Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeist houdende regels omtrent de heffing en de invordering van leges Legesverordening 2019

Geldend van 28-12-2018 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Zeist houdende regels omtrent de heffing en de invordering van leges Legesverordening 2019

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18-09-2018;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ’maand’: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalenderrmaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

  • 1. Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • 2. Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen en teruggaaf

  • 1. Leges worden niet geheven voor:

    • a.

      diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening

      (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

    • b.

      diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos

      moeten worden verleend;

    • c.

      afgifte van attestaties de vita, nodig voor de ontvangst van pensioen.

  • 2. Teruggaaf van leges vindt plaats voor de hieronder genoemde activiteiten, onder de in Hoofdstuk 5 onder 2.5.6. van de Tarieventabel genoemde specificaties en voor de aldaar genoemde

    percentages:

    • a.

      de plaatsing van zonnepanelen op monumenten en op gebouwen in een monumentale

      structuur of in een beschermd dorpsgezicht;

    • b.

      investeringen in monumenten en in gebouwen in een monumentale structuur of in een

      beschermd dorpsgezicht ten behoeve van de duurzaamheid, uitgezonderd het aanbrengen

      van zonnepanelen;

    • c.

      de bouw van zelfstandige zonnepanelen:

    • d.

      het isoleren van woningen en andere gebouwen, boven de eisen van het Bouwbesluit,

      • 1.

        aan de buitenkant van een bestaande gevel,

      • 2.

        aan de buitenkant van een bestaand dak, of

      • 3.

        bij verbouw waarbij het bouwwerk wordt vergroot;

    • e.

      nieuwbouw van woningen, waarvoor van het bestemmingsplan niet hoeft te worden

      afgeweken, voor zover de leges betrekking hebben op investeringen die tot een grotere

      duurzaamheid leiden dan door het bouwbesluit wordt vereist;

    • f.

      nieuwbouw, waarvoor van het bestemmingsplan moet worden afgeweken, van nul-op-de-

      meter-woningen;

    • g.

      nieuwbouw, waarvoor van het bestemmingsplan wordt afgeweken, van energieneutrale

      utiliteitsbouw.

  • 3. Per activiteit of bundel van activiteiten, aangevraagd met dezelfde aanvraag om

    omgevingsvergunning, is lid 2 maximaal één keer van toepassing.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 2.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 3.

      onderdelen 1.4.5 en 1.4.6 (verstrekkingen uit de basisregistratie personen met behulp van alternatieve media of schriftelijk);

    • 4.

      onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 5.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11 Nadere regels met betrekking tot de heffing en invordering

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht en het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft.

Artikel 12 Overgangsrecht

  • 1. De Legesverordening 2018 van 7 november 2017, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 24 mei 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 3. De in de tarieventabel in Titel 2, Hoofdstuk 1, onderdeel 2.1.1 genoemde normbladen NEN en UAV worden bekendgemaakt door terinzagelegging op het gemeentehuis, Het Rond 1 te Zeist alsmede ten kantore van de BghU, Stadsplateau 1 te Utrecht.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13-11-2018.

mr. J. Janssen, griffier

drs. J.J.L.M. Janssen, voorzitter

Bijlage 1: Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2019 Indeling tarieventabel

Titel 1Algemene dienstverlening

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens (vervallen)

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie (vervallen)

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie en gemeentelijke lening

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen (vervallen)

Hoofdstuk 15 Vervallen

Hoofdstuk 16 Kansspelen

Hoofdstuk 17 Kinderopvang (vervallen)

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie en overige kabels en leidingen

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

Hoofdstuk 20 Diversen

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

Hoofdstuk 4 Vermindering

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

Hoofdstuk 8 Bestemmingsplanherziening en wijzigingsplan

Hoofdstuk 9 Sloopmelding (vervallen)

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

Titel 3Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Hoofdstuk 1 Horeca

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet (vervallen)

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

Titel 1

Algemene dienstverlening

Tarief 2019

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op vast aangewezen locaties:

1.1.1.1

van maandag t/m vrijdag vanaf 09:00 uur tot 17:00 uur

356,60

1.1.1.2

van maandag t/m vrijdag, op een ander tijdstip dan tussen 09:00 uur en 17:00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

445,75

1.1.1.3

op zaterdag vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur

419,95

1.1.1.4

op zaterdag, op een ander tijdstip dan tussen 09.00 uur en 17.00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

524,95

1.1.1.5

op zondag vanaf 12.00 uur tot 17.00 uur

699,95

1.1.2

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap voor een éénmalig aangewezen locatie, op de hierna vermelde tijden:

1.1.2.1

van maandag t/m vrijdag vanaf 09:00 uur tot 17:00 uur

534,90

1.1.2.2

van maandag t/m vrijdag, op een ander tijdstip dan tussen 09:00 uur en 17:00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

668,60

1.1.2.3

op zaterdag van 09.00 uur tot 17.00 uur

629,95

1.1.2.4

op zaterdag, op een ander tijdstip dan tussen 09.00 uur en 17.00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

787,40

1.1.2.5

op zondag vanaf 12.00 uur tot 17.00 uur

1.049,85

1.1.3

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis, ingevolge artikel 64, boek 1 van het Burgerlijk Wetboek:

1.1.3.1

van maandag t/m vrijdag vanaf 09:00 uur tot 17:00 uur

356,60

1.1.3.2

van maandag t/m vrijdag, op een ander tijdstip dan tussen 09:00 uur en 17:00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

445,75

1.1.3.3

op zaterdag vanaf 09.00 uur tot 17.00 uur

419,95

1.1.3.4

op zaterdag, op een ander tijdstip dan tussen 09.00 uur en 17.00 uur, 1,25 maal het tarief van het voor die dag bepaalde

524,95

1.1.3.5

op zondag 12.00 uur tot 17.00 uur

699,95

1.1.4

Het tarief voor eenvoudig trouwen bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, de registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in het gemeentehuis op woensdag om 10:30 uur en om 11:00 uur

154,00

1.1.5

Het tarief bedraagt voor het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, in een spreekkamer in het gemeentehuis

78,50

1.1.6

Kosteloze voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap, als bedoeld in artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand, voor bewoners van de gemeente, vindt uitsluitend plaats in het gemeentehuis op maandagen om 10.30 uur en 11.00 uur

1.1.7

Indien voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap benoeming plaatsvindt van een trouwambtenaar naar eigen keuze tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, voor één dag, vindt er een toeslag op de tarieven onder 1.1.1, 1.1.2 en 1.1.3 plaats van

128,65

1.1.8

Het tarief voor het getuige zijn bij een huwelijk, ingevuld door een ambtenaar van de gemeente, bedraagt

19,15

1.1.9

Het tarief bedraagt voor de verstrekking van een (duplicaat van) trouwboekje of partnerschapsboekje

37,70

1.1.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vertrekking van een lijst waarop zijn vermeld:

1.1.10.1

alle op één dag, in één week of in één maand geborenen en/of overledenen, voor zover voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermelde aangifte

35,10

1.1.10.2

alle op één dag, in één week of in één maand getrouwde paren of geregistreerde partners, als voor plaatsing op die lijst toestemming is verleend, voor elk op die lijst vermeld paar

35,10

1.1.11

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement op het geregeld eenmaal per week verstrekken van lijsten als bedoeld in 1.1.9.1 en 1.1.9.2, zonder opgave van adres

279,45

1.1.12

Vervallen

1.1.13

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2.

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

71,35

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

53,95

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

71,35

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

53,95

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

71,35

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

53,95

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

53,95

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

56,80

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

29,95

1.2.6

voor de versnelde uitreiking van een in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die onderdelen genoemde bedragen

48,60

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

39,75

1.3.2

Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een versnelde uitreiking vermeerderd met

34,10

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.4.2.1

tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

12,70

1.4.2.2

tot het verstrekken van een afschrift van de persoonslijst (uitgezonderd de wettelijk voorgeschreven eerste levering)

8,70

1.4.3

Niet van toepassing

1.4.4

Niet van toepassing

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens met behulp van alternatieve media bedoeld in artikel 16, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

23,25

1.4.6

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

7,70

1.4.7

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, voor ieder daaraan besteed kwartier

19,15

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet

nihil

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

Vervallen i.v.m. inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

begroting, jaarrekening

1.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.1.1

een afschrift van de gemeentebegroting

44,80

1.7.1.2

een afschrift van de gemeenterekening

69,95

raadsstukken, raadsverslagen

1.7.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.2.1

tot het verstrekken van:

1.7.2.1.1

een afschrift van het verslag van een raadsvergadering, per pagina

0,30

1.7.2.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een raadsvergadering, per pagina

0,30

1.7.2.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.2.2.1

op de verslagen van de raadsvergaderingen

26,25

1.7.2.2.2

op de stukken behorende bij de raadsvergaderingen

36,60

1.7.2.3

voor toezending van de onder 1.7.2.2.1 en 1.7.2.2.2 bedoelde bescheiden

78,15

commissiestukken, commissieverslagen

1.7.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.3.1

tot het verstrekken van:

1.7.3.1.1

een afschrift van het verslag van een vergadering van een raadscommissie, per pagina

0,30

1.7.3.1.2

een afschrift van de stukken behorende bij een vergadering van een raadscommissie, per pagina

0,30

1.7.3.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar:

1.7.3.2.1

op de verslagen van de vergaderingen van een raadscommissie

13,40

1.7.3.2.2

op de stukken behorende bij de vergaderingen van een raadscommissie

31,70

1.7.3.3

voor toezending van de onder 1.7.3.2.1 en 1.7.3.2.2 bedoelde bescheiden

78,15

gemeentebladen, verordeningen

1.7.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.7.4.1

tot het verstrekken van het gemeenteblad, per pagina

0,30

1.7.4.2

tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op het gemeenteblad

21,30

1.7.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.5.1

een afschrift van de bouwverordening met toelichting

93,35

1.7.5.2

een afschrift van de brandbeveiligingsverordening

121,30

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie (vervallen)

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

41,35

1.9.1.2

tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

14,85

1.9.1.3

tot het verkrijgen van een uittreksel uit het GBA

14,85

1.9.1.4

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

5,80

1.9.1.5

tot het verkrijgen van een certificat d'hébergement

5,80

1.9.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek als bedoeld in artikel 13 van de Rijkswet op het Nederlanderschap geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het vigerende Besluit optie- en naturalisatiegelden (o.a: verkrijging van Nederlanderschap).

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

1.10.1

Het tarief bedraagt voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken (w.o. gemeentelijke bouwdossiers jonger dan 20 jaar), voor ieder daaraan besteed half uur, of een gedeelte daarvan, ongeacht het resultaat

38,35

1.10.1.a

Indien met de onder 1.10.1 bedoelde verrichtingen naar verwachting meer tijd is gemoeid dan een half uur, wordt vooraf met de opdrachtgever overleg gepleegd over aard en omvang van de opdracht.

1.10.2

Onverminderd het bepaalde onder 1.10.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van:

1.10.2.1

een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, per pagina

0,80

1.10.2.2

een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk

6,55

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014

98,30

1.11.2

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

546,40

1.11.3

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

546,40

1.11.4

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

546,40

1.11.5

tot het verkrijgen van een vergunning om woonruimte te verbouwen tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014

546,40

1.11.6

Om urgentie als bedoeld in artikel 2.5.2 van de Huisvestingsverordening

75,45

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet

98,30

1.12.2

tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet

49,20

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie en gemeentelijke lening

1.13

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.13.1

tot het verkrijgen van een gemeentegarantie of gemeentelijke lening

116,15

1.13.2

tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde of verstrekte geldlening

116,15

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen (vervallen)

Hoofdstuk 15 Vervallen

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

58,00

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee kansspelautomaten

92,95

1.16.1.a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning voor onbepaalde tijd, in een inrichting bestemd om publiek de gelegenheid te geven een spel d.m.v. kansspelautomaten te beoefenen als bedoeld in artikel 30c lid 1, onder b, van de Wet op de kansspelen

1.16.1.a.1

een basisbedrag van

92,95

1.16.1.a.2

vermeerderd met het produkt van het aantal kansspelautomaten die op de vergunning zijn vermeld, een bedrag van

139,65

1.16.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

38,35

Hoofdstuk 17 Kinderopvang (vervallen)

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie en overige kabels en leidingen

1.18.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of instemmingsbesluit omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden aan kabels en of leidingen:

1.18.1.1

voor een tracé met een lengte tot 25m

230,05

1.18.1.2

voor een tracé met een lengte vanaf 25 m tot 1.000 m

297,55

1.18.1.3

voor een tracé met een lengte vanaf 1.000 m

1.385,90

1.18.2

In Zeist worden geen leges geheven voor werkzaamheden als bedoeld in de Telecommunicatiewet. Daarvoor wordt de vergoeding geregeld in een private overeenkomst ter zake van het uit te voeren werk.

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1.19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.19.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten

27,70

1.19.1.2

tot het verkrijgen van een ontheffing volgens artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459) anders dan volgens onderdeel 1.19.1.1

34,95

1.19.1.3

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1van de Regeling voertuigen

27,70

1.19.1.4

tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

34,95

1.19.1.5

tot wijziging van een gehandicaptenparkeerkaart

17,50

1.19.1.6

tot afgifte van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart, in geval van diefstal en op vertoon van proces verbaal

17,50

1.19.1.7

tot afgifte van een duplicaat gehandicaptenparkeerkaart, anders dan genoemd in 1.19.1.6

52,45

1.19.2

Voor een geneeskundig onderzoek ten behoeve van de aanvraag als bedoeld in 1.19.1.4 wordt afzonderlijk in rekening gebracht

79,80

1.19.3

Bij het niet op het juiste tijdstip verschijnen voor het geneeskundig onderzoek als bedoeld in 1.19.2 wordt in rekening gebracht

44,55

1.19.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een besluit tot het plaatsen van Bord E6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV, Stb. 459)

34,95

Hoofdstuk 20 Diversen

Overige vergunningen

1.20.1.1

Ventvergunningen (vervallen)

1.20.1.2

Uitoefenen beroep of bedrijf/diversen (vervallen)

Brandweer

1.20.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot ontheffing van het verbod volgens artikel 5.34 van de Apv (stookverbod):

1.20.1.4.1

voor een tijdelijke ontheffing:

38,35

1.20.1.4.2

voor een doorlopende ontheffing:

76,70

Gebruik gemeentegrond

1.20.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van een vergunning (gebruik gemeentegrond) volgens artikel 2.10 van de Apv per kwartier ambtelijke inzet of een deel daarvan

16,50

met een minimum bedrag per vergunning van

33,00

Vangnetbepalingen

1.20.1a

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van ontheffing van enigerlei bepaling van de Apv, voor zover niet in deze tabel genoemd

38,35

1.20.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.20.2.1

gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

6,55

1.20.2.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

1.20.2.2.1

per pagina op papier van A4-formaat, of kleiner

0,30

1.20.2.2.2

per pagina op papier groter dan A4-formaat

0,65

1.20.2.3

kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.20.2.1 en 1.20.2.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk:

1.20.2.3.1

van A4-formaat, of kleiner

1,10

1.20.2.3.2

groter dan A4-formaat

2,20

1.20.2.4

een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders onder Titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

38,35

1.20.2.5

stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders onder Titel 1 of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

6,55

1.20.3

Voor zover niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen of een ander wettelijk voorschrift geldt, bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.20.3.1

voor het verrichten van onderzoek in bij de gemeente berustende documenten of bestanden, ongeacht het resultaat, door een daartoe bevoegde ambtenaar; per half uur of een gedeelte daarvan

38,35

1.20.3.2

Indien met de onder 1.20.3.1 bedoelde verrichtingen naar verwachting meer tijd is gemoeid dan een half uur, wordt vooraf met de opdrachtgever over aard en omvang van de opdracht overleg gevoerd.

1.20.4.1

Voor zover niet elders in deze tabel opgenomen, wordt als de aanvrager verzoekt om toezending van in deze tabel genoemde stukken, de daarvoor verschuldigde leges verhoogd met het door de posterijen gehanteerde tarief voor ieder poststuk dat meer weegt dan 20 gram, tenzij aangetekend of per expresse verzonden, in welk geval de kosten daarvan in rekening worden gebracht

1.20.4.2

De aanvrager wordt geïnformeerd over deze kosten voordat de aanvraag in behandeling genomen wordt.

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/

Tarief 2019

omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten:

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.3

exploitatieplan:

een plan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening

2.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om beoordeling van een conceptaanvraag voor een bestemmingsplan:

5.000,00

2.2.1.1

om beoordeling van een conceptaanvraag voor het toepassen van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening

2.500,00

2.2.2

om beoordeling van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning:

2.2.2.1

indien de bouw- of aanlegkosten € 100.000,- of minder bedragen

250,00

2.2.2.2

indien de bouw- of aanlegkosten meer dan € 100.000,-, maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen

500,00

2.2.2.3

indien de bouw- of aanlegkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen:

1.000,00

2.2.2.4

indien het een functie- of gebruikswijziging betreft waarbij geen sprake is van bouw- of aanlegactiviteiten

250,00

2.2.3

Indien over de conceptaanvraag het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingewonnen, wordt het op grond van 2.2.1 en 2.2.2 verschuldigde bedrag verhoogd met de door MooiSticht bij de gemeente in rekening gebrachte kosten.

78,65

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten € 300.000,- of minder bedragen

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan

17,20

met een minimum bedrag per vergunning van

258,00

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten meer dan € 300.000,-, maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen:

een bedrag van

10.320,00

vermeerderd met een bedrag van

15,40

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 300.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,-, maar niet meer dan € 5.000.000,- bedragen:

een bedrag van

31.880,00

vermeerderd met een bedrag van

12,90

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 1.000.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000,-, maar niet meer dan € 10.000.000,- bedragen:

een bedrag van

135.080,00

vermeerderd met een bedrag van

10,30

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 5.000.000,- aan bouwkosten overstijgt.

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten meer dan € 10.000.000,-, maar niet meer dan € 20.000.000,- bedragen:

een bedrag van

238.080,00

vermeerderd met een bedrag van

6,90

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 10.000.000,- aan bouwkosten overstijgt

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten meer dan € 20.000.000,-, maar niet meer dan € 40.000.000,- bedragen:

een bedrag van

376.080,00

vermeerderd met een bedrag van

5,10

voor elke € 500,- bouwkosten of een gedeelte daarvan, dat de € 20.000.000,- aan bouwkosten overstijgt

indien de bouwkosten meer dan € 40.000.000,- bedragen:

653.837,00

Welstandstoets

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien een welstandstoets noodzakelijk is, het tarief:

2.3.1.2.1

artikel is niet van toepassing onder de WABO

2.3.1.2.2

als over het bouwplan wel het advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit moet worden ingewonnen, het bedrag van:

2.3.1.2.2.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 15.000,- bedragen, het bedrag van

78,65

2.3.1.2.2.2

indien de bouwkosten meer dan € 15.000,-, maar niet meer dan

€ 225.000,- bedragen:

een bedrag van

24,20

vermeerderd met een bedrag van

2,30

voor elke € 1.000,- bouwkosten.

2.3.1.2.2.3

Indien de bouwkosten meer dan € 225.000,-. Maar niet meer dan

€ 450.000,- bedragen:

een bedrag van

546,90

vermeerderd met een bedrag van

1,80

voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 225.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.2.2.4

indien de bouwkosten meer dan € 450.000,-, maar niet meer dan

€ 2.250.000,- bedragen:

een bedrag van

955,30

vermeerderd met een bedrag van

0,40

voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 450.000,- aan bouwkosten overstijgt;

2.3.1.2.2.5

indien de bouwkosten meer dan € 2.250.000,- bedragen:

een bedrag van

1.674,05

vermeerderd met een bedrag van

0,15

voor elke € 1.000,- bouwkosten, dat de € 2.250.000,- aan bouwkosten overstijgt;

Constructietoets

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden beoordeeld door een constructeur, het tarief:

2.3.1.3.1

indien de bouwkosten niet meer dan € 100.000,- bedragen en het bouwwerk een woon-, industrie-, kantoor-, logies-, sport-, winkel- of overige gebruiksfunctie heeft of het een bouwwerk geen gebouw zijnde betreft, het bedrag van

181,50

2.3.1.3.2

indien de bouwkosten niet meer dan € 100.000,- bedragen en het bouwwerk een bijeenkomst-, gezondheidszorg-, cel- of onderwijsfunctie heeft, het bedrag van

363,00

2.3.1.3.3

indien de bouwkosten meer dan € 100.000,- maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen en het bouwwerk een woon- of overige gebruiksfunctie heeft of het een bouwwerk geen gebouw zijnde betreft, het bedrag van

484,00

2.3.1.3.4

indien de bouwkosten meer dan € 100.000,- maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen en het bouwwerk een industrie-, kantoor-, logies-, sport- of winkelfunctie heeft, het bedrag van

726,00

2.3.1.3.5

indien de bouwkosten meer dan € 100.000,- maar niet meer dan € 1.000.000,- bedragen en het bouwwerk een bijeenkomst-, gezondheidszorg-, cel- of onderwijsfunctie heeft, het bedrag van

968,00

2.3.1.3.6

indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen en het bouwwerk een woon- of overige gebruiksfunctie heeft of het een bouwwerk geen gebouw zijnde betreft, het bedrag van

1.210,00

2.3.1.3.7

indien de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen en het bouwwerk een bijeenkomst-, gezondheidszorg-, cel-, onderwijs-, industrie-, kantoor-, logies-, sport- of winkelfunctie heeft, het bedrag van

1.452,00

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is:

50%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

Beoordeling aanvullende gegevens

2.3.1.5

Zeist heft niet aanvullend voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag al in behandeling is genomen. Dit is betrokken in de tariefstelling van onderdeel 2.3.1.1.

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het tarief bedoeld in onderdeel 2.3.1.1, met dien verstande dat voor het begrip "bouwkosten" wordt gelezen "aanlegkosten".

Achteraf ingediende aanvraag

2.3.2.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.2.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de aanlegactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning verplicht is:

50%

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en 2.3.2 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, het tarief:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

bedraagt het tarief

103,20

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

bedraagt het tarief:

2.3.3.2.1

indien de bouw-/aanlegkosten niet meer dan € 100.000 bedragen, het bedrag van

336,70

2.3.3.2.2

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 100.000, maar niet meer dan € 200.000 bedragen, het bedrag van

673,40

2.3.3.2.3

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 200.000, maar niet meer dan € 500.000 bedragen, het bedrag van

1.346,80

2.3.3.2.4

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 500.000, maar niet meer dan € 1.000.000 bedragen, het bedrag van

3.160,00

2.3.3.2.5

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 1.000.000, maar niet meer dan € 2.500.000 bedragen, het bedrag van

6.320,00

2.3.3.2.6

indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 2.500.000 bedragen, het bedrag van

12.640,00

2.3.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking), wordt aanvullend op de leges van onderdeel 2.3.1 en 2.3.2 een tarief geheven dat 50% bedraagt van de in de artikelen 2.3.1.1 en 2.3.2.1 genoemde bedragen, doch minimaal

129,00

met een maximum van

31.600,00

2.3.3.3.2

indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.3.3.1 ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.3.3 een tarief geheven dat 50% bedraagt van de in artikel 2.3.1.1 en 2.3.2.1 genoemde bedragen, doch minimaal

129,00

met een maximum van

31.600,00

2.3.3.5

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.3.6

Vervallen

2.3.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

1.161,00

bedraagt het tarief;

2.3.3.8

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

1.161,00

bedraagt het tarief

2.3.3.9

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

1.161,00

bedraagt het tarief

2.3.3.10

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

bedraagt het tarief

103,20

2.3.3.11

Indien nog geen sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning dient voor de bepaling van de verschuldigde leges in de onderdelen 2.3.3.3.1 en 2.3.3.3.2 te worden uitgegaan van de raming van de bouw-aanlegkosten van de voorzieningen die in de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo zijn opgenomen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in onderdeel 2.1.1.1 en 2.1.1.2.

2.3.4

Artikel is vervallen

2.3.4.a

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

2.3.4.a.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit voor een functie- of gebruikswijziging en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.a.1.1

- als de nieuwe functie een woonfunctie is; per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van:

25,80

2.3.4.a.1.2

- als de nieuwe functie een niet-woonfunctie is: per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van:

77,40

2.3.4.a.1.3

- voor overige functie- of gebruikswijzigingen; per m2 bruto vloeroppervlakte, een bedrag van:

51,60

2.3.4.a.2

De tarieven voor functie- of gebruikswijzigingen als bedoeld onder 2.3.4.a.1 zijn per aanvraag nooit hoger dan

1.032,00

2.3.4.a.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.4.a.1 wordt, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, het tarief:

2.3.4.a.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

103,20

2.3.4.a.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

2.3.4.a.3.2.1

bij een bruto vloeroppervlakte van niet meer dan 75 m2

336,70

2.3.4.a.3.2.2

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 75 m2, maar niet meer dan 150 m2

673,40

2.3.4.a.3.2.3

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 150 m2, maar niet meer dan 350 m2

1.346,80

2.3.4.a.3.2.4

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 350 m2, maar niet meer dan 1.000 m2

3.160,00

2.3.4.a.3.2.5

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 2.500 m2

6.320,00

2.3.4.a.3.2.6

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2.500 m2

12.640,00

2.3.4.a.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse grote afwijking)

2.3.4.a.3.3.1.1

bij een bruto vloeroppervlakte van niet meer dan 75 m2

64,50

2.3.4.a.3.3.1.2

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 75 m2, maar niet meer dan 150 m2

129,00

2.3.4.a.3.3.1.3

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 150 m2, maar niet meer dan 350 m2

258,00

2.3.4.a.3.3.1.4

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 350 m2, maar niet meer dan 1.000 m2

3.950,00

2.3.4.a.3.3.1.5

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 2.500 m2

7.900,00

2.3.4.a.3.3.1.6

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2.500 m2

15.800,00

2.3.4.a.3.3.2

indien een aanvraag als bedoeld in onderdeel 2.3.4.a.3.3.1 ter inzage wordt gelegd op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt aanvullend op onderdeel 2.3.4.a.3.3.1 een tarief geheven van:

2.3.4.a.3.3.2.1

bij een bruto vloeroppervlakte van niet meer dan 75 m2

64,50

2.3.4.a.3.3.2.2

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 75 m2, maar niet meer dan 150 m2

129,00

2.3.4.a.3.3.2.3

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 150 m2, maar niet meer dan 350 m2

258,00

2.3.4.a.3.3.2.4

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 350 m2, maar niet meer dan 1.000 m2

3.950,00

2.3.4.a.3.3.2.5

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2, maar niet meer dan 2.500 m2

7.900,00

2.3.4.a.3.3.2.6

bij een bruto vloeroppervlakte van meer dan 2.500 m2

15.800,00

2.3.4.a.3.5

Artikelnummer niet in gebruik

2.3.4.a.3.6

Vervallen

2.3.4.a.3.7

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

1.161,00

2.3.4.a.3.8

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

1.161,00

2.3.4.a.3.9

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

1.161,00

2.3.4.a.3.10

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

103,20

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

2.3.5.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

een basisbedrag van

258,00

te vermeerderen met een bedrag, voor een inrichting van een vloeroppervlak van

0 tot 100 m2, van

550,00

100 tot 500 m2, van

1.100,00

500 tot 2.000 m2, van

2.200,00

2.000 tot 5.000 m2, van

3.300,00

5.000 tot 15.000 m2, van

4.400,00

15.000 tot 25.000 m2, van

5.500,00

25.000 tot 50.000 m2, van

6.600,00

50.000 en meer m2, van

7.700,00

2.3.5.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een bestaande gebruiksvergunning is gelijk aan het tarief bedoeld onder 2.3.5.1.

2.3.5.3

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot vervanging van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5.1 indien de bestaande vergunning in het ongerede is geraakt:

2.3.5.3.1

een basisbedrag van:

258,00

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 10 van de gemeentelijke Erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.6.1.1

voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

86,10

2.3.6.1.2

voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:

86,10

2.3.6.2

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.6.1 of als er sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit welke is gelegen binnen een beschermd stads-of dorpsgezicht wordt, indien de aanvraag ter beoordeling in handen wordt gesteld van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, het tarief verhoogd met de door MooiSticht bij de gemeente in rekening gebrachte kosten.

126,60

2.3.6.3

Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.6.1 of als er sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit welke is gelegen binnen een beschermd stads-of dorpsgezicht wordt, indien de aanvraag ter beoordeling in handen wordt gesteld van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, het tarief verhoogd met de door MooiSticht bij de gemeente in rekening gebrachte kosten.

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, bedraagt het tarief:

2.3.7.1.1

in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:

126,60

2.3.7.1.2

Artikel is vervallen. De hier bedoelde vergunning is met ingang van 1 april 2012 komen te vervallen

Aanleggen of veranderen weg

2.3.8

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met het provinciaal wegenreglement of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

86,70

2.3.9

Uitweg/inrit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van artikel 2.12 van de Apv en het uitwegenbeleid van de gemeente Zeist. Een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

168,00

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de Bomenverordening 2016, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

per vergunning

118,40

dit bedrag wordt per boom verhoogd met:

21,70

2.3.11

Opslag van roerende zaken

Voor de aanvraag van een vergunning voor opslag van roerende zaken worden in Zeist geen leges geheven.

2.3.12

Natura 2000-activiteiten

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

224,50

2.3.13

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

224,50

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

224,50

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft

224,50

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft

224,50

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.16

Beoordeling bodemrapport

2.3.16.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het instellen van een historisch bodemonderzoek bedraagt:

2.3.16.1.1

voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1.5, leden twee, drie en zes, van de Bouwverordening als onderdeel voor een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag om een omgevingsvergunning, een bedrag van

44,90

2.3.16.1.2

voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, vierde lid, van de Bouwverordening om beoordeling, respectievelijk goedkeuring van de onderzoeksopzet van een bodemonderzoek overeenkomstig NEN 5740 voor een aanvraag omgevingsvergunning, een bedrag van

89,80

2.3.16.1.3

voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1.5, eerste lid, van de Bouwverordening voor het beoordelen van de resultaten van een onderzoeksrapport inzake de gesteldheid van de bodem als bedoeld in artikel 2.1.5 van de bouwverordening, een bedrag van

89,80

2.3.16.2

Als uit het bodemgesteldheidonderzoek blijkt dat een saneringsonderzoek nodig is en/of de bodem dient te worden gesaneerd en aan de bouwvergunning één of meer saneringsvoorwaarden dienen te worden verbonden, bedraagt het tarief

bij saneringskosten tot ten hoogste € 100.000:

2.3.16.2.1

voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek

359,00

voor beoordeling van het saneringsplan

359,00

2.3.16.2.2

bij saneringskosten tussen € 100.000 en € 500.000:

voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek

897,50

voor beoordeling van het saneringsplan

897,50

2.3.16.2.3

bij saneringskosten hoger dan € 500.000:

voor beoordeling van een nader (sanerings)onderzoek

1.795,00

voor beoordeling van het saneringsplan

1.795,00

2.3.16.3

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

336,70

2.3.17

Advies

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:

336,70

2.3.18

Verklaring van geen bedenkingen

2.3.18.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo

2.3.18.1.1

indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

336,70

2.3.18.1.2

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven

336,70

2.3.20

Akoestisch onderzoek

2.3.20.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het beoordelen van de resultaten van een akoestisch onderzoek ter bepaling van de maximaal toegestane geluidsbelasting op gevels van gebouwen bedraagt

89,80

2.3.21

Wonen in gebouwen niet in gebruik als woning

Artikel is vervallen bij invoering van de Wabo per 1 oktober 2010.

2.3.22

Huisnummers

2.3.22.1

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om toekenning, respectievelijk vernummering van de huisnummers bedraagt:

2.3.22.2

als de aanvraag één huisnummer betreft:

79,00

2.3.22.3

als de aanvraag maximaal vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer:

39,50

2.3.22.4

als de aanvraag meer dan vijf huisnummers betreft, per toe te kennen of te wijzigen huisnummer:

19,70

Rioolaansluitingsvergunning

2.3.23

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een rioolaansluitingsvergunning waarbij op grond van artikel 2.11 van de Apv een vergunning is vereist, bedraagt

79,00

2.3.24

Handelsreclame

Dit artikel is vervallen (niet meer vergunning plichtig volgens Apv)

2.3.25

Publicatie

2.3.25.1

Als met betrekking tot het verlenen van een omgevingsvergunning met toepassing van de artikelen 2.12 lid 1, onder a, onder 1°, 2°, 3°, artikel 2.12 lid 2, artikel 2.12 lid 1, onder b, artikel 2.12 lid 1 onder c en artikel 2.12 lid 1, onder d, van de Wabo enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van

79,00

Hoofdstuk 4 Vermindering

2.4.1

Indien de aanvraag voor een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de leges van onderdeel 2.2.2 in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

Indien de aanvraag voor een bestemmingswijziging is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de leges van onderdeel 2.2.1 in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor de bestemmingswijziging bedoeld in hoofdstuk 8.

2.4.2

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:

2.4.2.1

bij 5 tot 10 activiteiten:

2%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.2

bij 10 tot 15 activiteiten:

3%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges;

2.4.2.3

bij 15 of meer activiteiten:

5%

van de voor die activiteiten verschuldigde leges.

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.

De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw of aanlegactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

De teruggaaf bedraagt:

25%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van buiten verdere behandeling stellen aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

Als een aanvraag om omgevingsvergunning met de activiteit bouwen of aanleggen buiten verdere behandeling wordt gesteld op grond van artikel 4:5 van de Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2.

De teruggaaf bedraagt:

75%

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.5

Teruggaaf als gevolg van gebleken vergunningsvrije activiteit.

Als bij de behandeling van een aanvraag om omgevingsvergunning blijkt dat de activiteit vergunningsvrij kan worden uitgevoerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges bedoeld in de hoofdstuk 2.2 en 2.3. De teruggaaf bedraagt:

75%

2.5.6

Teruggaaf in geval sprake is van bouwactiviteiten tot bevordering van de duurzaamheid

2.5.6.1

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning uitsluitend voor de plaatsing van zonnepanelen, op een monument of op een gebouw in een monumentale structuur of in een van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.6.2

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor aanpassingen van een monument of van een gebouw in een monumentale structuur of in een van rijkswege aangewezen beschermd dorpsgezicht ten behoeve van de duurzaamheid, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als kan worden aangetoond dat de investering leidt tot een verbetering van de GPR-gebouwscore met tenminste 1,0 punt.

2.5.6.3

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor de bouw van een of meer zelfstandige zonnepanelen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.6.4.1

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het isoleren van woningen en andere gebouwen, aan de buitenkant van een bestaande gevel, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2. De teruggaaf bedraagt:

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. De totale isolatiewaarde van de gevel ná isolatie heeft een waarde a. De totale isolatiewaarde van de gevel ná isolatie heeft een waarde van Rc=4,5 m2K/W of hoger.

b. De totale isolatiewaarde van de gevel in de oude situatie had een waarde van Rc=1,3 m2K/W of lager.

c. De totale bebouwde oppervlakte wordt niet meer dan 10% vergroot.

2.5.6.4.2

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het isoleren van woningen en andere gebouwen, aan de buitenkant van een bestaand dak, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2 De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. De totale isolatiewaarde van het dak ná isolatie heeft een waarde van Rc=6,0 m2K/W of hoger.

b. De totale isolatiewaarde van het dak in de oude situatie had een waarde van Rc=1,3 m2K/W of lager.

c. De totale bebouwde oppervlakte wordt niet meer dan 10% vergroot.

2.5.6.4.3

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het isoleren van woningen en andere gebouwen waarbij het gebouw tegelijkertijd wordt vergroot, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2

De teruggaaf bedraagt:

50%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. Voor het dak geldt, dat het rechtens verkregen niveau niet hoger ligt dan de isolatiewaarde van Rc=3,5 m2K/W en de totale isolatiewaarde van het dak na realisatie een waarde heeft van Rc=6,0 m2K/W of hoger,

b. Voor de gevel geldt, dat het rechtens verkregen niveau niet hoger ligt dan de isolatiewaarde van Rc=3,5 m2K/W en de totale isolatiewaarde van de gevel na realisatie een waarde heeft van Rc=4,5 m2K/W of hoger.

c. Voor de vloer geldt, dat het rechtens verkregen niveau niet hoger ligt dan de isolatiewaarde van Rc=2,5 m2K/W en de totale isolatiewaarde van de vloer na realisatie een waarde heeft van Rc=3,5 m2K/W of hoger.

2.5.6.5

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw van woningen en andere gebouwen waarvoor niet van het bestemmingsplan hoeft te worden afgeweken, waarbij een duurzamer gebouw wordt gerealiseerd dan op basis van het bouwbesluit verplicht is, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2

De teruggaaf bedraagt:

100%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, die vanwege de hogere bouwkosten meer in rekening gebracht worden dan wanneer slechts conform de eisen van het bouwbesluit zou zijn gebouwd, als kan worden aangetoond dat de extra investering leidt tot verbetering van de op basis van het Bouwbesluit verplichte duurzaamheid.

2.5.6.6

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw van woningen, waarvoor van het bestemmingsplan moet worden afgeweken, en de betreffende woningen als nul-op-de-meter-woningen worden gerealiseerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

15%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, als kan worden aangetoond dat de extra investering er toe leidt dat de woning ‘nul op de meter’ wordt.

2.5.6.7

Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw van utiliteitsbouw, waarvoor van het bestemmingsplan moet worden afgeweken, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, zoals bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van titel 2.

De teruggaaf bedraagt:

100%

van de op grond van die hoofdstukken voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, die vanwege de hogere bouwkosten meer in rekening gebracht worden dan wanneer slechts conform de eisen van het bouwbesluit zou zijn gebouwd, als kan worden aangetoond dat met die extra investeringen een EPC van maximaal 0,0 en een GPR score van minimaal 8,0 wordt behaald.

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

2.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:

224,50

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

2.7.1.1

een bedrag naar tarief en berekend volgens de onder artikel 2.3.1 en 2.3.2 genoemde methode, met dien verstande dat het bedrag nooit minder bedraagt dan

336,70

2.7.2

Er vindt geen teruggave plaats als de totale bouw- of aanlegkosten lager zijn dan bij de indiening van de oorspronkelijke verleende omgevingsvergunning zijn berekend.

2.7.3

Er vindt geen teruggave plaats als de afwijking zodanig is, dat naar omstandigheden beoordeeld, sprake is van een nieuw bouw- of aanlegplan.

Hoofdstuk 8 Bestemmingsplanherziening en wijzigingsplan

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

31.600,00

2.8.2.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigings- of een uitwerkingsbevoegdheid ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, voor de bouw van meer dan 5 woningen en/of de bouw van overige gebouwen met een bebouwd oppervlak groter dan 800m2 of de daarbij behorende onbebouwde oppervlakte van meer dan 4.000 m2, bedraagt het tarief:

12.640,00

2.8.2.2

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het toepassen van een wijzigings- of uitwerkingsbevoegdheid ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, voor alle overige gevallen, bedraagt het tarief:

6.320,00

2.8.3

De onder 2.8.1 tot en met 2.8.3 vermelde bedragen worden verhoogd met externe advieskosten op basis van een vooraf opgestelde offerte.

Indien een offerte als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Publicatie

2.8.4

Als bij toepassing van de onderdelen 2.8.1 of 2.8.2 enigerlei vorm van publicatie verplicht of noodzakelijk is, wordt het verschuldigde tarief verhoogd met een bedrag van

79,00

Hoofdstuk 9 Sloopmelding (vervallen)

Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

224,50

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

Tarief 2019

Hoofdstuk 1 Horeca

3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

427,70

3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

38,35

3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

38,35

3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot geopend houden van cafés en dergelijke inrichtingen tot na het algemene sluitingsuur, voor elk volgend uur, geldig voor:

3.1.4.1

een dag:

38,35

3.1.4.2

een maand:

43,55

3.1.4.3

twee maanden:

73,85

3.1.4.4

drie maanden:

107,10

3.1.4.5

onbepaalde tijd:

178,45

Exploiteren van een horecabedrijf

3.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een exploitatievergunning ingevolge de Apv voor het exploiteren van een Openbare inrichting (artikel 2.28 van de Apv)

285,15

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

3.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Apv (evenementenvergunning)

38,35

Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven

3.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:

3.3.1

een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4 van de Apv

1.528,75

Hoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimte

3.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

450,60

Hoofdstuk 5 Leefmilieuverordening

De gemeente Zeist kent geen leefmilieuverordening

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet (vervallen)

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of tot het nemen van een andere beschikking

38,35

Bijbehorende bij raadsbesluit van 13-11-2018.

De griffier,