Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent kappen bomen Bomenverordening Lansingerland 2018

Geldend van 13-12-2018 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent kappen bomen Bomenverordening Lansingerland 2018

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het bijgaande voorstel

Overwegende dat

  • de Bomenverordening Lansingerland 2018 de regels verheldert en concretiseert en zo een deregulering betekent ten opzichte van 2012;

  • het huidige beschermingsniveau vrijwel gehandhaafd blijft;

  • de regels overzichtelijker voor onze inwoners zijn door visualisering op de “Groene Kaart”.

Gelet op – artikel 149 Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Besluit(en)

  • 1.

    De gedereguleerde Bomenverordening Lansingerland 2018 vast te stellen.

  • 2.

    De “Groene Kaart” vast te stellen.

Artikel 1: Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a)

    boom: een vitaal, houtig opgaand gewas een stamomtrek van minimaal 45 centimeter op 1,3 meter hoogte vanaf het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de dwarsdoorsnede van de dikste stam.

  • b)

    houtopstand: één of meer bomen of boomvormers, of andere houtachtige gewassen, mogelijk onderdeel uitmakend van een beplanting van bosplantsoen, een houtwal, een grotere (lint)begroeiing van heesters en struiken, hakhout, een struweel of een heg.

  • c)

    beschermde houtopstand: houtopstand voorkomende op de "Groene kaart" als bedoeld in artikel 2 lid 3.

  • d)

    vellen: rooien; kappen; verplanten; dunnen; het snoeien van meer dan 30 procent van de kroon of het wortelgestel, met inbegrip van knotten en kandelaberen; het verrichten van handelingen, zowel boven- als ondergronds, die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering van de houtopstand ten gevolge kan hebben.

  • e)

    dunnen: velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden beschouwd. Bij bosplantsoen en bossages wordt tot maximaal 80% van de oppervlakte gedund.

  • f)

    boomwaarde: de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen.

  • g)

    Bomen Effect Analyse (BEA): een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg voor houtopstand, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting.

  • h)

    bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 4.1 onder a Wet natuurbescherming, voorheen artikel 1 en vastgelegd op de kaart ‘Bebouwde komgrens inzake de Boswet, gemeente Lansingerland’.

  • i)

    perceel: een bij het Kadaster als zodanig geregistreerd stuk grond, inclusief alle bebouwing.

Artikel 2: Kapverbod en vrijstellingen

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag beschermde houtopstand te vellen, te doen vellen of de groeiplaats van beschermde houtopstand zodanig aan te tasten dat duurzame instandhouding van die houtopstand niet gewaarborgd is.

  • 2. Het onder 1. genoemde verbod geldt eveneens voor houtopstand met een stamomtrek kleiner dan 45 cm op 1,3 meter boven maaiveld aangeplant in het kader van een herplantplicht, bestemmings- of omgevingsplan of overeenkomst met een bestuursorgaan.

  • 3. Het college stelt een "Groene kaart " met beschermde houtopstand vast en houdt deze jaarlijks actueel.

  • 4. Geen vergunning is benodigd voor:

    • a.

      het periodiek knotten of kandelaberen van een reeds eerder gekandelaberde of geknotte houtopstand voor zover dit plaats vindt als noodzakelijke beheermaatregel ter uitvoering van het reguliere onderhoud;

    • b.

      houtopstand die in het kader van dunning van een houtopstand door of namens de gemeente moet worden geveld;

    • c.

      een houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving van het bevoegd gezag;

    • d.

      het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

  • 5. De burgemeester kan toestemming geven tot noodkap voor het onmiddellijk vellen van beschermde houtopstand indien sprake is van een urgent en groot gevaar of vergelijkbaar spoedeisend belang.

Artikel 3: Aanvraag

  • 1. De vergunning moet digitaal of schriftelijk en gemotiveerd worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene die, krachtens goederenrechtelijk recht of krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de houtopstand te beschikken.

  • 2. Indien het bevoegd gezag dit nodig acht, kan het bevoegd gezag bepalen dat de aanvrager een Bomen Effect Analyse (BEA) bij de aanvraag dient te overleggen.

Artikel 4: Criteria

  • 1). Het bevoegd gezag kan de vergunning weigeren dan wel onder voorschriften of beperkingen verlenen.

  • 2) Vergunning voor het vellen van beschermde houtopstand aangeduid met donkergroen op de "Groene kaart " kan, indien alternatieven voor behoud voldoende zijn onderzocht, slechts bij uitzondering worden verleend indien:

    • a)

      Een zwaarwegend algemeen maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde houtopstand of:

    • b)

      Naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

  • 3) Vergunning voor het vellen van beschermde houtopstand aangeduid met lichtgroen op de "Groene kaart" wordt geweigerd indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:

    • a)

      natuur- en milieuwaarden;

    • b)

      landschappelijke waarden;

    • c)

      cultuurhistorische waarden;

    • d)

      waarden van stads- en dorpsschoon;

    • e)

      waarden voor recreatie en leefbaarheid.

Artikel 5: Bijzondere vergunningvoorschriften

  • 1) Het bevoegd gezag kan aan de vergunning ondermeer het voorschrift verbinden dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door het bevoegd gezag te geven aanwijzingen moet worden herplant. In het geval dat de vergunning aan de gemeente is verleend wordt er altijd een herplantplicht opgelegd.

  • 2) Het bevoegd gezag kan aan de vergunning ondermeer het voorschrift verbinden dat pas tot vellen van een houtopstand in het kader van bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan, indien ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn, of de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.

  • 3) Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen ondermeer aanwijzingen behoren ter bescherming van nabijgelegen houtopstand en voorschriften ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna.

  • 4) Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kan ondermeer het voorschrift behoren tot het opstellen en overleggen van een bomen effect analyse (BEA) in geval van bouw of aanleg van werken nabij te behouden bomen.

  • 5) Het bevoegd gezag kan aan de vergunning ondermeer het voorschrift verbinden dat de vergunning geheel of gedeeltelijk geldt voor een daarin aangegeven termijn, of dat de houtopstand slechts in een bepaalde periode mag worden geveld.

Artikel 6: Herplantplicht en instandhoudingsplicht

  • 1) Indien een houtopstand, waarop het verbod tot vellen of doen vellen van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kan het bevoegd gezag aan de goederenrechtelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.

  • 2) Indien niet ter plaatse kan worden herplant, wordt door het bevoegd gezag een andere locatie voor herplant aangewezen.

  • 3) Wordt een verplichting als bedoeld in het eerste lid opgelegd, dan kan daarbij tevens worden bepaald binnen welke termijn na herplant en op welke wijze niet-aangeslagen beplanting moet worden vervangen.

  • 4) Indien een houtopstand waarop het verbod tot vellen of doen vellen als bedoeld in deze verordening van toepassing is in het voortbestaan ernstig wordt bedreigd, kan het bevoegd gezag aan de goederenrechtelijk gerechtigde tot de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.

  • 5) Het gestelde in het tweede en derde lid is van overeenkomstige toepassing op de herplantverplichting die kan worden opgelegd op grond van artikel 5, eerste lid.

Artikel 7: Boomziekten

  • 1) Indien zich op een terrein één of meer bomen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:

    • a)

      de houtopstand te vellen;

    • b)

      conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • 2) Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders gevelde houtopstanden of delen daarvan voorhanden of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een soort betreft die de desbetreffende ziekte kan verspreiden.

  • 3) Het niet voldoen aan de in het eerste lid bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden voor risico en voor rekening van aangeschrevene door of namens de gemeente kunnen worden verricht.

Artikel 8: Afstand tot de erfgrenslijn

De afstand als bedoeld in artikel 5:42 lid 2 Burgerlijk Wetboek is vastgesteld op 1 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen.

Artikel 9: Slotbepaling

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: Bomenverordening Lansingerland 2018.

  • 3. Tegelijkertijd met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de “Bomenverordening Lansingerland 2012” ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering

van 29 november 2018,

de griffier,

drs. Marijke Walhout

Bijlage A "Groene kaart" met beschermde houtopstand (Corsa T18.12363, T18.12364, T18.12365, T18.12366)

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage B Kaart bebouwde kom o.g.v. art. 4.1. Wet natuurbescherming (voorheen Boswet) (Corsa T12.04861)

afbeelding binnen de regeling

Bijlage C Toelichting Bomenverordening 2018 en “Groene Kaart”

In de bomenverordening worden de bomen binnen de gemeente beschermd en wordt toegelicht wanneer ze in aanmerking komen voor kap en herplant. De gemeente Lansingerland voert in 2018 een Groene Kaart in waarop visueel is weergegeven waar welke bescherming geldt. Deze kaart is te vinden op de gemeentelijke website.

Met de Groene Kaart biedt de gemeente de burger en zichzelf een instrument waarmee het beleid m.b.t. vergunningplichtige bomen visueel inzichtelijk is. Dit vergemakkelijkt de communicatie richting de burger en voorkomt onjuiste interpretaties. Ook geeft een dergelijk instrument duidelijk inzicht in de ligging van de beschermwaardige elementen in de gemeente Lansingerland

Voor het kappen van vitale bomen met een stamomtrek boven de 45 cm is een vergunning vereist. De gemeente stel daarbij de conditie en levensverwachting van de boom vast.

Binnen de gemeente zijn alle gemeentelijke bomen ingedeeld in twee beschermingsniveaus namelijk hoog en standaard. Hieronder volgt een uitgebreide toelichting op het onderscheid. De twee niveaus zijn door middel van puntelementen en vlakken met verschillende kleuren aangegeven op de “Groene Kaart”.

Beschermingsniveau hoog

Dit zijn de donkergroene punten op de kaart.

Onder dit niveau vallen de belangrijkste hoofdstructuren en individuele bomen. Het betreft bomen en structuren die monumentaal of beeldbepalend zijn voor de omgeving en/of een belangrijke ruimtelijke, ecologische, cultuur-historische of belevingswaarde vervullen. Ook enkele particuliere monumentale bomen vallen onder deze bescherming.

Beschermingsniveau standaard

Dit zijn de lichtgroene vlakken en lichtgroene punten.

De overige bomen binnen de gemeente vallen onder het standaard niveau. De gemeente is daarbij niet noodzakelijk beheerder van deze bomen, sommige onderdelen vallen onder (semi) overheden zoals Provincie, Gemeente Rotterdam, NS, etc. Bomen die beheerd worden door derden zijn niet geregistreerd in ons beheersysteem en kunnen daardoor niet als punt worden weergegeven. In deze gevallen zijn vlakken weergegeven om aan te geven dat de verordening van toepassing is.

Boomgegevens

Door met de cursor te klikken op een punt of vlak op de “Groene Kaart” zijn de kenmerken van het betreffende element zichtbaar, het zogeheten “paspoort”. De volgende kenmerken zijn in het paspoort opgenomen:

  • Boomsoort

  • Boomnummer

  • Aanplant jaar

  • Boomgrootte

  • Boomhoogteklasse

  • Beschermingsniveau

Actueel houden van de verordening

De actualisatie van de Groene Kaart vindt periodiek plaats. bij voorkeur jaarlijks. Het college is bevoegd deze kaart vast te stellen. De belangenverenigingen die betrokken zijn geweest bij het opstellen van de verordening betrekt de gemeente ook bij de periodieke actualisatie. Na vijf jaar evalueert en actualiseert de gemeenteraad de gehele verordening.

Bijlage D Criteria behoud, vellen en herplant

D.1. Criteria behoud en vellen

Beschermingsniveau Hoog

Bij houtopstanden met beschermingsniveau hoog geldt dat de vergunning slechts bij uitzondering wordt verleend indien:

  • Zwaarwegend maatschappelijk belang opweegt tegen duurzaam behoud van de beschermde houtopstand

  • Naar boomdeskundige maatstaven instandhouding niet langer verantwoord is ter voorkoming van letsel of schade.

Of er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang hangt af van hoeveel mensen baat hebben bij dit belang. Voorbeelden van een zwaar maatschappelijke belang zijn: aanleg of verbreding (hoofd)wegen, nieuwe spoorlijn, grote ruimtelijke herinrichting, groene herinrichting zoals laanvervanging, (ver)bouw openbare voorzieningen als ziekenhuis, gemeentehuis, enz.

Wanneer bij de planvorming een dermate hoog maatschappelijk of omgevingsbelang speelt kan er gekozen worden om een vergunning te verlenen. Hierbij is het noodzakelijk dat in de planvorming alle redelijkerwijs in beschouwing te nemen scenario’s zijn bekeken om de boom te behouden of in te passen in het nieuwe ontwerp.

Wanneer de kosten voor boombesparende maatregelen niet meer in verhouding staan tot de totale projectkosten kan een vergunning voor het vellen van een boom worden overwogen.

Standaard Bescherming

Bij houtopstanden met beschermingsniveau standaard verleent de gemeente geen vergunning indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de houtopstand op basis van één of meer van de volgende waarden:

  • Natuur en milieuwaarden

  • Landschappelijke waarden

  • Cultuurhistorische waarden

  • Waarden van stads- en dorpsschoon

  • Waarden voor recreatie en leefbaarheid

Natuur en milieuwaarden

Een boom is ecologisch waardevol wanneer deze iets extra’s toevoegt aan het ecosysteem. Er is in dat geval een direct gevolg wanneer de boom wegvalt voor de directe en naaste omgeving. Voorbeelden hiervan zijn: aanwezigheid van vleermuizen, eekhoorns, nesten van uilen of zeldzame vogels, of wanneer het om een waardboom (gastheer) gaat voor bijzondere flora. Het is van waarde als de boom onderdeel is van een biotoop van in de gemeente Lansingerland schaars voorkomende planten- of diersoort. Bomen kunnen een schakel zijn in een ruimtelijke of ecologische verbindingszone en kunnen hierdoor een ‘’stepping stone’’ functie vervullen. Wanneer een boom een dendrologische zeldzaamheidswaarde heeft kennen we extra waarde toe aan deze boom.

Landschappelijke waarden

De boom is in soort en verschijningsvorm karakteristiek voor de omgeving. Enkele (oorspronkelijke) landschappelijke elementen die nog herkenbaar zijn binnen de gemeente zijn de boezemwateren, kleiplateaus, oude linten en de Landscheiding. Bomen die deze vormen en daarbij horende geschiedenis zichtbaar maken in het landschap zijn van extra waarde.

De boom maakt onderdeel uit van de hoofd of nevenstructuur. In de Groenstructuur zijn de belangrijke groene aders en gewenste dwarsverbanden tussen deze groene aders vastgesteld. Bomen die deel uitmaken van deze structuren hebben daardoor een hogere waarde.

Cultuurhistorische waarden

Bomen kunnen onderdeel zijn van de lokale geschiedenis of een bepaalde cultuurhistorische betekenis hebben. Een voorbeeld hiervan zijn de herdenkingsbomen die ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen zijn aangeplant, bijvoorbeeld: de Kroningslinde, markeringsbomen of bakenbomen. Maar het kan ook een boom zijn in relatie tot een historisch pand, kerkgebouw of andere locatie die vanuit de geschiedenis betekenis heeft voor de omgeving. In het oude centrum van Bleiswijk is bijvoorbeeld een doorgaande structuur van leilindes aangeplant. Aan de Limiettocht ligt een molengang die goed herkenbaar is in het landschap met molenstompen en bijbehorende beplanting.

Waarden van stads- en dorpsschoon

Wanneer de boom aan één of meerdere van de hier omschreven eigenschappen voldoet kennen we daar extra waarde aan toe. De boom vervult een belangrijke bijdrage aan het karakter en de herkenbaarheid van de omgeving. De boom is voor het grootste deel zichtbaar in het straatbeeld. De boom is een herkenning- of oriëntatiepunt, vanwege zijn prominente verschijning. De boom vormt een onderdeel van een geheel intact zijnde boomgroep of uniforme laanbeplanting die een karakteristieke structuur in de stad of landschap zichtbaar maakt. De boom is karakteristiek voor de wijk als deze goed zichtbaar is vanaf openbaar toegankelijk gebied en als beeldbepalend wordt ervaren in de straat of vanuit de omgeving.

Waarden voor recreatie en leefbaarheid

Bomen zijn van cruciaal belang voor de leefbaarheid in de stad als ze substantieel bijdragen aan het verminderen van fijnstof en/of hittestress. Daarnaast kunnen bomen dienen als windvang of groene afscherming. Ze kunnen een bijzondere bijdrage leveren aan het microklimaat en de luchtkwaliteit. Daarmee kunnen ze het welbevinden van veel bewoners in lichamelijk en geestelijk opzicht in positieve zin beïnvloeden. Verder kunnen bomen ook een rol spelen bij de vitaliteit en stabiliteit van de omringende bomen.

D.2 Criteria herplant

Bij de kap van een gemeentelijk boom is de herplantplicht altijd van toepassing. De vaste eisen die wij als gemeente bij herplant stellen zijn:

  • Bij herplant is altijd een integrale afstemming nodig zodat een duurzame groeiplaats ontstaat.

  • Uitvoering van de herplant moet plaatsvinden binnen 12 maanden na vergunningverlening. De beste tijd om te planten is de periode oktober t/m maart met een voorkeur voor oktober t/m december. Buiten deze periode mogen geen bomen worden aangeplant.

  • Bij vorst mag niet geplant worden.

  • Het Handboek Bomen van het Norminstituut Bomen is integraal van toepassing. Hierin staan voorschriften m.b.t. werkzaamheden rond bomen, de aanplant, het aanleggen van de groeiplaats, eisen aan het plantmateriaal en het leveren van nazorg en plantgarantie.

Naast bovenstaande eisen zijn voor de twee beschermingsniveaus nog afwijkende regels van toepassing.

Hoge Bescherming

Bij herplant van een boom met hoge bescherming planten wij een boom terug met een minimale maat van 20/25 op 1,00 m boven maaiveld. Hierbij dient minimaal de huidige kwaliteit in beeld en sortiment behouden te blijven maar de sterke voorkeur is om een verhoging in kwaliteit te realiseren. Aangezien de bomen van het hoge beschermingsniveau deel uitmaken van belangrijke structuren moeten ze in beginsel op dezelfde locatie worden herplant. Bij uitzondering kan van bovenstaande afgeweken worden van het 1 op 1 principe indien ter plaatse te weinig ruimte voor herplant is en op een alternatieve locatie juist meer kwaliteit voor bomen kan worden gecreëerd door investeringen uit te voeren in standplaats. Het is gewenst om bij herplant een duurzame groeiplaats te creëren, waarbij een verhoging van de kwaliteit van bomen te bereiken is en hiermee de omlooptijd van de bomen minimaal 40 – 60 jaar is.

Standaard Bescherming

Bij herplant van een boom met standaard bescherming planten wij een boom terug met een minimale maat van 16/18 op 1,00 m boven maaiveld. Indien ter plaatse te weinig ruimte voor herplant is dient in overleg met de beheerder een andere locatie gekozen te worden. Valt de boom binnen de standaard bescherming maar heeft de boom een stamomtrek groter dan 150 cm dan dient er een boom herplant te worden met een minimale maat 20/25 ter compensatie van het verloren volume aan groen.

D.3 Verhouding kapregels gemeente en Wet Natuurbescherming

De artikelen 4.1 t/m 4.5 van de Wet natuurbescherming zien enkel toe op houtopstand buiten de bebouwde kom conform de bebouwde kom kaart voor de Wet natuurbescherming.

Onder de houtopstand valt volgens artikel 1.1 Wet natuurbescherming:

"een zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend, die:

  • a.

    een oppervlakte grond beslaat van 10 are of meer, of

  • b.

    bestaat uit een rijbeplanting die meer dan twintig bomen omvat, gerekend over het totaal aantal rijen.

Kort gezegd bevat de Wet natuurbescherming dus enkel bepalingen over de grotere houtopstanden ("bos en houtsingels") buiten de bebouwde kom. Bij voorgenomen kap geldt een meldingplicht en een wettelijke herplantplicht binnen drie jaar. De provincie is verantwoordelijk voor het beleid en de handhaving. Het van toepassing zijn van de Wet natuurbescherming op een concrete houtopstand kan samenvallen met een gemeentelijke vergunningplicht. De provincie ziet enkel toe op het behoud en gelijk blijven van dezelfde hoeveelheid aan oppervlakte aan grotere houtopstand, de zgn. kwantiteitstoetsing. De gemeente kan met haar vergunning ook een kwaliteitstoetsing doen en sturen op verandering van landschap in biodiversiteit, groen beeld en andere groene functies.

D.4 Kappen bij bouw en aanleg

Bij bouw en aanleg wordt in beginsel altijd een BEA (bomen effect analyse) gevraagd van de initiatiefnemer waarin de effecten van de voorgenomen kap op de houtopstand worden vastgelegd. Deze BEA dient te voldoen aan de landelijke richtlijnen voor het opstellen van een BEA van de CROW.

D.5 Handhaving illegale kap

Bij constatering van beschadiging of illegale kap van houtopstand weegt mee of de houtopstand bij een vergunning aanvraag vergund zou zijn of niet. Indien ja volgt een waarschuwing en/of herplantplicht of boete. Indien geen vergunning zou zijn verleend volgt een proces-verbaal en bij kap oplegging van herplantplicht. Bij beschadiging van bomen volgt een schadeverhaal na taxatie door een boomtaxateur.

D.6 Noodkap

Indien sprake is van een ernstige en acuut gevaarlijk situatie voor personen en of goederen kan zonder vegunningprocedure worden over gegaan tot noodkap op grond van artikel 172 van de Gemeentewet. Deze wet geeft de burgemeester de bevoegdheid om in het kader van de openbare orde en veiligheid onmiddellijk besluiten te nemen. Toestemming van de burgemeester is daarom altijd vereist. Achteraf een vergunning afgeven hoeft dan niet. Eventuele herplantplichtoplegging kan wel.

D.7 Overlast klachten

Klachten over overlast van gemeentelijke bomen worden onderzocht naar de mate van ernst en praktische oplossingen. Afhankelijk van de onderzoeksresultaten wordt de klacht behandeld als een ambtshalve vergunningaanvraag voor een gemeentelijke boom. Dit is een bestuursrechtlijk en geen privaatrechtelijk besluit. Bij dergelijke besluiten worden ook andere belanghebbenden in staat gesteld hun mening en belangen kenbaar te maken. Hierdoor worden individuele overlastklachten op gelijke wijze en in een breder beleidskader behandelt dan 1 op 1 tussen gemeente en klager. Hierna onder E. wordt de overlast en hinder van bomen nader gedefinieerd.

D.8 Voorlichting

In het geval van voorgenomen kap van niet vergunningplichtige bomen en eventuele andere commotie rond bomen kan de gemeente alle (potentiële) belanghebbenden met een brief of digitaal bericht informeren. In zwaarwegende gevallen kan de kap uitgesteld worden en een bijeenkomst belegd worden om alle feiten, visies en belangen omtrent de voorgenomen kap nader te onderzoeken.

Bijlage E Hinderlijke bomen

Overeenkomstig vaste rechtspraak kan een zekere mate van overlast door een boom van een ieder gevergd worden. Hieronder vallen normale blad-, twijg-zaad-, pluis-, luis- en vruchtval.

Hieronder lichten wij toe welke vormen van overlast en hinder te onderscheiden zijn voor bomen en of dit wel of niet een gegronde reden is voor het verlenen van een kapvergunning.

Vorm van hinder

Toelichting

Bladval, bloeiwijze en Vrucht- en zaadval

Is een natuurlijk gegeven bij een boom en is geen argument voor kap. Wel kan bij een reconstructie rekening worden gehouden met de sortimentskeuze en de mate en omvang van de overlast

Bomen en luis (Honingdauw/roetdauw)

Het lekken van een boom is op zichzelf geen argument voor kap. Wel kan bij een reconstructie rekening worden gehouden bij de sortimentskeuze.

Bomen en zonnepanelen

De positionering van bomen t.o.v. zonnepanelen is geen argument voor kap.

Schaduwwerking van bomen

Schaduwwerking is geen argument voor kap. Van onrechtmatige hinder door schaduw is pas sprake bij 12 uur of meer zonder licht.

Schade voor de volksgezondheid

Bomen leiden in heel enkele gevallen tot risico’s voor de volksgezondheid.

Dit is in de situaties wanneer:

  • Er Bacterievuur of Iepziekte aanwezig is in de boom

  • Er een behoorlijke mate van aantasting van Eikenprocessierups aanwezig is en bestrijding hiervan niet mogelijk is.

Indien dit het geval is kan het bevoegde gezag hierbij de volgende eis opleggen:

  • De houtopstand te vellen en conform richtlijnen van de gemeente de gevelde houtopstand direct zodanig te behandelen dat verspreiding van de boomziekte wordt voorkomen.

  • De houtopstand met voornoemde rupsen/boomziekten gevelde houtopstanden of delen op aanwijzingen van de gemeente op te slaan, af te dekken, in te pakken of op voorgeschreven wijze te vervoeren, zodanig dat betreffende rupsen/boomziekten zich niet kunnen verspreiden.

Allergie

In het geval van allergie voor bomen en hun afscheidingen (bloei, stuifmeel zaden, vruchten) is in beginsel geen reden voor het verlenen van een vergunning vanwege de verre verspreiding en veelheid van bronbomen.

Enkel bij solitair staande bomen en een allergie verklaring van een medisch specialist inzake de betreffende boom kan een vergunning bij uitzondering verleend worden.

Vrees voor onveiligheid en schade

Op basis van visuele boominspectie (VTA) wordt de mate van gevaarzetting en schade beoordeeld. Vervolgens wordt beoordeeld of er maatregelen genomen kunnen worden of dat een vergunning moet worden verleend.

Wortelopdruk van verharding

Wortelopdruk is op zich geen reden tot het kappen van de boom. In eerste instantie wordt gekeken naar de mogelijke technische oplossingen aan de hand van het Handboek bomen (Norminstituut). Pas bij een ongelijkheid van het wegdek, asfalt of bestrating door wortelopdruk van meer dan 4 centimeter hoogteverschil kan er sprake zijn van een gevaarlijke situatie die aanleiding geeft tot het verlenen van een kapvergunning.

Bijlage F Werkzaamheden aan Bomen en houtopstanden

Om de vergunningplichtige houtopstanden duurzaam in stand te houden, is het soms noodzakelijk dat onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. Onderhoudswerkzaamheden aan individuele bomen (puntelementen) zijn niet vergunningplichtig zolang de werkzaamheden het karakter van de houtopstand niet aantasten. Onderhoudswerkzaamheden aan houtsingels en bos zijn vergunningplichtig als daarbij bomen verwijderd worden (dunning). De volgende werkzaamheden kunnen plaatsvinden zonder vergunning:

  • Periodiek knotten van bestaande knotbomen

  • Periodiek terugzetten van gekandelaarde bomen

  • Periodiek uitvoeren van onderhoudssnoei of begeleidingssnoei

  • Periodiek terugzetten van hakhoutopstanden

  • Dunning ter bevordering van het voortbestaan van de overblijvende houtopstand

  • Vellen van evident natuurlijk gestorven bomen