Subsidieregeling Evenementen Capelle aan den IJssel 2018

Geldend van 01-02-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Subsidieregeling Evenementen Capelle aan den IJssel 2018

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

gelet op de Algemene subsidieverordening Capelle aan den IJssel 2017 (ASV);

overwegende dat:

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling vaststelt welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie;

  • -

    het college op basis van artikel 3 van de ASV bij subsidieregeling tevens kan bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor subsidie;

  • -

    de ASV op het verstrekken van subsidies van toepassing is, voor zover daarvan niet bij subsidieregeling wordt afgeweken;

  • -

    de ASV op onderdelen bij subsidieregeling kan worden aangevuld.

Besluit vast te stellen de Subsidieregeling Evenementen Capelle aan den IJssel 2018.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a. Evenement: een gebeurtenis zonder religieus of politiek karakter, met een begin- en einddatum, die plaatsvindt op één of meer locaties in Capelle aan den IJssel, verplaatsbaar is en waarbij de bezoekers specifiek voor de activiteit komen.

  • b. Gemeente: de gemeente Capelle aan den IJssel;

  • c. Groot evenement: een evenement met bovenstedelijke uitstraling en een verwacht aantal bezoekers van 750 of meer;

  • d. Klein evenement: een evenement van lokaal niveau met een verwacht aantal bezoekers van 100 – 750.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het organiseren van een evenement. Het evenement dient te voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    het saldo van baten en lasten op de begroting van het evenement is 0;

  • b.

    het evenement heeft meer financieringsbronnen waarbij minimaal 15% van de totale inkomsten voor het evenement moet bestaan uit andere inkomsten dan de gevraagde subsidie;

  • c.

    het evenement is gratis of tegen een lage vergoeding (maximaal € 5,-) toegankelijk;

  • d.

    het evenement heeft een sportief of cultureel doel, waarbij ook de volksfeesten Sinterklaas, Oranjenacht en Koningsdag worden geacht aan dit criterium te voldoen;

  • e.

    het evenement is voor iedereen toegankelijk;

  • f.

    het evenement sluit aan bij de doelstellingen en uitgangspunten van het evenementenbeleid zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld.

Artikel 4. Subsidieontvanger

  • 1. Subsidie wordt verstrekt aan:

    • a.

      een bij notariële akte opgerichte rechtspersoon;

    • b.

      een natuurlijke persoon;

    • c.

      een groep van natuurlijke personen.

  • 2. De ontvangers van subsidie voor een groot evenement dienen te beschikken over aantoonbare kennis en vaardigheden op het gebied van het organiseren van evenementen.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Voor subsidie komen alleen in aanmerking de redelijkerwijs te maken kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 3.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

  • 1. Voor de hieronder genoemde evenementen gelden per jaar de bij deze evenementen genoemde maximum subsidiebedragen:

    • a.

      Koningsdag (inclusief kleedjesmarkt), georganiseerd door de Stichting Capelse Festiviteiten: € 31.000,-;

    • b.

      Oranjenacht, georganiseerd door de Stichting Evenementen Rijnmond: € 25.000, -;

    • c.

      Smaack, georganiseerd door Isala Theater BV: € 20.000,-;

    • d.

      Intocht van Sinterklaas, georganiseerd door de Stichting Capelse Festiviteiten: € 19.000,-.

    • e.

      Internationaal D-toernooi, georganiseerd door CVV Zwervers: € 6.000,-.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt:

    • a.

      een subsidie voor een klein evenement maximaal € 3.000,-;

    • b.

      een subsidie voor een groot evenement maximaal € 20.000,-.

  • 3. In afwijking van het tweede lid bedraagt een subsidie, verstrekt aan een subsidieontvanger zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid onder b en c, maximaal € 2.000,- per evenement.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 6, eerste en tweede lid, van de ASV, dient de aanvrager in de aanvraag om subsidie aan te tonen dat hij beschikt over meer financieringsbronnen waarbij minimaal 15% van de totale inkomsten voor het evenement moet bestaan uit andere inkomsten dan de gevraagde subsidie.

  • 2. Bij een aanvraag om subsidie door een rechtspersoon die voor de eerste maal subsidie aanvraagt, dient de aanvrager, in afwijking van artikel 6, derde lid, van de ASV, alleen een afschrift van de oprichtingsakte of de statuten van de rechtspersoon te overleggen.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft tot uiterlijk zes weken voorafgaand aan het evenement.

  • 2. Aanvragen ingediend eerder of later dan de termijn genoemd in het eerste lid worden niet in behandeling genomen.

Artikel 9. Beslistermijn

  • 1. In afwijking van artikel 8, eerste lid, van de ASV, beslist het college op een aanvraag om subsidie binnen zes weken nadat de volledige aanvraag is ingediend.

  • 2. Het college kan in afwijking van artikel 8, tweede lid van de ASV, de termijn genoemd in het eerste lid eenmaal met ten hoogste tien weken verdagen, mits de beslistermijn voor de aanvangsdatum van het evenement eindigt.

Artikel 10. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Jaarlijks wordt door de gemeenteraad de programmabegroting vastgesteld met daarin een verdeling van de beschikbare middelen per subsidieregeling. De aldus in de programmabegroting opgenomen middelen gelden voor deze subsidieregeling als subsidieplafond in de zin van artikel 4:22 van de Awb.

  • 2. De in artikel 6, eerste lid, van deze subsidieregeling genoemde organisaties en evenementen krijgen voorrang bij de verdeling van het subsidieplafond.

  • 3. Onverminderd het bepaalde in het tweede lid vindt de verdeling van het subsidieplafond plaats op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen die voldoen aan de eisen van de ASV en deze subsidieregeling, te rekenen vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meer dan één aanvraag wordt ontvangen, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 11. Verplichtingen

  • 1. Subsidieontvangers die activiteiten ontplooien met en/of voor kinderen dienen een beleid te voeren, gericht op het waarborgen van een veilige omgeving voor kinderen.

  • 2. Bij de subsidieverlening kunnen aan de subsidieontvanger nog andere dan de in het vorige lid vermelde verplichtingen worden opgelegd.

Artikel 12. Aanvraag tot vaststelling

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 10, 14 en 15 van de ASV dient de subsidieontvanger bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie aan te tonen dat minimaal 15% van de totale inkomsten voor het evenement heeft bestaan uit andere inkomsten dan de verleende subsidie.

  • 2. Indien na de vaststelling van de subsidie blijkt dat, in afwijking van de begroting van het evenement, de organisatie van het evenement heeft geleid tot een positief financieel resultaat voor de subsidieontvanger, zal dit positieve resultaat in mindering worden gebracht op een aan de subsidieontvanger eventueel te verlenen volgende subsidie.

Artikel 13. Slotbepalingen

  • 1.

    De Subsidieregeling Evenementen Capelle aan den IJssel 2017 wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 13 februari 2018 en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • 3.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Evenementen 2018.

Capelle aan den IJssel, 13 februari 2018.

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris,   de burgemeester, 

drs. A. de Baat  mr. P. Oskam                                     

Algemeen

Deze regeling bevat op onderdelen specifieke aanvullingen of wijzigingen op de ASV.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Met de onder a gebruikte term “verplaatsbaar” wordt bedoeld dat een evenement, indien nodig, naar een andere locatie zou kunnen uitwijken.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 3. Activiteiten

Activiteiten moeten aansluiten bij het evenementenbeleid zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld.

Artikel 4. Subsidieontvanger

Op grond van artikel 3 van de ASV bepaalt het college voor zover van toepassing in een subsidieregeling tevens welke doelgroepen voor subsidie in aanmerking komen. In dit artikel wordt voor de Subsidieregeling Evenementen vastgelegd aan welke partijen een subsidie kan worden verstrekt.

Een subsidieontvanger kan desgewenst in een jaar subsidie aanvragen voor meer dan één te organiseren evenement.

Ten aanzien van subsidieverstrekking aan (een groep van) natuurlijke personen wordt het volgende opgemerkt:

1.Belang aansprakelijkheidsverzekering

De gemeente is in beginsel niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Degene die de activiteit uitvoert en daarbij (op onrechtmatige wijze) schade veroorzaakt wel. Voor natuurlijke personen geldt dat zij voor deze schade privé aansprakelijk zijn. Het is daarom van belang dat de subsidieontvanger een aansprakelijkheidsverzekering heeft die dergelijke schade vergoedt. Natuurlijke personen die op individuele basis gesubsidieerde activiteiten ontplooien, hebben in dit kader een andere positie dan natuurlijke personen die in organisatorisch verband actief zijn.

1A.Aansprakelijkheidsverzekering - groep van natuurlijke personen

Indien de subsidieontvanger een groep van natuurlijke personen betreft, kan deze groep vallen onder de dekking van de VNG Vrijwilligersverzekering, waarvoor de gemeente een polis heeft afgesloten bij Centraal Beheer Achmea. Deze verzekering is afgesloten ten behoeve van alle vrijwilligers die in enig organisatorisch verband onverplicht en onbetaald werkzaamheden verrichten ten behoeve van anderen en/of de samenleving en waarbij een maatschappelijk belang wordt gediend. Wat betreft natuurlijke personen bestaat het collectief verzekeringspakket uit:

  • ·

    een ongevallen- en persoonlijke eigendommenverzekering voor vrijwilligers;

  • ·

    een aansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers;

  • ·

    een rechtsbijstandsverzekering voor vrijwilligers;

  • ·

    een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering voor vrijwilligers.

Het gaat hierbij om een secundaire verzekering. Dit betekent dat deze verzekering alleen van kracht is, voor zover de schade niet is gedekt door een andere verzekering al dan niet van oudere datum.

Men hoeft zich niet als vrijwilliger aan te melden voor de verzekering. Ook hoeft geen urenregistratie te worden bijgehouden.

Niet verzekerd zijn:

·de vrijwillige politie en de vrijwillige brandweer, vanwege speciaal voor hen getroffen rechtspositieregelingen;

  • ·

    vrijwilligers die actief zijn voor een Vereniging van Eigenaren of een huurdersvereniging, omdat deze organisaties het eigen belang tot doel hebben en niet een maatschappelijk belang;

  • ·

    vrijwilligers die zich op individuele basis inzetten, zonder dat sprake is van enig organisatorisch verband.

1B. Aansprakelijkheidsverzekering - natuurlijke personen die niet in organisatorisch verband actief zijn

Indien de subsidieontvanger een natuurlijk persoon is die op individuele basis actief is, zonder dat sprake is van enig organisatorisch verband, dan valt deze subsidieontvanger niet onder de dekking van bovengenoemde verzekering. In dit geval is de subsidieontvanger afhankelijk van een eigen persoonlijke aansprakelijkheidsverzekering, waarbij het de vraag is of de persoonlijke aansprakelijkheidsverzekering schade dekt die voortvloeit uit de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Het is de verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger om in dit geval contact op te nemen met zijn of haar verzekeraar om na te gaan wat onder de dekking van de verzekering valt en na te gaan wat de mogelijke (financiële) risico’s zijn.

2.Financiële verplichting

Wie in een groep van natuurlijke personen of als individueel natuurlijk persoon subsidie ontvangt, krijgt dit op persoonlijke titel. Dit betekent dat wanneer de afgesproken prestaties (waarvoor de subsidie is verleend) niet worden geleverd, de subsidie kan worden teruggevorderd. In dit geval is/zijn de subsidieontvanger(s) met zijn of haar privévermogen aansprakelijk.

3.Bijstandsuitkering

Indien een natuurlijk persoon een bijstandsuitkering ontvangt en hij of zij voornemens is om een subsidie aan te vragen, dan wordt aangeraden om voorafgaand aan de subsidieaanvraag dit voornemen te bespreken met de betrokken casemanager van Sociale Zaken IJsselgemeenten. Dit om te voorkomen dat de subsidie gezien wordt als inkomsten en mogelijk in mindering worden gebracht op de uitkering, dan wel dat de uitkering later worden teruggevorderd of dat er zelfs een boete wordt opgelegd. Ook zal de betrokken casemanager beoordelen of het is toegestaan om de gesubsidieerde activiteiten uit te voeren met behoud van uitkering en of dit past binnen een eventueel re-integratietraject.

4.Overige uitkeringen

Indien een natuurlijk persoon een uitkering, anders dan een bijstandsuitkering, ontvangt en hij of zij voornemens is om een subsidie aan te vragen, dan wordt aangeraden om voorafgaand aan de subsidieaanvraag dit voornemen te bespreken met de betrokken uitkerende instantie. In overleg met de instantie kan worden bepaald of het ontvangen van een subsidie en het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten mogelijk is of niet.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Kosten die niet direct zijn verbonden met de uitvoering van de te subsidiëren activiteiten en die derhalve niet in aanmerking komen voor subsidie zijn in ieder geval, maar niet uitsluitend:

  • a)

    Maaltijden en consumpties van personen die bij de organisatie van het evenement zijn

    betrokken die niet plaatsvinden op de dag van het evenement;

  • b)

    Structurele kosten van de subsidieontvanger zoals telefoon- en internetabonnementen;

  • c)

    Sponsoring van goede doelen.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

In het eerste lid wordt een aantal evenementen genoemd waarvoor jaarlijks een vast maximumbedrag beschikbaar is. Het gaat hier om evenementen die in de gemeente traditiegetrouw door bepaalde partijen worden georganiseerd en waarvan het college het belangrijk vindt dat deze ieder jaar terugkomen. De in het eerste lid genoemde evenementen, organisatoren en maximum subsidiebedragen staan niet voor altijd vast. Door wijziging van de subsidieregeling kan worden gekozen voor andere evenementen, organisatoren en subsidiebedragen of kunnen de uitgangspunten van het eerste lid zelfs geheel komen te vervallen.

De in het eerste lid genoemde organisaties dienen nog wel een subsidieaanvraag in te dienen en de subsidie zal vanzelfsprekend alleen worden verstrekt als is voldaan aan alle voorwaarden die voor het verlenen van een subsidie gesteld zijn.

Het tweede lid vermeldt de maximale subsidiebedragen voor andere evenementen. Zoals blijkt uit het bepaalde bij de onderdelen a en b, hangt de hoogte van het subsidiebedrag af van het bereik van het evenement en het aantal bezoekers.

Artikel 7. Aanvraag

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 9. Beslistermijn

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 10. Subsidieplafond en wijze van verdeling

Het subsidieplafond wordt verdeeld op basis van de volgorde van binnenkomst van de aanvragen, waarbij de aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het gemeentelijke begrotingsjaar waarin het gesubsidieerde evenement zal plaatsvinden, tot uiterlijk zes weken voorafgaand aan het evenement. Als een aanvraag niet compleet is, wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag aan te vullen. In dat geval geldt de datum waarop de aanvraag is gecompleteerd als ontvangstdatum.

Op grond van het tweede lid hebben de organisaties die worden genoemd in artikel 6, eerste lid, voorrang bij de verdeling van het subsidieplafond. Zij moeten bij hun aanvraag uiteraard wel de termijnen genoemd in artikel 8, eerste lid, in acht nemen.

Artikel 11. Verplichtingen

Een belangrijk aspect van het creëren van een veilige omgeving voor kinderen is het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Bij de invulling van het beleid, dat erop gericht is om een veilige omgeving voor kinderen te waarborgen, kan gedacht worden aan het vragen van een Verklaring omtrent het gedrag (VOG) van medewerkers die met kinderen werken. Tevens kan gebruik worden gemaakt van de toolkit en het stappenplan zoals omschreven op de website www.inveiligehanden.nl.

Artikel 12. Aanvraag tot vaststelling

Dit artikel spreekt voor zichzelf.

Artikel 13. Slotbepalingen

Dit artikel spreekt voor zichzelf.