Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Heusden 2019

Geldend van 09-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Heusden 2019

De raad van de gemeente Heusden;

Gelezen het voorstel van het presidium van 7 mei; gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid en 97, 98, 99 van de Gemeentewet, en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale ambtsdragers; gezien het advies van het Presidium d.d. 7 mei 2019;

besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Heusden 2019.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet;

  • b.

    commissielid/fractieondersteuner: lid van een commissie, bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • c.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Artikel 2 Reiskosten voor reizen binnen de gemeente

  • 1.

    Een raadslid krijgt een vergoeding van kosten voor reizen in het kader van zijn/haar raadslidmaatschap binnen de gemeente. Aan raadsleden wordt een forfaitair bedrag uitgekeerd van € 5,54 per maand.

  • 2.

    Een commissielid/fractieondersteuner krijgt een vergoeding voor de werkelijke gemaakte kosten voor reizen binnen de gemeente gemaakt vanwege zijn fractieondersteunerschap. Declaraties voor deze kosten, eventueel voorzien van bewijzen, dienen te worden goedgekeurd door de fractievoorzitter en vervolgens ingediend bij de griffie. Data voor indiening van declaraties zijn: 30 juni en 31 december.

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van het openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4.

    Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 4 Scholing

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partij politiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3. Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers dient daartoe vooraf en tijdig een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier. Uitsluitend scholing die niet door of namens de gemeente is dan wel wordt aangeboden of verzorgd, komt voor vergoeding in aanmerking.

  • 2.

    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend, komen niet voor vergoeding in aanmerking.

  • 4.

    De griffier toetst de aanvraag. In voorkomende gevallen beslist het presidium.

  • 5.

    Achteraf overlegt het raads- of commissielid een bewijs van deelname.

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Op aanvraag wordt aan een raads- of commissielid voor uitoefening van het raads- of commissielidmaatschap een tegemoetkoming voor:

    • a.

      De aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software of

    • b.

      Gebruik van een computer, bijbehorende apparatuur en software.

  • 2.

    De tegemoetkoming zoals genoemd in het eerste lid bedraagt € 18,75 netto per maand.

  • 3.

    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt gedaan bij de griffier en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel.

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoel in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

Artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politiek ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 2 maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders en raads- en commissieleden 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van [de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met] 1 januari 2019.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Heusden 2019.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 2 juli 2019

Ondertekening

De griffier, De voorzitter,

Mw. drs. F.E.H.M. Backerra Mw. drs. W. van Hees