Beleidsregels inritten Gemeente Best

Geldend van 05-12-2017 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels inritten Gemeente Best

In de gemeente Best is het volgens de geldende Algemene Plaatselijke Verordening (APV ) niet toegestaan om zonder vergunning een inrit te maken of te veranderen. Hiervoor dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Deze beleidsregels zijn van toepassing op vergunningaanvragen voor een inrit. Deze sluiten aan bij de geldende regels in de APV voor het maken en veranderen van een uitweg/inrit.

Artikel 1 Definities

  • 1.

    In plaats van ‘’inrit’’ worden ook wel de termen ‘’uitweg, oprit of uitrit’’ gebruikt. Het gaat feitelijk om dezelfde situatie. 

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    inrit

  • b.

    een inrit maken naar de weg

  • c.

    uitwegen

  • d.

    weg

    (artikel 1 Wegenverkeerswet 1994);

  • e.

    openbare parkeerplaats

  • f.

    voortuin

  • g.

    woning

  • h.

    woonpercee

  • i.

    bedrijventerrein

  • j.

    dubbele inrit

 

Artikel 2 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist;

    2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

 

Artikel 3 Aanvraag

  • 1.

    Voorafgaand aan een aanvraag (zie lid 2) kan een informeel verzoek ingediend worden tot beoordeling.

    • a.

      de mogelijkheid tot een inrit wordt vooraf beoordeeld door het bevoegd gezag;

    • b.

      een gemaatvoerde tekening (zie lid 3) is voor de beoordeling vereist;

    • c.

      aan het verzoek zijn geen kosten verbonden;

    • d.

      het verzoek is geen vergunningaanvraag. Dit dient na de beoordeling apart te worden ingediend (lid2). 

  • 2.

    Voor een inrit dient een online omgevingsvergunning te worden aangevraagd. De aanvraag dient tenminste de volgende informatie te bevatten:

  • a.

    Een ingevuld aanvraagformulier;

  • b.

    een gemaatvoerde tekening (lid 3);

  • c.

    de aanwezigheid van obstakels binnen 3 meter van de gewenste locatie van de inrit. Zoals bomen, groenvoorzieningen, lantaarnpalen, nutsvoorzieningen of verkeersborden. Deze obstakels kunnen de aanleg en/of het gebruik van de inrit onmogelijk maken;

  • d.

    een foto van de bestaande situatie, waar de inrit gewenst is.

 

  • 3.

    De gemaatvoerde tekening moet in ieder geval de volgende aspecten bevatten:

  • a.

    de locatie van de inrit aan het voor-, zij- dan wel achtererf;

  • b.

    de afmeting (lengte en breedte) van de nieuwe of de te veranderen inrit.

  • c.

    de aanwezigheid van obstakels binnen 3 meter afstand van de gewenste locatie van de inrit

 

Artikel 4 Inrit binnen de bebouwde kom

De aanleg en/of aanpassing van de inrit wordt gerealiseerd door en/of onder regie van de Gemeente Best.

 

Artikel 5 Inrit buiten de bebouwde kom

De aanleg en/of aanpassing van de inrit wordt in eigen beheer gerealiseerd.

 

Artikel 6 Beoordelingscriteria

Burgemeester en wethouders kunnen een aanvraag weigeren op basis van de regels in de APV.

 

  • 1.

    De aanvraag wordt geweigerd als:

  • a.

    één of meerdere openbare parkeerplaatsen of parkeergelegenheid (parkeren langs de stoep) komen te vervallen. Dit is afhankelijk of de parkeervoorziening kan worden gecompenseerd in de nabije omgeving; 

  • 2.

    De aanvraag kan worden geweigerd als:

  • a.

    er gevaar of hinder ontstaat of dreigt te ontstaan voor het wegverkeer per plaatse;

  • b.

    de groenvoorziening in de gemeente wordt geschaad of dreigt te worden geschaad;

  • c.

    het uiterlijk aanzien van de omgeving wordt aangetast of dreigt te worden aangetast;

  • d.

    hiervoor openbare voorzieningen aangepast moeten worden zoals bestrating, verkeersborden, verlichting, brandwaterbluspunten.

Hieronder worden de weigeringsgronden verder uitgelegd.

  • I.

    Een aanvraag wordt geweigerd als (vanwege een hoge parkeerdruk op de openbare weg) één of meerdere parkeerplaatsen of parkeergelegenheid komen te vervallen. Indien de parkeervoorziening kan worden verplaatst in de nabije omgeving, wordt dit overwogen. De afmetingen van een parkeerplaats zijn weergegeven in de Nota parkeernormen van de gemeente Best. 

  • II.

    Een aanvraag kan worden geweigerd als er gevaar of hinder ontstaat of dreigt te ontstaan voor het wegverkeer per plaatse:

  • *

    als de inrit breder is dan de vastgestelde standaardbreedte en hiervoor uit oogpunt van veiligheid of bruikbaarheid van de weg geen noodzaak kan worden aangetoond;

  • *

    als de inrit komt te liggen op of nabij een rotonde, kruising, bochten of splitsing van wegen;

  • *

    als de inrit kan leiden tot belemmering van het zicht;

  • *

    als de inrit komt te liggen op of nabij opstelstroken dan wel voorsorteervakken. 

  • III

    Een aanvraag kan worden geweigerd in het belang van de bescherming van de groenvoorziening in de gemeente als:

  • *

    het openbaar groen wordt doorkruist. Onder openbaar groen wordt verstaan: hagen, struiken en beplanting;

  • *

    op de locatie van de inrit of binnen 3 meter daarvan een boom of houtopstand staat en de gemeente geen medewerking aan het kappen kan verlenen, vanwege de waarde van deze boom of houtopstand. 

Wanneer door de gemeente medewerking wordt verleend aan het kappen van een boom t.b.v. de inrit is het uitgangspunt dat indien mogelijk in de directe omgeving een boom wordt herplant of door een soortgelijk exemplaar wordt vervangen. Als het niet mogelijk is om een boom te herplanten of te vervangen, wordt indien mogelijk een andere vorm van openbaar groen geplant van dezelfde waarde. De kosten hiervoor komen voor rekening van de aanvrager.

 

  • IV

    Een aanvraag kan worden geweigerd als het uiterlijk aanzien van de omgeving wordt aangetast indien:

  • *

    de inrit leidt tot parkeren in de voortuin van (tussen)woningen;

  • *

    de inrit komt te liggen op een plaats waar de ruimte voor het plaatsen van een personenauto op het perceel van de aanvrager minder dan 5 meter diep en minder dan 3 meter breedte bedraagt;

  • *

    er minder dan 3 meter ruimte (breedte) is naast de woning zodat het leidt tot parkeren in de voortuin van de woning;

  • *

    naar het oordeel van burgemeester en wethouders sterk afbreuk wordt gedaan aan de ruimtelijke belevingswaarde van het desbetreffende gebied.  

  • V

    Een aanvraag kan worden geweigerd als er openbare voorzieningen aangepast moeten worden zoals beeldbepalende bestrating, verkeersborden, verlichting en brandwaterbluspunten.

 

Artikel 7 Standaardbreedte

  • 1.

    Voor een veilig en doelmatig gebruik van de weg en openbare parkeerplaatsen wordt de standaardbreedte voor een enkele inrit binnen de bebouwde kom vastgesteld op maximaal 4 meter;

  • 2.

    Voor een veilig en doelmatig gebruik van de weg en openbare parkeerplaatsen wordt de standaardbreedte voor een dubbele inrit binnen de bebouwde kom vastgesteld op maximaal 6 meter;

  • 3.

    In het belang van een veilig en doelmatig gebruik van de weg wordt de standaardbreedte voor een enkele inrit buiten de bebouwde kom vastgesteld op maximaal 10 meter;

  • 4.

    Wanneer twee inritten zo dicht bij elkaar liggen dat de opgaande trottoirband en de neergaande band tegen elkaar aanliggen worden de twee inritten uitgevoerd als één inrit;

  • 5.

    Voor een veilig en doelmatig gebruik van de inrit kan in hoge uitzondering worden afgeweken van de in lid 1, 2 en 3 genoemde standaardbreedte, indien de noodzaak hiervoor door de aanvrager kan worden aangetoond.

 

Artikel 8 Aanleggen van een tweede inrit binnen de bebouwde kom

Uitgangspunt is één inrit per woonperceel. Een tweede inrit is alleen mogelijk indien:

  • 1.

    De woning op een hoekkavel staat of de kavel aan de achterzijde ook grenst aan een openbare weg.

    • a.

      Meerdere inritten zijn alleen mogelijk onder dezelfde voorwaarden als bij een eerste inrit. 

      Artikel 9 Verplaatsen bestaande inrit

  • 1.

    Bij een aanvraag voor het verplaatsen/aanpassen van een bestaande inrit gelden dezelfde voorwaarden als bij een aanvraag voor het verkrijgen van een eerste inrit;

  • 2.

    Als extra voorwaarde voor inritten binnen de bebouwde kom geldt dat de oude inrit moet worden verwijderd ( deze moet worden hersteld naar de omgevingssituatie). De kosten voor dit herstel zijn geheel voor rekening van de aanvrager;

  • 3.

    Bij een inrit buiten de bebouwde kom geldt dat de te vervallen inrit moet worden verwijderd (inclusief een eventuele duiker in de bermsloot) en de berm moet worden hersteld. De kosten voor dit herstel zijn geheel voor rekening van de aanvrager.

 

Artikel 10 Inritten op bedrijventerreinen en buiten de bebouwde kom

  • 1.

    De breedte van de inritten op bedrijventerreinen is afhankelijk van het soort bedrijf en het type bedrijfspand. De inritten moeten voldoende breed worden aangelegd om zo schade aan de verhardingen, bermen en groenstroken te voorkomen. Er dient rekening gehouden te worden met de draaicirkels van de voertuigen. De maximale breedte is 10 meter;

  • 2.

    Meerdere inritten zijn mogelijk onder dezelfde voorwaarden als bij een eerste inrit.

 

 Artikel 11 Kosten voor het aanleggen van een inrit

  • 1.

    De kosten voor de werkzaamheden ten behoeve van het aanleggen van de inrit, volgens het ontwerp dat vergund is, komen volledig voor rekening van de aanvrager;

  • 2.

    De verschuldigde kosten moeten vooraf worden overgemaakt volgens de tarievenverordening Gemeente Best.

 

Artikel 12 Overgangsbepalingen

Inritvergunningen die verleend zijn vóór inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven geldig. Ook wanneer een eerder toegestane inrit in strijd is met het nieuwe beleid.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking één dag na bekendmaking.

 

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels inritten Gemeente Best’’.

Ondertekening