Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie 2019.

Geldend van 22-12-2018 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie 2019.

De raad van de gemeente Valkenburg aan de Geul;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 oktober 2018;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie 2019.

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vermakelijkheid: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede wordt beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen, of waarbij het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of op daartoe bestemde of geschikte, voor eenieder toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren en dergelijke;

  • b.

    kerstperiode: de periode tussen 1 november en 31 december.

Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit

Onder de naam vermakelijkhedenretributie wordt een recht geheven ter zake van het tegen betaling of vergoeding van welke aard ook geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid wordt gegeven.

  • 2.

    Indien ter zake van hetzelfde belastbare feit meerdere belastingplichtigen kunnen worden aangewezen, wordt de aanslag gesteld ten name van de exploitant van de inrichting, het terrein, het water en dergelijke, bedoeld in artikel 1.

Artikel 4 Vrijstelling

De vermakelijkhedenretributie wordt niet geheven voor zover uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst een bedrag wordt gevorderd ter zake van het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van de in artikel 2 bedoelde voorzieningen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing, belastingtarief en maximale belastingschuld

  • 1.

    De maatstaf van heffing is het aantal bezoekers van de vermakelijkheid dat de 10.000 per jaar te boven gaat.

  • 2.

    Het tarief bedraagt € 0,20 per bezoeker.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid bedraagt het tarief in de kerstperiode € 0,55 per bezoeker in het geval het aantal bezoekers van de vermakelijkheid in die periode de 50.000 te boven gaat. In het geval het aantal bezoekers in de kerstperiode de 50.000 te boven gaat, worden de eerste 10.000 bezoekers buiten de heffing gehouden op basis van het tarief van € 0,20 per bezoeker.

  • 4.

    Het verschuldigde recht bedraagt per vermakelijkheid ten hoogste € 130.000,-.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De vermakelijkhedenretributie wordt bij wege van voldoening op aangifte geheven.

  • 2.

    De aangifte moet worden gedaan binnen een maand na het einde van het belastingjaar bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b of c, bedoelde gemeenteambtenaar die is vermeld in de uitnodiging tot het doen van aangifte .

  • 3.

    De vermakelijkhedenretributie moet binnen een maand na het einde van het belastingjaar overeenkomstig de aangifte aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden betaald.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet uiterlijk een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet zijn betaald.

Artikel 8 Kwijtschelding

De regelgeving inzake de kwijtschelding is vastgelegd in de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de

heffing en de invordering van de vermakelijkhedenretributie.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening vermakelijkhedenretributie 2018’ vastgesteld bij raadsbesluit van 7 november 2017, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat ze van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening vermakelijkhedenretributie 2019’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2018.

mr. J.W.L. Pluijmen dr. J.J. Schrijen

griffier voorzitter