Regeling uitvoering Afvalstoffenverordening 2010 Den Haag 2018

Geldend van 12-07-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2018

Intitulé

Regeling uitvoering Afvalstoffenverordening 2010 Den Haag 2018

Toelichting

In de Afvalstoffenverordening 2010 heeft het college de bevoegdheid gekregen om een aantal zaken rondom afvalinzameling nader te regelen. Deze regels zijn vastgelegd in het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2010. Sinds de vaststelling hiervan in 2009 is dit besluit niet meer aangepast. Inmiddels zijn in de praktijk wel wijzigingen opgetreden, met name als gevolg van andere inzichten over gescheiden inzamelen en digitalisering. Het is daarom tijd om de regelgeving te actualiseren. Omdat het meerdere wijzigingen betreft en vanwege de leesbaarheid is gekozen voor gehele herziening en wordt het Uitvoeringsbesluit in zijn geheel opnieuw vastgesteld in een nieuwe regeling.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op de Afvalstoffenverordening 2010,

besluit

  • I.

    vast te stellen de Regeling uitvoering Afvalstoffenverordening 2010 Den Haag 2018

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt (mede) verstaan onder:

  • -

    huisvuilkalender: de door het college vastgestelde kalender waarin de dagen zijn opgenomen waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden;

  • -

    huisvuilzak: kunststof huisvuilzak die voldoet aan het KOMO-keurmerk (NEN 7021);

  • -

    kleding: textiel dat voor lichaamsbedekking wordt benut;

  • -

    verordening: Afvalstoffenverordening 2010.

Artikel 2Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1.

    Als inzameldienst op grond van artikel 2, eerste lid, van de verordening wordt aangewezen de NV Haagse Milieu Services te Den Haag.

  • 2.

    Als inzamelaars op grond van artikel 2, tweede lid, van de verordening worden aangewezen:

    a. kringloopbedrijven voor grof huishoudelijk afval voor de inzameling, in de woning op afroep, door de gebruiker van een perceel van de als product herbruikbare fractie uit het grof huishoudelijk afval.

    b. Per kalenderjaar vier instellingen met een keurmerk of positieve beoordeling van Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) om éénmaal per kwartaal gedurende één week kleding huisaan-huis in te zamelen. Aanwijzing per kalenderjaar van genoemde vier instellingen gebeurt door het college middels loting tussen de voor dat jaar schriftelijk aangemelde instellingen. Per kwartaal mag één aangewezen instelling inzamelen. Aanwijzing van de inzamelaar per kwartaal geschiedt eveneens door het college.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening vastgesteld:

  • 1.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, metalen, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • 2.

    draadglas: inwendig met metaal gewapend vlakglas.

  • 3.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

  • 4.

    groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • 5.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • 6.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard of omvang niet vallend onder groente-, fruit- en tuinafval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout en stobben;

  • 7.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in de deelstromen genoemd in artikel 3 van de verordening;

  • 8.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de www.denhaag.nl;

  • 9.

    kunststoffen niet zijnde verpakkingen: andere kunststoffen dan de onder 12 van deze bepaling bedoelde;

  • 10.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, waarmee gedoeld wordt op vervuild materiaal zoals drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl, doorslagpapier en dergelijke materialen die niet uitsluitend uit papier en/of karton bestaan;

  • 11.

    paardenmest: paardenmest afkomstig uit particuliere huishoudens;

  • 12.

    PMD: plastic verpakkingen zoals bedoeld in het kader van de ‘Raamovereenkomst Verpakkingen’, metalen verpakkingen en drankkartons;

  • 13.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • 14.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • 15.

    verpakkingsglas: eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken;

  • 16.

    vlakglas: ruiten, spiegels e.d.

Artikel 4 Aanwijzing inzamelmiddelen en voorzieningen

Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en voorzieningen aangewezen voor:

  • 1.

    restafval: huisvuilzakken, alsmede de vanwege de gemeente verstrekte minicontainers, laadkisten alsmede de vanwege de gemeente geplaatste bovengrondse en ondergrondse containers;

  • 2.

    groente-, fruit- en tuinafval: vanwege de gemeente verstrekte emmers en minicontainers, alsmede vanwege de gemeente geplaatste bovengrondse of ondergrondse containers;

  • 3.

    PMD: vanwege de gemeente verstrekte minicontainers, laadkisten alsmede vanwege de gemeente geplaatste bovengrondse en ondergrondse containers;

  • 4.

    oud papier en karton: de vanwege de gemeente verstrekte minicontainers, laadkisten alsmede de vanwege de gemeente geplaatste bovengrondse en ondergrondse containers;

  • 5.

    verpakkingsglas: de vanwege de gemeente geplaatste bovengrondse en ondergrondse containers;

  • 6.

    textiel: de vanwege de gemeente of na aanwijzing door het college door derden geplaatste bovengrondse en ondergrondse containers, alsmede zakken, waarop staat aangegeven dat deze voor het aanbieden van textiel zijn bestemd;

  • 7.

    alle in artikel 3 van de verordening genoemde categorieën huishoudelijke afvalstoffen: de afvalbrengstations, met dien verstande dat alleen op het afvalbrengstation aan de Plutostraat bielzen, aarde, grond, zand, boomstronken, graszoden, groot tuinafval, gastanks, brandblusapparaten of andere drukhouders, teer, dakbedekking, gips, paardenmest en asbest kunnen worden achtergelaten.

Artikel 5

Op grond van artikel 5, zevende lid, van de verordening stelt het college de percelen zoals opgenomen in de bijlagen bij dit besluit vast waarbij de categorieën huishoudelijk restafval, groente-, fruit- en tuinafval en plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankkartons ten minste een maal per twee weken worden ingezameld.

Artikel 6 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Krachtens artikel 9, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels vast voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    a. Het beheer van de inzamelmiddelen berust bij de inzameldienst die deze aan de gebruikers van percelen in bruikleen geeft.

    b. De inzameldienst is bevoegd om de minicontainer, de emmer en de laadkist te voorzien van een sticker of een andere informatiedrager waarop staat vermeld: een code, de afvalstroom waarvoor de minicontainer, de emmer en de laadkist is bestemd, het volume van de container, de emmer en de laadkist, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer.

    c. Het is verboden de informatiedrager zoals bedoeld onder b. te verwijderen.

    d. De door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij een perceel.

    e. De gebruiker van een perceel dient zich tot de gemeente te wenden, indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot, door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen alsmede bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel.

    f. De inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden,

    g.De gebruiker van een perceel is verantwoordelijk voor een goed gebruik en onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen.

    h. De gebruiker van een perceel is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken.

    i. De verstrekte inzamelmiddelen mogen alleen worden gereinigd met water.

    j. Per huishouden kan maximaal 1 extra minicontainer voor gft-afval worden aangevraagd.

  • 2.

    Krachtens artikel 9, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    a. Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers, emmers en laadkisten dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de minicontainer, emmer en laadkist op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd.

    b. Inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden.

    c. Uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorziening mogen geen voorwerpen steken.

    d. Afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de minicontainer zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de gebruiker van een perceel uit de container te worden verwijderd.

    e. Het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen die ter inzameling worden aangeboden in een huisvuilzak mag niet meer zijn dan 7 kilogram.

    f. Het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit bij een minicontainer van 140 liter niet meer zijn dan 40 kilogram en bij een minicontainer van 240 liter niet meer zijn dan 60 kilogram.

    g. Het gewicht van de hoeveelheid groente-, fruit- en tuinafval en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden emmer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 10 kilogram.

    h. Klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de afvalbrengstations.

    i. De afvalbrengstations van de gemeente worden aangewezen als brengvoorziening waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening kunnen worden aangeboden.

    j. De ontdoener van afvalstoffen krijgt toegang tot een afvalbrengstation met een door de gemeente voor dit doel verstrekte pas.

    k. De inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval/takken en grote elektrische en elektronische apparaten vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de gemeente.

    l. Het grof huishoudelijk afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats op of nabij de openbare weg bij een perceel klaar te staan.

    m. Grote gebruiksartikelen, die niet gebundeld kunnen worden op de wijze als hierna genoemd onder o van de onderhavige bepaling, mogen los (dat wil zeggen niet gebundeld) worden aangeboden.

    n. Kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moet overgedragen of aangeboden worden in bundels die de afmetingen van 0,5 x 0,5 x 1,5 meter niet te boven gaan en niet zwaarder zijn dan 25 kg.

    o. Oud papier en karton mag zonder inzamelmiddel, maar alleen gebundeld, ter inzameling worden aangeboden.

    p. Oud papier en karton, alsmede verpakkingsglas, textiel, groente-, fruit-, en tuinafval, PMD en restafval kunnen worden aangeboden in de voor deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen bestemde inzamelcontainers die van gemeentewege zijn geplaatst. Hierbij moet de overdracht op een dusdanige wijze geschieden dat geen afvalstoffen buiten de inzamelcontainer achterblijven.

Artikel 7 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 10, eerste lid, van de verordening:

  • 1.

    Inzamelmiddelen moeten door de gebruiker van het perceel worden aangeboden op de voor dat perceel vastgestelde inzameldag zoals aangegeven op de huisvuilkalender.

  • 2.

    Het aanbieden van inzamelmiddelen is toegestaan vanaf 22.00 uur op de avond voorafgaand aan de dag van inzameling tot 7.45 uur op de dag van inzameling zelf.

  • 3.

    De inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag, van de openbare weg zijn verwijderd.

  • 4.

    Grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken.

  • 5.

    Verzamelcontainers voor glas mogen alleen tussen 7.00 uur en 20.00 uur worden gebruikt.

Artikel 8 Het in bijzondere omstandigheden ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door bijzondere omstandigheden, waaronder werkzaamheden niet mogelijk is om de normale verzamelplaatsen te bereiken, kunnen op grond van artikel 11 van de verordening, door of namens het college voor de duur van de bijzondere omstandigheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, die worden bekendgemaakt in een bij de betrokken percelen te bezorgen (bewoners-)brief.

Artikel 9 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Op grond van artikel 12 van de verordening kan de inzameldienst ook bedrijfsafval inzamelen dat qua samenstelling overeenkomt met huishoudelijk restafval.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 13, derde lid, van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en deze regeling gestelde regels ten aanzien van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Het college stelt op grond van artikel 14, eerste lid, van de verordening de volgende regels:

  • 1.

    De inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar.

  • 2.

    De gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

  • 3.

    De aanbieders reinigen of laten het gedeelte van de weg voor hun bedrijf reinigen indien er als gevolg van het aanbieden of inzamelen van bedrijfsafval afval op de (openbare) weg komt en achterblijft.

  • 4.

    Het bedrijfsafval moet in goed gesloten containers worden aangeboden.

  • 5.

    Op of aan de Strandweg, het Gevers Deynootplein en het gedeelte van de Gevers Deynootweg tussen de toegangsweg tot en met de uitweg uit het Gevers Deynootplein als weggedeelte is het verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden dan wel af te voeren. Dit verbod geldt niet indien het bedrijfsafval tussen 06.00 uur en 09.00 uur op de dag van inzameling wordt aangeboden en afgevoerd.

  • 6.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden, achter te laten dan wel af te voeren in het gebied dat wordt begrensd door de Zuidwal, het Buitenom, de Lijnbaan, Bij de Westermolens, de Noordwal, de Prinsessewal, de Hogewal, het Scheveningse Veer, de Mauritskade, Dr. Kuyperstraat, Koninginnegracht, Prinsessegracht, de Bezuidenhoutseweg vanaf de Prinsessegracht tot en met de Prinses Irenestraat, de Prinses Irenestraat, Anna van Buerenplein, Anna van Buerenstraat, het Prins Bernardviaduct, Ammunitiehaven, Schedeldoekshaven, het Spui vanaf de Schedeldoekshaven tot en met de Bierkade, de Bierkade en de Dunne Bierkade.

  • 7.

    Het hier voren onder 6. van de onderhavige bepaling genoemde verbod geldt niet indien het bedrijfsafval tussen 7.00 uur en 10.00 uur wordt aangeboden en afgevoerd.

  • 8.

    Ten aanzien van het strand gelegen tussen het Noorderhavenhoofd en de gemeentegrens met de gemeente Westland (het strand van Kijkduin) geldt, dat

    a. alle bedrijfsafvalstoffen afkomstig van de inrichtingen gelegen op het strand ter hoogte van het Westduinpark, slechts via drie doorgangen mogen worden afgevoerd, (behoudens vergunning of ontheffing op grond van overige regelgeving), te weten:

    - de doorgang aansluitend op de Houtrustweg;

    - de doorgang aansluitend op de Savornin Lohmanlaan/Savornin Lohmanplein;

    - de (twee) afgangen naar het strand aansluitend op het Deltaplein;

    b. alle bedrijfsafvalstoffen afkomstig van de overige inrichtingen gelegen op het strand:

    - via de zeezijde vanuit iedere inrichting moeten worden afgevoerd;

    - op een plaats gelegen binnen de inrichting of op een plaats gelegen uiterlijk vijf meter van de inrichting vandaan moeten worden aangeboden aan een inzamelaar, voor zover de bedrijfsafvalstoffen door een inzamelaar vanaf de inrichting worden afgevoerd.

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2018.

  • 2.

    Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2010, zoals in werking getreden op 24 februari 2011 (RIS 179176) wordt ingetrokken.

  • II.

    dat dit besluit in werking treedt op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Den Haag, 26 juni 2018

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Peter Hennephof

de burgemeester,

Pauline Krikke

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Het begrip ‘grofvuiltelefoon’ is vervallen. Een afspraak maken is mogelijk online of via het algemene nummer van de gemeente. Daarnaast zijn de begripsbepalingen in alfabetische volgorde geplaatst.

Artikel 2, tweede lid onder a

In het uitvoeringsbesluit uit 2010 waren twee kringloopbedrijven aangewezen voor het inzamelen van de als product herbruikbare fractie uit het grof huishoudelijk afval. Met deze bedrijven zijn echter geen nadere afspraken gemaakt. In praktijk zijn er veel meer kringloopbedrijven actief. Om deze reden wordt nu gekozen om alle kringloopbedrijven aan te wijzen voor het op afroep inzamelen van deze fractie. Aangezien de twee aangewezen bedrijven in praktijk eigenlijk geen bijzondere positie hadden, ondervinden deze bedrijven geen nadeel van deze wijziging.

Artikel 2, tweede lid onder b

Volgens het huidige artikel worden het Leger des Heils en vijf andere instellingen aangewezen

om kleding huis-aan-huis in te zamelen. In praktijk werden steeds drie instellingen en het Leger des Heils aangewezen. Het Leger des Heils heeft aangegeven niet meer aangewezen te willen worden. Om deze redenen wordt nu in de regeling opgenomen dat vier instellingen kunnen worden aangewezen. Daarnaast wordt geregeld dat per kwartaal één aanbieder mag inzamelen.

Artikel 3

De categorie PMD (plastic en metalen verpakkingen en drankkartons) wordt toegevoegd, de categorie kunststof verpakkingen kan daarmee vervallen. Verder zijn de categorieën op alfabetische volgorde gezet.

Artikel 4

Enkele aanpassingen zijn doorgevoerd vanwege de invoering van de categorie PMD. Daarnaast wordt het zevende lid gewijzigd in verband met sluiting van het afvalbrengstation aan de Vissershavenstraat en wordt de opsomming van fracties die alleen bij het afvalbrengstation aan de Plutostraat kunnen worden afgegeven in overeenstemming gebracht met de praktijk

Artikel 5

Artikel 5, zevende lid van de Verordening biedt de grondslag om de percelen aan te wijzen waarvoor het zogenaamde alternerend inzamelen geldt. In het nieuwe artikel 5 wordt deze grondslag ingevuld. Alternerend inzamelen wordt toegepast in de gebieden Leidschenveen, Loosduinen, Segbroek (Vogelwijk) en Escamp (Uithof en Florence Nightingalepark).

Voor die percelen waar het niet mogelijk is om minicontainers te plaatsen, zoals bij hoogbouw, wordt inzameling door middel van laadkisten, huisvuilzakken of ORAC’s geregeld. In de bijlagen bij dit besluit is op perceelsniveau aangegeven voor welke adressen het alternerend inzamelen geldt.

In verband met het nieuwe artikel 5 worden de bestaande artikelen 5 tot en met 12 vernummerd in artikel 6 tot en met 13.

Artikel 6

Enkele aanpassingen zijn doorgevoerd vanwege de invoering van de categorie PMD.

In artikel 6, eerste lid onder c is een verbod tot verwijdering van de door de inzameldienst geplaatste informatiedrager toegevoegd. In het eerste lid is verder een nieuw sub j toegevoegd waarin wordt geregeld dat voor de categorie gft een extra minicontainer kan worden aangevraagd. In praktijk blijkt dat voor sommige huishoudens 1 minicontainer niet voldoende is.

Dit is vaak het geval bij percelen met grote tuinen. Er wordt een beperking van maximaal 1 extra container opgelegd om een overvloed aan containers te voorkomen. Voor de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen is niet gebleken dat er behoefte is aan extra containers.

In het tweede lid vervalt sub j. Hierin werd verwezen naar de acceptatievoorwaarden van het afvalbrengstation. Dit hoeft niet in een uitvoeringsregeling te worden geregeld. Door het vervallen van sub j wijzigt de nummering. In het nieuwe sub j is geregeld dat een ontdoener van afvalstoffen zich op een afvalbrengstation moet kunnen legitimeren met de zogenaamde afvalpas. De afvalpas is bedoeld om toegang te krijgen, er staan echter geen persoonsgegevens op de pas. De term ‘legitimeren’ kan verwarrend zijn en is daarom aangepast.

Artikel 8

In dit artikel wordt duidelijker gemaakt dat onder ‘bijzondere gevallen’ ook ‘werkzaamheden’ vallen. In het huidige artikel is voorgeschreven dat een tijdelijke inzamelplaats bekend moet worden gemaakt door middel van bewonersbrieven en in een huis-aan-huisblad. Dit laatste wordt in praktijk niet meer gedaan, alleen bewonersbrieven blijkt een voldoende communicatiemiddel te zijn. Publicatie in het huis-aan-huisblad komt daarmee te vervallen.

Artikel 11

In het vierde lid van dit artikel was een regeling opgenomen voor het inzamelen van bedrijfsafval met de kenmerken van huishoudelijk afval. Deze categorie kent geen wettelijke grondslag en vervalt daarom. Bedrijfsafval moet worden aangeboden en ingezameld volgens de regeling zoals opgenomen in de Wet milieubeheer.

In het zevende lid van dit artikel werd voor het aanbieden van bedrijfsafval aangesloten bij de tijdstippen voor het aanbieden van huishoudelijk afval. Aangezien huishoudelijk afval in het centrum inmiddels door middel van ondergrondse restafvalcontainers wordt ingezameld, is er geen reden meer om voor het bedrijfsafval aan te sluiten bij de tijden voor inzamelen van huishoudelijk afval. Dit gedeelte komt dan ook te vervallen.

Ondertekening