. In de bijzondere voorwaarden wordt ten minste vastgelegd:

    a. de hoogte van de door exploitant verschuldigde huursom, reclamebijdrage, het stroomgeld, bijdrage in de kosten van bewaking en indien van toepassing zijnde het standgeld woonwagens;

    b. de plaats van opstelling van de attractie.

  • 3. In de bijzondere voorwaarden worden eventuele aanvullende verplichtingen voor de exploitant vastgelegd.

  • 4. In de bijzondere voorwaarden worden eventuele ontheffingen vastgelegd.

Artikel 3.1.2 looptijd contract/tussentijdse ontbinding

  • 1. Het huurcontract treedt in werking op het ogenblik van ondertekening en retournering door de exploitant aan de gemeente en eindigt na afloop van de (laatste) kermis waar die overeenkomst betrekking op heeft.

  • 2. Het huurcontract kan door de gemeente tussentijds worden ontbonden indien

    a. verhuur van een kermisstandplaats niet langer mogelijk is als middellijk of onmiddellijk gevolg van het feit dat het desbetreffende kermisterrein niet beschikbaar is vanwege reconstructie- of herstelwerkzaamheden dan wel een verandering in de bestemming van dit plein als kermislocatie, dit binnen een week nadat het besluit hiertoe genomen is;

    b. het college andere data vaststelt voor het houden van een kermis;

    c. het college besluit af te zien van het houden van de desbetreffende kermis.

  • 3. Indien de gemeente van haar recht tot contractontbinding als bedoeld in het tweede lid gebruik wil maken, dan brengt zij dit schriftelijk ter kennis van de exploitant en wel vóór 1 februari van het jaar waarin de contractontbinding ingang dient te vinden. In dat geval bestaan er vanaf het moment van contractontbinding over en weer geen rechten en verplichtingen voor exploitant en gemeente.

Artikel 3.1.4 algemene sanctie niet nakomen voorwaarde/boetebeding

  • 1. Indien de exploitant een voorwaarde of verplichting uit het huurcontract niet nakomt, kan de gemeente, behoudens nakoming van de overeenkomst, eenzijdig besluiten tot ontbinding ervan, zonder rechterlijke tussenkomst.

  • 2. Na ontbinding van de overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, heeft de exploitant geen recht op gehele of gedeeltelijke restitutie van huursom of reclamebijdrage.

  • 3. In geval van ontbinding van de overeenkomst kan de gemeente de standplaats doen ontruimen, voor rekening en risico van de exploitant.

  • 4. De gemeente is bevoegd om een ontbinding als bedoeld in het eerste lid te melden aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, aan organisaties van kermisexploitanten, dan wel aan andere gemeenten. Van een dergelijke melding wordt de exploitant schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 3.1.5 concurrentie

De exploitant gaat het huurcontract met de gemeente aan, zonder enig voorbehoud wegens concurrentie van andere attracties, ongeacht hetgeen hij vermeld mocht hebben bij zijn inschrijving.

Artikel 3.1.6 uitleg overeenkomst

Exploitant accepteert de uitleg van de gemeente met betrekking tot het bij het huurcontract bepaalde.

Artikel 3.1.7 onvoorziene onderwerpen

De gemeente voorziet in onderwerpen en aangelegenheden waarin het huurcontract niet voorziet, zulks naar redelijkheid en billijkheid.

Artikel 3.1.8 geschillenregeling

Alle geschillen die naar aanleiding van de verhuur van de standplaats mochten ontstaan, van welke aard en omvang dan ook, worden voorgelegd aan de Rechtbank Limburg.

Paragraaf 2 Financieel

Artikel 3.2.1 door de exploitant verschuldigde vergoedingen

  • 1. Exploitant is voor het innemen en exploiteren van een kermisstandplaats een huursom verschuldigd, alsmede een reclamebijdrage, een bijdrage in de stroomkosten en kosten van bewaking.

  • 2. Tussen de exploitant en de gemeente zal worden geopteerd voor btw-belaste verhuur. Zowel over de vergoeding voor de terbeschikkingstelling van de kermisstandplaatsen als de aanvullende leveringen/diensten wordt door de gemeente 21% btw in rekening gebracht.

  • 3. De hoogte van de huursom wordt nader overeen gekomen in de bijzondere voorwaarden die deel uitmaken van het huurcontract. De hoogte van de reclamebijdrage wordt vastgesteld door het college en kan verschillen al naar gelang de categorie waarin de attractie thuishoort. De hoogte van de diverse reclamebijdragen wordt vermeld in de inschrijvings-advertentie.

  • 4. Indien de exploitant gebruik maakt van een stroomvoorziening, geleverd door de gemeente, dan is hij een door de gemeente vast te stellen bijdrage verschuldigd in de kosten hiervan.

  • 5. De hoogte van de diverse, per attractie categorie geldende stroombijdragen, stelt het college jaarlijks vast, naar rato van de omvang van het geraamde stroomverbruik. De hoogte van de diverse bijdragen wordt gepubliceerd in de inschrijvings-advertentie.

Artikel 3.2.2 vervaldata en wijze van betaling

  • 1. Heeft het huurcontract betrekking op kermissen in één jaar dan dient door exploitant ingevolge deze overeenkomst de verschuldigde huursom, reclamebijdrage, bijdrage in de kosten van beveiliging, stroombijdrage alsook in voorkomend geval standgeld van woonwagens, binnen 2 weken na dagtekening van de factuur te zijn overgemaakt op het op de factuur vermeld rekeningnummer van de gemeente.

  • 2. Heeft het huurcontract betrekking op kermissen in een aaneengesloten periode van meerdere jaren dan dient door exploitant ingevolge deze overeenkomst de verschuldigde huursom, reclamebijdrage, bijdrage in de kosten van beveiliging, stroombijdrage alsook in voorkomend geval standgeld van woonwagens, binnen 2 weken na dagtekening van de factuur te zijn overgemaakt op het op de factuur vermeld rekeningnummer van de gemeente.

Artikel 3.2.3 Nakoming financiële verplichtingen

  • 1. Indien door een exploitant niet wordt voldaan aan zijn verplichtingen uit artikel 3.2.1 en 3.2.2, is die exploitant in gebreke door het enkele verloop van de betalingstermijnen, zonder dat daarvoor een aanmaning van de gemeente of een rechterlijke ingebrekestelling nodig is.

  • 2. Een exploitant die in gebreke is, verliest daarmee het recht op het innemen van zijn standplaats, maar behoudt zijn betalingsverplichtingen, ook indien zijn plaats alsnog aan derden verhuurd wordt of kan worden.

  • 3. Zodra een standplaats aan een derde is verhuurd met toepassing van het bepaalde in het tweede lid, wordt de opbrengst van deze verhuur in mindering gebracht op de door de exploitant verschuldigde vergoedingen.

Artikel 3.2.4 aansprakelijkheid

  • 1. De exploitant vrijwaart de gemeente tegen elke aansprakelijkheid door derden voor schade (waaronder inbreuken op intellectuele en industriële eigendomsrechten) die een middellijk of onmiddellijk gevolg is van de exploitatie van zijn attractie, dan wel handelen of nalaten van zichzelf of van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden die direct of indirect verband houdt met de exploitatie van de attractie.

  • 2. De vrijwaring als bedoeld in het eerste lid heeft geen betrekking op schade als gevolg van de opstelling van de kermis als zodanig, dan wel in verband daarmee door de gemeente genomen of voorgeschreven maatregelen.

  • 3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan de eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, in bedrijf hebben, onderhouden., wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook. De schade aan gemeentelijke eigendommen zal van gemeentewege op zijn kosten worden hersteld. De exploitant is gehouden de kosten van herstel, zoals die hem door de gemeente zijn opgegeven, aan deze onverwijld na die opgave te voldoen.

Artikel 3.2.5 besteding reclamebijdragen

  • 1. De door de gemeente geïnde reclamebijdragen worden door het College beheerd en besteed aan het bekostigen van reclame- en promotieactiviteiten ten behoeve van de desbetreffende kermis.

  • 2. Besteding van de reclamebijdragen vindt plaats naar goeddunken van het college.

  • 3. De bevoegdheid tot besteding van de reclamebijdragen kan worden gedelegeerd aan een commissie zoals de kermispromotie-commissie.

Artikel 3.2.6 ritprijzen vermaakzaken

  • 1. Het college kan voor vermaakzaken maximale ritprijzen vaststellen; in voorkomend geval worden deze bekend gemaakt in de inschrijvingsadvertentie.

  • 2. De exploitant is verplicht om zijn ritprijzen te vermelden op een bord dat duidelijk zichtbaar voor het publiek is aangebracht aan de kassa.

  • 3. Indien door de Kermispromotiecommissie een Familiedag wordt vastgesteld, biedt de exploitant het gebruik van zijn attractie aan het publiek tegen een gereduceerd tarief aan, indien en voor zover zulks nader wordt bepaald door het college.

  • 4. Ter gelegenheid van de opening van de kermis biedt de exploitant van een vermaakzaak het gebruik van zijn attractie om niet aan het publiek aan, indien en voor zover zulks wordt bepaald door het college. Bepaalde attracties kunnen van deze verplichting worden vrijgesteld.

Paragraaf 3 Het gebruik van de standplaats

Artikel 3.3.1 kermislocaties

  • 1. De kermissen te Kerkrade Centrum worden gehouden op de Markt en het Kerkplein.

  • 2. Op welk kermisterrein de attractie dient te worden opgesteld, wordt aangegeven in de bijzondere voorwaarden.

  • 3. De exploitant die met de gemeente een huurovereenkomst sluit wordt geacht bekend te zijn met de ligging en toestand van het betreffende kermisplein.

Artikel 3.3.2 inrichten en ontruimen standplaats

  • 1. De exploitant neemt genoegen met de standplaats die hem is toegewezen in het indelingsplan. Dit plan ligt voor elke exploitant op de betreffende kermis ter inzage ten kantore van de kermismeester, vanaf maandag voorafgaande aan de betreffende kermis.

  • 2. De standplaats mag alleen worden ingenomen door de exploitant aan wie ze is toegewezen, behoudens ontheffing te verlenen door het college.

  • 3. De standplaats mag worden ingericht, waaronder mede inbegrepen oprijden op het kermisterrein, vanaf 8.00 uur, drie dagen voorafgaand aan de aanvang van de kermis, en verder volgens de aanwijzingen van de kermismeester.

  • 4. De standplaats wordt niet ingericht

    a. dan nadat de exploitant de kermismeester desgevraagd heeft aangetoond dat hij zijn betalingsverplichtingen die uit het huurcontract voortvloeien, heeft voldaan;

    b. indien voor de betreffende attractie geen geldig keuringsbewijs is afgegeven, voor zover het betreft een attractie waarvoor een zodanig bewijs wettelijk is vereist. Op verzoek van de kermismeester dient dit bewijs te worden getoond.

  • 5. De standplaats mag niet meer worden ingericht nadat de kermis voor exploitatie geopend is, behoudens ontheffing van de kermismeester. Gedurende de tijden dat de desbetreffende kermis voor het publiek is opengesteld, dient exploitant zijn attractie ook daadwerkelijk te exploiteren. Deze verplichting geldt niet indien weersomstandigheden of andere bijzondere omstandigheden dit naar het oordeel van het College rechtvaardigen en de exploitant van de kermismeester toestemming krijgt de exploitatie te staken.

  • 6. Met ontruiming van de standplaats mag niet eerder worden begonnen dan op de laatste dag van de kermis om 23.00 uur. Het is in dit verband niet toegestaan voordien reeds delen van de attractie te verwijderen die voor het publiek waarneembaar zijn of van invloed zijn op de werking van de attractie. De kermismeester kan ontheffing verlenen van de verplichtingen uit dit lid. In verband met rust voor de omwonenden van het kermisterrein zijn afbouwwerkzaamheden toegestaan tot uiterlijk 02.00 uur.

  • 7. De standplaats is ontruimd, uiterlijk op de eerste dag na afloop van de kermis om 22.00 uur en wordt opgeleverd in de oorspronkelijke staat, zonder beschadiging of verontreiniging welke is ontstaan nadat de standplaats door exploitant is ingenomen.

  • 8. Indien de standplaats niet tijdig is ontruimd, is de gemeente bevoegd om de ontruiming te bewerkstelligen voor rekening en risico van de exploitant.

  • 9. Het afdelingshoofd kan van de in dit artikel genoemde verplichtingen ontheffing verlenen.

Artikel 3.3.3 exploitatietijden

  • 1. De kermissen te Kerkrade Centrum zijn voor publiek geopend:

    a. op vrijdag van 15.00 uur tot 01.00 uur van de daaropvolgende dag,

    b. op zaterdag van 13.00 uur tot 01.00 uur van de daaropvolgende dag,

    c. op zondag van 13.00 uur tot 24.00 uur,

    d. maandag, dinsdag en woensdag van 14.00 uur tot 23.00 uur.

  • 2. De exploitanten van viskramen mogen hun attractie op vrijdag en zaterdag exploiteren tot 02.30 uur van de daaropvolgende dag.

Artikel 3.3.4 wijze van innemen standplaats

  • 1. Standplaats wordt binnen de grenzen van de aangewezen kermislocatie uitsluitend ingenomen op de van gemeentewege aangewezen plek van opstelling en verder volgens de aanwijzingen van de marktmeester.

  • 2. De exploitant gebruikt de aan hem verhuurde standplaats uitsluitend voor het plaatsen en exploiteren van de attractie als aangegeven in de bijzondere voorwaarden van het huurcontract.

  • 3. Behoudens toestemming van de kermismeester is de plaatsing van salon-, vracht- en pakwagens op een kermisterrein enkel toegestaan tijdens en ten behoeve van het inrichten en ontruimen van de standplaats.

Artikel 3.3.5 voorschriften (brand)veiligheid/milieu/openbare orde

  • 1. Exploitant verbindt zich om bij de inrichting en exploitatie van zijn standplaats te voldoen aan alle nadere milieutechnische en/of (brand)veiligheidsvoorschriften die hem rechtens van overheidswege zijn of worden opgelegd.

  • 2. De exploitant van attractie die de bereiding en verstrekking van etenswaren tot doel heeft verplicht zich om aan de verkoopzijde van de verkoopwagen/kraam een afvalbak te plaatsen, bestemd voor het deponeren van afval door zijn consumenten, zulks ten genoegen van de gemeente.

  • 3. Het is exploitant op de kermis niet toegestaan:

    a. de geluidsinstallatie van de attractie te gebruiken buiten de tijden dat de kermis volgens deze Regeling officieel voor publiek is opengesteld, behoudens voor testdoeleinden en met uitdrukkelijke toestemming van de kermismeester;

    b. vertoningen in strijd met de goede zeden te houden of toe te laten; wanneer er sprake is van strijd met de goede zeden beoordeelt het college;

    c. een attractie op het kermisterrein op te stellen die niet voldoet aan redelijke eisen van welstand, zulks ter beoordeling van het college.

  • 4. De kermismeester of enige andere toezichthouder kan bindende aanwijzingen geven ter regulering van het geluidsvolume dat afkomstig is van een geluidsinstallatie horende bij een attractie.

Artikel 3.3.6 bijzondere ontruiming standplaats/staken exploitatie

  • 1. Indien zulks naar het oordeel van het college noodzakelijk is in het kader van het handhaven van de openbare orde of van de openbare veiligheid, wordt de standplaats op aanzegging van de kermismeester door de exploitant onverwijld ontruimd.

  • 2. Indien zulks naar het oordeel van het college noodzakelijk is in het kader van het handhaven van de openbare orde of van de openbare veiligheid, wordt de exploitatie van de standplaats op aanzegging van de kermismeester door de exploitant opgeschort, dan wel gestaakt.

  • 3. Toepassing van het bepaalde in het eerste lid levert geen wanprestatie zijdens de gemeente op of enige andere grond tot schadevergoeding, behoudens het gestelde in het vierde lid.

  • 4. Indien toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in het eerste en tweede lid, ontstaat voor exploitant recht op restitutie van een deel van de huursom, en wel naar rato van de duur dat hij zijn standplaats niet heeft kunnen exploiteren.

Artikel 3.3.7 toezicht op naleving overeenkomst

  • 1. Exploitant volgt de aanwijzingen die de kermismeester of enige andere toezichthouder geeft omtrent het innemen, ontruimen en gebruik van de standplaats stipt op.

  • 2. Exploitant verbindt zich ertoe de kermismeester en andere toezichthouders, ambtenaren van de brandweer en de politie, alsmede medewerkers van het elektriciteitsbedrijf te allen tijde aan, op dan wel op elke plek in zijn attractie toe te laten.

Paragraaf 4 Voorzieningen

Artikel 3.4.1 elektriciteitsvoorziening t.b.v. attractie

  • 1. Het is de exploitant niet toegestaan om ten behoeve van de exploitatie van de attractie in de elektriciteitsbehoefte te voorzien, anders dan:

    a. door aansluiting op het openbaar elektriciteitsnet via een gemeentelijk aansluitpunt (E-kast) en overeenkomstig de aanwijzingen van de kermismeester en/of het elektriciteitsbedrijf, dan wel de door de gemeente ingehuurde elektrotechnisch installateur;

    b. door aansluiting op een daartoe door de gemeente beschikbaar gesteld aggregaat voor aanvullende stroomvoorziening en overeenkomstig de aanwijzingen van de kermismeester en/of de leverancier van het aggregaat.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan enkel worden afgeweken met toestemming van de kermismeester.

  • 3. De kosten van stroomverbruik en aansluiting van de attractie op het elektriciteitsnet, dan wel op een aggregaat, worden door de gemeente doorberekend aan de exploitant middels een door deze verschuldigde stroombijdrage.

Artikel 3.4.2 opstelling woonwagens

  • 1. Voor de opstelling van woonwagens van exploitanten kan de gemeente een daartoe geschikt terrein ter beschikking stellen. Opstelling heeft enkel plaats in overleg met de kermismeester, doch niet vóór maandag 16.00 uur voorafgaande aan de aanvang van de kermis. Ontruiming heeft plaats uiterlijk op derde dag na afloop van de kermis om 10.00 uur.

  • 2. Op het terrein als bedoeld in lid 1 is gewaarborgd dat ten behoeve van elke woonwagen een aansluiting is op het elektriciteitsnet en er voldoende afvalcontainers alsmede aftappunten voor drinkwater zijn.

  • 3. De hoogte van het standgeld woonwagens wordt jaarlijks door het college vastgesteld en gepubliceerd in de inschrijvingsadvertentie. In het standgeld woonwagens is begrepen een vergoeding voor de kosten van levering door de gemeente van water en elektriciteit, afvalverwijdering voor huishoudelijk gebruik, alsmede reiniging van de standplaats.

  • 4. Indien uit de bijzondere voorwaarden van het huurcontract volgt dat een exploitant gebruik wenst te maken van de door de gemeente geboden voorzieningen voor woonwagens, dan strekt het huurcontract zich tevens uit tot de opstelling van woonwagens als bedoeld in dit artikel.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college in de vergadering van 27 augustus 2019, kenmerk 19n00422, krachtens de bevoegdheid uit artikel 160 Gemeentewet.

Het College, de secretaris,

dr. T.P. Dassen-Housen H.J.M. Coumans MPM