Havenverordening Drimmelen 2018

Geldend van 07-07-2018 t/m heden

Intitulé

Havenverordening Drimmelen 2018

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    Binnenvaartschip: een vaartuig dat goederen en personen over de binnenwateren vervoert.

  • b.

    Buitengewoon Opsporingsambtenaar (Boa): degene, die door burgemeester en wethouders als zodanig is benoemd.

  • c.

    De gemeente: de gemeente Drimmelen

  • d.

    Gemeenteambtenaar: de werknemer in de zin van de CAR/UWO, alsmede de werknemer met wie de Gemeente een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten en belast is met het toezicht op en de ambtelijke begeleiding van de havens, alsmede zijn plaatsvervanger;

  • e.

    Gemeentelijk vaarwater: alle wateren die al of niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn in eigendom of beheer van de gemeente Drimmelen.

  • f.

    Havenverordening: Havenverordening gemeente Drimmelen 2018

  • g.

    Havenmeester: degene, die door burgemeester en wethouders als zodanig is benoemd of aangesteld en is belast met het toezicht op de havens of gedeelte(n) hiervan.

  • h.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen.

  • i.

    Ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een vaartuig te worden ingenomen.

  • j.

    Ligplaatshouder: ligplaats bedoeld voor eigenaren en/of houders van recreatievaartuigen die deze plaats huren voor een bepaalde tijd van de gemeente Drimmelen.

  • k.

    Passantenligplaats: ligplaats bedoeld voor passanten, eigenaren en/of houders van recreatievaartuigen die, op doorreis zijnde, met hun boot in de gemeente Drimmelen verblijven en bovendien niet al voor een andere ligplaats binnen de gemeente Drimmelen havengeld betalen en/of een ligplaats hebben toegewezen gekregen van de watersportvereniging.

  • l.

    Permanente bewoning: het gebruik als hoofd woonverblijf, de plaats waar men deelneemt aan het sociaal-maatschappelijk leven, de centrale levensplaats.

  • m.

    Pleziervaartuig: elk vaartuig dat men voor zijn genoegen pleegt te gebruiken en dat niet beroepsmatig wordt gebruikt.

  • n.

    Schipper: degene die de feitelijke leiding over een vaartuig uitoefent.

  • o.

    Vaartuig: alle vaartuigen tot de vaart gebruikt of bestemd of tot de vaart gebruikt of bestemd geweest, hoe ook genaamd en van welke aard ook.

  • p.

    Vaste ligplaats: een ligplaats, welke krachtens een daartoe aangegane vergunning of overeenkomst gedurende de daarin bepaalde periode mag worden ingenomen.

  • q.

    Woonboot: Een vaartuig, met of zonder motor, dat zodanig is ingericht dat deze bewoond kan worden en waarvan de primaire functie ook wonen is.

  • r.

    Wrak: vaartuigen en andere voorwerpen, in openbare wateren gestrand, gezonken of aan de grond geraakt of op of in waterkeringen of andere waterstaatswerken vastgeraakt

Artikel 1.2 Toepassingsgebied

  • a.

    Deze verordening is van toepassing op het gemeentelijk vaarwater in de volgende havens van de gemeente Drimmelen: De Oude Haven in Drimmelen, de havens in Hooge Zwaluwe, Lage Zwaluwe en Terheijden. Een en ander zoals op aangehechte en gewaarmerkte tekeningen met arcering is aangegeven. Deze tekeningen maken onlosmakelijk deel uit van deze verordening.

  • b.

    Alle bepalingen van de artikelen 1.1 tot en met artikel 6.5 zijn van toepassing op alle genoemde havens in lid a van de gemeente Drimmelen, voor zover daarop voor een bepaalde haven in het bijzonder in deze verordening daarvan wordt afgeweken. In dat geval prevaleert de bijzondere bepaling.

HOOFDSTUK 2 ORDE EN VEILIGHEID IN DE HAVEN

Artikel 2.1 De schipper

  • 1. De schipper is verantwoordelijk voor de naleving van de bepalingen van deze verordening voor zover hij hierop direct invloed kan uitoefenen en onverminderd de verantwoordelijkheid van alle andere personen, voortvloeiende uit andere wettelijke regelingen.

  • 2. De schipper is verplicht zich in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente te houden aan de aanwijzingen van de havenmeester.

  • 3. De schipper die van de haven gebruik maakt is verplicht de nodige voorzorgen te nemen dat met zijn vaartuig geen brand, aanvaring, hinder of schade wordt veroorzaakt of de veiligheid van personen of goederen op andere wijze in gevaar wordt gebracht.

  • 4. De schipper mag de doorvaart door de vaargeul niet belemmeren

  • 5. De schipper mag in de haven niet ankeren.

Artikel 2.2 Verkeerstekens

  • a.

    Het college kan in de haven verkeerstekens plaatsen die zijn vermeld in het Binnenvaartpolitiereglement en deze voorzien van nadere aanduidingen.

  • b.

    Alle verkeerstekens en verkeersregels in de haven moeten worden opgevolgd.

Artikel 2.3 Vaarsnelheid

In de havens geldt een maximumvaarsnelheid van 5 kilometer per uur.

Artikel 2.4 Overlast van en aan vaartuigen

  • 1. Het is verboden vaartuigen als zodanig af te meren of gemeerd te hebben, dat zij voor de scheepvaart of gemeerd liggende vaartuigen in de haven hinder, overlast of schade kunnen veroorzaken.

  • 2. Het is eenieder, die niet behoort tot de bemanning of passagiers van een vaartuig verboden, zonder toestemming van de schipper:

    • a.

      zich aan dat vaartuig vast te houden;

    • b.

      zich door dat vaartuig te laten voorttrekken;

    • c.

      op dat vaartuig te klimmen en/of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden.

Artikel 2.5 Voorwerpen in, op en boven het vaarwater

  • 1. Indien van een vaartuig enig voorwerp verloren raakt, dat drijvend of gezonken gevaarlijk of hinderlijk kan zijn, is eenieder die hiervan kennis neemt, verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, Boa, gemeente- of politieambtenaar.

  • 2. Eenieder die enig (vreemd) voorwerp in de haven of op de oever vindt, is verplicht hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, Boa, gemeente- of politieambtenaar.

Artikel 2.6 Wrakken

Het is aan eigenaars of beheerders verboden wrakken in gemeentelijk water te leggen of te hebben.

Artikel 2.7 Onbeheerd vaartuig en object

  • 1. De Boa is bevoegd onbeheerde vaartuigen en objecten, die in de haven worden aangetroffen, te meren, te verhalen en op een hem passende wijze in bewaring te nemen voor rekening en risico van de belanghebbende.

    • a.

      Op het onbeheerd vaartuig of object zal een schriftelijke kennisgeving worden aangebracht met daarin een redelijke termijn voor het weghalen van het vaartuig of object.

  • 2. Van onbeheerd achterlaten vaartuig is sprake wanneer het vaartuig zich zonder toezicht van de eigenaar op een andere locatie bevindt dan de passantenligplaats of de vaste ligplaats.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde vaartuigen en objecten worden niet eerder ter beschikking van de belanghebbenden gesteld, dan nadat de kosten van het bergen en bewaren daarvan zijn voldaan.

  • 4. Het bedrag aan kosten van het bergen en bewaren wordt door het college vastgesteld, maar zal niet meer bedragen dan de daadwerkelijk door de gemeente gemaakte kosten.

Artikel 2.8 Gezonken vaartuig of voorwerp

De schipper of de eigenaar van een gezonken vaartuig of gezonken voorwerp, is verplicht:

  • a.

    Hiervan onverwijld kennis te geven aan de havenmeester, Boa, gemeente- of politieambtenaar.

  • b.

    Er zorg voor te dragen dat het gezonken vaartuig of voorwerp binnen de door de Boa te bepalen termijn uit de haven is verwijderd.

  • c.

    De onder a bedoelde vaartuigen en objecten worden niet ter beschikking van de belanghebbenden gesteld, dan nadat de kosten van het bergen en bewaren daarvan zijn voldaan.

Artikel 2.9 Geluidsnormen

  • 1. Het is verboden om geluidhinder te veroorzaken of andere vormen van hinder of overlast te veroorzaken.

  • 2. Het gebruik van aggregaten is vanuit milieu oogpunt en geluidoverlast verboden, tenzij deze standaard zijn ingebouwd in het schip.

Artikel 2.10 Zwemmen

Het is verboden om in de havens en het gemeentelijke vaarwater te baden, te zwemmen of duikwerkzaamheden uit te voeren m.u.v. duikwerkzaamheden die door bevoegde instanties worden uitgevoerd.

Artikel 2.11 Zeilen

  • 1. In verband met de persoonlijke veiligheid en/of overlast van gebruikers van het gemeentelijk vaarwater is het verboden te zeilen in de havens of havenmondingen.

  • 2. Uitzondering hierop is de havenmond van de Oude Haven Drimmelen. Hier mogen de leerlingen van ‘De Eerste Brabantse Zeilschool de Biesbos’ de Oude Jachthaven in- en uitvaren, mits er geen ander scheepvaartverkeer wordt belemmerd.

Artikel 2.12 Afsluiten haven

Bij vervuiling of dreigende vervuiling van de haven, calamiteiten, ijsgang of ijsvorming kan door de havenmeester of bevoegde instanties de haven worden afgesloten en alle verkeer te water in de haven worden verboden.

Artikel 2.13 Waterstaatswerken

Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, kabels, leidingen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.

HOOFDSTUK 3 GEBRUIK VAN DE HAVEN

Artikel 3.1 Permanent verblijf

Het is verboden een vaartuig, dat geen woonboot is te gebruiken voor permanente bewoning.

HOOFDSTUK 4 LIGPLAATSEN

Artikel 4.1 Algemeen ligplaatsverbod

  • 1. Het is verboden in het gemeentelijk vaarwater

    • a.

      een vaartuig af te meren;

    • b.

      een ligplaats in te nemen;

    • c.

      vanaf een vaartuig de steigers, taluds of kade te betreden.

  • 2. Het verbod van lid 1 is niet van toepassing op de passantenkade aan De Beurs in de haven van Lage Zwaluwe en de passantenkade in de haven van Terheijden.

Artikel 4.2 Verhalen van vaartuigen

De havenmeester en de toezichthouder zijn bevoegd om een vaartuig te verhalen of te doen verhalen naar een andere ligplaats, indien een efficiënte verdeling van ligplaatsen, de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne, het aanzien van de gemeente, werkzaamheden of vanwege bijzondere evenementen dit naar zijn oordeel dringend noodzakelijk maakt.

HOOFDSTUK 5 MILIEU

Artikel 5.1 Afvalstoffen

  • 1. Het is verboden in het water van de havens stoffen of voorwerpen, olie, brandbare vloeistoffen of vloeistoffen die het water kunnen verontreinigen, te brengen, te laten vallen, te laten afvloeien, te plaatsen of te laten, of stoffen of voorwerpen zodanig op de oever te plaatsen, dat gevaar bestaat dat deze stoffen of voorwerpen geheel of gedeeltelijk in de havens komen.

  • 2. De schippers zijn verplicht hun afvalstoffen af te voeren naar de daarvoor bestemde plaatsen in de haven.

  • 3. Grof afval dient men aan te bieden aan een erkend inzamelaar.

Artikel 5.2 Verrichten van werkzaamheden

  • 1. Het is verboden om aan, buitenboord of onder een vaartuig of aan een voorwerp aan boord van een schip werkzaamheden te verrichten of doen verrichten, die verband houden met de bedrijfsgereedheid, aanpassing, het herstel of de verbetering van het schip of het voorwerp, tenzij het schip ligplaats heeft op of bij een scheepswerf of herstellingsinrichting waarvoor een vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend.

  • 2. Het is toegestaan kleine werkzaamheden die verband houden met de bedrijfsgereedheid en herstel te verrichten, zolang deze geen overlast geven aan de omgeving en aan het milieu.

HOOFDSTUK 6 HANDHAVING

Artikel 6.1 Toezicht

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de algemene opsporingsambtenaren en buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering.

  • 2. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de buitengewone opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.

  • 3. Onverminderd het eerste en tweede lid zijn de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 141, onder b, van het Wetboek van Strafvordering, eveneens belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften.

Artikel 6.2 Aanwijzingen

Onverminderd zijn eigen verantwoordelijkheid moet de schipper onverwijld de bevelen opvolgen die door de havenmeester, de opsporingsambtenaren, de gemeente- of politieambtenaar worden gegeven.

Artikel 6.3 Binnentreden

Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of op grond van deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot handhaving van de openbare orde of (verkeers)veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd te allen tijde aan boord van een vaartuig te gaan en alle plaatsen en ruimten te betreden zonder toestemming van de rechthebbende(n) op het vaartuig. Conform artikel 5:15 Awb.

Artikel 6.4 Ontzegging toegang havens

  • 1. De schipper die zich niet houdt aan hetgeen in de havenverordening is vastgelegd en/of de aanwijzingen van de havenmeester en zij die belast zijn met het toezicht niet opvolgt, zal in opdracht van de havenmeester de haven moeten verlaten.

  • 2. Het college kan de schipper in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente een verbod opleggen om met zijn vaartuig de haven binnen te komen, een ligplaats in te nemen, of in de haven of op een ligplaats te verblijven.

Artikel 6.5 Sancties

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie conform artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.

HOOFDSTUK 7 BIJZONDERHEDEN LAGE ZWALUWE

Artikel 7.1 Werkingsgebied

Het betreft de haven van Lage Zwaluwe, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.

Artikel 7.2 Binnenvaartschepen in de buitenhaven

  • 1. In de Buitenhaven van Lage Zwaluwe mogen binnenvaartschepen afmeren met een maximale lengte van 135 meter.

  • 2. De binnenvaartschippers zijn verantwoordelijk voor een veilige en voldoende doorvaartbreedte voor de pleziervaart om doorheen te kunnen varen.

Artikel 7.3 Slopen en cascobouw

Het is verboden om in de Buitenhaven ter hoogte van de Damwand een schip te slopen, een casco af te bouwen of te slijpen.

Artikel 7.4 Doorvaartbreedte Buitenhaven

In de zomerperiode (1 april tot en met 1 oktober) mogen de binnenvaartschepen ter hoogte van het scheepsreparatie en constructiebedrijf EBR, Biesboschweg 5 te Lage Zwaluwe met maximaal twee schepen naast elkaar afmeren. De binnenvaartschippers zijn verantwoordelijk voor een veilige en voldoende doorvaartbreedte voor de pleziervaart om doorheen te kunnen varen.

In de winterperiode (1 oktober tot en met 1 april) mogen binnenvaartschepen ter hoogte van het scheepsreparatie en constructiebedrijf EBR, Biesboschweg 5 te Lage Zwaluwe met maximaal drie schepen naast elkaar afmeren. De binnenvaartschippers zijn verantwoordelijk voor een veilige en voldoende doorvaartbreedte voor de pleziervaart om doorheen te kunnen varen.

Artikel 7.5 Doorvaartbreedte Binnenhaven

De vaargeul in de Binnenhaven heeft een wisselende breedte en daarom moeten vaartuigen zodanig worden afgemeerd dat voor de doorvaart naar andere havengedeelten een doorvaartbreedte overblijft van 8 meter, gemeten tussen de kadastrale grenzen. De uitzondering hierop is de breedte ter hoogte van Nieuwlandsedijk 24. De doorvaartbreedte is daar 7 meter.

Artikel 7.6 Aanmeren aan De Beurs

Het is verboden aan de gemeentelijke aanlegsteiger in de haven van Lage Zwaluwe, plaatselijk bekend onder de naam De Beurs en gelegen achter de woningen Nieuwlandsedijk 78 tot en met 84 een vaartuig af te meren voor een periode langer dan drie achtereenvolgende uren, met uitzondering van dienstschepen van overheids- en semioverheidsinstellingen.

Artikel 7.7 De keersluis

Bij de keersluis in de haven van Lage Zwaluwe heeft uitgaande vaart voorrang boven inkomende vaart.

Artikel 7.8 Afmeren vaartuig

In de haven van Lage Zwaluwe is het de schipper van een vaartuig, dat voor een perceel ligt afgemeerd, niet toegestaan dit vaartuig te doen uitsteken over de perceelgrens van de privé- c.q. huurligplaats ten opzichte van het gemeentelijk water (de vaargeul).

Artikel 7.9. Havenmeester

In de haven van Lage Zwaluwe functioneert een havenmeester. In de haven is op borden aangegeven hoe men de havenmeester kan bereiken.

HOOFDSTUK 8 BIJZONDERHEDEN OUDE HAVEN DRIMMELEN

Artikel 8.1 Werkingsgebied

Het betreft de Oude haven Drimmelen, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.

Artikel 8.2 Verbod voor passanten om aan te leggen

  • 1. In de haven is het verboden voor passanten om aan te leggen aan een steiger of damwand met uitzondering van de steiger van restaurant ’t Voske, tegenover Biesboschweg 15 te Drimmelen.

  • 2. Het is verboden een ligplaats in te nemen aan de laad- en loskade aan Havenkade, waar dat op een duidelijke wijze door de gemeente kenbaar is gemaakt. Het betreft een vrije ruimte van 14.6 meter.

Artikel 8.3 Doorvaartbreedte

Voor vier locaties in de Oude Haven is er een minimale doorvaartbreedte vastgesteld; te weten:

  • a.

    Zalmschouwen – Zijlmans: 13.8 meter

  • b.

    VOH – Zijlmans: 19.8 meter

  • c.

    Van der Hoeven – Zijlmans: 14.2 meter

  • d.

    Haveningang vanaf de Amer: 25 meter.

Een en ander zoals op aangehechte en gewaarmerkte tekening met een lijn is aangegeven.

Artikel 8.4 Te water laten (rubber)boten

Het is verboden om (rubber)boten, aangevoerd per trailer, in de haven te water te laten.

Artikel 8.5 Havenmeester

In de Oude Haven functioneert geen havenmeester.

HOOFDSTUK 9 BIJZONDERHEDEN HAVEN TERHEIJDEN

Artikel 9.1 Werkingsgebied

Het betreft de haven Terheijden, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.

Artikel 9.2 Lengte vaartuigen

De maximale lengte van vaartuigen die de haven binnenvaren is niet dan langer dan 20 meter.

Artikel 9.3 Havenmeester

In de haven van Terheijden functioneert een havenmeester. In de haven is op borden aangegeven hoe men de havenmeester kan bereiken.

Artikel 9.4 Vaste ligplaats

  • 1. Vaste ligplaatsen worden uitgegeven en aangewezen door het college.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het uitgeven van vaste ligplaatsen.

Artikel 9.5 Passanten ligplaats

  • 1. De schipper die in de haven een passantenligplaats wil innemen, meldt zich bij de havenmeester.

  • 2. De vergoeding voor de passantenligplaats is vastgesteld in de vigerende tariefregeling voor de haven Terheijden.

Artikel 9.6 Obstakels op de steigers

  • a.

    Het is verboden obstakels op de steiger te plaatsen.

  • b.

    Overhang boven de steiger is verboden.

Artikel 9.7 Lopen op de steigers

Voor degenen zonder vaste ligplaats of passantenplaats is het verboden zich op een van der steigers of toegangsbruggen te bevinden.

HOOFDSTUK 10 BIJZONDERHEDEN HAVEN HOOGE ZWALUWE

Artikel 10.1. Werkingsgebied

Het betreft de haven van Hooge Zwaluwe, zoals verwoord en weergeven in artikel 1.1 van deze verordening.

Artikel 10.2. Vaartuigen in de haven

  • 1. In de haven van Hooge Zwaluwe mogen uitsluitend roei- en zeilschepen liggen.

  • 2. De vaartuigen mogen niet naar de haven varen, maar moeten in de haven te water gelaten worden.

HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11.1 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere omstandigheden bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 11.2 Overgangsbepalingen en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

  • 2. Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Havenverordening Drimmelen 1999 ingetrokken.

Artikel 11.3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘’Havenverordening Drimmelen 2018’’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Drimmelen van 28 juni 2018.

De raad voornoemd,

De griffier,

F.M.C. Ronde

De voorzitter,

G.L.C.M. de Kok

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling