Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden gemeente Utrecht 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden gemeente Utrecht 2019

(raadsbesluit van 8 november 2018)

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 september 2018 met kenmerk

5259181

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 17 oktober 2018;

besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2019 gemeente Utrecht

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de in de Marktverordening Utrecht 2017 aangewezen markten en marktdagen en voor het door de gemeente verlenen van diensten verband houdende met de wachtlijst voor een standplaats op de wijk- en waren-markten.

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig voor het marktgeld is degene aan wie de vergunning tot het innemen van een standplaats op de markt is verleend dan wel degene die het verzoek om inschrijving of verlenging op de wachtlijst heeft gedaan.

Artikel 3 Tarieven

1.Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste standplaats bij een diepte van maximaal drie meter, per strekkende meter per maand, op de:

boerenmarkt en de wijkmarkten

13,80 euro

manufacturenmarkt

14,55 euro

bomen-, planten en bloemenmarkt op het Janskerkhof en de algemene warenmarkt op woensdag en op vrijdag op het Vredenburg

16,80 euro

markt voor tweedehands goederen op het Jacobskerkhof

16,15 euro

algemene warenmarkt op zaterdag op het Vredenburg en op de bloemenmarkt aan de Oudegracht

22,75 euro

2. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een tijdelijke standplaats bij een diepte van maximaal drie meter, per strekkende meter per marktdag, op de:

boerenmarkt en de wijkmarkten

4,65 euro

manufacturenmarkt

4,80 euro

bomen-, planten- en bloemenmarkt op het Janskerkhof en de algemene warenmarkt op woensdag en op vrijdag op het Vredenburg

5,35 euro

markt voor tweedehands goederen op het Janskerkhof

5,20 euro

algemene warenmarkt op zaterdag op het Vredenburg en op de bloemenmarkt aan de Oudegracht

6,95 euro

algemene warenmarkt op zondagen op het Vredenburg

8,45 euro

3. Het marktgeld op de kerstbomenmarkt bedraagt voor het innemen van een standplaats bij een diepte van maximaal drie meter, per strekkende meter per marktdag:

5,55 euro

4. Het tarief voor het inschrijven op een of meerdere wachtlijsten voor de wijk- en warenmarkten bedraagt:

30,00 euro

5. Het tarief voor het verlengen van de inschrijving op een of meerdere wachtlijsten voor de wijk- en warenmarkten bedraagt:

10,00 euro

6. Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een meter als een volle meter aangemerkt.

Artikel 4 Wijze van heffing

Het marktgeld en de bedragen voor een inschrijving of verlenging op de achtlijst worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.

Artikel 5 Termijnen van betaling

1. Het inschrijfgeld voor plaatsing op de wachtlijst voor wijk- en warenmarkten dient te worden voldaan via I-DEAL vóór 1 januari van het kalenderjaar waar de verlenging betrekking op heeft.

2. Het marktgeld voor het innemen van een vast standplaats dient via automatische incasso te worden voldaan. Afschrijving vindt plaats rond de 15e van iedere kalendermaand.

3. Het marktgeld voor het innemen van een tijdelijke standplaats dient na mondelinge of schriftelijke kennisgeving terstond via pinbetaling te worden voldaan.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang

1. De marktgelden als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met 4 vierde lid, zijn verschuldigd bij het begin van de maand of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht of bij aanvang van de marktdag.

2. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van de maand aanvangt is het marktgeld verschuldigd over zoveel gedeelten van het voor de maand verschuldigde recht als er in die maand, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

3. Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van de maand eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel gedeelten van het voor die maand verschuldigde recht als er in die maand, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

4. Het tarief als bedoeld in artikel 3, vierde lid, is verschuldigd bij het verzoek om inschrijving op de wachtlijst.

5. Het tarief als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, is verschuldigd voor 1 januari van het kalenderjaar waar de verlenging betrekking op heeft.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij invordering van het marktgeld en de bedragen voor inschrijving of verlenging van de plaatsing op de wachtlijst voor een wijk- en warenmarkt wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 9 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

1. De verordening marktgelden 2018 van 9 november 2017 (Gemeenteblad 2017, nr. 218108 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2019.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening marktgelden 2019 gemeente Utrecht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 8 november 2018.

De griffier,

mr. M. van Hall CMC

De burgemeester,

mr. J.H.C. van Zanen