Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR59351
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR59351/1
Regeling vervallen per 01-07-2014
Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006
Geldend van 21-07-2007 t/m 30-06-2014
Intitulé
Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
- b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
- c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
- d.
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Stcrt. 41, als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
- e.
“Verplaatsingskostenregeling 1989: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nr. AB87/74/U6DMP/AV/FAR, Stcrt 212;”;
- f.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
- g.
“Reisregeling buitenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nr. AD94/U1011, Stcrt. 181;
- h.
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
- i.
raadsgriffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
- j.
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2. Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voor gemeenteklasse 12 vastgestelde maximum.
Artikel 3. Onkostenvergoeding
-
1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de inwonersklasse 60.000 tot 80.000, vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
-
2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor de inwonersklasse 60.000 tot 80.000, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 4. Berekening en betaling vaste vergoedingen
-
1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
-
2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5. Reiskosten
-
1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
-
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
- a.
Artikel 6. Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.
Artikel 7. Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente, door tussenkomst van het presidium, als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8. Computer en internetverbinding
-
1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.
-
2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
-
3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
- a.
-
4. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur. Er wordt een vaste maandelijkse tegemoetkoming in de kosten verleend.
-
5. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9. Kinderopvang
Vervallen.
Artikel 10. Spaarloonregeling/levensloopregeling
-
1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
-
2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 voor toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruikmaakt van de wettelijke levensloopregeling.
-
4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 10a. Fietsregeling
-
1. Het raadslid van wie de arbeidverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van het raadslid wordt de raadsvergoeding dan wel vaste onkostenvergoeding verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
-
2. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 11. Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeids-ongeschiktheid.
Artikel 12. Compensatie korting werkloosheidsuitkering
-
1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
-
2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13. Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
-
1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
-
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Artikel 13a. Ziektekostenvoorziening
-
1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van de het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175 per jaar.
-
2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaarraadslid is geweest.
-
3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 13b. Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling en ziekte
- 1.
De artikelen 2 tot en met 4, 8, 10 tot en met 12 en 13a blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepaling van toepassing is.
- 2.
De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13a van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft gekregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 14. Onkostenvergoeding
De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor de gemeenteklasse > 18.000, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 15. Reiskosten woon-werkverkeer
De tegemoetkoming voor reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 16. Zakelijke reiskosten
-
1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.
- a.
-
2. Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 17 Verblijfkosten
Vervallen.
Artikel 18. Buitenlandse dienstreis
-
1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
-
2. De gemeenteraad kan aan de vergoeding van reis- en verblijfkosten voorwaarden verbinden.
-
3. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.
Artikel 19. Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 20. Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders ter beschikking stelt.
- 3.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
- a.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag wordt de wethouder de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed. Er wordt een vaste maandelijkse tegemoetkoming in de kosten verleend.
- 5.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 21. Mobiele telefoon
-
1. Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die uitsluitend bestemd is voor zakelijk gebruik.
-
2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 22. Spaarloonregeling/levensloopregeling
-
1. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
-
2. De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruikmaakt van de wettelijke levensloopregeling.
-
4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 22a Fietsregeling
-
1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel de vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling.
-
2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.
Artikel 23. Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
- a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
- b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 24. Kinderopvang
Vervallen.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 25. Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
-
1. De vergoeding voor het bijwonen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voor de gemeenteklasse 4 vastgestelde maximum.
-
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
-
3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
- a.
-
4. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen ten aanzien van:
- a.
een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en
- b.
een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
- a.
Artikel 26. Reis- en verblijfkosten
1.Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfkosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
- 2.
Artikel 27. Buitenlandse excursie of reis
-
1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
-
2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.
-
3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 28. Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.
Artikel 29. Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag stelt het college het commissielid, niet zijnde een raadslid of wethouder, ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het commissielidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.
- 2.
Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt het commissielid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de commissieleden in bruikleen ter beschikking stelt.
- 3.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking wordt gesteld, verleent het college een commissielid op aanvraag voor de uitoefening van het commissielidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
- a.
Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de commissieleden ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag vergoedt het college het commissielid de abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur. Er wordt een vaste maandelijkse tegemoetkoming in de kosten verleend.
- 5.
Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 30. Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
- a.
betaling uit eigen middelen; of
- b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
- c.
een gemeentelijke creditcard.
Artikel 31. Declaratie van vooruit betaalde kosten
-
1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 17, 23 en 26 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.
-
2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier zo spoedig mogelijk na afloop van de maand waarin de kosten zijn gemaakt in te dienen bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 32. Rechtstreekse facturering bij de gemeente
-
1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 17, 19 en 23 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.
-
2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
-
3. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en de factuur zo spoedig mogelijk na afloop van de maand waarin de kosten zijn gemaakt in te dienen bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 33. Gebruik creditcard
-
1. De vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 16, 17 en 23 kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.
-
2. Een gemeentelijke creditcard wordt de wethouder op aanvraag door de gemeentesecretaris in bruikleen ter beschikking gesteld voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden.
-
3. De gemeentesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van gemeentelijke creditcards. Bij de aanvraag wordt aangegeven of een persoonlijke pincode voor het opnemen van contant geld gewenst wordt.
-
4. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.
-
5. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 2 maanden ingediend bij de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
-
6. Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard onverwijld ingeleverd.
-
7. Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de gemeente.
Hoofdstuk Vl Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 34. Intrekking oude regeling
De verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden wordt ingetrokken.
Artikel 35. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op de dag na de openbare bekendmaking en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot en met 13 en 25 tot en met 29 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de artikelen 16 tot en met 24 ten aanzien van de op 6 april 2006 beëdigde wethouders terug tot en met de dag van hun beëdiging. De artikelen 30 tot en met 32 werken voor zover het betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen 30 tot en met 33 werken voor zover het de op 6 april 2006 beëdigde wethouders betreft terug tot en met de dag van hun beëdiging.
De wijzigingen treden in werking met ingang van de dag na de openbare bekendmaking, met dien verstande dat de artikelen 8, 20 en 35 terugwerken tot en met 1 januari 2005 en met dien verstande dat besluiten genomen op basis van de vigerende verordening van kracht blijven;
- -
de artikelen 9 en 24 terugwerken tot en met 1 januari 2007;
- -
artikel 13a terugwerkt tot en met 1 januari 2006, en
- -
artikel 13b terugwerkt tot en met 11 oktober 2006.
- -
Artikel 37. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.
Lelystad, 14 juni 2007
De raad van de gemeente Lelystad,
de griffier, de voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl