Openstellingsbesluit 2018 paragraaf 5 niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg

Geldend van 03-04-2018 t/m heden

Intitulé

Openstellingsbesluit 2018 paragraaf 5 niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg stellen ter voldoening aan het bepaalde in artikel 4:27 juncto 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelings- programma 2014-2020 (POP3) Limburg, in hun vergadering van 6 maart 2018 het volgende besluit vast:

Openstellingsbesluit 2018 paragraaf 5 niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg

Gelet op artikel 1.3 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (POP3) Limburg, hierna te noemen “Verordening”, besluiten Gedeputeerde Staten paragraaf 5 ‘niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS van Hoofdstuk 2 (hierna te noemen Paragraaf 5) van deze Verordening onder de volgende nadere regels open te stellen.

Artikel 1 Openstellingsperiode en subsidieplafond

  • 1.1 Paragraaf 5 wordt opengesteld voor het indienen van subsidieaanvragen voor de periode van 3 april 2018 vanaf 9.00 uur tot en met 18 mei 2018 17.00 uur. Een subsidieaanvraag dient uiterlijk 18 mei 2018 om 17.00 uur te zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien deze buiten de openstellingsperiode wordt ingediend.

  • 1.2 Het subsidieplafond voor 2018 wordt voor Paragraaf 5 vastgesteld op € 8.380.000,00 bestaande uit 50% ELFPO en 50% provinciale middelen.

Artikel 2 Definities

In aanvulling op de definities in de Verordening onder 1.1, wordt in het kader van deze openstelling verstaan onder:

  • 1.

    PAS: Programmatische aanpak stikstof 2015-2021. Om te voldoen aan de EU-richtlijnen moet de neerslag van stikstof in Natura 2000-gebieden omlaag. De PAS-maatregelen dragen hieraan bij. Het programma is te lezen op http://pas.natura2000.nl/pages/pas_vastgesteld.aspx;

  • 2.

    N2000: Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In deze openstelling gaat het om alle N2000-gebieden Abdij Lilbosch en voormalig klooster Mariahoop, Bemelerberg en Schiepersberg, Boschhuizerbergen, Brunssummerheide, Bunder- en Elslooërbos, Deurnsche Peel en Mariapeel, Geleenbeekdal, Geuldal, Grensmaas (Rijkswaterstaat), Groote Peel, Kunderberg, Leudal, Maasduinen, Meinweg, Noorbeemden en Hoogbos, Roerdal, Sarsven en de Banen, Savelsbos, Sint Jansberg, Sint Pietersberg en Jekerdal, Swalmdal, Weerter- en Budelerbergen, Ringselven, Zeldersche Driessen.

    De begrenzing van deze gebieden is te vinden op: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=actualiteitaanwijzingen

  • 3.

    Gebiedsanalyse: per N2000-gebied is een gebiedsanalyse geschreven waarin wordt aangegeven welke gebiedsspecifieke herstelmaatregelen in het kader van PAS moeten worden uitgevoerd.

    De analyses van de N2000-gebieden genoemd onder 2 zijn te vinden op http://pas.natura2000.nl/pages/gebiedsanalyses_15-12-2015.aspx.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

In afwijking van artikel 2.5.1 van de Verordening wordt in het kader van deze openstelling uitsluitend subsidie verstrekt voor niet productieve hydrologische maatregelen PAS. Activiteiten gericht op niet productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor natuur, landschap en/of biodiversiteit komen niet voor subsidiëring in aanmerking.

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor niet productieve hydrologische maatregelen PAS met een aangetoonde directe link met de landbouw.

De niet productieve hydrologische maatregelen PAS dienen hierbij te zien op:

  • a.

    hydrologische maatregelen die worden uitgevoerd in (de directe invloedssfeer van) een of meerdere van de N2000-gebieden, genoemd in artikel 2, onder 2; én

  • b.

    hydrologische maatregelen die bij het desbetreffende gebied passen, zoals voorgeschreven in de gebiedsanalyses van het gebied.

Artikel 4 Aanvraag

  • 4.1 Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Verordening dient de aanvraag om subsidie een kaart te bevatten waarop de ligging van het projectgebied is aangegeven. Deze kaart dient als bijlage bij de aanvraag te worden toegevoegd.

  • 4.2 Conform artikel 1.3, derde lid, onderdeel (h) van de Verordening zal voor het projectplan zoals vermeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel (f) van de Verordening het op de website (www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele subsidies/subsidieregelingen/natuur/subsidieverordening plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (pop3) Limburg) beschikbaar gestelde format gehanteerd dienen te worden.

  • 4.3 In aanvulling op artikel 4.2 dienen bij de aanvraag additioneel diverse van toepassing zijnde bijlagen bijgevoegd te worden (nadere uitleg in de toelichting).

Artikel 5 Subsidiabele kosten

  • 5.1 Kosten zoals vermeld in artikel 2.5.3, eerste lid, van de Verordening zijn subsidiabel.

  • 5.2 Naast de kosten zoals opgenomen in artikel 2.5.3, eerste lid, van de Verordening zijn ook de kosten van tweedehands installaties tot maximaal de marktwaarde (artikel 2.5.3, tweede lid, onder d), niet verrekenbare of niet compensabele BTW (artikel 2.5.3, tweede lid, onder e) en personeelskosten (artikel 2.5.3, tweede lid, onder f) subsidiabel. De overige in artikel 2.5.3, tweede lid, van de Verordening genoemde kosten zijn niet subsidiabel.

Artikel 6 Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten. In aanvulling op artikel 2.5.4 van de Verordening bedraagt het te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag minimaal € 250.000,00. De subsidieaanvraag wordt afgewezen indien het te verstrekken subsidiebedrag minder dan € 250.000,00 bedraagt.

Artikel 7 Rangschikking

  • 7.1 Gedeputeerde Staten maken voor het bepalen van de onderlinge rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Verordening voor de verdeling van de subsidie een afweging tussen de volledig ingediende aanvragen op basis van het gebied (of de directe invloedssfeer daarvan) waarin zij worden uitgevoerd (geografisch criterium conform artikel 1.15, eerste lid, onder c), op grond van de volgende volgorde, waarbij projecten die betrekking hebben op de gebieden onder a, het hoogst gerangschikt worden, daarna projecten onder b en projecten onder c worden het laagst gerangschikt.

    • a.

      Bunder- en Elslooërbos

      Geuldal

      Swalmdal

      Noorbeemden en Hoogbos

      Weerter- en Budelerbergen

      Ringselven

      Roerdal

    • b.

      Sint Jansberg

      Kunderberg

      Leudal

      Groote Peel

      Geleenbeekdal

    • c.

      Abdij Lilbosch en voormalig klooster Mariahoop

      Bemelerberg en Schiepersberg

      Boschhuizerbergen

      Brunssummerheide

      Deurnsche Peel en Mariapeel

      Grensmaas (Rijkswaterstaat)

      Maasduinen

      Meinweg

      Sarsven en de Banen

      Savelsbos

      Sint Pietersberg en Jekerdal

      Zeldersche Driessen

  • 7.2 Wanneer een aanvraag ziet op meerdere van bovenstaande gebieden, dan is voor de rangschikking het grootste deelgebied (in oppervlakte) zoals opgenomen in de aanvraag bepalend.

  • 7.3 Indien toepassing van het eerste en tweede lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijke plaats in de rangschikking eindigen en het subsidieplafond te boven gaan, wordt zoals opgenomen in artikel 1.15, vierde lid van de Verordening de rangschikking van die aanvragen bepaald door loting. De loting zal worden uitgevoerd door een beëdigd notaris.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 van de Verordening wordt subsidie mede geweigerd indien niet wordt voldaan aan de criteria en/of voorwaarden zoals opgenomen in dit openstellingsbesluit.

Artikel 9 Voorschotten

In aanvulling op artikel 1.23 van de Verordening kan maximaal één keer per jaar een verzoek om een voorschot op basis van realisatie worden ingediend.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 3 april 2018 en heeft een looptijd tot einde POP3 periode.

Ondertekening

Maastricht, d.d. 6 maart 2018

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

de heer drs. Th.J.F.M. Bovens

secretaris

de heer drs. G.H.E Derks MPA

TOELICHTING

Artikel 1 Openstelling

Aanleiding voor het PAS 2015-2021 is dat er in veel N2000-gebieden een overbelasting aan stikstofdepositie is. Deze overbelasting schaadt de stikstofgevoelige habitattypen en soorten, waardoor vergunningsaanvragen voor activiteiten die stikstofemissie veroorzaken in en nabij N2000-gebieden worden afgewezen. Maatregelen die de effecten van stikstofdepositie aanpakken, kunnen leiden tot het herstel van de natuur. Dit heeft als gevolg dat uitbreiding van economische activiteiten weer kan worden toegestaan.

In dit besluit worden niet-productieve investeringen voor hydrologische maatregelen PAS opengesteld door de provincie Limburg. Projecten dienen zich te richten op de doelen zoals die beschreven staan in het PAS 2015-2021. Niet-productieve investeringen zijn investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf tot gevolg hebben.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Er kan uitsluitend subsidie worden aangevraagd voor niet-productieve hydrologische activiteiten die de effecten van stikstof verminderen binnen alle N2000-gebieden. Tevens dienen deze investeringen een directe link met de landbouw te hebben.

Niet-productieve investeringen zijn die investeringen die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of de rentabilitiet van een bedrijf tot gevolg hebben. Daarbij wordt voor hydrologische maatregelen in het kader van de PAS gedacht aan natuurversterkende maatregelen die een link hebben met de landbouw, zoals de aanleg van regenwaterbuffers en stuwen, (waterconserverende) drainagesystemen en natte bufferzones, het omleggen van beken en verhogen van waterpeilen.

Artikel 4 Aanvraag

Artikel 4.1

Het toevoegen van een kaart met een zo nauwkeurig mogelijke begrenzing van het projectgebied is vereist om een correcte beoordeling mogelijk te maken. De kaart dient op een schaal van 1:25.000 te worden aangeleverd.

Artikel 4.3

De volgende bijlagen dienen additioneel toegevoegd te worden bij de aanvraag. Voor uitleg wordt verwezen naar het Handboek voor aanvragers POP3 subsidie: zie website www.limburg.nl/loket/subsidies/actuele subsidies/subsidieregelingen/natuur/subsidieverordening plattelandsontwikkelingsprogramma 2014-2020 (pop3) Limburg:

  • format projectplan (verplicht);

  • bewijsstukken MKB-bedrijf/agrarische onderneming (indien van toepassing);

  • kaart (schaal 1:25.000) met een zo nauwkeurig mogelijke begrenzing van het projectgebied (verplicht);

  • onderbouwing/specificatie van de begroting (verplicht);

  • bewijsstukken begroting/offertes. Indien niet aanwezig aangeven waar de bedragen op gebaseerd zijn (verplicht);

  • ten aanzien van de ‘verklaring géén financiële moeilijkheden’ (door ondertekening van het digitale aanvraagformulier) moet de jaarrekening worden bijgevoegd (verplicht);

  • bewijsstukken machtiging (van toepassing bij analoge aanvraag);

  • samenwerkingsovereenkomst (indien van toepassing). Zie hiervoor artikel 1.6 van de Subsidieverordening Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 2014-2020 (POP3) (model staat op de provinciale website);

  • documenten ten aanzien van de aanbesteding (indien van toepassing);

  • verkenning naar mogelijk omgevingseffecten of de aanvraag van de vergunning (indien van toepassing);

  • verklaring van de belastingdienst inzake niet-verrekenbare dan wel niet-compensabele BTW (indien van toepassing).

Artikel 6 Hoogte subsidie

In artikel 6 is als ondergrens opgenomen dat geen subsidie wordt verstrekt indien de subsidiabele kosten lager zijn dan € 250.000,00. De ondergrens is opgenomen, omdat de provincie Limburg streeft naar grote en robuuste projecten, die kosteneffectief kunnen worden uitgevoerd.