Regeling vervallen per 11-02-2020

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent voor- en vroegschoolse educatie Nadere subsidieregeling VVE Roermond 2019

Geldend van 07-11-2018 t/m 10-02-2020

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond houdende regels omtrent voor- en vroegschoolse educatie Nadere subsidieregeling VVE Roermond 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roermond;

gelet op artikel 3, vierde lid en hoofdstuk 2 van de Algemene subsidieverordening Roermond 2008;

gelet op de beleidsnotitie ‘Voor- en vroegschoolse educatie gemeente Roermond 2017-2021’;

overwegende dat uitvoering moet worden gegeven aan de in de beleidsnotitie ‘Voor- en vroegschoolse educatie gemeente Roermond 2017-2021' geformuleerde visie en daarbij geformuleerde doelstellingen, zijnde:

  • a.

    alle geïndiceerde doelgroepkinderen kunnen een voorschoolse voorziening met een VVE-peuterprogramma van 10 uur per week, verdeeld over 3 of 4 dagdelen bezoeken;

  • b.

    samenwerking partners in het organiseren van een doorgaande ontwikkelingslijn;

  • c.

    realiseren van kwalitatief en kwantitatief volwaardig aanbod VVE;

besluit vast te stellen:

Nadere subsidieregeling VVE Roermond 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV 2008: Algemene Subsidieverordening Roermond 2008;

  • b.

    NJI: Nederlands Jeugd Instituut

  • c.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang als bedoeld in artikel 1.47b van de Wet kinderopvang waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke eisen;

  • d.

    peuter: een kind met een leeftijd vanaf 2 jaar tot het tijdstip waarop het kind kan deelnemen aan het basisonderwijs;

  • e.

    peuterwerk: de verzorging, de opvoeding en het bijdragen aan de ontwikkeling van peuters;

  • f.

    peuterwerk met VVE: voor- en vroegschoolse educatie voor peuters, waarin aan de hand van een NJI erkend VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • g.

    VVE-indicatie: door een consultatiebureau afgegeven (Voorschoolse- en Vroegschoolse Educatie) indicatie dat een peuter extra ondersteuning nodig heeft met betrekking tot bepaalde ontwikkelingsgebieden;

  • h.

    kinderopvangtoeslag: een tegemoetkoming van het Rijk in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouders/verzorgers, als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

  • i.

    maximale uurprijs KOT: de maximum uurprijs voor de dagopvang als bedoeld in artikel 4, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit Kinderopvangtoeslag;

  • j.

    prijs per uur peuterwerk: het bedrag dat een aanbieder van peuterwerk per uur in rekening brengt;

  • k.

    ouderbijdragentabel: het overzicht in bijlage I van deze nadere subsidieregeling van de ouderbijdrage peuterwerk per inkomensgroep.

  • l.

    warme overdracht: een mondelinge overdracht van kind gegevens tussen professionals voor- en vroeg schoolse voorzieningen in aanwezigheid van de ouders/verzorgers, bij de overgang naar het basisonderwijs of vervangend onderwijs in aanvulling op de schriftelijke (koude) overdracht van de gegevens van het kind.

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor het verzorgen van peuterwerk en peuterwerk met VVE.

  • 2. Subsidie wordt als een budgetsubsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 van de ASV 2008 verstrekt.

Artikel 3 Criteria

  • 1. De subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van peuters die ingeschreven staan in de gemeente Roermond.

  • 2. Subsidie voor peuterwerk met VVE wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van peuters met een VVE-indicatie.

  • 3. Subsidie ten behoeve van peuterwerk aan peuters met een VVE-indicatie wordt slechts verstrekt voor zover het peuterwerk wordt verzorgd op een locatie die in het LRK als VVE staat geregistreerd.

  • 4. De subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de subsidieontvanger de subsidie in mindering brengt op het aan de ouders/verzorgers gefactureerde bedrag ten behoeve van het door haar verzorgde peuterwerk of peuterwerk met VVE.

Artikel 4 Aanvrager

Subsidie wordt verstrekt aan de aanbieders van peuterwerk en peuterwerk met VVE die voldoen aan de kwaliteitseisen van:

  • a.

    de Wet kinderopvang, en

  • b.

    de notitie Voor- en Vroegschoolse Educatie Gemeente Roermond 2017-2021.

Artikel 5 Aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag voor het jaar 2019 moet voor 1 november 2018 worden ingediend op een daartoe vastgestelde aanvraagformulier en bevat een reële inschatting van het aantal uren te leveren peuterwerk / peuterwerk met VVE verdeeld in de volgende categorieën:

    • a.

      peuters zonder VVE-indicatie waarvan de ouders/verzorgers kinderopvangtoeslag ontvangen;

    • b.

      peuters met een VVE-indicatie waarvan de ouders/verzorgers kinderopvangtoeslag ontvangen;

    • c.

      peuters zonder VVE-indicatie waarvan de ouders/verzorgers geen kinderopvangtoeslag ontvangen,

    • d.

      peuters met een VVE-indicatie waarvan de ouders/verzorgers geen kinderopvangtoeslag ontvangen.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid bevat een eerste aanvraag onverminderd het bepaalde in artikel 8 van de ASV 2008:

    • a.

      een reglement, tenzij de aanvrager beschikt over statuten;

    • b.

      de laatste jaarrekening en het laatste verslag van de activiteiten, en

    • c.

      een uittreksel van de Kamer van Koophandel.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie voor peuterwerk

  • 1. De subsidie voor peuterwerk wordt per peuter per uur berekend.

  • 2. De subsidie per uur bedraagt, ten behoeve van peuters wiens ouders/verzorgers kinderopvangtoeslag ontvangen, de prijs per uur peuterwerk verminderd met € 8,02. Indien de prijs per uur peuterwerk meer dan € 9,00 bedraagt, bedraagt de subsidie per uur € 9,00 verminderd met € 8,02.

  • 3. De subsidie per uur bedraagt, ten behoeve van peuters wiens ouders/verzorgers geen kinderopvangtoeslag ontvangen, het in het tweede lid berekende bedrag vermeerderd met het bedrag dat de ouders/verzorgers op grond van de ouderenbijdragentabel zouden ontvangen als zij wel recht zouden hebben gehad op kinderopvangtoeslag.

  • 4. In aanvulling op het derde lid worden ouders/verzorgers:

    • a.

      die een eigen bedrijf hebben dan wel geen van de onder artikel 7, aanhef onder c, genoemde gegevens hebben verstrekt, ingeschaald in de schaal van de ouderenbijdragentabel met de hoogste ouderbijdrage;

    • b.

      die startende ondernemer zijn ingeschaald in de middelste schaal van de ouderenbijdragentabel;

    • c.

      op wiens inkomen deels beslag is gelegd, gebruik maken van de Wet schuldsanering natuurlijke personen of een minnelijke schuldenregeling via een gecertificeerd schuldbemiddelaar hebben getroffen ingeschaald in de schaal van de ouderenbijdragentabel met de laagste ouderbijdrage.

  • 5. Het maximaal aantal uren subsidie per peuter is 5 uur per week, voor maximaal 40 weken per subsidiejaar.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie voor peuterwerk met VVE

  • 1. De subsidie voor peuterwerk met VVE wordt per peuter per uur berekend en is additioneel aan de subsidie als bedoeld in artikel 6. Voor deze subsidie komen de onder artikel 5 lid 1 gedefinieerde doelgroepen b &d in aanmerking.

  • 2. De subsidie per uur bedraagt de prijs per uur peuterwerk met VVE verminderd met € 0,32. Indien de prijs per uur peuterwerk met VVE meer dan € 9,00 bedraagt, bedraagt de subsidie per uur € 9,00 verminderd met € 0,32

  • 3. Het maximaal aantal uren subsidie per peuter is 5 uur per week, voor maximaal 40 weken per subsidiejaar.

Artikel 8 Verplichtingen

In de beschikking tot subsidieverlening wordt aan de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting opgelegd:

  • a.

    uiterlijk op 15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari een bezettingsoverzicht van het afgelopen kwartaal over te leggen;

  • b.

    ingevolge artikel 5, eerste lid, van de ASV 2008 een administratie in te richten waarin de navolgende gegevens worden bijgehouden:

    • i.

      ondertekende overeenkomst tussen de ouder(s) en de aanbieder;

    • ii.

      inkomensverklaringen van de ouder(s) en overige documenten op basis waarvan de toets niet-recht op kinderopvangtoeslag is uitgevoerd en de inschaling van de ouderbijdrage heeft plaatsgevonden;

    • iii.

      naam, geboortedatum, en woonplaats van het kind waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • iv.

      de namen, adres(sen) van ouder(s);

    • v.

      de startdatum van het peuterwerk;

    • vi.

      de verwachte einddatum van het peuterwerk;

    • vii.

      de aard van het peuterwerk (VVE of niet VVE);

    • viii.

      de indicatiestelling van de peuter (op naam) door de GGD;

    • ix.

      het aantal uren peuterwerk dat een peuter heeft gebruikt per maand;

    • x.

      het uurtarief en de ouderbijdrage;

  • c.

    ter berekening van de subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, elke ouder/verzorger te verzoeken de meest recente versie van de volgende gegevens te overleggen:

    • i.

      inkomensverklaring;

    • ii.

      aanslag inkomensbelasting in het geval een ouder/verzorger een eigen bedrijf heeft, of

    • iii.

      uittreksel van de Kamer van Koophandel in het geval een ouder/verzorger een startende ondernemer is;

  • d.

    ouders/verzorgers die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag te verzoeken de volgende informatie door te geven:

    • i.

      wijzigingen in hun inkomen;

    • ii.

      indien zij wel voor kinderopvangtoeslag in aanmerking komen.

Artikel 9 Voorschot

  • 1. Een voorschot kan worden verstrekt voor het subsidiejaar. Het voorschot wordt in twaalf gelijke termijnen uitgekeerd, te weten elke maand.

  • 2. Het voorschot wordt berekend op grond van de gegevens, genoemd in artikel 5, eerste lid en het bepaalde in artikel 6 en artikel 7.

Artikel 10 Vaststelling van de subsidie

Onverminderd het bepaalde in artikel 20, eerste lid, van de ASV 2008 bevat het inhoudelijke jaarverslag tevens een evaluatie van:

  • a.

    de uitvoering peuterwerk;

  • b.

    de uitvoering van het peuterwerk met VVE-programma;

  • c.

    de toeleiding van de VVE peuters;

  • d.

    de warme overdracht van peuters naar de basisschool.

Artikel 11 Slotbepalingen

  • 1. De Nadere subsidieregeling VVE Roermond 2018 wordt ingetrokken, met dien verstande dat de daarin neergelegde bepalingen van kracht blijven ten aanzien van subsidies ten behoeve van het subsidiejaar 2018 die voor dit tijdstip zijn verstrekt.

  • 2. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking daarvan in het Gemeenteblad.

  • 3. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Nadere subsidieregeling VVE Roermond 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2018.

Burgemeester en wethouders van Roermond,

De secretaris, mr. drs. J. J. Th. L. Geraedts,

De burgemeester, M.J.D. Donders- de Leest

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, aanhef en onder e en f

Onder peuterwerk en peuterwerk met VVE valt binnen deze beleidsregel de directe uitvoering van het peuterwerk en hieraan gerelateerde taken met betrekking tot monitoring, coaching, tutoring, inzetten op ouderbetrokkenheid, zorg coördinatie en eventuele inzet hierbij van onderwijsondersteunend personeel.

Artikel 7, eerste lid

De subsidie voor peuterwerk met VVE is additioneel aan de subsidie voor peuterwerk. Dat wil zeggen dat de subsidie voor peuterwerk met VVE slechts ten behoeve van een peuter wordt verstrekt, als deze reeds in aanmerking komt voor subsidie op grond van artikel 6. In de praktijk komt dit er op neer dat de eerste vijf uur aan peuterwerk per week wordt berekend aan de hand van artikel 6. De zes tot en met het tiende uur aan peuterwerk per week wordt berekend op grond van artikel 7. Blijkens artikel 3, tweede lid, komen slechts peuters met een VVE-indicatie in aanmerking voor een subsidie op grond van artikel 7.

Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2019

Gezamelijk toetsingsinkomen gezin 2019

Ouderbijdrage peuteropvang 2019 per uur

1e kind

2e kind

  lager dan

 

€ 19.433

 

€ 0,32

 

 

€ 0,32

 

€ 19.434

 

 

€ 29.879

 

 

€ 0,40

 

 

€ 0,34

 

 

€ 29.880

 

 

€ 41.116

 

 

€ 0,86

 

 

€ 0,43

 

 

€ 41.117

 

 

€ 55.924

 

 

€ 1,34

 

 

€ 0,44

 

 

€ 55.925

 

 

€ 80.387

 

 

€ 2,32

 

 

€ 0,65

 

 

€ 80.388

 

 

€ 111.393

 

 

€ 3,94

 

 

€ 1,01

 

 

€ 111.394

 

 

en hoger

 

€ 5,31

 

 

€ 1,89