Verordening winkeltijden Den Haag 2018

Geldend van 02-07-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening winkeltijden Den Haag 2018

De raad van de gemeente Den Haag,

gezien het voorstel van het college van 27 november 2018,

besluit vast te stellen de Verordening winkeltijden Den Haag 2018:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    bijzondere aangelegenheid van tijdelijke aard:een gebeurtenis beperkt in tijd, met een promotioneel karakter zoals de lancering van een nieuw product, een jubileum, een lustrum of een bedrijfsopening van een winkel;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

  • -

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag;

  • -

    hoofdwinkelstructuur:de winkelgebieden zoals deze zijn opgenomen in de hoofdwinkelstructuur van de laatst vastgestelde Detailhandelsmonitor Den Haag;

  • -

    toeristisch gebied Scheveningen-Bad: het gebied zoals begrensd door de volgende straten: Strand Noord, Gevers Deynootweg, Zwolsestraat, Utrechtsestraat, Haarlemsestraat, Harstenhoekweg, Kurhausweg, Nieuwe Parklaan, Circusstraat, 2e Messtraat, Dirk Hoogenraadstraat, Rotterdamsestraat en Scheveningseslag.

  • -

    toeristisch gebied Centrum: het gebied zoals begrensd door de volgende straten: Groenewegje, Paviljoensgracht, Lutherse Burgwal, Grote Markt, Jan Hendrikstraat, Torenstraat, Veenkade, Toussaintkade, Hogewal, Scheveningseveer, Mauritskade, Hooikade, Nieuwe Uitleg, Koninginnegracht, Prinsessegracht en Uilebomen.

  • -

    wet:de Winkeltijdenwet.

Artikel 1:2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist binnen vier weken op een aanvraag voor een ontheffing.

  • 2. Het college kan de beslistermijn voor ten hoogste twee weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk voor afloop van de in het eerste lid genoemde termijn mededeling gedaan aan de aanvrager.

Artikel 1:3 Algemene regels met betrekking tot ontheffingen

  • 1. Het college kan een ontheffing weigeren indien het gebruik van de ontheffing naar het oordeel van het college gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat nadelig zal beïnvloeden.

  • 2. Het college kan aan een ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 3. Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

    • a.

      ter verkrijging daarvan onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      op grond van een verandering van omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van ontheffing moet worden aangenomen dat de intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

    • c.

      het gebruik van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

    • d.

      de aan de ontheffing verbonden beperkingen of voorschriften niet zijn of worden nagekomen;

    • e.

      indien van de ontheffing geen gebruikt meer wordt gemaakt;

    • f.

      de houder dit verzoekt.

Hoofdstuk 2 Vrijstellingen

Artikel 2:1 Algemene vrijstellingen

  • 1. De verboden van artikel 2, eerste lid, onder a en b, en artikel 2, tweede lid, van de wet gelden op zon- en feestdagen niet voor de periode van 10.00 uur tot 23.00 uur.

  • 2. De verboden van artikel 2, eerste lid, onder c, en artikel 2, tweede lid, van de wet gelden op werkdagen niet voor de periode van 22.00 uur tot 23.00 uur.

  • 3. Het verbod van artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet geldt niet voor de periode van 23.00 uur tot 00.00 uur voor winkels die deelnemen aan het jaarlijkse evenement Shopping Night.

Artikel 2:2 Bepaalde winkels

In afwijking van artikel 2:1, eerste lid, van deze verordening gelden de verboden van artikel 2, eerste lid, onder a en b, van de wet vervatte verboden op zon- en feestdagen niet voor:

  • a.

    musea.

Artikel 2:3 Openstelling anders dan voor verkoop

In afwijking van artikel 2:1 van deze verordening gelden de verboden van artikel 2, eerste lid, van de wet niet op zon- en feestdagen voor:

  • a.

    winkels waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom; de vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen;

  • b.

    winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen; de vrijstelling geldt niet ten aanzien van het verkopen van goederen.

Artikel 2:4 Begraafplaatsen

  • 1. In afwijking van artikel 2:1 van deze verordening gelden de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, niet ten aanzien van winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

  • 2. In afwijking van artikel 2:1 van deze verordening gelden de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zon- en feestdagen, niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op de begraafplaats, dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.

Artikel 2:5 Culturele evenementen

  • 1. In afwijking van artikel 2:1 van deze verordening gelden de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met de aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor aanvang van de voorstelling, uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.

  • 2. In afwijking van artikel 2:1 van deze verordening gelden de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, invoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden of verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen tot een uur na afloop daarvan.

Artikel 2:6 Sportcomplexen

  • 1. In afwijking van artikel 2:1 van deze verordening gelden de in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

  • 2. In afwijking van artikel 2:1 van de verordening gelden de in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op zon- en feestdagen, niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.

Hoofdstuk 3 Ontheffingen

Artikel 3:1 Ontheffing avondwinkels

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid, van de wet ten behoeve van winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren plegen te worden verkocht met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ontheffing kan op werkdagen en zon- en feestdagen worden verleend voor de periode van 23.00 uur tot 24.00 uur.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid kan in de toeristische gebieden Scheveningen-Bad en Centrum de in het eerste lid bedoelde ontheffing op werkdagen en zon- en feestdagen worden verleend voor de periode van 23.00 uur tot 2.00 uur

  • 4. De ontheffing is perceel gebonden en overdraagbaar. De houder van de ontheffing dient het college onmiddellijk schriftelijk kennis te geven van de overdracht van de ontheffing en onder vermelding van de naam en het correspondentieadres van de nieuwe houder. Zonder deze kennisgeving wordt de ontheffing geacht niet te zijn overgedragen.

  • 5. Per stadsdeel wordt 1 ontheffing per 15.000 inwoners verleend.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het vijfde lid kunnen in het stadsdeel Scheveningen en het stadsdeel Centrum twee extra ontheffingen worden verleend. Deze avondwinkels dienen te zijn gelegen in de toeristische gebieden Scheveningen-Bad en Centrum.

  • 7. De ontheffing kan worden verleend, mits

    • a.

      de winkel is gelegen in een winkelgebied van de hoofdwinkelstructuur;

    • b.

      er geen gelegenheid wordt geboden voor het ter plekke nuttigen van drank- en eetwaren;

    • c.

      de winkel niet uitsluitend eetwaren en drank verkoopt voor directe consumptie (afhaalzaak);

    • d.

      het maximaal aantal te verlenen ontheffingen in het desbetreffende stadsdeel nog niet is overschreden.

Artikel 3:2 Incidentele nachtontheffing voor winkels

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid, van de wet voor de periode van 23.00 uur en 03.00 uur ten behoeve van een bijzondere aangelegenheid van tijdelijke aard, mits:

  • a.

    de winkel is gelegen in een winkelgebied van de hoofdwinkelstructuur;

  • b.

    het geen winkel betreft uit de voedings- en genotsmiddelenbranche;

  • c.

    er geen activiteiten buiten de winkel worden georganiseerd;

  • d.

    er geen alcoholische dranken worden geschonken;

  • e.

    de eigenaar of exploitant van de winkel zorgdraagt voor toezicht;

  • f.

    omwonenden tijdig worden geïnformeerd.

  • 2. Een incidentele nachtontheffing kan maximaal vijf maal per winkel per jaar worden aangevraagd.

Artikel 3:3 Ontheffing Bakkers

Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet voor de periode van 05.00 uur tot 06.00 uur voor bakkers, zijnde degenen die tijdens normale bedrijfsvoering in hoofdzaak brood en banket verkopen.

Hoofdstuk 4 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 4:1 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij het Algemene aanwijzingsbesluit toezichthouders Den Haag 2016 door het college aangewezen personen.

Artikel 4:2 Evaluatie

Het college zendt binnen 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze verordening in de praktijk.

Artikel 4:3 Intrekking

De Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 4:4 Overgangsbepaling

  • 1. Een ontheffing voor een avondwinkel die op grond van de Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006 is verleend of op basis daarvan zijn rechtsgeldigheid heeft behouden vervalt binnen acht weken na inwerkingtreding van deze verordening. Ondernemers van deze winkels ontvangen binnen acht weken een nieuwe ontheffing op basis van deze verordening;

  • 2. Op aanvragen om een ontheffing die zijn ingediend op grond van de Verordening Winkeltijden gemeente Den Haag 2006 en waarop bij inwerkingtreding van de Verordening Winkeltijden Den Haag 2018 nog niet is beslist, wordt beslist op basis van de Verordening Winkeltijden Den Haag 2018.

Artikel 4:5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 29 november 2018.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Pauline Krikke.