Algemene Subsidieverordening gemeente Steenwijkerland 2018

Geldend van 01-01-2018 t/m 03-03-2022

Intitulé

Algemene Subsidieverordening gemeente Steenwijkerland 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Reikwijdte

  • 1. Subsidie wordt slechts verleend voor de beleidsterreinen en/of organisaties die in de door de raad vastgestelde begroting en de bij de begroting behorende bijlagen worden genoemd.

  • 2. Deze verordening is niet van toepassing op subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 3. Ten aanzien van subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is kunnen burgemeester en wethouders bij verleningsbeschikking bepalen dat deze verordening geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

  • 4. Bij nadere regeling kan van deze verordening worden afgeweken, maar niet van de artikelen 2, 6 en 9.

Artikel 2 Subsidiebevoegdheid en nadere regelingen

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het nemen van alle besluiten ter uitvoering van deze verordening.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bij nadere regeling vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie. Voor zover van toepassing wordt hierin tevens bepaald welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen, hoe de subsidie wordt berekend en hoe de subsidiebedragen worden uitbetaald.

  • 3. Indien van belang vermeldt de nadere regeling de wijze waarop de beschikbare gelden worden verdeeld. Indien geen voorrang is bepaald, wordt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen verdeeld.

  • 4. Afdeling 4.2.8. van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op per boekjaar te verstrekken jaarlijkse subsidies, voor zover dit in een nadere regeling of in de verleningsbeschikking is bepaald.

Artikel 3 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • 1. Het jaarlijks bij de vaststelling van de gemeentebegroting beschikbaar gestelde bedrag voor het verstrekken van subsidie voor een beleidsterrein, activiteit of rechtspersoon geldt als subsidieplafond.

  • 2. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Hoofdstuk 2 Aanvraag

Artikel 4 Inhoud van de aanvraag

  • 1. Voor zover voor het aanvragen van subsidie niet een formulier is voorgeschreven waaruit blijkt welke gegevens moeten worden verstrekt, vermeldt een aanvraag in elk geval:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      de doelen of resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan kunnen bijdragen;

    • c.

      een begroting van de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan;

    • d.

      indien ook subsidies bij andere bestuursorganen of fondsen worden aangevraagd: een overzicht daarvan.

    • e.

      indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag.

  • 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het eerste lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.

  • 3. Een rechtspersoon die voor het eerst subsidie vraagt, legt een exemplaar van de oprichtingsakte of de statuten over, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen.

Artikel 5 Aanvraag- en beschikkingstermijnen

  • 1. Een aanvraag van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt (‘jaarsubsidie’), wordt ingediend uiterlijk 1 juli voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders de beschikkingstermijn met ten hoogste acht weken verlengen.

  • 2. Andere aanvragen om subsidie worden uiterlijk acht weken voor het begin van de te subsidiëren activiteiten ingediend. Daarop wordt binnen acht weken na ontvangst van de volledige aanvraag beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders de beschikkingstermijn met ten hoogste acht weken verlengen.

  • 3. Burgemeester en wethouders stellen organisaties aan wie in de voorafgaande drie jaren subsidie is verstrekt en waarvan niet voor 1 juli een subsidieaanvraag is ontvangen alsnog in de gelegenheid om binnen twee weken na versturing van een rappel een volledige aanvraag in te dienen.

  • 4. Aan subsidieontvangers die na de onder het derde lid vermelde nadere termijn de volledige subsidieaanvraag indienen wordt een subsidie verstrekt van maximaal 95% van het bedrag dat zou zijn verstrekt bij tijdige indiening.

Hoofdstuk 3 Verlening

Artikel 6 Algemene weigeringsgronden

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval voor zover de verlening een steunmaatregel zou vormen die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 2. Een subsidie kan in elk geval worden geweigerd:

    • a.

      voor zover de te subsidiëren activiteiten in strijd zijn met een wettelijke regeling;

    • b.

      voor zover de activiteiten niet of in onvoldoende mate bijdragen aan het bereiken van gemeentelijke beleidsdoelstellingen;

    • c.

      voor zover activiteiten zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente Steenwijkerland of haar inwoners;

    • d.

      voor zover activiteiten zijn gericht op het maken van winst;

    • e.

      als de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

    • f.

      als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of als hij niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen.

Artikel 7 Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. Bij nadere regeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

  • 2. Bij nadere regeling of verleningsbeschikking kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.

  • 3. Bij nadere regeling of verleningsbeschikking kan worden bepaald dat een subsidieontvanger aan burgemeester en wethouders een vergoeding van vermogenswaarden verschuldigd is in gevallen als bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe de hoogte van de vergoeding wordt bepaald.

  • 4. Als aannemelijk is dat één of meer van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld schriftelijk aan burgemeester en wethouders.

  • 5. De ontvanger van een subsidie van meer dan €5.000 behoeft de toestemming van burgemeester en wethouders voor handelingen als bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Bij de verleningsbeschikking kan vrijstelling van het toestemmingsvereiste voor één of meer van de genoemde handelingen worden verleend.

  • 6. Bij subsidies hoger dan €50.000, verleend voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan de verplichting worden opgelegd tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de tot dan verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. De verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar verlangd.

Artikel 8 Egalisatiereserve

  • 1. Bij verleningsbeschikking kan worden bepaald dat de subsidieontvanger van een jaarsubsidie die meer dan €50.000 bedraagt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vormt.

  • 2. De ontvanger van een jaarsubsidie die minder dan €50.000 bedraagt kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. In dat geval is artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

  • 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde egalisatiereserve is ten hoogste tien procent van het subsidiebedrag. Bedraagt het overschot meer dan tien procent, dan wordt het meerdere door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

Artikel 9 Intrekking en wijziging

Als na de verlening blijkt dat de subsidiëring een steunmaatregel vormt die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt de subsidie gewijzigd of ingetrokken.

Hoofdstuk 4 Vaststelling

Artikel 10 Aanvraag om vaststelling

  • 1. Een aanvraag om vaststelling van een jaarsubsidie wordt uiterlijk 1 juli na het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn met ten hoogste acht weken verlengen.

  • 2. Een aanvraag om vaststelling van een andere subsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken nadat de laatste gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn verlengen. Op de aanvraag wordt binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders de beschikkingstermijn met ten hoogste acht weken verlengen.

  • 3. Is een aanvraag om vaststelling niet tijdig ingediend, dan kunnen burgemeester en wethouders een nieuwe termijn stellen. Is de aanvraag niet binnen die termijn ingediend, dan kunnen zij de subsidie ambtshalve vaststellen.

Artikel 11 Rekening en verantwoording

  • 1. Voor zover dit niet is bepaald bij nadere regeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen een subsidie van niet meer dan €5.000 direct vast.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen binnen twee jaar na vaststelling van een subsidie van niet meer dan €5.000 verlangen dat de subsidieontvanger aantoont dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en dat hij rekening en verantwoording aflegt over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 4. Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan €5.000 gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 5. Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan €50.000 maar minder dan €100.000 gaat vergezeld van een activiteitenverslag, een financieel verslag en een door een onafhankelijk accountant afgegeven beoordelingsverklaring. Als de subsidieontvanger ingevolge wettelijke voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 Boek 2 van het Burgerlijke Wetboek, legt hij deze jaarrekening tevens over.

  • 6. Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan €100.000 gaat vergezeld van een activiteitenverslag, een financieel verslag en een door een onafhankelijk accountant afgegeven controleverklaring. Als de subsidieontvanger ingevolge wettelijke voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 Boek 2 van het Burgerlijke Wetboek, legt hij deze jaarrekening tevens over.

Hoofdstuk 5 Overige en slotbepalingen

Artikel 12 Hardheidsclausule termijnen

Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

Artikel 13 Intrekking, inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1. De Algemene subsidieverordening Steenwijkerland 2010 wordt ingetrokken per 1 januari 2018.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2018.

  • 3. Op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor 1 januari 2018, maar waarop op die datum nog niet is beschikt, is de Algemene subsidieverordening gemeente Steenwijkerland 2018 van toepassing. Subsidies die zijn verleend onder de Algemene subsidieverordening Steenwijkerland 2010, maar die op 1 januari 2018 nog niet zijn vastgesteld, worden vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Steenwijkerland 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Steenwijkerland 2018.