Referendumverordening Hoorn 2017

Geldend van 01-12-2017 t/m heden

Intitulé

Referendumverordening Hoorn 2017

Zaaknummer: 1357907

DE RAAD VAN DE GEMEENTE HOORN, gelezen het raadsvoorstel

besluit:

tot vaststellen van de Referendumverordening Hoorn 2017,

Tekst van de verordening:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. concept raadsbesluit: een aan de raad voorgelegd besluit dat op de agenda van de raadsvergadering is opgenomen

b. referendum: een volksstemming waarbij de kiesgerechtigden in Hoorn zich uitspreken over een voorgenomen besluit van de gemeenteraad.

c. kiesgerechtigde: de inwoner van de gemeente Hoorn die krachtens de Kieswet kiesgerechtigd is voor de gemeenteraad, op de dag waarop de gemeenteraad een besluit neemt als bedoeld in artikel 3, eerste lid of artikel 6, vijfde lid.

Artikel 2 Besluiten raad en uitzonderingen

1. Ingezetenen van Hoorn kunnen het initiatief nemen tot het houden van een referendum.

2. Onderwerp van een referendum kunnen alleen concept raadsbesluiten van de gemeenteraad zijn.

3. Niet aan een referendum kunnen worden onderworpen besluiten:

a. die handelen over zaken met betrekking tot personen, zoals benoemingen, ontslag, schorsingen, beloningen, erkenningen en verlenen van kwijtschelding, alsmede over geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers en hun nabestaanden;

b. over de vaststelling of wijziging van de gemeentelijke begroting en de rekening;

c. over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

d. in het kader van deze verordening;

e. inhoudend een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan;

f. als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, 51, eerste en derde lid, 61, eerste en derde lid, 73, eerde en derde lid en 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

g. als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a van de Wet algemene regels herindeling;

h. waarbij naar het oordeel van de raad het belang van het referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving;

i. ter uitvoering van een besluit van een ander bestuursorgaan waarbij de raad geen beleidsvrijheid of bevoegdheid heeft;

j. waarvan naar het oordeel van de raad de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege de daarmee gemoeide spoedeisende gemeentelijke belangen;

k. inzake lopende bezwaar- en beroepsprocedures en het voeren van rechtsgedingen.

Hoofdstuk 2: REFERENDUMCOMMISSIE EN BESLISSINGEN

Artikel 3. Instelling referendumcommissie

1. De raad stelt bij apart raadsbesluit een onafhankelijke referendumcommissie in en benoemt en ontslaat haar leden.

2. De referendumcommissie bestaat uit tenminste drie en maximaal vijf leden en kiest uit haar midden een voorzitter. Voor de besluitvorming is een quorum vereist van twee leden. Bij het staken van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

4. De commissie heeft tot taak:

a. de raad te adviseren over de toepassing van artikel 2;

b. de raad een voorstel te doen voor de vraagstelling van een referendum;

c. toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de organisatie van het referendum;

d. toezicht te houden op de objectiviteit van de door de gemeente te verstrekken voorlichting;

e. de raad te adviseren over de evaluatie van gehouden referenda en van voorstellen en verzoeken die niet tot een referendum hebben geleid.

5. De adviezen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 4 Inleidend verzoek

1. Kiesgerechtigden kunnen een inleidend verzoek tot het houden van een referendum over een door de gemeenteraad voorgenomen besluit indienen bij de gemeenteraad, uiterlijk 5 dagen (vijf keer 24 uur) vóór de raadsvergadering waarvoor het voorgenomen besluit is geagendeerd.

2. Het inleidend verzoek moet schriftelijk bij de gemeenteraad worden ingediend. Het verzoek moet worden ondersteund door tenminste 50 kiesgerechtigde ingezetenen van Hoorn.

3. In het verzoek wordt aangegeven om welk voorgenomen besluit van de gemeenteraad het gaat. Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met opgave van diens naam, adres, geboortedatum en woonplaats. Er moet een check kunnen plaatsvinden op de geldigheid van de handtekeningen en de opgegeven gegevens.

4. Als de geldigheid van de in de voorgaande leden bedoelde gegevens of ondertekening niet direct kan worden vastgesteld, dan worden de indieners in staat gesteld de ontbrekende gegevens aan te vullen of alsnog te leveren. Er wordt hiervan een aantekening gemaakt ten behoeve van de raadsvergadering waarin het inleidende verzoek wordt behandeld.

Artikel 5 Beslissing op het inleidend verzoek en aanhouden besluitvorming

1. De gemeenteraad beslist in zijn vergadering waarvoor het voorgenomen besluit is geagendeerd, mede aan de hand van het advies van de referendumcommissie:

a. of het inleidend verzoek een besluit betreft waarover, gelet op het bepaalde in artikel 2, een referendum kan worden gehouden, en

b. of het inleidende verzoek voldoet aan in artikel 4 gestelde eisen.

2. De gemeenteraad kan de beslissing, bedoeld in het eerste lid, verdagen tot de eerstvolgende vergadering.

3. Indien de gemeenteraad besluit dat aan de vereisten van het inleidend verzoek is voldaan, houdt de raad zijn besluitvorming omtrent het voorgenomen besluit aan, totdat de termijn genoemd in artikel 6, eerste lid is verstreken.

4. De beslissing, bedoeld in het eerste lid, wordt binnen zeven dagen na de vergadering van de gemeenteraad bekend gemaakt.

Artikel 6 Steunverwerving en besluit definitief verzoek

1. Kiesgerechtigden kunnen bij de gemeenteraad een definitief verzoek indienen voor het houden van een referendum binnen zes weken na de bekendmaking, bedoeld in artikel 5, vierde lid.

2. Het definitieve verzoek moet worden ondersteund door een aantal kiesgerechtigden ingezetenen van Hoorn van ten minste 2 maal de kiesdeler.

3. Voor de vaststelling van het in het tweede lid bedoelde aantal worden de 50 kiesgerechtigden die het inleidend verzoek hebben ondersteund, meegerekend.

4. Artikel 4, derde lid is van overeenkomstige toepassing.

5. Indien het verzoek voldoet aan de in de voorgaande leden gestelde eisen, neemt de gemeenteraad in de eerstvolgende raadsvergadering na de termijn genoemd in artikel 6, eerste lid, een besluit over het houden van het referendum, tenzij het verzoek binnen twee weken voor die vergadering is ingediend. In dat geval schuift het besluit door naar de daaropvolgende raadsvergadering.

Artikel 7 Datum en vraagstelling

1. Het referendum wordt in principe gehouden binnen zes maanden na ontvangst van een ontvankelijk, definitief verzoek of na besluit van de gemeenteraad om zelf een referendum te houden. De gemeenteraad stelt hiertoe een datum vast.

2. Met toestemming van de initiatiefnemers van het inleidend verzoek kan de gemeenteraad van de in lid 1 genoemde termijn afwijken. Indien de initiatiefnemers van het inleidend verzoek het onderling niet eens zijn, dan beslist de gemeenteraad.

3. Er kunnen meer referenda op dezelfde dag worden gehouden of een referendum kan gekoppeld worden aan periodieke verkiezingen.

4. De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast.

5. De raad laat zich bij het vaststellen van de vraagstelling en antwoordcategorieën adviseren door de onafhankelijke commissie zoals bedoeld in artikel 3.

6. De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.

Artikel 8 Uitvoering en kosten

1. Het college is belast met de organisatie en uitvoering van het referendum. Daarbij zijn de bepalingen van de Kieswet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing en kan het college zich laten adviseren door de in artikel 7 lid 5 genoemde commissie.

2. De raad stelt, nadat is besloten tot het houden van een referendum, een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie.

3. Het college doet vier weken nadat het referendum gehouden is verslag van zijn bevindingen over de organisatie en uitvoering ervan.

4. Tegelijk met het in derde lid bedoelde verslag, kan het college een advies over de geldigheid van de uitslag van het referendum en een advies hoe hiermee om te gaan, aan de gemeenteraad sturen.

Artikel 9 Geldigheid van de uitslag

1. De uitslag van het referendum wordt als geldig beschouwd, indien tenminste 40% van de kiesgerechtigden een geldige stem heeft uitgebracht.

2. De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van een gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Hoofdstuk 3: BESLUITVORMING

Artikel 10: Besluit na referendum

1. De gemeenteraad neemt een besluit over het voorgenomen besluit dat onderwerp van het referendum was in de eerstvolgende vergadering van de gemeenteraad nadat het referendum heeft plaatsgevonden, mits het in artikel 8, derde lid, bedoelde verslag van het college binnen vier weken voor die vergadering is ingediend.

2. De gemeenteraad betrekt bij dit besluit de uitslag van het referendum, het verslag van het college en, indien uitgebracht, het advies van het college hierover.

Hoofdstuk 4: SLOTBEPALINGEN

Artikel 11: Strafbepaling

1. Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste categorie wordt gestraft hij die bij de stemming:

a. stembiljetten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

b. stembiljetten of volmachtbewijzen die hijzelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

c. als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 12: Inwerkingtreding en evaluatie

1. Vijf jaar na inwerkingtreding van deze verordening stelt de gemeenteraad een evaluatierapport op inzake de werking en het effect van deze verordening.

2. Deze verordening wordt aangehaald als Referendumverordening Hoorn 2017.

3. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin zij is bekendgemaakt onder gelijktijdige intrekking van de referendumverordening Hoorn 2015.

Hoorn, 4 april 2017

De griffier, De voorzitter van de Raad,

Ondertekening