Algemene subsidieverordening Someren 2018

Geldend van 11-04-2018 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening Someren 2018

De raad van de gemeente Someren;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 februari 2018;

overwegende dat:

- De Algemene subsidieverordening Someren 2016 is vastgesteld op 1 januari 2016;

- Er zich in de tussentijd ontwikkelingen hebben voorgedaan waardoor actualisatie van deze verordening nodig is;

- Er daarom een nieuwe verordening wordt gemaakt;

gelet op:

artikel 147 jo. 149 van de Gemeentewet

b e s l u i t :

vast te stellen de Algemene subsidieverordening Someren 2018

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    aanvrager:

    de belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de wet;

  • 2.

    activiteitenverslag:

    het verslag dat de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend beschrijft en een vergelijking tussen de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen en een toelichting op de verschillen bevat;

  • 3.

    college:

    het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren;

  • 4.

    gemeente:

    de gemeente Someren;

  • 5.

    raad:

    de raad van de gemeente Someren;

  • 6.

    subsidie:

    subsidie als bedoeld in artikel 4:21 van de wet;

  • 7.

    subsidievaststelling:

    de beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld en waarbij een aanspraak op betaling ontstaat;

  • 8.

    subsidieverlening:

    de beschikking waarbij de aanspraak op subsidie ontstaat mits aan alle daarbij behorende verplichtingen wordt voldaan;

  • 9.

    wet:

    de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college op de volgende beleidsterreinen:

    • a.

      welzijn, waaronder sociaal cultureel werk, opbouwwerk, ouderenwerk en jeugd- en jongerenwerk;

    • b.

      zorg;

    • c.

      sport;

    • d.

      kunst en cultuur;

    • e.

      educatie en onderwijs;

    • f.

      economische zaken;

    • g.

      recreatie en toerisme;

    • h.

      bouwen, wonen en monumenten;

    • i.

      milieu;

    • j.

      openbare orde en veiligheid;

    • k.

      verkeer en vervoer.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 is deze verordening niet van toepassing op subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen.

  • 3.

    Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Subsidieregelingen

Het college kan bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vaststellen:

  • a.

    welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • b.

    welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen;

  • c.

    hoe de subsidie wordt berekend;

  • d.

    hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    Het college kan subsidieplafonds vaststellen.

  • 2.

    In dat geval bepaalt het college bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 3.

    Het college kan een subsidieplafond verlagen wanneer:

    • a.

      het subsidieplafond wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd en

    • b.

      de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd.

  • 4.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen.

  • 5.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 5 Aanvraag om subsidieverlening

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • 2.

    Bij de aanvraag legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      de doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan bijdragen;

    • c.

      een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten. Het dekkingsplan bevat een opgave van bij anderen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan.

  • 3.

    Een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, voegt een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten, alsmede van het jaarverslag, de jaarrekening of de balans van het voorgaande jaar toe aan de aanvraag.

  • 4.

    Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 6 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 mei voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2.

    Andere aanvragen om subsidie worden ingediend acht weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 7 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1.

    Het college kan de subsidie weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de wet.

  • 2.

    Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      voor zover de te subsidiëren activiteiten in strijd zijn met een wettelijke regeling;

    • b.

      in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

    • c.

      voor zover activiteiten niet verenigbaar zijn met het gemeentelijke beleid;

    • d.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als de activiteiten onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • e.

      als de activiteiten niet plaatsvinden binnen de gemeente;

    • f.

      voor zover activiteiten primair gericht zijn op het uitdragen van levensbeschouwelijke of politieke overtuigingen;

    • g.

      voor zover de activiteiten zijn gericht op het maken van winst;

    • h.

      als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of als hij niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen;

    • i.

      voor zover de subsidie niet nodig is of als het college onvoldoende reden ziet om de subsidie te verlenen;

    • j.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

  • 3.

    Het college kan de subsidie deels of geheel intrekken, wijzigen, opschorten of terugvorderen ingeval van niet of niet-behoorlijke nakoming van bij of krachtens de wet of deze regeling gegeven voorschriften en aanwijzingen.

Artikel 9 Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidie-ontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 10 Algemene verplichtingen van subsidie-ontvanger

  • 1.

    Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidie-ontvanger dat onverwijld schriftelijk aan het college.

  • 2.

    Een subsidie-ontvanger informeert het college onverwijld schriftelijk over:

    • a.

      beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • b.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • c.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet, niet tijdig of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • d.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 11 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1.

    Bij subsidies, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

  • 2.

    Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidie-ontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de wet worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie. In de toelichting wordt uiteengezet waarom daartoe wordt overgegaan.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 4.

    Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidie-ontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor aan het college een vergoeding verschuldigd is als zich een van de gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de wet voordoet. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

Artikel 12 Bevoorschotting

  • 1.

    Het college kan aan de subsidieontvanger bij het besluit tot verlening van subsidie een voorschot verlenen. Daarbij wordt de hoogte van het bedrag vermeld en wordt aangegeven wanneer en op welke wijze dit bedrag wordt betaald.

  • 2.

    Voorschotten als bedoeld in het eerste lid kunnen 100 procent van de toegekende subsidie bedragen en worden verrekend bij de vaststelling van de subsidie.

Artikel 13 Egalisatiereserve

  • 1.

    Het college kan bij de subsidieverlening toestaan dat ten laste van de exploitatierekening een egalisatiereserve wordt gevormd.

  • 2.

    Het verschil tussen de vastgestelde subsidie en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend komt ten gunste onderscheidenlijk ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3.

    De van de egalisatiereserve genoten rente wordt aan de egalisatiereserve toegevoegd.

  • 4.

    In de gevallen bedoeld in artikel 4:41, tweede lid sub c, d, en e van de wet, is de subsidie-ontvanger ter zake van de egalisatiereserve vergoedingsplichtig naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen.

  • 5.

    Bij subsidieregeling kunnen andere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 14 Aanvraag om vaststelling

  • 1.

    Een aanvraag om vaststelling van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, wordt ingediend uiterlijk 1 mei van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is uitgevoerd.

  • 2.

    Een aanvraag om vaststelling van een andere subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken na afloop van de laatste activiteit waarvoor subsidie is verleend.

  • 3.

    Is een aanvraag om vaststelling niet tijdig ingediend dan kan het college een nieuwe termijn stellen. Is de aanvraag niet binnen die termijn ingediend, dan kan het college de subsidie ambtshalve vaststellen.

  • 4.

    Het college kan vrijstelling verlenen van één of meer van bovenstaande verplichtingen.

  • 5.

    Bij subsidieregeling kan worden afgeweken van de voorgaande leden.

Artikel 15 Directe subsidievaststelling

Bij subsidieregeling kunnen categorieën subsidie-ontvangers worden aangewezen waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat een aanvraag tot subsidievaststelling hoeft te worden ingediend.

Artikel 16 Rekening en verantwoording

  • 1.

    Een subsidie van ten hoogste €2.500,00 kan bij verlening direct worden vastgesteld.

  • 2.

    Indien het eerste lid van toepassing is, kan het college verlangen dat de gesubsidieerde aantoont dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden en dat hij rekening en verantwoording aflegt over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 3.

    Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan €2.500,00 gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 4.

    Indien de aanvraag een subsidie betreft voor een instelling die verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of, indien dit bij de subsidieverlening is bepaald, legt de subsidieontvanger in plaats van het financiële verslag de jaarrekening over, voorzien van een accountantsonderzoek en –verklaring als bedoel in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 5.

    In het geval bij de subsidieverlening is bepaald dat het accountantsonderzoek zich mede moet uitstrekken over de naleving van aan de subsidie verbonden verplichtingen, gaat het financiële verslag tevens vergezeld van een schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 6.

    Indien de instelling haar inkomsten geheel of grotendeels ontleent aan de subsidie omvat het financiële verslag de balans en de exploitatierekening met de toelichting.

  • 7.

    Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken.

Artikel 17 Beslistermijn subsidievaststelling

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie vast te stellen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, uiterlijk op 1 oktober van het jaar volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    Het college beslist op een aanvraag om een subsidie als bedoel in artikel 14, tweede lid, binnen acht weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 3.

    Bij subsidieregeling kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 18 Uitbetaling

Binnen acht weken na dagtekening van het besluit tot vaststelling van de subsidie wordt het subsidiebedrag betaald, tenzij verrekening plaatsvindt.

Artikel 19 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende van het bepaalde in deze verordening afwijken indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 20 Overgangsrecht

  • 1.

    Ingediende subsidieaanvragen voor het kalenderjaar 2019 worden afgehandeld volgens de Algemene subsidieverordening Someren 2018.

  • 2.

    Ingediende aanvragen voor vaststelling van subsidie over het kalenderjaar 2017 worden afgehandeld volgens de Algemene subsidieverordening Someren 2016.

  • 3.

    Door het college op grond van de Algemene subsidieverordening Someren 2009 of de Algemene subsidieverordening Someren 2016 vastgestelde nadere regels en beleidsregels blijven na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht totdat deze worden ingetrokken.

Artikel 21 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Algemene subsidieverordening Someren 2018.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 3.

    Op hetzelfde moment komt de Algemene subsidieverordening Someren 2016 te vervallen.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren,

de raadsgriffier,

J. Laurens Janse-Oostdijk

de voorzitter,

D. Blok