Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle

Geldend van 01-01-2018 t/m heden

Intitulé

Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle

De gemeenteraad van de gemeente Kapelle;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2017, nummer 2017.10735

gelet op de artikel 149 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de Algemene subsidieverodening gemeente Kapelle

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • a.

    Gemeente: de gemeente Kapelle;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle;

  • c.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht.

  • d.

    Instelling: een organisatie of groep van personen die rechtspersoonlijkheid bezit en die zich zonder winstoogmerk ten doel stelt activiteiten te verrichten;

  • e.

    Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

  • f.

    Subsidieoverzicht gemeente Kapelle: overzicht van de jaarlijks verstrekte en afgewezen subsidies waarop de aanvrager, de grondslag en het bedrag dat maximaal als subsidie verleend kan worden staat vermeld. In het overzicht worden zowel activiteitensubsidies, investeringssubsidies als budgetsubsidies opgenomen;

  • g.

    Activiteiten: bezigheden van de instelling ter verwezenlijking van haar doelstelling;

  • h.

    Activiteitensubsidie: een subsidie aan een (vrijwilligers)instelling die wordt verstrekt uit waardering voor het organiseren van activiteiten die passen bij de gemeentelijke doelstellingen in een bepaald jaar. Het subsidiebedrag is gerelateerd aan activiteiten die de instelling uitvoert;

  • i.

    Budgetsubsidie: een subsidie die aan een (professionele) instelling wordt toegekend voor structurele activiteiten. Het subsidiebedrag hangt samen met het van te voren bepaalde niveau van overeengekomen activiteiten of prestaties;

  • j.

    Incidentele subsidie: een subsidie aan een instelling (vrijwilligers – professioneel) die betrekking heeft op activiteiten met een eenmalig karakter en/of eerste aanvraag waar tijdens de vaststelling van de begroting niet in was voorzien;

  • k.

    Investeringssubsidie: een éénmalige subsidie voor de kosten van investeringen voor roerende en onroerende zaken, anders dan voor regulier (klein) onderhoud;

  • l.

    Doelsubsidie: een subsidie waarbij een causaal verband bestaat tussen de beschikbaar gestelde subsidie en de besteding;

  • m.

    Subsidiejaar: het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft;

  • n.

    De-minimisverordening: Europese regelgeving waar een gemeente aan moet voldoen bij het verstrekken van subsidie. Het gaat hier om verordening (EG) nr. 1407/2013 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 352/9) en verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving;

  • o.

    Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie heeft vastgesteld, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag;

  • p.

    Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • q.

    Egalisatiereserve: een reserve bedoeld om verschillen tussen werkelijk gemaakte kosten en subsidiebedragen op te vangen;

  • r.

    Subsidieverordening: Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle (ASV);

  • s.

    Verleningsbeschikking: een beschikking die na goedkeuring van de aanvraag wordt verstrekt. In de verleningsbeschikking kunnen voorwaarden worden gesteld. Er worden nog geen financiële middelen beschikbaar gesteld;

  • t.

    Vaststellingsbeschikking: een definitieve vaststelling van de subsidiebijdrage, nadat de aanvrager aan de gestelde voorwaarden heeft voldaan.

Artikel 2 Reikwijdte verordening

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kan het college bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

  • 3.

    Indien het college subsidie verstrekt voor prestaties, die ook door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan het college afwijken van de bij deze verordening horende verplichtingen. Dat gebeurt als dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde verplichtingen. Voorwaarde is wel dat de aard van die verplichtingen niet wordt geschaad.

 

Artikel 3 Bevoegdheid college

  • 1.

    Tenzij anders bepaald in deze verordening, oefent het college de in titel 4.2 en 4.4. van de Awb genoemde bevoegdheden uit.

  • 2.

    Het college stelt het Subsidieoverzicht gemeente Kapelle vast.

  • 3.

    Het college is bevoegd om voorwaarden aan het verstrekken van subsidie te verbinden.

  • 4.

    Het college is bevoegd tot het opstellen van nadere regels in de geest van de door de raad gestelde kaders.

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1.

    De raad kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 2.

    In dat geval bepaalt het college bij subsidieregeling de wijze van verdeling van de betrokken subsidie.

  • 3.

    De raad kan een subsidieplafond verlagen als:

  • a.

    de verlaging wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betreffende jaar is vastgesteld of goedgekeurd;

  • b.

    de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd. 

  • 4.

    Bij de bekendmaking van een subsidieplafond wordt gewezen op de verlaging en de gevolgen daarvan voor de reeds ingediende aanvragen.

  • 5.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarden dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Bij beschikking wordt daarop gewezen.

 

Artikel 5 Europees steunkader

  • 1.

    Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen.

  • 2.

    Bij subsidieregelingen die vallen onder het Europese steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het Europese steunkader.

  • 3.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader.

  • 4.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader.

  • 5.

    Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader.

 

Artikel 6 Rechtspersoonlijkheid

  • 1.

    Budget-, activiteiten-, investerings-en incidentele subsidies worden in beginsel aan rechtspersonen verstrekt.

  • 2.

    Het college kan besluiten dat (groepen van) natuurlijke personen voor subsidieverstrekking in aanmerking komen.

Artikel 7 Weigerings-, intrekkings-, verdaag- en terugvorderingsgronden.

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, weigert het college de subsidie in ieder geval:

  • a.

    als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;

  • b.

    als het gaat om een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat door een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard. 

2. Onverminderd het vorige lid weigert het college de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat:

  • a.

    subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert zoals bedoeld in het desbetreffende steunkader, of

  • b.

    de subsidie geen stimulerend effect heeft zoals bedoeld in het desbetreffende steunkader. 

3. Onverminderd de vorige leden kan het college de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet gericht zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan inwoners van de gemeente Kapelle;

  • b.

    de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd reeds in voldoende mate in de gemeente Kapelle of in de regio worden aangeboden dan wel op andere wijze aan de inwoners van de gemeente Kapelle worden aangeboden;

  • c.

    de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten ontplooit die in strijd zijn met de wet of de openbare orde;

  • d.

    de aanvrager zelf in de kosten van de activiteiten kan voorzien uit eigen middelen of middelen van derden;

  • e.

    de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de Subsidieregeling gemeente Kapelle om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • f.

    de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging zoals bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet;

  • g.

    in geval en onder voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet BIBOB)

  • h.

    de subsidieverstrekking op overige gronden niet past in het beleid van de gemeente Kapelle. 

4. Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

 

Hoofdstuk 2 Subsidieaanvraag, subsidieverlening en - vaststelling

 

Hoofdstuk 2.1. Budgetsubsidies

Artikel 8 Aanvraag budgetsubsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor een budgetsubsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. De subsidieaanvraag moet voor 1 juni van het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieperiode zijn ontvangen.

  • 2.

    Een aanvraag moet voldoen aan de eisen die genoemd staan in paragraaf 4.2.8.2 van de Awb en bevat de volgende gegevens:

    a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    b. de doelstellingen en resultaten, die worden nagestreefd door de gemeente, en hoe de activiteiten aan  dat doel bijdragen. In het bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen

    c. een (meerjaren) begroting en (meerjaren) dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    d. in het dekkingsplan staat welke subsidies of vergoedingen voor dezelfde activiteit zijn aangevraagd bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen. Ook staat in de aanvraag wat de stand van zaken rond de aanvraag is;

    e. indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag;

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van lid 1 en 2, als naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

  • 4.

    Als de aanvrager een onderneming is, bevat de aanvraag tevens de volgende gegevens:

    a. een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook die met

staatsmiddelen worden bekostigd, Het gaat dan om middelen, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

b. een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring);

c. als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 5.

    Na afloop van het subsidiejaar, maar voor 1 mei in het daaropvolgende jaar wordt een jaarrekening en jaarverslag beschikbaar gesteld.

 

Artikel 9 Beslissing op aanvraag budgetsubsidie

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor een budgetsubsidie voor 31 december voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie is gevraagd.

  • 2.

    Het college kan de subsidie verlenen voor maximaal 4 jaar. 

    Artikel 10 Aanvraag vaststelling budgetsubsidie

  • 1.

    De instelling waaraan een budgetsubsidie is verleend, dient een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie voor 1 mei van het jaar volgende op het subsidiejaar met inachtneming van paragraaf 4.2.8.5 van de Awb.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het eerste lid indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

 

Hoofdstuk 2.2. Activiteitensubsidies

Artikel 11 Aanvraag activiteitensubsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor een activiteitensubsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Een activiteitensubsidie, moet uiterlijk voor 1 november van het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieperiode worden ingediend.

  • 3.

    Bij de aanvraag voor subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens: a. een begroting van de organisatie en de kosten van de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    b. een financieel overzicht en jaarverslag van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt

    aangevraagd voor het daaropvolgende jaar; c. de stand van de reserve op het moment van de aanvraag.

     

Artikel 12 Beslissing op aanvraag activiteitensubsidie

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag om een activiteitensubsidie voor 31 december voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie is gevraagd.

  • 2.

    Het college kan de subsidie verlenen voor maximaal 4 jaar. 

    Artikel 13 Aanvraag vaststelling activiteitensubsidie

  • 1.

    De instelling waaraan een activiteitensubsidie is verleend, dient een aanvraagvraag in tot vaststelling van de subsidie, met inachtneming van paragraaf 4.2.8.5 van de Awb voor 1 mei van het jaar volgende op het subsidiejaar.

  • 2.

    Bij de instelling waaraan een activiteitensubsidie is verleend op basis van het Subsidieoverzicht gemeente Kapelle is de verleningsbeschikking tevens de vaststellingsbeschikking.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het eerste lid indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

 

Hoofdstuk 2.3. Investeringssubsidies

Artikel 14 Aanvraag investeringssubsidie

  • 1.

    Een aanvraag voor een investeringssubsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college. De aanvraag kan altijd worden ingediend, maar bij voorkeur voor 1 juni voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2.

    De instelling, het bedrijf of  de natuurlijk persoon overlegt bij de aanvraag de volgende stukken:

    • a.

      Een toelichting waaruit blijkt dat de te treffen voorziening in zowel kwantitatief als kwalitatief opzicht noodzakelijk is;

    • b.

      Ten minste twee offertes;

    • c.

      Een financierings- en dekkingsplan waarin duidelijk staat hoe de instelling aan haar financiële verplichtingen denkt te voldoen.

  • 3.

    Het college kan van de instelling nadere gegevens over de beoogde investeringen verlangen.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het eerste tot en met het derde lid, als naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of daarmee geen aanwijsbaar belang is gediend.

  • 5.

    Als de aanvrager een onderneming is bevat de aanvraag tevens de volgende gegevens:

    • a.

      Een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd die met staatsmiddelen worden bekostigd. Er moet aangegeven worden of, die middelen al zijn ontvangen, of nog ontvangen moeten worden;

    • b.

      een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening (de-minimisverklaring);

    • c.

      als het een subsidie betreft die per boekjaar aan een rechtspersoon wordt verstrekt, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

 

Artikel 15 Beslissing op de aanvraag investeringssubsidie

Het college beslist op een aanvraag investeringssubsidie voor 31 december voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie is gevraagd.

  • 1.

    Het college kan bij deze beschikking verplichtingen opleggen over de aanvangsdatum en de gereedmelding van de investering.

  • 2.

    Het college kan de instelling, bedrijf of natuurlijk persoon verplichtingen opleggen ter zake van het dulden van gemeentelijke controle tijdens de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend. 

Artikel 16 Eindverantwoording en aanvraag vaststelling investeringssubsidie

  • 1.

    De instelling waaraan een investeringssubsidie is verleend, dient binnen twaalf weken na afronding van het project waarvoor subsidie is verleend, een aanvraag in ter vaststelling van de investeringssubsidie bij het college.

  • 2.

    De instelling overlegt bij de aanvraag ten minste informatie over de realisatie van de voorziening en over de financiering daarvan.

  • 3.

    Het college kan uitstel of ontheffing verlenen van het eerste en tweede lid, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

 

Hoofdstuk 2.4. Incidentele subsidies

Artikel 17 Aanvraag incidentele subsidies

  • 1.

    Een aanvraag voor een incidentele subsidie wordt uiterlijk 12 weken voor aanvang van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend bij het college.

  • 2.

    Bij het indienen van de aanvraag overlegt de instelling, bedrijf of natuurlijk persoon de volgende stukken: a. een activiteitenplan en b een begroting van de activiteit waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere dan in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, die voor het beoordelen van de aanvraag van belang zijn, worden overgelegd.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het eerste tot en met het derde lid, als naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

  • 5.

    Indien het een aanvraag betreft met een (mogelijk) meerjarig karakter bevat de aanvraag tevens:

  • 6.

    een exemplaar van de statuten en/of huishoudelijk reglement of oprichtingsakte;

  • 7.

    een omschrijving van de organisatievorm, werkwijze en het ledenbestand;

  • 8.

    een bewijs van inschrijving bij de kamer van koophandel;

  • 9.

    het college kan bepalen dat ook andere dan in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden, die voor het beoordelen van de aanvraag van belang zijn, worden overgelegd;

  • 10.

    het college kan ontheffing verlenen van artikel 17,lid 5, sub a t/m d, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend. 

Artikel 18 Beslissing op aanvraag en vaststelling van incidentele subsidies

  • 1.

    Het college beslist op de aanvraag voor een incidentele subsidie binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de beslissing met ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3.

    De beschikking tot vaststelling van de subsidie valt gelijk met de beschikking tot verlening als bedoeld in het eerste lid. 

  • 1.

Hoofdstuk 2.5. Egalisatiereserve en Sociaal profijtbeginsel

 

Artikel 19 Egalisatiereserve

  • 1.

    Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een per kalender- of boekjaar verstrekte subsidie die meer dan € 50.000 bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vormt.

  • 2.

    De ontvanger van een andere subsidie dan bedoeld in het eerste lid kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 20 Sociaal Profijtbeginsel

Het college kan aan de subsidieontvanger een inspanningsverplichting opleggen om binnen de instelling passend vrijwilligerswerk te bieden aan inwoners van de gemeente Kapelle, die een uitkering ontvangen op grond van de Wet werk en inkomen of een andere sociale zekerheidswet of situatie, in het kader van het Preventiebeleid gemeente Kapelle 2017.

 

Hoofdstuk 3 Verantwoording

 

Artikel 21 Verantwoording

1 Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

 

Artikel 22 Wijze van verstrekken en eindverantwoording activiteitensubsidie tot € 15.000,--

1. Subsidies tot € 15.000,-- worden door het college:

a. direct vastgesteld of;

b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.

c. In geval van verlening van een subsidie van ten hoogste € 15.000 wordt een voorschot verstrekt ter hoogte van de verleende subsidie.

2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

 

Artikel 23 Eindverantwoording subsidie vanaf € 15.000,-- tot € 50.000,--

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 15.000,--, maar minder dan € 50.000,--, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd.

 

Artikel 24 Eindverantwoording subsidie vanaf € 50.000,--

  • 1.

    Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan €.50.000,--, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling bevat:

  • a.

    een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;

  • b.

    een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening);

  • c.

    een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop;

  • d.

    een accountantsverklaring.

  • 3.

    Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd.

 

Hoofdstuk 4 Voorwaarden en verplichtingen

 

Artikel 25 Verzekering

  • 1.

    Een instelling zorgt ervoor dat haar roerende en onroerende zaken tegen schade door brand, storm en inbraak verzekerd zijn.

  • 2.

    Een instelling is verantwoordelijk voor het verzekeren van andere door het college aan te duiden risico's zoals schade voortvloeiende uit de wettelijke aansprakelijkheid van besturen, personeel en vrijwilligers.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het eerste en tweede lid, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

 

Artikel 26 Administratie en financieel beheer

  • 1.

    Voor zover op een subsidie afdeling artikel 4.2.8. van de Awb niet van toepassing is, draagt de instelling er zorg voor dat de financiële administratie zodanig is ingericht dat op eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in de activiteiten, de exploitatieresultaten en de vermogenspositie. Ook moet beschreven staan in welke mate de instelling eigen inkomsten genereert of door derden financieel ondersteund wordt.

  • 2.

    Voor zover op een subsidie afdeling 4.2.8 van de Awb niet van toepassing is, houdt de instelling de administratieve gegevens gedurende 5 jaren na afloop van het subsidiejaar beschikbaar.

  • 3.

    Voor zover op een subsidie afdeling 4.2.8 van de Awb niet van toepassing is, kan het college subsidieontvangers verplichten een accountantsverklaring te overleggen, zoals bedoeld in artikel 2:393, vijfde lid, van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4.

    De in lid 3 bedoelde verklaring geeft tevens inzicht in de naleving van de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen en in het bijzonder in het daadwerkelijk verricht zijn van de activiteiten.

  • 5.

    Het college kan ontheffing verlenen van het eerste tot en met het vierde lid, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden verlangd of geen aanwijsbaar belang daarmee is gediend.

 

Artikel 27 Ontbinding en liquidatie

  • 1.

    De instelling brengt een voornemen tot ontbinding van de rechtspersoon onverwijld ter kennis van het college.

  • 2.

    Bij liquidatie vervalt het gedeelte van het batig saldo van het liquidatiesaldo, indien dit redelijkerwijs kan worden toegeschreven aan de verstrekte subsidie, aan de gemeente.

  • 3.

    Na beëindiging van de activiteiten komen resterende middelen, als deze redelijkerwijs kunnen worden toegeschreven aan de verstrekte subsidie, toe aan de gemeente.

  • 4.

    Het college kan in voorkomende gevallen afwijken van het tweede en derde lid.

 

Artikel 28 Andere doelgerichte verplichtingen

  • 1.

    Het college kan, naast de in artikel 4:37 Awb genoemde verplichtingen, bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen met betrekking tot:

    • a.

      de samenwerking met andere instellingen;

    • b.

      het waar mogelijk afstemmen met instellingen die activiteiten verrichten ten behoeve van eenzelfde doelgroep of eenzelfde maatschappelijke problematiek;

    • c.

      andere elementen die van belang geacht worden voor het waarborgen van een voldoende kwaliteit en effectiviteit van de activiteiten. O.a. veiligheid en volksgezondheid.

Voor zover op een subsidie afdeling 4.2.8 Awb niet van toepassing is, informeert een subsidieontvanger het college schriftelijk over omstandigheden en ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op het verstrekken van de subsidie.

 

Artikel 29 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

  • 1.

    Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, worden deze door de subsidieaanvrager berekend met gebruikmaking van een bij subsidieregeling voorgeschreven berekeningswijze.

  • 2.

    Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van de bij subsidieregeling voorgeschreven definities.

  • 3.

    Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

 

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

 

Artikel 31. Hardheidsclausule

  • 1.

    Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen, kan het college een andere termijn vaststellen.

  • 2.

    In de subsidieregeling gemeente Kapelle is bepaald dat door het college een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van die regeling kan worden afgeweken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

  • 3.

    Toepassing van de vorige leden wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.

 

Artikel 32 Slotbepalingen- en overgangsbepalingen

  • 1.

    De Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle 2010 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 3.

    Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor deze datum zijn de bepalingen van de Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle 2010 van toepassing.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene subsidieverordening gemeente Kapelle.

Hoogachtend,

De griffier,

De voorzitter,

   

 

H.J. Meijer-Horden

mr. A.B. Stapelkamp