Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Altena 2019

Geldend van 15-01-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Altena houdende regels omtrent subsidie Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Altena 2019

De raad van de gemeente Altena,

gelezen het voorstel van de Altenacolleges;

gezien het positieve advies van de fusieraad Altena 2019, met inachtneming van de door de fusieraad geadviseerde wijzigingen, die – indien van toepassing – zijn verwerkt in de tekst van onderstaand besluit;

overwegende dat het gewenst is bij te dragen in het onderhoud van gemeentelijke monumenten;

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de ‘Algemene subsidieverordening Altena 2019’;

besluit

  • 1.

    Vervallen te verklaren:

    • Subsidieverordening gemeentelijke monumenten 2007, vastgesteld op 19 juni 2007 door de gemeenteraad van Werkendam;

    • Subsidieregeling monumenten 2016, vastgesteld op 15 december 2015 door Burgemeester en Wethouders van Woudrichem;

  • 2.

    Vast te stellen:

    • Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Altena 2019

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Altena 2019

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1. Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Altena 2019;

  • 2. Eigenaar: Degene, die in de kadastrale registratie als eigenaar staat geregistreerd, waaronder mede wordt begrepen:

    • 1.

      degene die het recht van erfpacht heeft;

    • 2.

      de houder van een recht van opstal;

    • 3.

      de toekomstige eigenaar, erfpachter of houder van een recht van opstal.

  • 3. Gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop de gemeentelijke monumenten zijn opgenomen;

  • 4. Monumenten: roerende en onroerende goederen in de gemeente Altena die onherroepelijk zijn aangewezen als gemeentelijk monument, zoals bedoeld in de gemeentelijke Erfgoedverordening;

  • 5. Monumentencommissie: de door het college van burgemeester en wethouders / de raad ingestelde commissie, met als taak de burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de monumentenzorg;

  • 6. Onderhoudswerkzaamheden: de werkzaamheden die dienen voor het in goede staat houden van het monumentale karakter van een beschermd gemeentelijk monument;

  • 7. Subsidiabele onderhoudskosten: de kosten van onderhoudswerkzaamheden die moeten worden verricht om die onderdelen van een monument, die overeenkomstig de beschrijving in het monumentenregister monumentale waarde bezitten, in goede staat te houden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn. Als een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van onderhoud verricht, zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel.

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor onderhoudswerkzaamheden aan gemeentelijke monumenten voor zover die betrekking hebben op de volgende onderhoudswerkzaamheden:

  • Aan het dak: reparatie en vernieuwing dakbedekking;

  • Aan schoorstenen: reparaties;

  • Aan goten of hemelwaterafvoeren: reparaties;

  • Aan muren: voegen, pleisteren en vochtbestrijding;

  • Aan draagconstructies: reparaties;

  • Aan vensterwerk; beglazing en besponning;

  • Buitenschilderwerk;

  • Aan fundering en kelder: reparaties;

  • Overige werkzaamheden die dienen voor het in goede staat houden van het monumentale karakter van een beschermd gemeentelijk monument.

Artikel 3. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Naast de kosten voor de materialen en uitvoer van de in artikel 2 genoemde activiteiten (de directe kosten) worden tevens de indirecte kosten (bouwplaatskosten, winst en risico, e.d.) en de BTW als subsidiabele onderhoudskosten aangemerkt. Als een eigenaar zelf werkzaamheden in het kader van onderhoud verricht, zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel, tenzij hij de werkzaamheden verricht in het kader van een door hem gedreven onderneming.

Artikel 4. De subsidieaanvraag

  • 1. In afwijking van artikel 6, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening, dient een aanvraag om subsidie op grond van deze regeling door ons te zijn ontvangen tussen 1 januari en 1 april van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft;

  • 2. De aanvraag om een subsidie wordt, op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier, bij burgemeester en wethouders ingediend;

  • 3. Naast het in lid 2 genoemde formulier overlegt de aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      een gespecificeerde begroting van de onderhoudskosten;

    • b.

      een omschrijving van de onderhoudswerkzaamheden;

    • c.

      tekeningen en foto’s die de aan te pakken onderdelen van het monument aangeven;

    • d.

      de naam en het adres van de voor de uitvoering van de werkzaamheden verantwoordelijke persoon/bedrijf;

    • e.

      de uitdraai van een vergunningcheck via www.omgevingsloket.nl of (aanvraag) omgevingsvergunning;

  • 4. Wanneer de ingediende gegevens niet voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in lid 3, stellen burgemeester en wethouders de aanvrager in de gelegenheid zijn aanvraag binnen vier weken aan te vullen;

  • 5. Burgemeester en wethouders beslissen, in afwijking van artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening, op een aanvraag om een subsidie uiterlijk 1 juli van het kalenderjaar waar de aanvraag betrekking op heeft en niet voordat eerst advies is ingewonnen bij de gemeentelijke monumentencommissie.

Artikel 5. De subsidie

  • 1. De subsidie bedraagt 30 % van de subsidiabele onderhoudskosten volgens de bij de aanvraag ingediende gespecificeerde begroting, met een maximum van € 5.000,- per 4 jaar;

  • 2. Subsidie kan alleen worden uitgekeerd over de werkzaamheden zoals genoemd in artikel 2 van deze regeling en wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd om onderdelen van een monument, die overeenkomstig de beschrijving in het monumentenregister monumentale waarde bezitten, in goede staat te houden en die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk zijn;

  • 3. Indien de voortgang van de werkzaamheden dit vraagt kan de subsidie uitgekeerd worden als voorschot. Dit voorschot kan maximaal 60% bedragen van de subsidie;

  • 4. De uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt bepaald en uitbetaald nadat de werkzaamheden conform subsidieverlening zijn uitgevoerd, gereed gemeld en akkoord zijn bevonden zoals bepaald in artikel 7;

  • 5. De uitbetaling van de subsidie geschiedt uitsluitend op een door de eigenaar opgegeven bankrekeningnummer.

Artikel 6. Verdeling van het subsidieplafond

Wanneer de toekenning van de subsidies voor activiteiten als bedoeld in artikel 2 er toe zal leiden dat het subsidieplafond wordt overschreden, wordt door het college het totaalbedrag aan subsidie voor elk monument naar evenredigheid verlaagd tot het niveau waarop het subsidieplafond niet wordt overschreden.

Artikel 7. Verplichtingen

  • 1. Bij de werkeenheid bouw- en woningtoezicht van de gemeente wordt melding gemaakt van de datum waarop met de werkzaamheden wordt begonnen;

  • 2. De werkzaamheden op grond waarvoor de subsidie is verleend moeten uiterlijk een jaar na verzending van de beschikking schriftelijk gereed zijn gemeld onder overlegging van de daarop betrekking hebbende afrekening met betalingsbewijzen;

  • 3. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 8. Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8 en 9 van de Algemene subsidieverordening wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • 1. met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen of voordat burgemeester en wethouders hebben beslist op de aanvraag;

  • 2. in de onderhoudskosten van rijks- en/of provinciewege financiële steun wordt verleend;

  • 3. de kosten van onderhoud voor monumenten voortvloeien uit brand,- storm- of ander schade waartegen verzekering mogelijk was of is, alsmede voor zover de onderhoudskosten op een andere wijze kunnen worden vergoed;

  • 4. voor de te treffen voorzieningen een vergunning op grond van de erfgoedverordening Altena of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist en deze is geweigerd.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Altena 2019.

  • 2. Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2019;

  • 3. De werking van deze regeling wordt uiterlijk in 2020 geëvalueerd.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Altena van 8 januari 2019

De voorzitter,

M.A. Fränzel MSc

de raadsgriffier,

Drs. S.J. Peet

Bijlage A Toelichting bij de Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Altena 2019

Deze Toelichting geeft achtergrondinformatie bij deze subsidieregeling.

Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten hebben de status van monument ontvangen omdat er onder andere sprake is van een architectonisch, cultuurhistorisch of stedenbouwkundig waardevol object.

Instandhoudingsplicht

Eigenaren van een monument hebben conform de Erfgoedwet (voor rijksmonumenten) en de erfgoedverordening (gemeentelijke monumenten) een instandhoudingsplicht. Conform deze wetgeving kunnen ook nieuwe objecten aangewezen worden als monument. Gemeentelijke regelgeving hierin is de erfgoedverordening.

Tegemoetkoming in de kosten vanwege de instandhoudingsplicht

Een tegemoetkoming in de kosten voor de gevolgen van een eventuele aanwijzing als monument is in de erfgoedverordening buiten beschouwing gelaten, maar vanwege de instandhoudingsplicht voor eigenaren en extra kosten (voor het gebruik van historische bouwmaterialen, specialistisch onderhoudswerk) en eventuele legeskosten voor een omgevingsvergunning wel gerechtvaardigd.

Eigenaren van een rijksmonument kunnen een beroep doen op verschillende soorten van financiering, afhankelijk van de soort en maat van wijziging van het monument. Zo kan aanspraak gemaakt worden op een laagrentende lening en/of een instandhoudingssubsidie. De instandhoudingssubsidie is een financiële bijdrage over een periode van 6 jaar, gebaseerd op een instandhoudingsplan. Deze geldt alleen voor niet-woonhuizen. Daarnaast kunnen onderhoudskosten fiscaal worden verrekend met het inkomen.

Deze laatste optie is niet van toepassing voor eigenaren van een gemeentelijk monument. Ook kan er geen aanspraak worden gemaakt op een instandhoudingssubsidie. Wel komen eigenaren van een gemeentelijk monument in aanmerking voor een laagrentende lening.

De gevolgen van aanwijzing als monument zijn voor eigenaren van een rijksmonument en van een gemeentelijk monument hetzelfde. Echter, de rijksoverheid biedt eigenaren van een rijksmonument meer voordelen dan eigenaren van een gemeentelijk monument. Het is dus redelijk, gezien de extra kosten maar ook de instandhoudingsplicht, om als gemeente eigenaren van een gemeentelijk monument op een bepaalde manier tegemoet te komen.