Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds houdende nadere regels verstrekken subsidie lokale innovaties Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties Waddenfonds 2018

Geldend van 09-05-2018 t/m 24-12-2018

Intitulé

Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds houdende nadere regels verstrekken subsidie lokale innovaties Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties Waddenfonds 2018

Het dagelijks bestuur van het Waddenfonds,

gelet op artikel 1.4 van de Algemene Subsidieverordening Waddenfonds 2017,

besluit de navolgende subsidieregeling vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Kernkwaliteiten: cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle elementen, natuurlijke dynamiek, rust, ruimte, duisternis, landschap en vergezichten.

  • b.

    Subsidieverordening: de Algemene Subsidieverordening Waddenfonds 2017.

Artikel 1.2 Subsidieverstrekking

Op subsidieverstrekking is de Subsidieverordening van toepassing.

Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die de vitaliteit en de sociaaleconomische duurzaamheid van lokale gemeenschappen verbeteren, en die bijdragen aan nieuwe netwerken of versterking van bestaande netwerken.

Artikel 1.4 Verdeelsystematiek en subsidieplafond

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

  • 2. Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangorde van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

  • 3. Het subsidieplafond bedraagt € 500.000.

Artikel 1.5 Aanvraag

  • 1. Aanvragen kunnen met ingang van maandag 18 juni 2018 tot uiterlijk donderdag 17 januari 2019 te 13:00 uur of zoveel eerder als het subsidieplafond is bereikt, worden ingediend bij het Waddenfonds (info@waddenfonds.nl of Ruiterskwartier 121A, 8911 BS Leeuwarden), met gebruikmaking van een door het dagelijks bestuur vastgesteld aanvraagformulier. Een subsidieaanvraag gaat vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan besluiten om het subsidieplafond te verlagen. Een dergelijk besluit wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van het Waddenfonds en op de website van het fonds. De bekendmaking van een verlaging van het subsidieplafond heeft geen gevolgen voor aanvragen die voor deze bekendmaking zijn ingediend.

Artikel 1.6 Kring van subsidieontvangers

Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking:

  • a.

    publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van Rijk(sdiensten) en provincies;

  • b.

    privaatrechtelijke rechtspersonen;

  • c.

    ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid;

  • d.

    groepen van ten minste vijf natuurlijke personen;

  • e.

    kerkgenootschappen;

  • f.

    samenwerkingsverbanden van bovengenoemde partijen.

Artikel 1.7 Hoogte van de subsidie

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt niet meer dan 50% van de subsidiabele kosten.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.6 van de Subsidieverordening wordt het subsidiepercentage of subsidiebedrag gehanteerd onder het voorbehoud dat er geen sprake is van overfinanciering.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt indien de subsidie lager is dan € 5.000.

  • 4. De subsidie bedraagt ten hoogste € 50.000 per aanvraag.

Artikel 1.8 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.6 van de Subsidieverordening voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    De kernkwaliteiten van het Waddengebied worden niet aangetast;

  • b.

    De activiteit is op lokale schaal vernieuwend;

  • c.

    In het geval van evenementen moet het gaan om een kleinschalig vanuit de lokale gemeenschap georganiseerd cultureel evenement, waarbij een directe koppeling is gemaakt met de kernkwaliteiten van het Waddengebied.

Artikel 1.9 Niet-subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Subsidieverordening komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    personeelskosten boven 50% van de projectbegroting;

  • b.

    exploitatiekosten.

Artikel 1.10 Verantwoording van de subsidie

  • 1. Met toepassing van artikel 3.4, derde lid, van de Subsidieverordening, is artikel 3.4, eerste lid, van de Subsidieverordening ook van toepassing op subsidies van € 25.000 of meer.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing als het dagelijks bestuur, met toepassing van artikel 3.6 van de Subsidieverordening, in de subsidieverleningsbeschikking bepaalt dat de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling, op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten verantwoordt dat de activiteiten zijn verricht.

Hoofdstuk 2 Slotbepaling

Artikel 2.1 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties Waddenfonds 2018 en treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het publicatieblad van het Waddenfonds.

Ondertekening

Haarlem, 26 april 2018

H. Staghouwer, voorzitter

mw. M.E. Walter, plv. secretaris

Bijlage 1: kaart regionale stuurgroepen Waddenkust en werkingsgebied Waddenfonds

afbeelding binnen de regeling

Toelichting bij het subsidieregeling budget lokale innovaties

In deze toelichting zijn de hoofdzaken uit dit openstellingsbesluit, de subsidieverordening en het Uitvoeringsprogramma samengevat. Deze documenten zijn te vinden op de website van het Waddenfonds (www.waddenfonds.nl) onder het kopje documenten.

Het Budget Lokale Innovatie is bedoeld voor activiteiten die de vitaliteit en de sociaaleconomische duurzaamheid van lokale gemeenschappen verbeteren, en die bijdragen aan nieuwe netwerken of versterking van bestaande netwerken.

Deze doelstelling ligt veelal in het verlengde van regionale programma’s op het gebied van wonen, plattelandsbeleid en leefbaarheid. Indien het binnen de regeling past, is het mogelijk om BLI-middelen aan te vragen terwijl ook al in de regio of anderszins subsidie wordt aangevraagd of is verkregen. In dat kader vervullen de regio’s de loketfunctie wat betreft voorlichting en informatieverstrekking. Aanvragen worden ingediend bij het Waddenfonds, waar tevens de verdere beoordeling plaatsvindt. In bijlage 1 zijn de regio’s weergegeven, ook in relatie tot het werkingsgebied van het Waddenfonds.

Voortraject

De regionale loketten verzorgen de voorlichting en informatieverstrekking rondom de regeling. Dit kan via bijeenkomsten, maar ook in gesprekken met geïnteresseerden. Vanuit de loketten kan met name bekeken worden of synergie met de regionale programma’s mogelijk en gewenst is. Een gesprek met een regionaal loket wordt daarom ten zeerste aanbevolen.

Beoordelingstraject

Aanvragen worden ingediend bij en beoordeeld door het Waddenfonds. Eerst volgt een toets op volledigheid, waarmee tevens de behandelvolgorde wordt bepaald. Vervolgens wordt van de volledige aanvragen bekeken in hoeverre voldaan wordt aan de vereisten zoals gesteld in de regeling. Hierover brengt het Waddenfonds een advies uit aan het Dagelijks Bestuur. Als het Dagelijks Bestuur positief over de aanvraag besluit, wordt de beschikking tot subsidieverlening afgegeven en kan het project starten.

Verantwoording

Het uitgangspunt is dat het verantwoordingsregime dat geldt voor subsidies tot € 25.000 voor alle projecten binnen BLI wordt gehanteerd. Hiermee worden de administratieve lasten geminimaliseerd. Het dagelijks bestuur kan in de subsidieverleningsbeschikking extra verantwoordingsverplichtingen opleggen, als dit noodzakelijk wordt geacht.

Artikelgewijs

Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten

De subsidiabele activiteiten volgen direct uit het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds. Hier is geen nadere focus in aangebracht, om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op regionale programma’s. De genoemde netwerken kunnen worden uitgelegd als samenwerkingsvormen die bijdragen aan (beheer en onderhoud van) de vitaliteit en sociaaleconomische duurzaamheid van de lokale gemeenschap en de kwaliteit van de leefomgeving.

Artikel 1.4 Verdeelsystematiek en subsidieplafond

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij de datum dat een aanvraag compleet is, telt. Vanaf het moment dat het gehele subsidieplafond is benut, kunnen geen aanvragen meer worden ingediend.

Artikel 1.5 Aanvraag

Een aanvraag dient binnen de openstellingsperiode te worden ingediend bij het Waddenfonds. De aanvraagperiode sluit automatisch als het subsidieplafond is bereikt. Ook kan het dagelijks bestuur het subsidieplafond naar beneden bijstellen.

Artikel 1.6 Kring van subsidieontvangers

De eisen voor de kring van subsidieontvangers gelden voor alle partijen die als aanvrager in een aanvraag participeren. De kring is ruim opgesteld, zodat veel initiatieven mogelijk worden gemaakt. Aangezien deze regeling een bottom up karakter heeft, zijn Rijk(sdiensten) en provincies geen gewenste aanvragers bij BLI en derhalve uitgesloten. Aan natuurlijke personen zijn extra voorwaarden gesteld om de robuustheid van de aanvraag te borgen.

Artikel 1.7 Hoogte van de subsidie

Het uitgangspunt van BLI is om 50% van de subsidiabele kosten te subsidiëren. Mocht vanwege overige financiering in dat geval sprake zijn van overfinanciering, of dit in strijd zijn met de staatssteunregelgeving, wordt de bijdrage naar beneden bijgesteld. Indien de bijdrage van het Waddenfonds lager is dan € 5.000, wordt geen subsidie verstrekt. Tevens is de bijdrage vanuit BLI nooit hoger dan € 50.000.

Artikel 1.8 Toetsingscriteria

Het Waddenfonds kent een beoordelingskader waaraan alle aanvragen dienen te voldoen, ook de aanvragen in het kader van BLI. Dit beoordelingskader is weergegeven in artikel 2.6 van de subsidieverordening. Daarnaast zijn enkele extra inhoudelijke criteria opgesteld. In het aanvraagformulier en projectplan kunt u motiveren op welke wijze u voldoet aan deze criteria.

Artikel 1.9 Niet-subsidiabele kosten

Enkele kosten zijn niet subsidiabel gesteld, omdat deze niet mogen worden gesubsidieerd of omdat het subsidiëren ervan onwenselijk is in relatie tot de doelstellingen van het Waddenfonds. De niet-subsidiabele kosten die voor alle Waddenfondsprojecten gelden staan vermeld in artikel 1.7 van de subsidieverordening. Voor BLI is een maximum gesteld aan het subsidieren van personeelskosten. Verder zijn exploitatiekosten uitgesloten.

Artikel 1.10 Verantwoording van de subsidie

Om de administratieve lasten te minimaliseren, is het uitgangspunt om het lichtste verantwoordingsregime zoals omschreven in de Subsidieverordening, op alle BLI-projecten van toepassing te verklaren. Het dagelijks bestuur heeft de mogelijkheid om extra verantwoordingseisen op te leggen in de verleningsbeschikking.