Rechtspositieregeling burgemeester en wethouders gemeente Asten 2019

Geldend van 09-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Rechtspositieregeling burgemeester en wethouders gemeente Asten 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten

gelezen het voorstel van 14 mei 2019, 2019010282;

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2,

3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en

artikel 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de volgende regeling: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Asten 2019.

  • Artikel 1. Definitiebepalingen

  • In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

  • Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De jaarlijkse vergoeding van scholingskosten voor burgemeester en wethouders bedraagt maximaal 2,2 % van de totale loonsom van de collegeleden in het betreffende jaar.

  • 4.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

  • Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders bij akkoord in de eerstvolgende salarisverwerking na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 6. Inwerkingtreding

  • Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 7. Citeertitel

  • Dit besluit wordt aangehaald als: Rechtspositieregeling burgemeester en wethouders gemeente Asten 2019

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten op 9 mei 2019.

College van burgemeester en wethouders van Asten,

mr. W.M.A. Verberkt

secretaris

mr. H.G. Vos

burgemeester