Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR617523
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR617523/1
Regeling vervallen per 01-01-2020
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019
Geldend van 29-12-2018 t/m 31-12-2019
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019De raad van de gemeente Katwijk;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 november 2018
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid en 7 van de Paspoortwet;
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019
(Legesverordening 2019)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
- a.
-
2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- b.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- c.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);
- d.
van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;
- e.
van aanvragen voor de afgifte van attestaties de vita, strekkende tot belang van pensioenen, lijfrenten en andere periodieke uitkeringen ten laste van de staat, provinciën, gemeenten, waterschappen en andere publiekrechtelijke lichamen;
- f.
van aanvragen voor de afgifte van de aan belanghebbende uit te reiken, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen, houdende benoeming, bevordering, verhoging van bezoldiging of ontslag van ambtenaren en leden van colleges of commissies;
- g.
van het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;
- h.
van aanvragen als bedoeld onder 1.17.2.4 van de tabel behorende tot deze verordening:
- 1.
welke strekken tot een liefdadig of een godsdienstig of een ander levensbeschouwelijk doel of tot bevordering van een algemeen belang;
- 2.
voor het houden van openbare inzamelingen van gelden en/of goederen door de gemeente gesubsidieerde instellingen;
- 3.
voor het gebruik van een (stand)plaats ter bevordering van onderwijs, wetenschappen of kunst;
- 1.
- i.
van aanvragen als bedoeld onder 1.7.1 van de tabel behorende tot deze verordening welke strekken tot een liefdadig doel, een godsdienstig of een ander levensbeschouwelijk doel;
- j.
het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een gemeentelijke dan wel rijksmonument als deze betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a of als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, onder b van de Wabo.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt, met uitzondering voor het in behandeling nemen voor het afgeven, wijzigen of verlengen van een invaliden- of gehandicapten parkeerkaart (artikel 1.15.3.1 tot en met 1.15.3.3 van de Tarieventabel),geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
onderdeel 1.1.14.3 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
- 5.
hoofdstuk 17 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens );
- 6.
onderdeel 1.7.1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 7.
hoofdstuk 13 (kansspelen);
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
- c.
een gevolg zijn van door te belasten gewijzigde tarieven van de GGD;
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
-
1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van leges 2018’ van 7 december 2017 en de bijbehorende Tarieventabel 2018, worden ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 13 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als “Legesverordening 2019”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 20 december 2018.
De griffier,
De voorzitter,
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2019
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand
1.1 |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap: |
|
1.1.1 |
Indien voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk met ceremonie plaatsvindt in de aangewezen locaties binnen de door burgemeester en wethouders in het Reglement burgerlijke stand vastgestelde tijden op maandag tot en met vrijdag |
€ 511,10 |
1.1.2 |
Indien voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk met ceremonie plaatsvindt in de aangewezen locaties binnen de door burgemeester en wethouders in het Reglement burgerlijke stand vastgestelde tijden op zaterdag |
€ 929,10 |
1.1.3 |
Indien voltrekking van een huwelijk of registratie van een geregistreerd partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk met ceremonie plaatsvindt in de aangewezen locaties (niet de gemeentelijke locaties) binnen de door burgemeester en wethouders in het Reglement burgerlijke stand vastgestelde tijden |
€ 339,60 |
1.1.3.a |
indien voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk met ceremonie plaatsvindt op een externe niet aangewezen locatie |
€ 371,40 |
1.1.3.b |
indien voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk met ceremonie plaatsvindt op een aangewezen locatie tussen vrijdag 17.00 uur en zaterdag 21.00 uur |
€ 363,00 |
1.1.3.c |
indien voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of omzetting van een partnerschap in een huwelijk met ceremonie plaatsvindt op een externe niet aangewezen locatie tussen vrijdag 17.00 uur en zaterdag 21.00 uur |
€ 394,70 |
1.1.4.a |
Indien het bruidspaar of de geregistreerde partners gebruik maken van een bescheiden ceremonie die geleid wordt door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals aangegeven in het Reglement burgerlijke stand. |
€ 332,30 |
1.1.4.b |
Indien het bruidspaar of de geregistreerde partners gebruik maken van een bescheiden ceremonie, tegen een gereduceerd tarief, die geleid wordt door een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals aangegeven in het Reglement burgerlijke stand. |
€ 92,10 |
1.1.5 |
Geen leges voor een huwelijk of partnerschapsregistratie worden geheven binnen de door burgemeester en wethouders in het Reglement burgerlijke stand vastgestelde tijden |
|
1.1.6 |
Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk |
€ 56,10 |
1.1.7 |
Voor de benoeming van een Buitengewoon Ambtenaar van de Burgerlijke Stand voor één dag |
€ 31,70 |
1.1.8 |
Indien de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaatsvindt in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek worden de in 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.4 genoemde tarieven verhoogd met |
€ 92,10 |
1.1.9 |
Indien de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap plaatsvindt in de burgerzaal worden de onder 1.1.1 en 1.1.2 genoemde tarieven verhoogd met |
€ 111,60 |
1.1.10 |
De kosten van een wijziging (bijv. datum, tijdstip, locatie etc.) na zes weken na de eerste reservering bedragen |
€ 56,10 |
1.1.11 |
De kosten voor het afzeggen van een reservering voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap bedragen |
€ 56,10 |
1.1.12.a |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ 31,20 |
1.1.12.b |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een trouw-, partnerschapsboekje zonder omslag |
€ 7,70 |
1.1.13 |
Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van een gemeentelijke getuige bij een huwelijksvoltrekking of een geregistreerd partnerschap per getuige |
€ 38,70 |
1.1.14 |
Het tarief bedraagt voor: |
|
1.1.14.1 |
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen op opgaven uit de registers van de burgerlijke stand per persoon per akte |
€ 9,10 |
1.1.14.2 |
het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 19,00 |
1.1.14.3 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart
1.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|
1.2.1 |
van een nationaal paspoort: |
|
1.2.1.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 71,35 |
1.2.1.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 53,95 |
1.2.2 |
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort): |
|
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 71,35 |
1.2.2.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 53,95 |
1.2.3 |
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort): |
|
1.2.3.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 71,35 |
1.2.3.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 53,95 |
1.2.4 |
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor Vreemdelingen |
€ 53,95 |
1.2.5 |
van een Nederlandse identiteitskaart: |
|
1.2.5.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
€ 56,80 |
1.2.5.2 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
€ 29,95 |
1.2.6 |
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van |
€ 48,60 |
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen
1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ 39,75 |
1.3.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met |
€ 34,10 |
1.3.3 |
Indien bij het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een rijbewijs het reeds eerder verstrekte document niet, of niet compleet kan worden overlegd, worden de verschuldigde leges verhoogd met: |
€ 18,40 |
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen (BRP)
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de BRP moet worden geraadpleegd. |
|
1.4.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking |
€ 8,70 |
1.4.2.2 |
Tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking, aanvraag digitaal |
€ 4,35 |
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de BRP. |
|
1.4.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een selectie uit de geautomatiseerde BRP: |
|
1.4.4.1 |
per selectie |
€ 76,75 |
1.4.5 |
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen |
€ 7,70 |
1.4.6 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de BRP, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 19,00 |
1.4.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van het anders dan de eerste keer afgeven van een volledig overzicht van de eigen persoonslijst, per overzicht |
€ 8,70 |
1.4.8 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van het anders dan de eerste keer afgeven van een volledig overzicht van de eigen persoonslijst, per overzicht, aanvraag digitaal |
€ 4,35 |
Hoofdstuk 6 Vastgoedinformatie en bodeminformatie
1.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.6.1.1 |
tot het verstrekken van een mechanisch vervaardigde kopie van een bestaande tekening op plattegrond of van een gedeelte van een digitaal bestand geldt het tarief zoals genoemd in artikel 1.17.2.2 |
|
daarbovenop komt een bedrag per besteed kwartier van |
€ 19,00 |
|
1.6.2.5 |
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ 12,40 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
|
1.6.3.1 |
verstrekken van bodeminformatie: |
|
1.6.3.1.1 |
indien een aanvraag wordt gedaan door middel van het digitale aanvraagformulier |
€ 39,80 |
1.6.3.1.2 |
indien een aanvraag schriftelijk of telefonisch wordt ingediend |
€ 51,15 |
Hoofdstuk 7 Overige publiekszaken
1.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.7.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ 41,35 |
|
1.7.2.1 |
tot het verkrijgen van een “bewijs van in leven zijn” |
€ 8,70 |
|
1.7.3 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ 10,95 |
|
1.7.4 |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap en alle andere verklaringen, welke in het bijzonder belang van de aanvrager worden opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening dan wel in andere rechtsregels niet een ander recht is bepaald, per stuk |
€ 8,70 |
|
1.7.5 |
tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap en alle andere verklaringen, welke in het bijzonder belang van de aanvrager worden opgemaakt, voor zover daarvoor in deze verordening dan wel in andere rechtsregels niet een ander recht is bepaald, per stuk, digitaal aangevraagd |
€ 4,35 |
Hoofdstuk 8 Gemeentearchief
1.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ 19,00 |
1.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van: |
|
1.8.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per fotokopie |
€ 5,00 |
1.8.2.2 |
een afschrift uit het bouwvergunningenarchief wordt alleen digitaal verstrekt, uit veiligheidheidsoverwegingen, op een door de gemeente Katwijk beschikbaar gestelde usb-stick. per bestand op A4-formaat per bestand op A3-formaat per bestand op A2-formaat per bestand op A1-formaat per bestand op A0-formaat per usb-stick 8 gb |
€ 0,20 € 0,75 € 5,00 € 5,00 € 5,00 € 5,00 |
Hoofdstuk 9 Huisvestingswet
Vervallen
Hoofdstuk 10 Leegstandwet
1.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.10.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ 159,30 |
1.10.2 |
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet |
€ 79,70 |
1.10.3 |
Indien aanvragen als bedoeld in artikel 1.10.1 en 1.10.2 gelijktijdig worden ingediend en woonruimten in hetzelfde gebouw, zoals een flat, school of kantoor betreffen, worden de in die artikel bedoelde leges slechts eenmaal geheven. |
Hoofdstuk 12 Winkeltijdenwet
Verplaatst naar titel 3, hoofdstuk 5.
Hoofdstuk 13 Kansspelen
1.13.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
|
1.13.1.1 |
a. voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat |
€ 57,80 |
b. en voor iedere volgende speelautomaat € 34,80 x het aantal speelautomaten waarvoor de vergunning geldt |
||
1.13.1.2 |
Het in 1.13.1.1 gestelde is van overeenkomstige toepassing indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de in 1.13.1.1 bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden. |
|
1.13.1.3 |
Het in 1.13.1.1 gestelde is van overeenkomstige toepassing indien de vergunning geldt voor een tijdvak, van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor toepassing van onderdeel a. in plaats van € 57,80 een bedrag van € 231,70 en in plaats van € 34,80 een bedrag van € 139,10 geldt. |
Hoofdstuk 14 Telecommunicatie
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag instemmingbesluit of vergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Katwijk 2016 |
€ 192,90 |
1.14.1.1 |
indien de werkzaamheden plaatsvinden in de door de gemeente beheerde, openbare gemeentegrond, wordt het tarief genoemd in 1.14.1 per strekkende meter sleuf verhoogd met |
€ 1,65 |
1.14.1.2 |
Indien het een fiber to the home glasvezelproject betreft met een omvang van 500 of meer aaneengesloten verblijfseenheden wordt het tarief genoemd in 1.14.1 per in het werk aan te sluiten verblijfseenheid, verhoogd met |
€ 9,30 |
1.14.1.3 |
indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en aanbieder van netwerk, verhoogd met |
€ 151,25 |
1.14.1.5 |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
1.14.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 1.14.1.5 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
1.14.3 |
Als een aanvrager zijn aanvraag als bedoeld in artikel 1.14.1 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van 75% van het in artikel 1.14.1.1 of 1.14.1.2 genoemde tarief. |
|
1.14.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding voor werkzaamheden van niet-ingrijpende aard als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 of voor de melding van een calamiteit als bedoeld in artikel 2.1 lid 4 van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur gemeente Katwijk 2016: |
|
1.14.4.1 |
voor een opbreking tot 50 meter |
€ 41,50 |
1.14.4.2 |
Voor opbrekingen groter dan 50 meter |
€ 114,10 |
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
1.15 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.15.1 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 |
€ 36,00 |
1.15.2 |
tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen |
€ 36,00 |
1.15.3.1 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) per kaart bij een spreekuurconsult aan de GGD arts* |
€ 154,00 |
1.15.3.2 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) per kaart bij een huisbezoek van de GGD arts* |
€ 300,00 |
1.15.3.3 |
tot het verlenen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) bij een dossieronderzoek van de GGD arts* |
€ 129,00 |
1.15.4 |
tot het verlenen van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart |
€ 35,60 |
1.15.5.1 |
Als een aanvrager zijn aanvraag als bedoeld in artikel 1.15.3.1, 1.15.3.2 of 1.15.3.3 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente bedraagt het tarief |
€ 103,75 |
1.15.5.2 |
Als een aanvrager zijn aanvraag als bedoeld in artikel 1.15.3.1, 1.15.3.2 of 1.15.3.3 intrekt terwijl er nog geen consult heeft plaatsgevonden bedraagt het tarief |
€ 31,10 |
1.15.5.3 |
Als een aanvrager twee maal niet is verschenen op een spreekuurconsult of huisbezoek als bedoeld in artikel 1.15.3.1 of 1.15.3.2 wordt een tarief in rekening gebracht van |
€ 106,40 |
(*tarieven GGD)
Hoofdstuk 16 Wet bevordering integriteitbeoordeling door het openbaar bestuur (BIBOB)
1.16.1 |
vervallen |
Hoofdstuk 17 Diversen
1.17.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van: |
|
1.17.2.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ 6,65 |
1.17.2.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, zowel fysiek als digitaal bij WOB en Who, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen in: zwart/wit |
|
1.17.2.2.1 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,20 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ 0,75 |
|
per pagina op papier van A2-formaat |
€ 5,00 |
|
per pagina op papier van A1-formaat |
€ 10,00 |
|
per pagina op papier van A0-formaat |
€ 20,00 |
|
kleur: |
||
1.17.2.2.2 |
per pagina op papier van A4-formaat |
€ 0,40 |
per pagina op papier van A3-formaat |
€ 1,50 |
|
per pagina op papier van A2-formaat |
€ 10,00 |
|
per pagina op papier van A1-formaat |
€ 20,00 |
|
per pagina op papier van A0-formaat |
€ 40,00 |
|
1.17.2.3 |
Digitale data voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: per bestand per usb-stick 8gb |
€ 5,00 € 5,00 |
1.17.2.4 |
Een beschikking op aanvraag, van een vergunning of ontheffing, dan wel elk stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover voor deze stukken niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per beschikking |
€ 26,85 |
1.17.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4, lid 4 van de Verordening Nadeelcompensatieverordening Katwijk |
€ 307,00 |
Hoofdstuk 18 Milieupas en metrocontainerpas
1.18 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een vervangende milieu- of containerpas bedraagt: |
€ 16,10 |
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
|
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.3 |
sloopkosten: |
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
||
2.1.1.4 |
Wabo: |
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; |
||
2.1.1.5 |
ontvankelijke aanvraag: |
|
aanvraag om omgevingsvergunning waarvoor geen nadere gegevens nodig zijn om een goede afweging te kunnen maken ten einde te kunnen beslissen. |
||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|
2.3.1 |
Deskundige adviezen |
|
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.3.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: |
€ 512,15 |
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig bodemrapport wordt beoordeeld: |
€ 218,05 |
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld: |
€ 218,05 |
2.3.2 |
Achteraf ingediende aanvraag |
|
2.3.2.1 |
Het tarief zoals bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit vermeerderd met: |
50% |
2.3.3 |
Bouwactiviteiten |
|
2.3.3.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.3.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 20.000 bedragen: |
5,63% |
van de bouwkosten, met een minimum van € 216,00 |
||
2.3.3.1.2 |
indien de bouwkosten € 20.000 tot € 50.000 bedragen: |
5,32% |
van de bouwkosten; met een minimum van € 1.305,00 |
||
2.3.3.1.3 |
indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: |
4,35% |
van de bouwkosten; met een minimum van € 2.870,00 |
||
2.3.3.1.4 |
indien de bouwkosten € 100.000 tot € 200.000 bedragen: |
3,32% |
van de bouwkosten; met een minimum van € 4.350,00 |
||
2.3.3.1.5 |
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 1.000.000 bedragen: |
3,02% |
van de bouwkosten; met een minimum van € 6.600,00 |
||
2.3.3.1.6 |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen: |
2,71% |
van de bouwkosten, met een minimum van € 30.000,00 |
||
2.3.3.1.7 |
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen: van de bouwkosten, met een minimum van € 135.000,00 |
1,64% |
2.3.3.2 |
Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel 2.3.3.1 wordt verminderd met € 264,00, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro. |
|
2.3.4 |
Aanlegactiviteiten |
|
2.3.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
|
2.3.4.1.1 |
indien de aanlegkosten minder dan € 20.000,00 bedragen: |
5,93% |
van de aanlegkosten, met een minimum van € 362,00 |
||
2.3.4.1.2 |
indien de aanlegkosten € 20.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 50.000,00 bedragen: |
2,92% |
van de aanlegkosten; met een minimum van € 1.164,00 |
||
2.3.4.1.3 |
indien de aanlegkosten € 50.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 100.000,00 bedragen: |
2,20% |
van de aanlegkosten; met een minimum van € 1.425,00 |
||
2.3.4.1.4 |
indien de aanlegkosten € 100.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 200.000,00 bedragen: |
1,14% |
van de aanlegkosten; met een minimum van € 2.150,00 |
||
2.3.4.1.5 |
indien de aanlegkosten € 200.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 500.000,00 bedragen |
0,72% |
van de aanlegkosten; met een minimum van € 2.500,00 |
||
2.3.4.1.6 |
indien de aanlegkosten € 500.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 1.000.000,00 bedragen |
0,51% |
van de aanlegkosten; met een minimum van € 3.500,00 |
||
2.3.4.1.7 |
indien de aanlegkosten € 1.000.000,00 of meer bedragen maar minder dan € 2.000.000,00 bedragen |
0,31% |
van de aanlegkosten; met een minimum van € 5.000,00 |
||
2.3.4.1.8 |
indien de aanlegkosten meer dan € 2.000.000,00 bedragen van de aanlegkosten, met een minimum van € 6.000,00 |
0,16% |
2.3.4.2 |
Het tarief dat voortvloeit uit de berekening genoemd in onderdeel 2.3.4.1 wordt verminderd met 100%, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro. |
|
2.3.5 |
Planologisch strijdig gebruik |
|
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: |
|
2.3.5.1.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ 197,90 |
2.3.5.1.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ 564,00 |
2.3.5.1.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast en de aanvraag binnen het vastgestelde afwijkingsbeleid past: |
€ 284,65 |
2.3.5.1.4 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ 3.866,60 |
2.3.5.1.5 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): |
€ 564,00 |
2.3.5.1.6 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): |
€ 564,00 |
2.3.5.1.7 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ 564,00 |
2.3.5.1.8 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ 564,00 |
2.3.5.1.9 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ 197,90 |
2.3.5.2 |
Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.5 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik ten behoeve van een evenement voor maximaal vier weken, wordt het legestarief verminderd tot 10% van het bedrag van de verschuldigde leges op grond van artikelen 2.3.5 |
|
2.3.5.3 |
In afwijking van het tarief genoemd in onderdeel 2.3.5.1.4 bedraagt het tarief indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor het realiseren van een terras: |
€ 564,00 |
2.3.5.4 |
Het tarief genoemd in onderdelen 2.3.5.1.1, 2.3.5.1.2 en 2.3.5.1.3 wordt verminderd met 100%, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro. |
|
2.3.5.5 |
Het tarief genoemd in onderdelen 2.3.5.1.4 wordt verminderd met € 260,00, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro. |
|
2.3.6 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief indien de gebruiksoppervlakte (onder gebruiksoppervlakte wordt verstaan de gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580) |
||
2.3.6.1 |
of minder bedraagt: |
€ 564,00 |
2.3.6.2 |
meer dan bedraagt maar niet meer dan plus € 1,467 per m² gebruiksoppervlakte |
€ 392,55 |
2.3.6.3 |
meer dan bedraagt maar niet meer dan plus € 0,542 per m² gebruiksoppervlakte |
€ 919,50 |
2.3.6.4 |
meer dan bedraagt maar niet meer dan plus € 0,542 per m² gebruiksoppervlakte |
€ 1.839,05 |
2.3.6.5 |
meer dan bedraagt maar niet meer dan plus € 0,542 per m² gebruiksoppervlakte |
€ 2.407,40 |
2.3.6.6 |
meer dan gebruiksoppervlakte plus € 0,01 per m² gebruiksoppervlakte |
€ 3.719,40 |
2.3.7 |
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht |
|
2.3.7.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, zoals bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: |
2,20% |
van de sloopkosten met een minimum van: |
€ 443,42 |
|
2.3.7.2 |
Het tarief genoemd in onderdeel 2.3.7.1 wordt verminderd met 100%, wanneer de aanvraag mede dient te worden getoetst aan een bestemmingsplan waarvoor niet is voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 3.1 lid 2 van de Wro of artikel 9.1.4, lid 4 van de Invoeringswet Wro. |
|
2.3.8 |
Aanleggen of veranderen weg |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of <artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 255,10 |
|
2.3.9 |
Kappen |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of <artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 175,15 |
|
2.3.10 |
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 |
|
2.3.10.1 |
Indien de aanvraag om een betrekking heeft op handelingen in of nabij een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: |
€ 175,15 |
2.3.10.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 |
€ 175,15 |
2.3.11 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief |
€ 175,15 |
|
2.3.12 |
Andere activiteiten |
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld (met uitzondering van milieu-activiteiten) en die activiteit of handeling: |
||
2.3.12.1 |
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 283,50 |
2.3.12.2 |
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ 283,50 |
2.3.12.2.1 |
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief: |
€ 34,40 |
2.3.12.2.2 |
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.13 |
Advies |
|
2.3.13.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|
2.3.13.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|
2.3.14 |
Verklaring van geen bedenkingen |
|
2.3.14.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|
2.3.14.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: |
€ 524,90 |
2.3.14.1.2 |
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
Hoofdstuk 4 Verrekening van de leges
2.4.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag voor een omgevingsvergunning |
|
Als een aanvrager zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
||
2.4.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan |
75% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
||
2.4.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan |
50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; |
||
2.4.1.3 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
30% |
2.4.2 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning |
|
2.4.2.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
20% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. |
||
2.4.2.2 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.4.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
|
2.4.2.3 |
De teruggaaf als gevolg van het niet-ontvankelijk verklaren of buiten behandeling laten van een aanvraag om een omgevingsvergunning van de verschuldigde leges, met dien verstande dat ten minste het minimumbedrag verschuldigd blijft. |
50% |
2.4.3 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.13 en 2.3.14 wordt geen teruggaaf verleend. |
||
2.4.4 |
Meerkosten niet-digitale aanvraag |
|
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning en de bijbehorende bijlage niet volledig digitaal via zijn ingediend, wordt het legesbedrag zoals bepaald in Hoofdstuk 3 vermeerderd met: |
€ 274,05 |
|
2.4.5 |
Indienen ontvankelijke aanvraag |
|
De leges worden, indien de aanvraag bij indiening als ontvankelijke aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.1.1.5 wordt beoordeeld, verminderd met |
10% |
|
met een maximum van |
€ 808,25 |
Hoofdstuk 5 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
2.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project: |
€ 202,10 |
Hoofdstuk 6 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.6.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 3.866,60 |
2.6.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ 3.866.60 |
Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde beschikking
2.7.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ 77,25 |
2.7.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning |
€ 111,70 |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca
3.1.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet |
€ 559,75 |
3.1.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ 279,40 |
3.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ 279,40 |
3.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging van een verleende vergunning op grond van de Drank- en Horecawet in verband met uitsluitend een wijziging van de leidinggevende(n) in een inrichting |
€ 110,70 |
3.1.5 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet of een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank en Horecawet: |
|
Indien aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan: van de verschuldigde leges; |
90% |
|
Indien aanvraag wordt ingetrokken binnen na 2 weken en binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan: van de verschuldigde leges; |
75% |
|
Indien aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan: van de verschuldigde leges; |
25% |
|
3.1.6 |
De teruggaaf als gevolg van het niet-ontvankelijk verklaren of buiten behandeling laten van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de rank- en Horecawet of een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank en Horecawet bedraagt: van de verschuldigde leges; |
50% |
3.1.7 |
De teruggaaf als gevolg van het weigeren van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet of een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank en Horecawet bedraagt: van de verschuldigde leges; |
20% |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
3.2.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5:23 van de Algemene plaatselijke verordening |
€ 148,15 |
3.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een (eerste) aanvraag voor een jaarlijks terugkerende vergunning of ontheffing welke betrekking heeft op een dag die is aangewezen als collectieve festiviteit |
€ 46,20 |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
|
3.3.1 |
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4. van de Algemene plaatselijke verordening, |
|
3.3.1.1 |
voor een seksinrichting |
€ 1.479,40 |
3.3.1.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 1.479,40 |
3.3.2 |
wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.4, van de Algemene plaatselijke verordening: |
|
3.3.2.1 |
voor een seksinrichting |
€ 312,60 |
3.3.2.2 |
voor een escortbedrijf |
€ 312,60 |
Hoofdstuk 4 Vergunningen op grond van Algemene plaatselijke verordening en overige vergunningen
3.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
|
3.4.1 |
Voor een ontheffing om met een geluidswagen mededelingen aan het publiek te doen op grond van artikel 4.6 van de APV |
€ 296,25 |
3.4.3 |
Voor een vergunning voor een uitstalling als bedoeld in artikel 2.10 van de APV |
€ 296,25 |
3.4.4 |
Voor een vergunning voor een reclamebord |
€ 296,25 |
3.4.5 |
Voor een vergunning voor het plaatsen van een bouwkraan |
€ 148,15 |
3.4.6 |
Voor een vergunning voor een bouwplaats |
€ 148,15 |
3.4.7 |
Voor een vergunning voor een terras |
€ 148,15 |
3.4.8 |
Voor een vergunning voor het verkopen van vuurwerk |
€ 272,75 |
3.4.10 |
Voor een ontheffing voor het te koop aanbieden van voertuigen als bedoeld in artikel 5.3 van de APV |
€ 296,25 |
3.4.11 |
Voor een ontheffing van het parkeren van een voertuig dat is voorzien van handelsreclame, met het kennelijke doel om daarmee handelsreclame te maken als bedoeld in artikel 5.7 van de APV |
€ 296,25 |
3.4.13 |
Voor een vergunning voor het innemen van ligplaats voor een vaartuig als bedoeld in artikel 5.25 van de APV |
€ 296,25 |
3.4.14 |
Voor een ontheffing voor het bouwen, verbouwen van een woonschip als bedoeld in artikel 5.25a van de APV |
€ 296,25 |
3.4.16 |
Voor een vergunning van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de APV |
€ 22,55 |
3.4.17 |
Voor een vergunning voor een standplaats als bedoeld in artikel 5.18 van de APV |
€ 296,25 |
3.4.19 |
Voor een ontheffing van het sluitingsuur, als bedoeld in artikel 2.29 van de APV per aaneengesloten tijdvak van maximaal 24 uur |
€ 103,05 |
3.4.20 |
Voor een afvaartvergunning vanaf het strand, als bedoeld in artikel 5.45 van de APV, voor het zomertijdvak |
€ 205,25 |
3.4.21 |
Voor een vergunning om op het strand met een voertuig te mogen rijden, als bedoeld in artikel 5.47 van de APV |
€ 103,05 |
3.4.22 |
Voor een vergunning om op het strand rij of trekdieren te verhuren, als bedoeld in artikel 5.49 van de APV |
€ 103,05 |
3.4.26 |
Voor een vergunning voor het organiseren van een klein kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen |
€ 148,15 |
3.4.27 |
Voor een vergunning voor een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 30 c van de Wet op de kansspelen |
€ 296,25 |
3.4.28 |
Voor een vergunning voor een Rad van fortuin als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen |
€ 296,25 |
3.4.29 |
Voor een ontheffing als bedoeld in artikel 148 van de Wegenverkeerswet 1994 |
€ 296,25 |
3.4.30 |
Voor het afsluiten van wegen als bedoeld in artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) |
€ 296,25 |
Hoofdstuk 5 Winkeltijdenwet
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|
1.12.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ 142,30 |
1.12.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.12.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander |
€ 142,30 |
1.12.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.12.1 bedoelde ontheffing |
€ 142,30 |
Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
3.5 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ 66,65 |
Behorende bij raadsbesluit van 20 december 2018
De griffier,
De voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl