De Gezamenlijke verordening Programmaraad IJmond-Noord 2004

Geldend van 10-02-2005 t/m heden

Intitulé

Gezamenlijke Verordening op de Programmaraad IJmond-Noord 2004

Artikel 1. Begripsbepalingen.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    abonnee: de natuurlijke of rechtspersoon wiens verzoek om aansluiting op de Centrale Antenne Inrichting (CAI) door de exploitant is ingewilligd;

  • b.

    programmapakket: het pakket radio- en televisiesignalen dat de CAI krachtens artikel 22e van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen tenminste uitzendt naar alle aangeslotenen op de CAI (zonder segmentatie), tegen betaling van een basistarief;

  • c.

    basistarief: het maandelijks op grond van de overeenkomst tot aansluiting en levering van het basispakket verschuldigde abonnementsbedrag;

  • d.

    CAI: het geheel van de ontvangstinrichting, het kabelnet, de aansluitingen en alle daarmee verband houdende apparatuur en overige toebehoren van de exploitant, waarmee de signalen kunnen worden ontvangen en doorgegeven aan abonnees;

  • e.

    de aanbieder van het omroepnetwerk: de kabelexploitant.

Artikel 2. Instelling Programmaraad.

Er is een Programmaraad genaamd Programmaraad Kabeltelevisie en -radio IJmond-Noord.

Artikel 3. Taken Programmaraad.

  • 1.

    De Programmaraad heeft tot taak de aanbieder van het omroepnetwerk te adviseren welke programma’s, bestemd voor ontvangst door het algemene publiek, hij krachtens het bepaalde in artikel 82i, eerste lid, van de Mediawet (het zogeheten wettelijk minimumpakket) ten minste uitzendt naar alle aangeslotenen op het omroepnetwerk.

  • 2.

    Op verzoek van de aanbieder van het omroepnetwerk kan de Programmaraad hem ook adviseren welke overige programma’s, bestemd voor ontvangst door het algemene publiek, hij tevens uitzendt naar alle aangeslotenen op het omroepnetwerk.

Artikel 4. Bevoegdheden Programmaraad.

  • 1.

    Bij het opstellen van het programmeringadvies voor het samenstellen of wijzigen van het programmapakket moeten onderstaande aspecten betrokken worden:

    • a.

      het programmapakket moet voor zoveel mogelijk (potentiële) abonnees, zoveel mogelijk gewenste programma's bevatten. Qua variëteit aan programma's moet het programmapakket een evenwichtige spreiding over de verschillende taal- en/of cultuurgebieden omvatten.

    • b.

      de samenstelling van het programmapakket moet zodanig zijn dat dit mede de exploitatieve basis van het kabelnet in stand houdt dan wel verbetert.

    • c.

      het programmapakket op de kabel moet voldoende concurrerend zijn met andere ontvangstmogelijkheden.

  • 2.

    De exploitant verstrekt gevraagd en ongevraagd informatie op basis van de door haar gehouden onderzoeken onder haar abonnees alsmede overige relevante

    informatie over exploitatieve aspecten en wensen van abonnees.

Artikel 5. Samenstelling Programmaraad.

  • 1.

    De Programmaraad bestaat uit 10 leden.

    Twee leden worden aangewezen door de gemeenteraad van Beverwijk;

    Twee leden worden aangewezen door de gemeenteraad van Heemskerk;

    Twee leden worden aangewezen door de gemeenteraad van Castricum;

    Twee leden worden aangewezen door de gemeenteraad van Uitgeest;

    Twee leden worden aangewezen door de gemeenteraad van Zandvoort.

  • 2.

    De gemeenteraden van Beverwijk, Heemskerk, Castricum, Uitgeest en Zandvoort dragen hierbij zorg voor een zodanige samenstelling van de Programmaraad, dat hij representatief is te achten voor de belangrijkste in de gemeenten voorkomende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke stromingen.

  • 3.

    De leden van de Programmaraad worden voor een periode van 4 jaar benoemd met de mogelijkheid van een éénmalige herbenoeming voor dezelfde periode.

  • 4.

    In een tussentijdse vacature wordt binnen een termijn van een half jaar door de betreffende gemeenteraad voorzien.

  • 5.

    De Programmaraad wijst uit zijn midden een voorzitter, een vice-voorzitter en een secretaris aan.

Artikel 6. Benoeming leden Programmaraad

  • 1.

    De leden van de Programmaraad worden in samenspraak met de Programmaraad benoemd door de gemeenteraad of de gemeenteraden gezamenlijk.

  • 2.

    Bij gelegenheid van de instelling van de Programmaraad worden de leden benoemd zonder de in het eerste lid bedoelde samenspraak met de Programmaraad.

  • 3.

    Tot lid van de Programmaraad kan uitsluitend worden benoemd een persoon die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, die woonachtig is in de gemeenten, waarop het advies van de Programmaraad betrekking heeft en die aangesloten is op het omroepnetwerk gelegen in dat gebied, dan wel deel uitmaakt van een huishouden dat daarop is aangesloten.

  • 4.

    Met het lidmaatschap van de Programmaraad zijn onverenigbaar:

    • -

      een lidmaatschap van de gemeenteraad van de betrokken gemeente;

    • -

      de functie van burgemeester of wethouder van de betrokken gemeente;

    • -

      een binding met de aanbieder van het omroepnetwerk anders dan als aangeslotene;

    • -

      een bestuurslidmaatschap of een betrekking, al dan niet tegen betaling, bij een instelling die in aanmerking komt voor zendtijd voor binnenlandse omroep dan wel bij een commerciële omroepinstelling.

Artikel 7. Beëindiging lidmaatschap.

Het lidmaatschap eindigt, buiten het geval van afloop van de zittingsperiode van de Programmaraad:

  • a.

    op eigen verzoek;

  • b.

    in het geval het lid niet meer voldoet aan het bepaalde in artikel 6;

  • c.

    indien het lid verhuist naar een andere gemeente.

Artikel 8. De vergaderingen.

  • 1.

    De vergaderingen worden bij toerbeurt gehouden in één van de deelnemende gemeenten:

    • -

      in 2004 en 2005 in Castricum;

    • -

      in 2006 en 2007 in Zandvoort.

    • -

      in 2008 en 2009 in Heemskerk;

    • -

      in 2010 en 2012 in Beverwijk;

    • -

      in 2013 en 2014 in Uitgeest;

  • 2.

    De gemeente in welke de vergaderingen plaats vinden, draagt zorg voor de nodige vergaderfaciliteiten en een ambtelijke afvaardiging.

  • 3.

    De Programmaraad kan zich terzijde laten staan door een adviseur van de exploitant.

Artikel 9. Presentiegeld.

  • 1.

    De leden ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding, die gelijk is aan hetgeen is geregeld omtrent vergoedingen voor leden van commissies voor advies en bijstand voor het bijwonen van vergaderingen in de kleinst deelnemende gemeente.

  • 2.

    Voor maximaal vier vergaderingen per jaar wordt een vergoeding verleend.

Artikel 10. Werkwijze van de Programmaraad.

  • 1.

    De Programmaraad vergadert ten minste twee maal ten behoeve van het uitbrengen van een advies en voorts zo dikwijls als de voorzitter dit nodig acht of ten minste de helft van het aantal leden of de aanbieder van het omroepnetwerk daarom verzoekt.

  • 2.

    De vergaderingen van de Programmaraad zijn openbaar.

  • 3.

    De voorzitter besluit op verzoek van een lid van de Programmaraad, de aanbieder van het omroepnetwerk of een programma-aanbieder tot een besloten (deel van de) vergadering of geheimhouding van de ter vergadering behandelde zaken of stukken ter bescherming van een van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.

    De oproeping voor de vergadering geschiedt door of namens de voorzitter onder opgave van de te behandelen onderwerpen. In de vergadering worden geen zaken behandeld, welke niet in de oproeping zijn vermeld.

  • 5.

    De termijn van oproeping en kennisgeving bedraagt ten minste veertien dagen.

  • 6.

    De secretaris draagt zorg voor de openbare kennisgeving van datum, tijdstip en plaats van de vergadering alsmede van de te behandelen onderwerpen door middel van de lokale en/of regionale media.

  • 7.

    De secretaris draagt tevens zorg voor de in het vorige artikellid bedoelde kennisgeving aan de programma-aanbieder, wiens programma betrokken is bij het in de desbetreffende vergadering te behandelen advies; een en ander met uitzondering van de aanbieders van de verplicht uit te zenden programma’s bedoeld in artikel 82i, eerste lid, aanhef en onder a t/m e, van de Mediawet.

  • 8.

    De secretaris draagt voorts zorg voor de verslaglegging van de vergadering.

  • 9.

    De voorzitter stelt programma-aanbieders die daartoe uiterlijk bij aanvang van de vergadering de wens te kennen hebben gegeven in de gelegenheid, voorafgaand aan de behandeling van het onderwerp waarbij zij betrokken zijn, het woord te voeren.

  • 10.

    De voorzitter bepaalt in overleg met de Programmaraad de voor de programma-aanbieders totaal beschikbare spreektijd, de volgorde van de sprekers en de per spreker maximaal toegestane spreektijd. Onder spreektijd wordt verstaan de tijd die de programma-aanbieder ter beschikking heeft voor gedachtewisseling met de leden van de Programmaraad.

  • 11.

    De Programmaraad beraadslaagt en besluit uitsluitend omtrent een uit te brengen advies, indien ten minst de helft plus één van zijn leden aanwezig is.

  • 12.

    Besluiten omtrent een uit te brengen advies worden genomen bij meerderheid van stemmen; bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.

Artikel 11. Inhoud advies Programmaraad

  • 1.

    De Programmaraad vermeldt in zijn advies uitdrukkelijk welk deel daarvan betrekking heeft op de programma’s voor algemene omroep die de aanbieder van het omroepnetwerk krachtens artikel 82i, eerste lid, van de Mediawet uitzendt naar alle aangeslotenen (artikel 82k, eerste lid, van de Mediawet, het wettelijk minimumpakket) en welk deel daarvan betrekking heeft op de overige programma’s voor algemene omroep die de aanbieder van het omroepnetwerk uitzendt naar alle aangeslotenen (artikel 82k, derde lid, van de Mediawet).

  • 2.

    Het advies van de Programmaraad is transparant alsmede helder en deugdelijk gemotiveerd. De Programmaraad geeft in zijn advies aan, anders dan te verwijzen naar zijn samenstelling, op welke wijze bij de vaststelling van het pluriforme pakket van programma’s voor algemene omroep rekening is gehouden met de in de gemeente(n) levende maatschappelijke, culturele, godsdienstige en geestelijke behoeften en met de onder de bevolking levende voorkeuren.

Artikel 12 Vaststelling en openbaarmaking advies Programmaraad

  • 1.

    De secretaris maakt via de lokale en/of regionale media de inhoud van het voorlopige advies van de Programmaraad bekend, vergezeld van de mededeling dat de aangeslotenen op het omroepnetwerk en de programma-aanbieders gedurende zes weken de tijd hebben hun zienswijze aan de Programmaraad kenbaar te maken.

  • 2.

    De secretaris draagt tevens zorg dat de in het vorige artikellid bedoelde kennisgeving aan alle programma-aanbieders, van wie het programma is betrokken en overwogen bij het voorlopige advies, wordt toegezonden, vergezeld van de mededeling dat zij gedurende zes weken de tijd hebben om hun zienswijze aan de Programmaraad kenbaar te maken.

  • 3.

    Na ommekomst van de in het eerste lid bedoelde termijn van zes weken en na kennisneming van de kenbaar gemaakte zienswijzen stelt de Programmaraad zijn advies definitief vast.

  • 4.

    De secretaris maakt via de lokale en/of regionale media de inhoud van het definitief vastgestelde advies van de Programmaraad bekend.

Artikel 13. Slotbepalingen.

  • 1.

    De Gezamenlijke verordening Programmaraad IJmond-Noord 2004 wordt vastgesteld;

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Gezamenlijke verordening Programmaraad IJmond-Noord 2004;

  • 3.

    Zij treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad

Zandvoort, 1 februari 2005,

De raadvoornoemd,

De griffier
de voorzitter