Beleid handhaving overhangend en belemmerend groen Heemstede 2018

Geldend van 15-10-2018 t/m heden

Intitulé

Beleid handhaving overhangend en belemmerend groen Heemstede 2018

1 Inleiding

Regelmatig komen er via het Meldpunt Woonomgeving meldingen binnen waarin door burgers wordt aangegeven dat overhangend groen uit privé-tuinen de doorgang op de stoep bemoeilijkt. Ook bij onderhoudsprojecten komt het regelmatig voor dat overhangend groen de werkzaamheden belemmert. In het handhavingsprogramma voor het team Handhaving Domein I zijn daarom uren opgenomen om hiervoor in te zetten.

De desbetreffende eigenaren worden in eerste instantie door de BOA´s verzocht om het groen te snoeien. Indien nodig wordt bestuursdwang aangezegd. Overigens komt het (vrijwel) nooit zo ver dat de bestuursdwang daadwerkelijk moet worden uitgevoerd.

Bij de acties is gebleken dat er geen duidelijke criteria zijn waar aan kan worden getoetst of het overhangend groen zodanig hinderlijk is dat het moet worden gesnoeid. Dat geeft onduidelijkheid, zowel voor de handhavers als voor de burgers. Deze (aangepaste) notitie beoogt deze onduidelijkheid weg te nemen.

2 Uitgangspunten overhangend groen

Bij de handhaving moeten enerzijds de regels strikt zijn ten behoeve van de duidelijkheid, anderzijds moet een redelijke afweging worden gemaakt tussen de ingreep en het resultaat. Daarom wordt het volgende uitgangspunt gehanteerd:

Artikel 2:10 eerste lid aanhef en onder a: "Het is verboden de weg of een gedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als: Het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer en onderhoud van de weg".

Bij overhangend en belemmerend groen wordt het gebruik van de openbare weg waarvoor deze bedoeld is (begaanbare stoepen, bruikbare parkeerplaatsen, leesbare straatnaambordjes) beperkt. Daarom is dit artikel van de APV van toepassing.

3 Het goede voorbeeld

De gemeente moet het goede voorbeeld geven. Daarom wordt waar nodig ook het openbaar groen langs smalle doorgangen voldoende teruggesnoeid. Daarnaast mag het niet voorkomen dat gemeentelijk groen (het zicht op) door de gemeente aangebrachte voorzieningen, zoals straatverlichting, straatnaambordjes en verkeersborden belemmert.

4 Bijzondere situaties

Lindenrok

Veel lindenbomen hebben aan de onderstam een zogenaamd rokje. Deze rokjes zijn niet bedoeld als versiering, maar hebben een functie. Bij het volledige terugknippen van het stamschot (uitlopers op de onderstam), wordt de groei juist extra gestimuleerd en groeien en slappe en lange scheuten op de onderstam. Door de scheuten te laten behouden, 2 maal per jaar te knippen en dus te onderhouden wordt de groei beperkt en is er sprake van een gestructureerde groei. Daar waar de rokjes kleiner gemaakt kunnen worden om de doorgang niet teveel te beperken, wordt dit gedaan.

Boomspiegel/ - krans

Er wordt een boomspiegel of boomkrans gehanteerd van minimaal 90 centimeter bij 90 centimeter. Deze is nodig vanwege de zuurstofhuishouding van de wortels van de bomen.

De boomspiegels worden waar mogelijk op gelijke hoogte gebracht met de hoogte van de bestrating, zodat de boomspiegel ook meetelt bij de vrije doorloopbreedte van de stoep. De bestrating wordt "vlak" aangelegd. Dit betekent niet dat deze recht loopt maar dat het kan zijn dat de bestrating glooiend wordt aangelegd. Dit heeft te maken met het wortelgestel van bomen dat af en toe (dichter) aan de oppervlakte komt. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van schelpenverharding. Op sommige locaties is het niet mogelijk om de boomspiegel gelijk te maken omdat de wortelvoet hoger ligt dan de verharding.

Heemstede kent tevens een boomspiegeladoptiebeleid. Hier willen we geen afbreuk aan doen. Dit betekent echter wel dat daar waar boomspiegels geadopteerd worden en er planten of bloembollen in de boomspiegel worden geplaatst, de boomspiegel hier niet kan worden opgehoogd en niet mee kan tellen bij de vrije doorloopbreedte van de stoep.

5 Grenzen aan de groei

Heggen en bomen worden vaak op of direct tegen de erfgrens geplant. Grensoverschrijding is dan na enige jaren groeien bijna niet te voorkómen. Hieronder wordt aangegeven aan de hand van welke criteria wordt beoordeeld of, en zo ja tot hoever, het groen moet worden gesnoeid. Een minimale doorgang van 1.50 meter is daarbij de streefmaat.

5.1 Smalle stoepen

Als hoofdregel geldt dat bij smalle stoepen (tot 1.50 meter) het maximale wordt gedaan om een doorgang van minimaal 1.20 meter te bereiken. Daarvoor moet gesnoeid worden tot de erfgrens. Dit ongeacht de gevolgen voor het groen.

5.2 Brede stoepen

Bij stoepen breder van 1.50 meter mag er overhang zijn tot maximaal 30 centimeter, maar dient een minimale doorgang van 1.50 meter aanwezig te zijn, mits er geen sprake is van gevaar of hinder. Verzocht wordt om in dat geval het overhangend groen wel te snoeien, met als reden:

- dat de stoep een openbare functie heeft,

- de gemeente het openbaar gebied op orde wil hebben en daarom verzoekt om het groen er zo verzorgd uit te laten zien dat het niet voor extra obstakels zorgt, zoals uitstekende takken,

- particuliere aanplant op eigen terrein dient te blijven,

- dat de stoep geen verlengstuk is van de tuin.

5.3 Uitzondering

Op locaties waar door obstakels (bomen, lichtmasten, inritblokken, etc.) de minimale maat van 1.20 meter kan niet worden gehaald, is plaatselijk 0.90 meter toegestaan. Op die locatie kunnen twee verkeersstromen elkaar niet passeren, maar dient 1 van beide te wachten.

6 Hoge bomen

Takken die hoger dan 2.20 meter boven de stoep hangen laten we ongemoeid. Lagere takken en planten moeten worden gesnoeid tot aan de erfgrens. Hierbij worden dezelfde grenzen gehanteerd als hiervoor. Dit betekent dat een doorgang van tenminste 1.50 meter een hoogte moet hebben van 2.20 meter. Als de doorgang breder is gelden dezelfde voorwaarden als onder 5.2.

Boven de rijweg en parkeervlakken met tenminste 4 meter doorrijhoogte worden aangehouden.

7 Belemmerend groen

Het is voor hulpdiensten, maar ook voor verkeersdeelnemers die de weg zoeken, van groot belang dat de straatnaambordjes zichtbaar zijn. Ook is het van belang dat de verkeersborden duidelijk zichtbaar zijn. Goed functionerende straatverlichting vergroot de veiligheid op straat.

8 Handhavingsacties

Tijdens de surveillances en apart ingeroosterde acties (schouw) wordt naar overhangend groen gekeken. De eigenaren van het overhangend groen worden met behulp van een kaart in de brievenbus verzocht de noodzakelijke snoeiwerkzaamheden te verrichten. De ervaring leert dat het merendeel van de burgers de snoeiwerkzaamheden snel uitvoert. Na 2 tot 4 weken vindt nacontrole plaats. Indien de werkzaamheden niet het gewenste resultaat hebben, worden de eigenaren benaderd met het verzoek de werkzaamheden alsnog goed uit te voeren. Als ook dat niet tot resultaat leidt wordt overgegaan tot het toepassen van bestuursdwang.

9 Inwerkingtreding

Dit beleid treedt (voor zover nodig met terugwerkende kracht) op 15 oktober 2018 in werking.

Ondertekening

Vastgesteld door het college op 2 oktober 2018.