Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de stadspas Regeling stadspas Nieuwegein 2019

Geldend van 15-03-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de stadspas Regeling stadspas Nieuwegein 2019

Het college van de gemeente Nieuwegein;

gelet op artikel 108 Gemeentewet;

gelet op het Beleidsplan Armoedebeleid 2015 – 2018, door de gemeenteraad vastgesteld d.d. 18 december 2014;

overwegende

dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat inwoners van Nieuwegein en hun minderjarige kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door hun financiële positie, dat de gemeente Nieuwegein daaraan wenst bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op bevordering van maatschappelijke participatie, waaronder wordt verstaan deelname aan activiteiten die het mogelijk maken mee te doen in de samenleving;

B E S L U I T

de volgende regeling vast te stellen:

Regeling stadspas Nieuwegein 2019

Artikel 1. Definities en begrippen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      stadspas: een door of namens het college verstrekt document dat strekt ter bevordering van de deelname aan maatschappelijke, sportieve en culturele activiteiten.

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein.

    • c.

      BRP: Wet basisregistratie personen.

    • d.

      inwoner: de persoon die op het moment van aanvraag ingeschreven staat in de basisregistratie personen van de gemeente Nieuwegein.

    • e.

      aanvrager: de alleenstaande, de alleenstaande ouder en het gezin als bedoeld in artikel 4 Participatiewet.

    • f.

      inkomen: het (gezamenlijke) inkomen van de aanvrager zoals beschreven in de Participatiewet zoals bedoeld bij de beoordeling algemene bijstand

    • g.

      vermogen: zoals beschreven in de Participatiewet zoals bedoeld bij de beoordeling algemene bijstand, met als uitzondering de eigen woning waarin persoon volgens de BRP staat ingeschreven.

    • h.

      wettelijk sociaal minimum: de voor belanghebbende van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 20 tot en met 23 van de Participatiewet, inclusief toeslag, vakantiegeldreservering, inclusief eventuele heffingskortingen.

    • i.

      WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000 .

    • j.

      pashouder: een ieder die in het rechtmatige bezit is van een geldige stadspas Nieuwegein;

    • k.

      U-pas: pas van de gemeente Utrecht waar inwoners van de gemeente Nieuwegein tot 1 juli 2016 gebruik van kunnen maken.

    • l.

      Schuldhulpverlening: een dienstverlening die mensen helpt schulden te voorkomen, beheersbaar te houden en op te lossen.

  • 2. Voor zover niet anders bepaald, worden de begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht, zoals die op datum aanvraag of ambtshalve verstrekking luidt.

Artikel 2. Geldigheid

  • 1. De stadspas is een individueel verstrekte pas die geldig is wanneer deze in ieder geval is voorzien van alle volgende kenmerken:

    • a.

      de naam van de pashouder;

    • b.

      de geboortedatum van de pashouder;

    • c.

      een uniek aan de pashouder toegekend stadspasnummer.

  • 2. De stadspas is geldig voor de duur van 1 jaar, tenzij anders vermeld op de stadspas en/of tenzij niet langer aan de voorwaarden zoals bedoeld in artikel 3 en artikel 7 van deze regeling wordt voldaan.

Artikel 3. Voorwaarden voor verstrekking

  • 1. Om in aanmerking te komen voor de stadspas dient de aanvrager:

    • a.

      ingeschreven te zijn in de Basisregistratie Personen van de gemeente Nieuwegein;

    • b.

      de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt;

    • c.

      voor zover hij niet beschikt over de Nederlandse nationaliteit, te beschikken over een geldige verblijfstitel, met uitzondering van de vreemdeling die met instemming van de Nederlandse overheid verblijft in een instelling bedoeld voor de opvang van asielzoekers.

    • d.

      langer dan drie maanden Europees onderdaan te zijn

  • 2. De aanvrager of pashouder heeft recht op een stadspas als het inkomen ten hoogste 125% van het wettelijk sociaal minimum bedraagt.

  • 3. Het inkomen zoals bepaald in lid 2 wordt bepaald op moment van aanvraag of heronderzoek of het gemiddelde van de afgelopen 3 maanden.

  • 4. Indien aanvrager in een schuldhulpverleningstraject zit, hebben kinderen van de aanvrager recht op de stadspas.

  • 5. Er wordt een vermogenstoets gedaan conform artikel 34 van de Participatiewet, met uitzondering van de eigen woning waar persoon volgens het BRP staat ingeschreven.

  • 6. Inwonende kinderen die meerderjarig zijn geworden, dienen na afloop van de geldigheid van de huidige stadspas een eigen aanvraag in te dienen voor een nieuwe stadspas.

  • 7. Kinderen van ouders die een pleegzorgvergoeding ontvangen komen niet in aanmerking voor de stadspas.

  • 8. Bij studenten wordt er geen rekening gehouden met een studiebeurs schuld tot het moment dat de betalingsverplichting vast komt te staan.

Artikel 4. De aanvraag en toekenning van de stadspas

  • 1. Het indienen van een aanvraag vindt plaats met gebruik van een door het college vastgesteld aanvraagformulier of op een anderszins door het college voorgeschreven wijze en wordt ingediend door de aanvrager.

  • 2. De aanvrager verstrekt desgevraagd alle gegevens en bewijsstukken omtrent het inkomen en de gezinssituatie van de aanvrager die noodzakelijk zijn voor het vaststellen van het recht op een stadspas.

Artikel 5. De verstrekking van de stadspas

  • 1. De stadspas kan ambtshalve dan wel op aanvraag verstrekt worden.

  • 2. Het college beslist positief op de aanvraag door middel van een schriftelijk besluit en het toekennen van de stadspas.

  • 3. Het college beslist negatief op de aanvraag met een schriftelijk besluit.

  • 4. Indien de pashouder de stadspas is kwijtgeraakt, ontvangt de pashouder éénmalig kosteloos een duplicaat. Bij herhaling van verlies kan de pashouder een duplicaat ontvangen tegen kostprijs. Deze kostprijs wordt jaarlijks bekend gemaakt op de website van de gemeente Nieuwegein.

  • 5. Indien de stadspas is gestolen overlegt de pashouder een kopie van het proces-verbaal van aangifte. De pashouder ontvangt daarop kosteloos een duplicaat stadspas.

  • 6. De stadspas blijft eigendom van de gemeente Nieuwegein en is niet overdraagbaar aan derden.

Artikel 6. Inlichtingenverplichting

Zowel aanvrager als pashouder doet aan het college op verzoek of onverwijld (doch uiterlijk binnen veertien werkdagen) uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat die van invloed kunnen zijn op het recht op de stadspas.

Artikel 7. Heronderzoek

  • 1. Eenmaal per kwartaal vindt er een steekproef plaats onder nieuwe pashouders, die zelf een aanvraag hebben ingediend via de Wil Direct Balie, om het recht op de stadspas te beoordelen.

  • 2. Na verloop van de geldigheid van de pas, wordt er alvorens verzending van nieuwe passen, een heronderzoek gedaan op basis van steekproef onder alle pashouders.

  • 3. Het college kan te allen tijde besluiten om een heronderzoek uit te voeren om opnieuw het recht op de Stadspas te beoordelen.

  • 4. Als uit het heronderzoek blijkt dat er niet meer wordt voldaan aan de criteria zoals genoemd in artikel 3, dan wordt de Stadspas beëindigd binnen drie maanden middels een schriftelijk besluit.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een inwoner afwijken van de bepalingen van deze regeling indien toepassing van de regeling tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 9. Overgangsrecht

  • 1. De regeling Stadspas Nieuwegein 2015 wordt ingetrokken.

  • 2. Een inwoner behoudt recht op de Stadspas voor de toegekende geldigheidsduur. Een nieuwe aanvraag voor de Stadspas wordt afgehandeld op grond van de Regeling stadspas Nieuwegein 2019.

  • 3. Aanvragen die zijn ingediend op grond van de regeling Stadspas Nieuwegein 2015 waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze regeling worden afgehandeld krachtens de nieuwe Regeling stadspas Nieuwegein 2019.

  • 4. Op bezwaarschriften gericht tegen een besluit op grond van de regeling Stadspas Nieuwegein 2015 wordt beslist met inachtneming van die regeling.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2018.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als de Regeling stadspas Nieuwegein 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Nieuwegein d.d. 5 maart 2019

De secretaris, De burgemeester,

Toelichting algemeen

De gemeente Nieuwegein heeft zich tot doel gesteld om maatschappelijke participatie van inwoners met een laag inkomen te bevorderen. De gemeente doet dit vanaf 1 juli 2016 onder andere via de Nieuwegein Stadspas. Deze regeling geeft invulling aan de wens van de gemeenteraad om een Nieuwegein Stadspas beschikbaar te stellen voor mensen met een inkomen tot 125% van het wettelijk sociaal minimum.

Artikelsgewijze toelichting

Alleen die artikelen die nadere toelichting behoeven worden hieronder beschreven.

Artikel 1.Definities en begrippen

Dit artikel bepaalt wat in deze regeling wordt verstaan onder de daarin gebruikte begrippen.

Artikel 2.Geldigheid

Dit artikel bevat de geldigheidskenmerken en de geldigheidsduur van de Nieuwegein Stadspas. De Nieuwegein Stadspas is niet langer geldig als de pashouder niet meer ingeschreven staat in de Basisregistratie personen (BRP) van de gemeente Nieuwegein en/of niet langer een geldige verblijfstitel heeft.

Artikel 3.Voorwaarden voor verstrekking

Dit artikel bepaalt aan welke voorwaarden voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor de Nieuwegein Stadspas.

3.1 Iedereen van 18 jaar of ouder kan een Nieuwegein Stadspas aanvragen, mits hij ingeschreven staat in het BRP en over de Nederlandse nationaliteit beschikt dan wel over een geldige verblijfstitel. Daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor asielzoekers die in een opvangcentrum verblijven. Deze personen hebben weliswaar (nog) geen verblijfstitel, maar verblijven wel met instemming van de overheid voor langere duur in Nederland. Zij beschikken echter niet over voldoende inkomen om te kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten en komen derhalve in aanmerking voor de stadspas.

3.2 Het inkomen van de aanvrager en van zijn eventuele partner mag gezamenlijk niet hoger zijn dan 125% van het wettelijk sociaal minimum. Het inkomen kan inkomen uit arbeid zijn maar bijvoorbeeld ook inkomen uit een uitkering. Er wordt niet naar het inkomen van eventuele minderjarige kinderen gekeken. Als de aanvrager aan alle voorwaarden voldoet, ontvangen hij, zijn eventuele partner en zijn eventuele minderjarige kinderen allen een persoonlijke Nieuwegein Stadspas.

3.3 In het derde lid staat over welke periode het inkomen getoetst wordt. Het (gezamenlijk) inkomen wordt bepaald op moment van aanvraag, dan wel bij wisselende inkomsten op basis van het gemiddelde van de afgelopen 3 maanden.

3.4 Met schuldhulpverleningstraject wordt bedoeld:

  • -

    Beslaglegging: Wanneer op (een deel van) het inkomen executoriaal beslag is gelegd kan belanghebbende feitelijk niet beschikken over dat deel van zijn inkomen. Het deel van het inkomen waarop beslag is gelegd, mag niet worden meegenomen in de berekening van de draagkracht noch de reserveringsruimte;

  • -

    Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP): Wanneer belanghebbende een schuldsaneringsregeling heeft, op grond van de WSNP, mogen alleen de middelen worden gebruikt bij de berekening van de draagkracht, of de reserveringsruimte, waarover belanghebbende feitelijk beschikt. In de praktijk zal dit er vaak toe leiden dat er geen draagkracht of reserveringsruimte is. De belanghebbende kan in die gevallen wel de verplichting krijgen om de bewindvoerder tot een grotere vrijlating van inkomsten te bewegen of andere stappen te zetten om dit te realiseren;

  • -

    Minnelijk traject schuldhulpverlening: Wanneer belanghebbende zich meldt bij schuldhulpverlening gaat hij een minnelijk traject aan, waarbij hij 3 jaar gaat afbetalen. Hij heeft daardoor niet de beschikking over zijn hele inkomen. Er kan slechts rekening worden gehouden met de middelen waarover belanghebbende feitelijk beschikt;

  • -

    Bronheffing Zorgverzekering: Een bronheffing bestaat uit twee onderdelen. Enerzijds de premiebetaling en anderzijds een boete. Wanneer het Zorginstituut Nederland een bronheffing laat toepassen op het inkomen van belanghebbende, heeft dat invloed op het inkomen van belanghebbende. Slechts het boetegedeelte van de bronheffing dat wordt betaald aan het Zorginstituut mag niet worden meegenomen in de berekening van de draagkracht, noch de reserveringsruimte.

Deze doelgroep volgt mogelijk geen formele schuldregeling, maar wordt wel geholpen via ketenpartners.

Deze doelgroep kan alleen middels een aanvraagformulier via een ketenpartner aangemeld worden. De beoordeling ligt bij WIL. Toekenning geschiedt alleen gedurende het traject. Daarna kan een reguliere aanvraag worden ingediend.

In alle gevallen beschreven in 3.4 ontvangt de ouder geen stadspas, alleen de kinderen.

Artikel 4.De aanvraag en toekenning van de stadspas

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5.De verstrekking van de stadspas

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6. Inlichtingenverplichting

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 7. Heronderzoek

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8. Hardheidsclausule

Dit artikel bepaalt dat er bij hoge uitzondering kan worden afgeweken van de regeling. Of en in welke situaties dit het geval is, hangt in het individuele geval van de bijzondere omstandigheden af.

Artikel 9. Overgangsrecht

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel.

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.